• No results found

Informatie uit de Sportagenda 2016 (ambities en basisstrategieën) van het NOC*NSF: Basisstrategieën

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Informatie uit de Sportagenda 2016 (ambities en basisstrategieën) van het NOC*NSF: Basisstrategieën"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Informatie uit de Sportagenda 2016 (ambities en basisstrategieën) van het NOC*NSF:

Basisstrategieën

Focus op kansrijke doelgroepen: Participatie door sport 1. Laag opleidingsniveau/inkomen

* Focus op basisschool (alle kinderen moeten sporten)

* Financiële tegemoetkoming.

* Ouders via de kinderen.

* Dichtbij: locatie en sociaal.

2. Geestelijk en lichamelijk beperkten

* Via samenwerking met welzijn, revalidatiecentra, etc.

* Opleiding van trainers bij verenigingen.

3. Mensen in sociaal isolement

* Bereiken is het moeilijkste.

* Daarna meer regulier sportaanbod.

Het Jeugdsportfonds slaagt er in toenemende mate in om op een succesvolle wijze een bijdrage te leveren aan de ambities van het NOC*NSF. Het levert een grote bijdrage in het vergroten van de sportparticipatie van doelgroepen waarbij sprake is van een sociaal minimum inkomen.

De werkwijze van het Jeugdsportfonds levert een belangrijke bijdrage om kinderen uit hun sociale isolement te halen. Hierdoor vindt integratie door participatie plaats waardoor de betrokkenheid van deze kwetsbare groep met justitie of jeugdzorg wordt gereduceerd.

Een positief neveneffect is dat er minder sprake van het reduceren van ‘het doen van een beroep op de zeer kostbare jeugdzorg en jeugddetentie’.

Inzet van het Jeugdsportfonds als preventiemiddel:

Om de leefsituatie van jongeren leefbaar, overzichtelijk en perspectief gericht aan te kunnen pakken is het van eminent belang om de sterk gedemotiveerde jongeren te motiveren.

Hierin speelt het Jeugdsportfonds een belangrijke rol door veelal in te spelen op de sterke kanten van jongeren. Sport en spel nemen een belangrijke plaats in de leefwereld van jongeren op weg naar volwassenheid. Het biedt hun de mogelijkheid om te experimenteren, nieuwe ervaringen op te doen, grenzen op te zoeken en hun verborgen talenten te exploreren in een ontspannen sfeer. Tevens kunnen jongeren op een speelse manier tot zelfreflectie en gedragsalternatieven komen, die veelal een bijdrage kunnen leveren in het verder operationaliseren van geformuleerde werkdoelen voorafgaand aan de begeleiding.

Argumenten om extra inzet te plegen om het Jeugdsportfonds in te zetten als methodisch instrument ter voorkoming c.q. vermindering van jeugdcriminaliteit:

Er bestaat een relatie tussen een laag inkomen en een vergrote kans betrokken te raken bij

jeugdcriminaliteit. Het idee van het Jeugdsportfonds is ontwikkeld vanuit de ervaring dat jeugdigen

de kans moeten krijgen om te participeren en daardoor te integreren. Hierbij kan de inzet van een

Jeugdsportfonds een belangrijke rol spelen. Het Jeugdsportfonds won, vanwege haar effectiviteit en

methodische inzet door o.a. de jeugdreclassering, in 2004 de Hein Roethofprijs. Op dit moment

speelt in het Amsterdamse Project top 600 een rol waarbij daar waar mogelijk, de broertjes en zusjes

de kans krijgen om lid te worden van een sportclub.

(2)

Informatie van de Jeugdreclassering:

Het kader waarbinnen gebruik wordt gemaakt van de Jeugdsportfonds-gelden:

De jeugdreclassering als gespecialiseerd onderdeel van de jeugdbescherming, begeleidt jongeren die in aanraking zijn gekomen met Justitie en Politie én conform het jeugdstrafrecht zijn gesanctioneerd.

Bij de meeste jongeren blijkt dat hun vrije tijdsbesteding/dagritme inadequaat zijn.

Hierbij kan gedacht worden;

 geen school of dagbesteding;

 geen zinvolle vrije tijdsbesteding, hobby of sportclub;

 doelloos met vrienden/vriendinnen rondhangen.

Naast de ongestructureerde vrije tijdsbesteding hebben de jongeren ook op persoonlijk vlak problemen met als gevolg probleemgedrag hetgeen veel risico’s met zich meebrengen om in de jeugdcriminaliteit te belanden of met negetief gedrag in herhaling te vervallen.

Door actief deel te nemen aan sport kan risico gedrag, tijdig gesignaleerd worden en mogelijk gereguleerd worden.

Hieronder wordt weergegeven de problemen die bij jongeren leven op het persoonlijk vlak en waarbij de inzet van sport mogelijk een regulerende(zelf) werking vanuit gaat:

 agressie regulatie

 hyperactief vanwege overvloed aan energie

 te kort aan sociale vaardigheden

 problemen met concentratie

 gebruik van drugs/alcohol

Inzet van het Jeugdsportonds door de Bureau’s Jeugdzorg:

Deelname aan georganiseerde sporten kan een positieve uitwerking hebben op de ontwikkeling en het eigen maken van sociale vaardigheden van jongeren. Door in verenigingsverband te sporten leren jongeren om te gaan met regels en samen te werken met anderen.

Het grootste gedeelte van de jongeren van Bureau Jeugdzorg zijn kinderen uit kansarme gezinnen en heel vaak ook kinderen met een andere culturele achtergrond.

Deze laatste groep jongeren hebben volgens de maatstaven van de westerse maatschappij, van huis uit weinig structuur, orde en regelmaat gekregen. Ze functioneren van oorsprong, vanuit een ander referentiekader met een eigen taal waar de non verbale communicatie een grote rol speelt. Door omstandigheden zijn ze terecht gekomen in een maatschappij waar de verbale communicatie overheerst. Dit is anders (andere taal) en voor hen onbekend. Dit kan verwarring geven met als gevolg instabiliteit en gevoel van onveiligheid. Om te kunnen overleven proberen ze met de middelen die ze hebben het te kunnen doen, dat niet altijd lukt.

Lukt dit niet dan is de kans groot dat hun gevoel van eigenwaarde een behoorlijke dreun krijgt en deze jongeren zich emotioneel niet op een adequate manier ontwikkelen.

Het is heel belangrijk om in het overlevingsproces in deze maatschappij iets goed te kunnen om daar positieve eigenwaarde aan te ontlenen. Van groot belang is dat de hulpverlening juist deze groep jongeren niet uit het oog mag verliezen. Gebeurd er niets dan is de kans groot dat deze groep crimineel gedrag kan gaan ontwikkelen en dit ook gaat vertonen. Daar is niemand bij gebaat. Dit moeten we juist voorkomen en indien nodig zelfs preventief te werk gaan.

Voor zolang deze jongeren binnen de hulpverlening vallen zijn ze te traceren en moet je er wat mee.

Geef ze de kans en de ruimte zich emotioneel goed te ontwikkelen. Dit komt ons allemaal ten goede en niet alleen deze groep jongeren en hun netwerken.

Deze jongeren hun kracht ligt in hun temperament en vorm van communicatie. Sporten zou als methodiek kunnen dienen. Juist deze groep jongeren is gebaat zijn bij het uitoefenen van een georganiseerde sport.

Dit niet alleen voor vaardigheden, regels en samenwerking doch ook voor het verhogen van hun

gevoel van eigenwaarde.

(3)

Staan ze in het veld dan krijgen ze hier direct waardering voor. Een gevoelig punt waar men liever niet over praat maar heel nadrukkelijk aanwezig is, is het financiële aspect. Het speelt een grote rol en loopt als een rode draad door het geheel.

Mede hierdoor is voor sporten in clubverband binnen het budget van deze gezinnen geen plek en is huisvesting, voeding, onderwijs en gezondheid eerder prioriteit. Daarom is het van groot belang dat er een Jeugdsportfonds is dat ervoor kan zorgen dat de financiële factor geen belemmering hoeft te zijn voor deze groep jongeren die de Bureau Jeugdzorg begeleiden. Het Jeugdsportfonds kan een bijdrage leveren aan een goed verloop van hun sociale en emotionele ontwikkeling.

Waarom het aanbieden van een voetbalclublidmaatschap een extra impuls kan bieden bij de hulpverlening aan kansarme jongeren met gedragsstoornissen.

Bij het ontsporen van kinderen spelen gezinsfactoren vaak een belangrijke rol. Zo kan het zijn dat ouders veel onderlinge conflicten hebben en een kind daarin 'gevangen' raakt en een uitweg zoekt in 'acting out' gedrag, waarbij het steeds verder afglijdt van de maatschappelijke normen. Het kan ook zijn dat het opvoedingsklimaat niet afdoende is; dat de ouders door verschillende oorzaken niet in staat of bereid zijn de noodzakelijke normen en waarden aan hun kinderen over te dragen. Vaak gaan deze factoren samen. (1)

De complexer wordende maatschappij heeft bovendien minder duidelijke structuren en

modelfuncties dan voorheen, In het bijzonder voor zogenaamde . 'kansarme' jongeren is het moeilijk om hierin een weg te vinden die uitzicht biedt op een bevredigende toekomst.

In combinatie met genoemde gezinsfactoren verhoogt dit bij sommige jongeren de kans op emotionele problemen en gedragsstoornissen die tot delinquentie kunnen leiden.

Er is veel onderzoek gedaan naar de behandeling van gedragsproblemen van jongeren. Hieruit komt o.a. naar voren dat het versterken van de gezinsstructuur en het aanleren van opvoedingstaken aan de ouders van groot belang is. Wanneer dit onmogelijk of niet afdoende is moeten de normen en waarden van de jongeren op een andere manier worden beïnvloed bijvoorbeeld in

groepsbehandelingen. Hierbij wordt vaak gebruik gemaakt van de modelfunctie die uitgaat van personen waar die jongere respect voor heeft. (2)

Met 'groepsbehandeling' wordt een professionele therapie bedoeld. Jongeren kunnen echter ook in groepsverband beïnvloed worden zonder dat er professionele hulpverleners aan te pas komen.

Voor die jongeren die gemotiveerd zijn om een sport te beoefenen, kan een sportclub een

beslissende stoot geven aan het leren van regels, sociale vaardigheden en maatschappelijke normen.

Voetbalclubs kunnen een positieve functie hebben doordat voetbal zeer populair is, en doordat het bij voetbal noodzakelijk is om te leren zich aan regels te onderwerpen en de eigen agressie te hanteren.

Conclusie: Bij gedragsproblemen met kinderen is het aanleren van regels, normen en waarden een voorwaarde. Veelal is daarvoor een combinatie van gezinsbehandeling en groepsbehandeling nodig.

Sportclubs en speciaal voetbalclubs kunnen in combinatie hiermee een belangrijke rol spelen, waarbij het van belang kan zijn de keuze van de clubs af te stemmen op het beleid van de club inzake de vorming van de jeugd.

Projecten die dit mogelijk maken in gevallen waar de financiële ruimte bij de gezinnen zelf ontbreekt, zullen derhalve van grote waarde zijn.

1. Lange, A. (1994). Gedragsverandering in Gezinnen. Groningen: Wolters-Noordhoff.

2. Rose, SH.D. (1972). Treating children ingroups. San Francisco, Cal.:Jossey-Bass.

Prof.dr. A. Lange

Vakgroep Klinische Psychologie Universiteit van Amsterdam

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het valt ook op dat 39 procent van de mensen die een euthanasie aanvragen, verkiezen thuis te sterven, terwijl normaal slechts een vierde van de mensen

Voor zover de aanvragen voor een omgevingsvergunning betrekking hebben op een bouwactiviteit, kunnen deze worden voorgelegd aan de commissie Stedelijk Schoon Velsen.

Burgemeester en Wethouders van Velsen maken met inachtneming van artikel 139 Gemeentewet bekend dat de raad van Velsen in zijn vergadering van 9 september 2010 heeft besloten:. -

En geld is nu eenmaal nodig voor een Stadsschouwburg, die niet alleen een goed gerund be- drijf dient te zijn maar tevens dienst moet doen als culture-. le tempel en

De Koninklijke Nederlandse Bil- jart Bond (KNBB), vereniging Carambole, zoals dat met in- gang van 1 januari officieel heet, heeft besloten om voor het eerst met deze

Burgemeester en Wethouders van Velsen maken met inachtneming van artikel 139 Gemeentewet bekend dat de raad van Velsen in zijn vergadering van 9 september 2010 heeft besloten:. -

Gemotiveerde bezwaarschriften kunnen gedurende 6 weken na de dag van verzending van de vergunning worden ingediend bij het college van Burgemeester en Wethouders van Velsen

Jongeren die zijn gezakt voor één of twee vakken vmbo-tl en die heel gemotiveerd zijn om naar het mbo te gaan, kunnen in het programma ’Alvast Stude- ren in