• No results found

Kennis 0

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Kennis 0"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Memo

Werkgroep

Kennis

Directoraat -Generaal Rijkswaterstaat .

Projectbureau Zeeweringen

i='2 oT- h _ 0 s-04ok~

Betreft (actie en nr.)

Startnotitie Kop van Ossenisse

(Molenpolder, Nijs- en Hooglandpolder, Ser Arendsfolder).

Afschrift aan

Vraagsteller Datum

16 November 2004

Beantwoord door

e

Doorkiesnummer

Datum

28 December 2004

Bijlage(n)

Status

Definitief

Kenmerk

K-04-12-34

1. Inleiding en vraagstelling

In 2005 zal het ontwerp van de dijkversterking van de Kop van Ossensissein gang gezet worden. Het projectbureau heeft aan het RIKZ gevraagd om in dit kader de golfcondities nogmaals grondig te controleren, en de te gebruiken golfcondities vast te leggen in een adviesmemo. Gelijktijdig zal ook nagegaan worden of, in het licht van recente ontwikkelingen, de in 1998 berekende golfcondities bijstelling behoeven.

In de voorliggende detailadvies worden de volgende gegevens gecontroleerd en vastgesteld voor het ontwerp:

• Ligging van de randvoorwaardenvakken,

• Golfbelastingen en waterstanden,

• Bodemligging per dijkvak,

• Eventuele toepassing van de tweede randvoorwaardentabel,

• Betrouwbaarheid golfcondities en eventuele adviezen voor gebruik zwaardere golfcondities.

2. Ligging randvoorwaardenvakken

Het dijktraject Kop van Ossenisse bestaat uit een deel van de Molenpolder, de Nijs- en Hooglandpolder en een gedeelte van de Ser Arendspolder. Het ontwerp zal gemaakt worden van dijkpaal298 +12m tot dijkpaal329 + 63m. In deze memo wordt een detailadvies gegeven voor de dijkvakken 97 tot 1DDa.

Directie Zeeland

Projectbureau Zeeweringen

PIa Postbus 1000, 4330 ZW Middelburg

PIa Waterschap Zeeuwse Eilanden, Kanaalweg 1, Middelburg

Telefoon (0118) 62 1370 Fax0118-621993

I I __ : .., ••• ..: ...__ '" •• :_ •• _ __,: _ '" .., • .... ... _ ...-- -

(2)

11111111111111111111111111111111 111111111111111 1111111111111 009358 2005 PZDT-M-05040 ken

Detailadvies / Starlnotitie Kop van Ossenisse (Mole

(3)

Dit gehele dijktraject is op het westen georienteerd. Voor de dijk is een relatief laag slik, wat grenst aan een diepe geul. Zuidelijk van het dijktraject heef deze geul het gat van Ossenisse. Deze gaat aan de noordkant van het dijktraject over in de Overloop van Valkenisse. Deze geul is Zuidwestelijk georienteerd zodat verwacht mag worden dat bij zuidwest tot westen wind hoge golven in deze geul opgewekt zullen worden.

Bij dijkvak 98c bevindt zich een strekdam van ongeveer 400 meter land. Deze heef tot doel de getijstroom af te buigen. Ook in de dijkvakken 98a en 97 zijn diverse strekdammen (of nollen) aanwezig. Deze maken geen onderdeel uit van de primaire waterkering, en hoeven als zodanig niet getoetstte worden bij een 1/4000ste veiligheidsniveau. Wel dient bij deze strekdammen zorgvuldig overwogen te worden hoe de achterliggende en aansluitende dijk versterkt zal worden.

In bijlage 1.1 zijn de grenzen van de dijkvakken topografisch weergegeven met rode markeringstekens grenstekens. Deze grenzen liggen vaak niet op de kruin van de dijk, of zijn niet direct te relateren aan de uitvoerpunten van SWAN. Daarom zijn de dijkvakgenzen aangepast. In bijlage 1.1 zijn de nieuwe grenzen

weergegeven met oranje markeringstekens. De nïeuwe grenzen en de verplaatsing is zijn weergeven in bijlage 1.2.

3. Golfcondities en waterstanden

3.1 Golfbelasting onder ontwerpcondities

De westelijke dijkvakken van Hontenisse worden het zwaarst belast bij westenwind.

Bij deze windrichting bereiken de golven in de Pas van Terneuzen de maximale golfhoogte en komen via het gat van Ossenisse aan bij de dijken van de kop van Ossenisse. In bijlage 2.1 en 2.2 zijn als voorbeeld de golfhoogte en golfperiode ruimtelijk weergegeven bij de maatgevende windrichting van 270° bij een waterstand van NAP+6 meter. Als golfperiode is hier de gemiddelde golfperiode Tm01weergegeven die lager is dan de Tpm maar samenhangend is met de golfhoogte.

Opmerkelijk is de maatgevende windrichting bij dijkvak 97 (windrichting 360°). Op basis van fysisch gedrag mag verondersteld worden dat ook bij dijkvak 97 de maatgevende windrichting westelijk zal zijn. Bij deze windrichting treden de hoogste golven op in het Gat van Ossenisse en bij de overloop van Valkenisse.

Verwacht mag worden dat deze golven bij westelijke winden via de Schaar van Ossenisse de dijk bij dijkvak 97 zullen bereiken.

3.2 Update tabel met ontwerp waarden golfcondities

2

(4)

In de vigerende tabel is de maatgevende windrichting bij dijkvak 97 noordelijk.

Deze berekeningen zijn afkomstig uit de eerste serie berekeningen uit 1997 [RIKZ\97-046]. Deze berekeningen zijn grover uitgevoerd, met minder

uitvoerpunten per dijkvak. Het Uitvoerpunt in deze studie

ligt

verder vanaf de dijk, en de geul bij de hoek van Ossenisse heeft bij deze berekeningen weinig invloed op de golfcondities bij dijkvak 97.

Uit de golfberekeningen van 1998 [RIKZ\98-0181 waarbij het voorland bij dijkvak 97 wel in detail doorgerekend is, blijkt de maatgevende windrichting voor dijkvak 97 wel westelijk te zijn [bijlage 2.3 en 2.4]. Ook is de absolute golfbelasting bij deze windrichting hoger dan bij noordelijke wind.

In tabel3.1 zijn de golfcondities opgenomen die geadviseerd worden voor het ontwerp. Hierbij zijn de golfcondities van dijkvak 97 vernieuwd.

3.3 waterstanden

In bijlage 3.2 zijn de waterstanden weergegeven voor randvoorwaardenvak 97 tot 100a. Hierbij zijn basispeil, ontwerppeil en gemiddelde hoogwaterstand

weergeven.

(5)

4. Bodemligging en extrapolatie golfcondities

Voor de Westerschelde heeft het RIKZ golfcondities bepaald voor de

waterstanden NAP +2, NAP +4 en NAP +6 meter. Voor het ontwerpen van lage dijktafeis, teenconstructies of kreukelbermen zijn regelmatig golfcondities nodig bij waterstanden lager dan NAP+2 meter. Deze golfcondities worden bepaald m.b.v.

extrapolatie van de golfcondities van NAP+2 en NAP +4 meter. Belangrijk voor deze extrapolatie is de controle of de bepaalde golfcondities realistisch zijn bij de aanwezige bodemdiepte.

Hiervoor bepaald het RIKZ een representatieve bodemdiepte per dijkvak die als volgt gedefinieerd is:

representatieve bodem ligging

=

gemiddelde bodem ligging over alle uitvoerpunten - standaardafwijking afwijking bodemligging over alle uitvoerpunten.

De representatieve bodemligging voor de randvoorwaardenvakken 97 tot 100a is weergegeven in bijlage 4.1

Bij de extrapolatie van golfcondities naar lagere waterstanden dienen de volgende ondergrenzen aangehouden te worden:

Golfhoogte Golfperiode

(golfhoogte Idiepte) < 0,7

( gOlfhoogte I1,56* golfperiode2 ) < 0,05

Indien deze grenswaarden optreden dient contact opgenomen te worden met het RIKZ.

5. Eventuele toepassing tweede tabel

Voor deze dijkvakken zijn geen waarden weergegeven in de tweede tabel, omdat het faalmechanisme Z= H,

*

Tpmde hoogste belasting oplevert. Het ontwerp kan dus gemaakt worden op basis van tabel 3.1.

6. Betrouwbaarheid golfcondities en eventuele correcties

In 2003 heeft het RIKZ de betrouwbaarheid van de eerder afgegeven golfcondities geëvalueerd m.b.V. veldmetingen. [RIKZ\2003.0441. Op basis van de conclusies van dit wordt geadviseerd om de golfcondities voor dijkvakken direct aan diep water te verhogen met +15% op de golfhoogte. Hiervan is sprake bij dijkvakken 97 en 98c. In tabel 3.3 zijn de golfcondities weergegeven waarbij de Hs voor dijkvak 98c en 97 met +15% verhoogd zijn. Geadviseerd wordt om deze golfcondities te gebruiken tijdens het ontwerp.

4

(6)

Bijlage 1.1

Topografie en ligging uitvoerpunten dijkvakken Kop van Ossenisse

Bijlage 1.2

Begrenzingen dijkvakken 97 tot 100a

Dijkvak Coordinaten [RD-stelsel in m.] Coordinaten [RD-stelsel in rn.] verplaatsing verplaatsing

vak van tot van tot van tot

no. x y x y x y x y X Y X y

100a 55800 37nOO 56050 378022 55848 377184 56050 378022 48 -16 0 0

99b 56050 378022 56100 378600 56050 378022 56144 378614 0 0 44 14

99a 56100 378600 56128 379694 56144 378614 56092 379603 44 14 -36 -91

(7)

Bijlage 2.1 en 2.2

Kop van Ossenisse 1sign. golfhoogte Hslmil grid 121windk1.2.270· 1wst : NAP +6m 381

380 380.5

Ê

~

ÎiÎ

~ 379.5

'E

8

o

>-

379

378.5

378

55 55.5 56 56.5

X-coordinaat [kmi

57

Kop van Ossenisse 1gem. golfperiode Tm01 [si 1grid 121windkl.2.270· 1wst :NAP +6m 381

380 380.5

r

êii

~ 379.5

i

<>

>-

379

378.5

378 _ .

55 55.5 56 56.5 57

X-coordinaat [kmi

6

(8)

Bijlage 2.3 en 2.4

Golfcondities dijkvak 97 ZONDER correctie van periode (+1 seconde) en ZONDER stromin scorrectie! Waterstanden NAP+4 meter en NAP+6 meter

'~"'---~----.

Segllllllll: !D. pld ~7AL paralDda" 1 • Ha 1.164,

, ....

OB11l

0..,

0.635

0.758

SesJIIIlftI97_ punI343(0!f7A). p.;.-oIIIII.ler2 - Tpn

3."

3.712 3.29&

...

SoptCri: SI. punI 343(0S1AL pill ... 3 - beta

. 1&.3,. 673

,,,

03

61.7

1223 24>

33.1 110.3

4"

Ae"-~--~~~~----~ __---,

S~97 ... 343(D97A).pM'aJMII~1·H.

1.503

,=

1.114

1.1""

0""

oBl.

.0_

SegaeM: '!II. punl3C3I(I91A1.1NII1IIIIIIIef

...

2 - ''''

...

5_97. _3t3lD91A). __ 3·...

.13

'.1'3.3

"'.7

32>

.U

.,.3

::=11 --I

·....-11

IH. > ...3 ~_',,!2; y~ 1'"",;·.;: 3 1".,-."";-:.,..··.,.·,..,.._:.,.3-.·

p_,,'"

I F._'

1j1;.I~:>.\:tcÓ:·33

G2"~i

&3:-

54' '",

ss

.SI .

sa.

GO 70'

n.·.·I·:·

n ,

.73 .

74 _.

15,_

"'.

n'

78 79 90·

at 82'.

53'84;

06,

..

",.

III

IB·'

:~~

93>

94 .!6 .

96·

~;

S~---~-,

PB.wrIIItBl

rA.ctio-· -.-.--

1_ ...11

-.

IHs. 3 Pa ... 2. I'"" ·..·:3

(9)

BIJLAGE 3.1 Golfcondities Kop van Ossenisse

Dijkvak Poldemaam Hs[m] Tp[s] Tpm[s] Wind- Golfrichtingsband Waterdiepte (m)

vak Wst t.o.V. NAP Wst t.o.V. NAP Wst t.o.V. NAP richting naUtiSChj graden bij waterstanden

no. 2m+ 4m+ 6m+ 2m+ 4m+ 6m+ 2m+ 4m+ 6m+ 6m+ van tot 2m+ 4m+ 6m+

100a Ser Arendspolder 1.2 1.8 2.2 6.2 6.2 6.8 280 280 3.0 5.0 7.0

99b Hooalandpolder 1.3 2.0 2.3 6.1 6.8 7.3 270 257 285 2.8 4.8 7.0

99a NiisDOlder 1.6 2.0 2.4 6.0 6.6 6.9 270 243 282 4.2 5.6 7.6

98c Niisnolder 1.3 1.9 2.4 6.0 6.4 6.8 270 244 274 2.2 4.2 6.2

98b Schoroolder_ (Nlispolder) 0.6 1.4 2.1 5.1 6.1 7.0 270 234 316 1.1 3.1 5.1

98a Schoroolder (Nijspolder) 1.1 1.7 2.1 5.0 5.6 6.0 270 261 314 2.2 4.2 6.2

97 Molenpolder 1.3 1.8 2.1 5.1 5.4 5.8 270 261 291 3.7 5.7 7.7

BIJLAGE 3.2 Waterstanden Kop van Ossenisse

Dijkvak Poldernaam Zeespiegel- Basispeil 1985 Ontwerp peil 2060 GHW-

vak stijging 75 jr standen

no. [m] [m +NAP] [m +NAP] [m +NAP]

100a Ser Arend~older 0.60 5.90 6.50 2.40

99b Hooalandpolder 0.60 5.90 6.50 2.40

99a Niisoolder 0.60 5.90 6.50 2.40

98c Nllspolder 0.60 5.90 6.50 2.40

98b Schorpolder (Nijspolder) 0.60 5.90 6.50 2.40

98a Schorpolder (Niispolder) 0.60 5.90 6.50 2.40

97 Molenpolder 0.60 5.95 6.55 2.40

BIJLAGE 3.3 Verzwaarde Golfcondities Kop van Ossenisse, n.a.v. RIKZ\2003.044

Dijkvak Poldemaam Hs[m] Tp [sI Tpm[s] Wind- Golfrichtingsband Waterdiepte (m)

vak Wst t.o.V. NAP Wst t.o.V. NAP Wstt.o.V. NAP richting nautisc

1

graden bij waterstanden

no. 2m+ 4m+ 6m+ 2m+ 4m+ 6m+ 2m+ 4m+ 6m+ 6m+ van tot 2m+ 4m+ 6m+

100a Ser Arendspolder 1.2 1.8 2.2 6.2 6.2 6.8 280 280 3.0 5.0 7.0

99b Hooglandpolder 1.3 2.0 2.3 6.1 6.8 7.3 270 257 285 2.8 4.8 7.0

99a Niispolder 1.6 2.0 2.4 6.0 6.6 6.9 270 243 282 4.2 5.6 7.6

98c Niispolder 1.5 2.2 2.8 6.0 6.4 6.8 270 244 274 2.2 4.2 6.2

98b Schorpolder (Nijspolder) 0.6 1.4 2.1 5.1 6.1 7.0 270 234 316 1.1 3.1 5.1

98a Schorpolder (Nijspolder) 1.1 1.7 2.1 5.0 5.6 6.0 270 261 314 2.2 4.2 6.2

97 Molenpolder 1.5 2.1 2.4 5.1 5.4 5.8 270 261 291 3.7 5.7 7.7

8

(10)

Bijlage 4.1 Representatieve bodemligging

! let

op: voor de extrapolatie van de golfhoogte dient de diepte in beschouwing genomen te worden;

diepte = waterstand - bodemligging

Dijkvak Poldernaam Bodeml igging Bodemligging PBZ

vak [m t.o.v. NAP] [m t.o.v. NAP]

no. min max gem std

100a Ser Arendspolder -1.01 -0.01 -0.58 0.40 -1.0

99b Hooglandpolder -0.88 -0.84 -0.86 0.02 -0.9

99a Nijspolder -2.42 -1.58 -2.02 0.27 -2.3

98c Nijspolder -0.20 -0.20 -0.20 0.00 -0.2

98b Schorpolder (Nij_sI>Qlder) 0.92 1.18 1.05 0.09 1.0

98a Schorpolder (Nijspolder) -0.21 0.87 0.33 0.54 -Q;2

97 Molenpolder -4.98 -1.73 -3.52 1.10 -4:6

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The drivers of WtE grate incineration in South Africa include an average of 90% dominance of landfill over other MSW management strategies, average MSW generation growth rate of

Bij een voorjaarsteelt van sla onder koud staand glas werden de volgende rassen onderling vergeleken : Magiola, Delta, Kloek, Valore, Ancora en Aurora. Er werd gezaaid op 18

Omdat de vangst hoofdzakelijk uit maatse vis bestaat wordt er aan boord van twinriggers meestal gelijktijdig gesorteerd en gestript (vis van ingewanden ontdaan). Ondermaatse vis in

‘We willen kij- ken of het plaatsen van een object genoeg is om een plek levendig te maken, of dat een plek levendig moet zijn voordat een object er- in kan passen.’ De

een gering negatief effect (14 x negatief, 0 x positief, gemiddeld - 1,59%), met grote spreiding en geen verband houdend met jaar of grond- soort. 5) geeft voor het

Sylvia Verschueren en Stef Mermuys Bij deze Afzettingen is een enquête over excursies en web-..

Uitdagingen Realisatie van maximaal energetische rendement elektrisch en thermisch in combinatie met zonwering: minimale warmte toetreding met behoud van lichtdoorlaat... Scheiding

Responsgroepen voor de gevoeligheid van soorten voor klimaatverandering 33 4.1 Afbakening analyse responsgroepen 33 4.2 Temperatuurstijging leidt tot areaalverschuivingen 34