Christien Callenfels
bron
Christien Callenfels, Treesje en Keesje. P. Kluitman, Alkmaar 1904
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/call030tree01_01/colofon.php
© 2011 dbnl
1
[Treesje en Keesje]
Dag
juffrouw Trees, hoe maakt ge 't wel?
Vraagt deftig Kees, het is een spel;
Ze spelen saâm voor dame en heer, Ik maak het goed, buigt Treesje weer.
Ja Kees en Trees dat aardig paar, Ziet men op straat steeds bij elkaar;
Maar Kees kan plagen, dat is stout,
'k Wed dat ge meer van Treesje
houdt!
Treesje en Keesje.
‘Kindertjes nu spelen, Zult ge niet krakeelen,
Zoet zijn alle bêi?’
Kees wil eerst probeeren, Treesje eens te leeren
Schrijven op een lei.
‘Trees,’ zegt Kees,
‘je doet het knap, 'k Heb een appel,
neem een hap.’
Christien Callenfels, Treesje en Keesje
3
Keesje mocht het ook behagen, Zusje Trees eens wat te plagen;
Soms gaf hij haar popje straf;
Ging de poes aan 't staartje rukken, Scheurde Treesje's boekje stukken,
Foei, zei Aal, wat is Kees laf!
Wil ik u eens gaan vermelden, Wat pop Netje moest ontgelden?
Treesje zat op Keesje's paard,
Kees gooide op den grond het popje, Dat nu brak het steenen kopje;
Mien zei: ‘Kees wees toch bedaard!
Zie hoe Treesje staat te pruilen!’
Toen ging Keesje ook aan 't huilen, 't Arme ventje kreeg berouw.
‘Lieve Trees wil mij vergeven, Wat ik heb uw pop misdreven!’
Trees vergat het nu weer gauw.
Christien Callenfels, Treesje en Keesje
5
Zusje, je moogt
op mijn ezeltje rijden;
Maar houd je vast, dat ge niet komt te glijden.
Kareltje trekt den ezel door het zand;
‘Heerlijk zegt zus, zoo te rijden langs 't strand!’
Hoerah! het schoolwerk is gedaan, Nu kunnen wij wat spelen gaan.
Jan's zweepje klapt,
‘Klap jij maar toe, Ik ben,’ roept Hein,
‘Het eerst bij Moe!’
Christien Callenfels, Treesje en Keesje
7
Grootvâ is oud en zijn tuin is vol gras, Drie kleine meisjes
Gaan wieden nu ras.
Grootvader lacht, nu de paden zijn schoon, 'k Geef aan die kleintjes wat appels tot loon.
‘Dag zoete vrouw!’ zegt Papje, Tot Grootje,
En 't is geen grapje.
Foei, Lorre stelen, dat komt niet te pas, Zoo'n heele tak kersen, dat is wel wat kras.
Je hoort niet op tafel, maar wel in een kooi, Al zijn ook je veeren, heel kleurig en mooi!
Christien Callenfels, Treesje en Keesje
9
Wilt ge met mij wand'len Koosje?
't Is zoo'n lek'kre zonneschijn.
Zoo vraagt vriend'lijk kleine Heintje, 't Zal te zaâm zoo prettig zijn.
Over 't slootje moet ge helpen!
Doet ge 't Hein wat ik verlang?
Ja, natuurlijk antwoordt Heintje, Kleine meisjes zijn zoo bang!
Dankje wel hoor juffrouw Koosje, 't Wand'len ging heel prettig toe.
Hein ge hebt mij goed geholpen, Over sloot en bij de koe.
Koos denkt, k weet wel wat ik doe, 'k Stuur een goudvisch naar hem toe.
Christien Callenfels, Treesje en Keesje
11
Klaasje droomt van Sinterklaas, Overal hoort hij geraas.
Trommels, fluiten, rinkelbel, Alles krijgt hij.
Ook een spel.
Ook kreeg hij een paardetoom, Jammer dat het was een droom!
Wilt ge graag spelen met vriend of vriendin,
Volg niet uw hoofdje, maar doe dan hun zin,
Prettig te spelen is heerlijk, nietwaar?
Maar het is moei'lijk, geloof het nu maar.
Doe aan een ander heel dikwijls pleizier,
Zoo als gij leert, in dit boekje ook hier,
Wint gij het spel, och deel dan ook wat,
Dan is het spelen zoo prettig
mijn schat!
Christien Callenfels, Treesje en Keesje