• No results found

llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll llllllllll

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll llllllllll"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Behoort bij hot Įy^I fit 12-13

G E M E E N T E 9 ļ * ^ L E U N I N G E N Raadsvoorstel de griffier, f

Onderwerp Gewijzigde Drank- en Horecawet Raadsvergadering 19 november 2013

Nummer(agenda) Commissie 1 Samenleving

Registratienummer BW13.01237 Datum 4 november 2013

Registratiecode

llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll llllllllll

Commissie 2

Auteur Saskia Wilmink Datum

Status Openbaar B&W-vergadering 8 oktober 2013

Publicatiedatum 8 oktober 2013 Portefeuillehouder CF. van Eert

Samenvatting

Per 1 januari 2013 is de Drank- en Horecawet gewijzigd en heeft de gemeenteraad de verplichting om uiterlijk 1 januari 2014 een paracommerciële verordening vast te stellen met het oog op het tegengaan van oneerlijke concurrentie ten opzichte van de commerciële horecabedrijven. Daarnaast heeft de gemeenteraad met de gewijzigde Drank- en Horecawet de mogelijkheid gekregen om een alcoholmatigingsverordening vast te stellen.

Besluit om

1. De 4e wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Beuningen (APV) vast te stellen conform bijgevoegd raadsbesluit.

Inleiding

De Drank- en Horecawet (DHW) is per 1 januari 2013 gewijzigd met als gevolg:

1. De gemeente is naast de vergunningverlening nu ook verantwoordelijk voor het toezicht op en handhaving van de DHW.

2. De burgemeester is het bevoegd gezag voor vergunningverlening én toezicht op de naleving van de DHW in de gemeente.

3. De gemeente is op grond van artikel 4 DHW verplicht om ter voorkoming van oneerlijke mededinging met een verordening regels vast te stellen voor de drankverstrekking binnen de paracommercie (bijvoorbeeld: sportclubsjongerenverenigingen en sociaal-culturele instellingen).

Deze regels moeten per 1 januari 2014 van kracht zijn en dienen in elk geval betrekking te hebben op: de schenktijden, de bijeenkomsten van persoonlijke aard (bruiloften en partijen) en de

bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de instelling betrokken zijn.

4. De gemeente heeft op grond van artikel 25a tot en met 25d DHW een verordenende bevoegdheid gericht op alcoholmatiging vooral bij jongeren. Het gaat dan om de mogelijkheid om de

alcoholverstrekking te beperken in bepaalde soorten inrichtingen, delen van de gemeente of tijden en daarnaast de mogelijkheid om toegangsleeftijden in te voeren en/of een verbod op prijsacties.

5. Jongeren onder de 16 jaar die alcoholhoudende drank bij zich hebben op voor publiek

toegankelijke plaatsen zijn strafbaar (met ingang van 1 januari 2014 wordt de leeftijd verhoogd naar 18 jaar).

6. De burgemeester heeft een sanctiebevoegdheid om een tijdelijk alcoholverkoopverbod aan winkels en slijters op te leggen {three strikes out).

De gewijzigde DHW heeft daarmee vooral consequenties voor de gemeentelijke regelgeving en voor de handhaving. Verplicht is een paracommerciële verordening, facultatief kan de gemeente per verordening nog regels stellen voor alcoholmatiging.

Verder is van belang dat met de gewijzigde DHW de operationele bevoegdheid voor controle, toezicht en handhaving bij het bestuursorgaan burgemeester ligt maar dat complementair de gemeenteraad de verantwoordelijkheid heeft om hiervoor de randvoorwaarden te scheppen. Dit houdt in dat de

gemeenteraad de burgemeester de mogelijkheid moet verschaffen om zijn controlerende en handhavende taak ook daadwerkelijk uit te kunnen voeren, onder andere door duidelijke financiële kaders voor het toezicht te bieden. Voor het overige heeft de gemeenteraad zijn reguliere controlerende taak.

(2)

Beoogd effect

Het wettelijk kader voor de verordenende bevoegdheden ten aanzien van paracommercie en

alcoholmatiging wordt gevormd door de per 1 januari 2013 gewijzigde Drank- en Horecawet. Die legt de gemeente de verplichting op om uiterlijk per 1 januari 2014 regels vast te stellen voor het schenken van alcohol binnen de paracommercie en geeft de gemeente daarnaast de mogelijkheid voor verordenende bevoegdheden in het kader van alcoholmatiging.

De paracommerciële verordening heeft tot doel het voorkomen van oneerlijke concurrentie. Deze

verordening is alleen van toepassing op stichtingen en verenigingen die gericht zijn op bepaalde activiteiten zoals sport, ontspanning of educatie. BVs, VOF's of eenmanszaken die bijvoorbeeld een sportkantine beheren, vallen dus niet onder deze paracommerciële verordening.

De nieuwe artikelen 25a tot en met 25d DHW verschaffen de mogelijkheid om een verordening vast te stellen met het oog op alcoholmatiging. Het gebruik van deze verordenende bevoegdheid is dus niet verplicht gesteld.

Argumenten

1.1 Om te voldoen aan de in de per 1 januari 2013 gewijzigde DHW gecreëerde verordenende bevoegdheden voor de paracommercie en alcoholmatiging wordt een nieuwe afdeling 8A aan hoofdstuk 2 van de APV toegevoegd

Paracommerciële verordening

Van belang is dat de wetgever de gemeente de verplichting oplegt om oneerlijke concurrentie tegen te gaan. De achtergrond hiervan is dat het bij reguliere horeca - restaurants, cafés, feestzalen en cateraars - gaat om een commercieel verdienmodel terwijl bij de paracommercie (instellingen voor bijvoorbeeld sport, sociaal-culturele instellingen en instellingen voor recreatie, educatie en levensbeschouwing) de

maatschappelijke betekenis van de activiteiten voorop staat zonder dat er sprake is van een commercieel karakter. Dan is het niet de bedoeling dat er vanuit de paracommercie oneigenlijke concurrentie ontstaat vanwege het feit dat er alcoholische drank kan worden geschonken voor activiteiten die geen relatie hebben met het maatschappelijke doel van een dergelijke instelling. Horeca-activiteiten bij

maatschappelijke instellingen mogen primair slechts ondersteunend zijn - dat wil zeggen: gericht op het schenken van drank bij die gelegenheden die ook het maatschappelijke doel van de instelling betreffen.

Overigens: in geval de instellingen werken met een commerciële horeca-uitbater - voor wie op grond van de Drank- en Horecawet dus niet de soepele eisen voor paracommerciële stichtingen en verenigingen (zoals barvrijwilligers) gelden - is de paracommerciële verordening niet van toepassing. In dat geval is er namelijk geen sprake van concurrentievervalsing.

Er is, in overleg met de regiogemeenten in het Rijk van Nijmegen, voor gekozen om gebruik te maken van de modelverordening van de VNG. Voor de paracommerciële verordening bestaan daarbij de volgende keuzemogelijkheden:

1. Wel of geen onderscheid naar aard van de inrichting.

2. Vaste schenktijden of schenktijden gekoppeld aan reguliere activiteiten.

3. Het al dan niet toestaan van bijeenkomsten van persoonlijke aard gekoppeld aan een meldingsplicht.

4. Indien de gemeente bijeenkomsten van persoonlijke aard wil toestaan:

a. al dan niet beperken van het aantal bijeenkomsten;

b. al dan niet dezelfde schenktijden hanteren als bij de overige activiteiten.

Er is voor de minst ingrijpende variant gekozen. Daarmee worden niet alleen alle instellingen gelijk behandeld maar wordt er ook gezorgd voor een voor de controle en handhaving overzichtelijke situatie.

Effectiviteit van regelgeving houdt immers ook sterk verband met de handhaafbaarheid daarvan.

Deze variant houdt in:

1. Geen onderscheid naar aard van de inrichting. Alle instellingen worden dus gelijk behandeld.

2. Vaste schenktijden. (Invullen binnen de bandbreedte van dagelijks van 12.00u tot OO.OOu);

3. Geen bijeenkomsten van persoonlijke aard toestaan.

(3)

Bij de vaste schenktijden wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de tijdsspanne waarbinnen de betrokken instellingen hun activiteiten door de bank genomen laten plaatsvinden. Bovendien heeft de wetgever in de Memorie van Toelichting ook aangegeven dat gemeenten geen onnodige beperkingen zullen opleggen daar waar de mededinging niet in het geding is en er geen sprake is van onverantwoorde

verstrekking van alcohol vooral aan jongeren. Maar om per instelling de schenktijden exact te koppelen aan het activiteitenprogramma is onwenselijk. In dat geval zou namelijk een streng handhavingsrégime,

inclusief de bijbehorende (dure) toezichtcapaciteit moeten worden geïmplementeerd om naleefgedrag te monitoren. Immers zonder een dergelijke monitoring zou het signaal aan de paracommercie zijn dat de concurrentieverhoudingen ten opzichte van de commerciële horeca niet serieus worden genomen en dat is, gelet op de verantwoordelijkheid die de wet de gemeente geeft, geen optie. Daarentegen kan bij vaste schenktijden in de handhaving juist gekozen worden voor een lichter handhavingsrégime omdat

overtredingen sneller in het vizier komen en er dus gerichter kan worden gecontroleerd en gehandhaafd.

Bovendien geeft deze optie de gemeente de mogelijkheid om de verantwoordelijkheid ook meer bij de instellingen neer te leggen zonder dat dit ten koste gaat van een geloofwaardig niveau van controle en handhaving. Overigens gaat het bij de schenktijden alleen om de tijdstippen waarop het schenken van alcohol is toegestaan. Buiten de schenktijden mogen niet-alcoholische warme dranken en frisdrank gewoon geserveerd worden of kunnen broodjes, snoep e.d. verkocht worden.

Bijeenkomsten van persoonlijke aard worden niet toegestaan. Hiermee wordt de huidige lijn voortgezet waarbij in de voormalige paracommerciële vergunningen een verbod was opgenomen voor het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard. Bovendien sluit dit verbod ook goed aan bij overige regelgeving (o.a.

milieu, bestemmingsplannen etc.) die dergelijke bijeenkomsten veelal ook uitsluiten. Dit verbod houdt dus in dat er alleen alcohol mag worden geschonken bij activiteiten die gerelateerd zijn aan het

maatschappelijke doel van de betrokken instelling. Daarbij is niet uitgesloten dat er wel alcohol kan worden geschonken bij feestelijke bijeenkomsten die te maken hebben met de aard van de instelling

(bijvoorbeeld: een bestuursjubileum, een lustrumviering, een kampioenschap e.d.).

Het artikel komt dan als volgt te luiden:

Artikel 2:34B Regulering paracommerciële rechtspersonen

1. Een paracommerciële rechtspersoon kan alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken dagelijks van 12.00 uur tot 0.00 uur.

2. Een paracommerciële rechtspersoon verstrekt geen alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn.

Aĩcoholmatigingsverordening

De op alcoholmatiging gerichte verordenende bevoegdheid uit de nieuwe artikelen 25a tot en met 25d DHW is een meer uitgewerkte versie van de voorheen in artikel 23 DHW opgenomen bevoegdheid om een horecaverordening vast te stellen. Die bevoegdheid is nu opgesplitst in afzonderlijke artikelen gericht op horecabedrijven en slijtersbedrijven enerzijds en andere detailhandel anderzijds.

Deze verordenende bevoegdheid kent 4 onderdelen die al dan niet in combinatie met elkaar mogelijk zijn:

1. Verbod op verstrekken van sterke of alcoholhoudende drank door horecabedrijven en slijterijen in gebieden, eventueel naar aangewezen aard van het bedrijf of in een bepaalde tijdsruimte of deel van de gemeente. De gemeenteraad kan de burgemeester tevens de bevoegdheid geven om voorschriften aan de horecavergunning ex artikel 3 DHW te verbinden.

2. Verbod op het toelaten van bezoekers beneden een bepaalde leeftijdsgrens (maximaal 21 jaar) in horecabedrijven en op terrassen. Net als in onderdeel 1 kan ook hier gekeken worden naar aard van het horecabedrijf, naar gebiedsdelen in de gemeente en/of een bepaalde tijdsruimte.

3. Beperkingen voor detailhandel anders dan slijterijen waarbij een verbod of een beperking betrekking heeft op een bepaalde tijdsruimte. Bij een verbod bestaat de mogelijkheid om dit te beperken tot bepaalde gebiedsdelen.

(4)

4. Verbod op happy hours en prijsacties waarbij kan worden bepaald dat het verbod slechts geldt voor aanbiedingen en verstrekkingen van bepaalde aard of in aangewezen delen van de gemeente.

Er is gekozen voor een combinatie van de onderdelen 1 en 4 van de verordenende bevoegdheid. Met onderdeel 1 wordt de burgemeester de mogelijkheid geven om, bijvoorbeeld na geconstateerde

overtredingen of bij vrees daarvoor, voorschriften aan de horecavergunning te verbinden. Dat is dan een eerste stap in een handhavingstraject waarna de burgemeester bij een tweede en zelfs bij een derde overtreding vervolgens de vergunning voor 12 weken kan schorsen respectievelijk de vergunning kan intrekken. De mogelijkheid om na een eerste overtreding aanvullend voorschriften aan de vergunning te verbinden, voorkomt dat meteen ingrijpende maatregelen nodig zijn - en tegelijkertijd krijgt de

ondernemer daarmee de mogelijkheid om te laten zien dat hij in staat is tot goed naleefgedrag. De burgemeester zal een en ander gaan vastleggen in een nieuw handhavingsprotocol voor de horeca.

Happy hours worden categoraal verboden. Daarbij gelden de bepalingen van artikel 25d DHW waarin de periodes en de prijspercentages zijn vastgelegd waarmee kan worden bepaald of er sprake is van een happy hour. De DHW definieert een happy hour als het verstrekken van alcoholhoudende drank tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 600Zo van de prijs die daar gewoonlijk wordt gevraagd. In het licht van de alcoholmatigingsdoelstellingen van de gewijzigde Drank- en Horecawet is het belangrijk om in dezen een krachtig signaal af te geven.

Voor een verbod op prijsacties is, mede op advies van de VNG, niet gekozen omdat de tijdsinvestering die nodig is om het verbod te handhaven niet meer opweegt tegen het daarmee te behalen maatschappelijke voordeel. Immers de bewijslast om aan te tonen wat de reguliere prijs van een product in een supermarkt of slijterij is, vergt structureel en zeer intensief onderzoek en daarmee disproportioneel veel

handhavingscapaciteit die we beter kunnen inzetten voor de leeftijdscontroles.

De artikelen komen dan als volgt te luiden:

Artikel 2:34C Voorwaarden en beperkingen voor horecabedrijven en slijtersbedrijven

De burgemeester kan in het belang van de handhaving van de openbare orde, de veiligheid, de zedelijkheid of de volksgezondheid aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet

voorschriften verbinden en de vergunning beperken tot het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank.

Artikel 2:34D Verbod 'happy hours'

Het is verboden in een horecalokaliteit of op een terras bedrijfsmatig of anders dan om niet

alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60Vo van de prijs die daar gewoonlijk wordt gevraagd.

De overige verboden en beperkingen in de onderdelen 1-3 zijn feitelijk alleen maar gericht en proportioneel in te zetten indien de gemeenteraad de feitelijke uitwerking van deze verboden aan de burgemeester kan delegeren. Met die bevoegdheid zou de burgemeester op basis van concrete signalen en aanwijzingen bij risicogelegenheden (bijvoorbeeld bepaalde evenementen of activiteiten in de horeca) van de aan hem gedelegeerde bevoegdheid gebruik kunnen maken door gebieden en tijden voor een dergelijk verbod aan te wijzen. Vooral ook om te voorkomen dat jeugdigen te gemakkelijk toegang zouden kunnen krijgen tot alcoholconsumptie. Echter de landelijke wetgever geeft de gemeenteraad uitdrukkelijk geen bevoegdheid tot sub-delegatie. De gemeenteraad mag zijn regelgevende bevoegdheid dus niet (deels) bij de burgemeester neerleggen. Dit blijkt uit het gebruik van de woorden: "bij gemeentelijke verordening kan worden verboden", in plaats van: "bij of krachtens gemeentelijke verordening". Hierdoor bestaat de verplichting om de in onderdelen 1-3 bedoelde verboden en beperkingen al in de verordening zelf vast te leggen. Dit wordt noch functioneel noch proportioneel geacht omdat de bedoelde verboden en beperkingen alleen te rechtvaardigen zijn op basis van concrete signalen en niet op grond van een categorale inschatting vooraf. Dat betekent dat ervoor gekozen is om daar waar sprake blijkt van risicogelegenheden vooral in te zetten op controle en handhaving om overtredingen te voorkomen dan wel om in geval van overtredingen de gepaste maatregelen te kunnen nemen.

(5)

Kanttekeningen

Er zijn geen risico's of kanttekeningen. De verordening ziet op de verantwoordelijkheden van instellingen en ondernemers ten aanzien van de DHW.

Financiën

De nieuwe verordenende bevoegdheden op grond van de DHW brengen voor de gemeente ook

verantwoordelijkheden met zich mee op het terrein van toezicht en handhaving. Op dit terrein wordt een intergemeentelijke samenwerking tussen de gemeenten Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Nijmegen, Ubbergen en Wijchen opgestart waarbij wordt onderzocht of er een regionale pool met voor de DHW-handhaving gecertificeerde Bijzondere Opsporingsambtenaren (BOA's) kan worden samengesteld. In beginsel stellen de gemeenten hiervoor capaciteit beschikbaar uit de eigen formatie.

Indien een gemeente geen BOA's heeft ofwel onvoldoende formatie heeft met het oog op overige

handhavingsprioriteiten dan wel in de eigen formatie geen BOA's heeft die bevoegd zijn of die niet kunnen voldoen aan het gewenste competentieprofiel, vergoeden ze de kosten van inhuur voor de door hen op jaarbasis benodigde handhavingscapaciteit.

Voor onze gemeente houdt dit in dat de benodigde handhavingscapaciteit moet worden ingehuurd. Naar verwachting is voor het toezicht en de handhaving op het gebied van de DHW in de gemeente Beuningen 0. 2 fte op jaarbasis benodigd. Dit betekent dat ongeveer 15 duizend euro per jaar aan kosten van inhuur gemaakt zullen gaan worden vanaf 1 januari 2014. De hiervoor benodigde dekking is voorzien in de meerjarenbegroting 2014-2017.

Tijdspad en communicatie

De verordenings-bepalingen met betrekking tot paracommercie en alcoholmatiging worden opgenomen als nieuwe onderdelen van de APV voor de gemeente Beuningen. Daartoe wordt aan hoofdstuk 2 van de APV een nieuwe afdeling 8A toegevoegd conform bijgevoegd raadsbesluit. De wijziging van de APV wordt na vaststelling door de gemeenteraad op de gemeentelijke website gepubliceerd waarna deze wijziging een dag na bekendmaking in werking treedt.

Op 11 maart 2013 heeft al een informatiebijeenkomst nieuwe DHW plaatsgevonden voor alle betrokkenen in de gemeente Beuningen (horeca, paracommercie en detaillisten). In deze goed bezochte bijeenkomst zijn alle aanwezigen door de burgemeester geïnformeerd over de wijzigingen die de nieuwe DHW met zich brengt en welke (mogelijke) consequenties die wijzigingen (kunnen) hebben voor betrokken. Na afloop van deze bijeenkomst is een klankbordgroep geformeerd die op 26 augustus j l . over de concrete uitwerking van de wijziging van de DHW, zoals neergelegd in bijgevoegd raadsbesluit, met de burgemeester heeft

gesproken. De aanwezige klankbordgroep-leden hebben aangegeven zich te kunnen vinden in de concrete uitwerking van de wijziging van de DHW (de voorgestelde wijziging van de APV).

Evaluatie

De voorgestelde wijziging van de APV en de daarmee samenhangende, nog in te richten, controle en handhaving wordt een jaar na inwerkingtreding geëvalueerd.

Bijlage

1. Raadsbesluit

Burgemeester en wethouders, A.H.W.M. Koeken RA

secretaris

drs. C.F. van Eert burgemeester

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gesteld zou kunnen worden dat de aan deze categorie paracommerciele inrichtingen geboden verruiming voor het schenken van alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van

It is for this reason that it remains necessary to identify how the health problems of communities can be resolved as well as how health care personnel can be

~Staat•Gemid, Insk, 'tSkole:Gemid, Skoolbeso (Onder- Gemid.. swak skoolbesoek.van die Indi~rkinders. Hierdie inkomstes is- verkry ui t skoolgelde. en privaan bydraes. Oak

informed decisions and choices in the omission of certain tenets that are regarded as essential to Td. Such a choice would only be made if it was the last resort; this

I, as co-author, give my consent to Johan Francois Brand, candidate for the degree Philosophiae Doctor in Chemical Engineering at the Potchefstroom Campus of

Methods In 991 healthy black (N = 457) and white (N = 534) adults, aged 20–30 years, with complete data for 24-h urinary sodium and K + , we analysed blood samples for

[r]

Een paracommerciële rechtspersoon verstrekt geen alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet