Voorwoord
Arbeidshygiëne, wetenschap en prakt¡¡k
Het s¡.'rnposium'A¡beidshygiêne, wetenschap en prak-
tijk'
is het 9e symposium van de Nederlandse Ver- eniging voor Arbeidshygiëne. Detitel
geeft aan dat het vakgebied steunt op zowel wetenschappelijke ontwik- keling als praktische uitvoering. Binnen het Neder- landse vakgebiedwillen
wetenschap enpraktijk niet altijd
met elkaar sporen.De resultaten van onderzoek ofde producten van onderzoeksinstellingen zouden zonder meer
bruikbaar
zijn voor arbeidshygiënisten, diein
arbodienstenofin
vergelijkbare instellingen werkzaam zijn. Producten van onderzoek vereisenin
ieder geval een lange ont- wikkelingstijd. Van de kant van wetenschappelijk onderzoekers wordt wel eens fronsend gekeken naar die weerbarstigepraktijk.
Men vraagt zich af hoe het toch kornt, dat hoogopgeleide experts veelal gebruik maken van eenvoudige checklijsten, dieniet
leidentot
gevalideerde uitspraken. Kortom, er is een spannings- veld tussen deze twee groepen arbeidshygiënisten en we hebbenniet
deillusie
dat de geringe wisselwerking met één symposium verdwenen is.Binnen de bestuursperiode 1997-2000 is
dit
het 3e ach- tereenvolgende symposium, dat door de symposium- commissie is georganiseerd.In
deze periode is de fre- quentie van de symposia verhoogd van eens per tweetot driejaar
naar eensperjaar. Daaruit valt afte
lezen, dat het vakgebied
in
Nederlandin
de afgelopentwintig jaar
volwassen is geworden. En daarmee kun- nen vr'e ons scharenin
derij
van de grotere verenigin- gen binnen deze discipline. Naast de AmerikaanseAIIIA
en ACGIH en de Britse BOHS is de Nederlandse NVvA de vierde vereniging, gemeten naar het aantal leden.Het belang van de discipline is ook recent weer aange- toond
bij
de discussies over de vergoedingen aan werk- nemers met aan asbest gerelateerde ziekten. De histo- rische blootstelling aan asbest speelt een crucialerol in
de diagnose van de asbestziekten en is daarmee een belangrijk onderdeel voor de beoordeling van toeken- ning van compensatie. Het
Instituut
voorAsbestslachtoffers, dat
injanuari
vanditjaar
vanstart
is gegaan, heeft het belang van de arbeidshygiënische expertise, naast de medische professies erkend.Blootstelling, historisch ofactueel, is
bij uitstek
onder- deel van het kennisgebied van de arbeidshygiëne.Naast de historische blootstelling is het effect van maatregelen een onderwerp, dat
bij
alle schadeclaim- procedures van werknemers met aan asbest gerelateer- de ziekten zeer uitgebreid is behandeld. Het evalueren van maatregelen kantot
de arbeidshygiëne worden gerekend,in
nauwe samenwerking met een verwantediscipline, de veiligheidskunde. Het ontwikkelen van een systeem om historische blootstelling te kunnen bepalen en het niveau van gewenste maatregelen vast te stellen is door onderzoeksinstellingen ontwikkeld.
Dat kan ook bijna
niet
anders, daarhier
zeer gespecia- liseerde kennis voor vereist is. Het kan vervolgens door goed opgeleide arbeidshygiënisten,in
depraktijk
wor- den toegepast.Arbo-advisering
in
depraktijk
is het stellen van een diagnose, het voorstellen van een therapie en het implementeren en evalueren van de genomen maatre- gelen. Deze acties dienenniet uit
de losse pols te wor- den genomen, maar moeten gebaseerd zijn op goede kennis van onderzoeksmethoden, op inzichtin
de 'state-of-the-art'in
beheersmaatregelen en strategisch inzichtin
organisatieprocessen.Voor al die fasen
in
het adviesproces is onderzoek van-uit
verschillende wetenschappelijke gezichtspunten onontbeerlijk gebÌeken. Na een aantal symposia waarin de procesmatigekant
centraal stond, komenin dit
symposium de inhoudelijke aspecten meer aan bod.2000 is het eerste jaar, dat het programma van het symposium volgens de klassieke opzet is georgani- seerd, met een openbare inschrijving
via
abstracts. Het resultaat ziet uin
het programma. Behalve de Bob van Beek-prijs, bestaat het programmauit
23 presentaties.De ochtend is gereserveerd voor'state-of-the-art' voor- drachten en
in
de middag komen specifreke onderwer- pen aan bodin
9 verschillende sessies. Het programma is zodanig opgesteld, dat presentatiesuit
depraktijk
en de wetenschap elkaar gelijk afivisselen. Hopelijk levert dat voldoende stofvoor discussie op.Dat
de twee groepen arbeidshygiënisten zeet gebaat zijnbij
een goede samenwerking wordt geTllustreerd door de stelling van een recent gepromoveerd arbeids- hygiëniste, die reeds langetijd bij
een arbodienst werk- zaam is: 'De arbowereld kan een wetenschappelijke fundering onder haar activiteiten goed gebruikenin
een
tijd
waarin deskundigen steedsnadrukkelijker
wordt gevraagd om verantwoording af te leggen over hun bezigheden'. (Wendel Post, 1999. Chronic Non Specifrc Lung Diseasein
the workforce: impact and identification of CNSLD, Proefschrift, stelling 10, Rotterdam.)Dr
PauI Swuste, uoorzitter syïLposlutrlcomtn Ls sle Drs. Peter uan Baleru, uoorzitter NVuAlijdschrift voor toegepaste Arbowetenschap 2 (20001 nr 1