Besluit
Kenmerk: 720294/726252
Betreft: Wijziging toestemming voor het verzorgen van commerciële televisieomroepdiensten Besluit van het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) op het verzoek van BBC Worldwide Holdings B.V. (hierna: BBCS Netherlands) om wijziging van de toestemming als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Mediawet 2008.
_________________________________________________________________________
A. Gevolgde procedure
1. Bij besluit van 9 april 2019, kenmerk 720294/720306, heeft het Commissariaat besloten BBCS Netherlands met ingang van 9 april 2019 voor een periode van vijf jaar toestemming te verlenen om als commerciële media-instelling commerciële televisieomroepdiensten te verzorgen via 33 verschillende programmakanalen als vermeld in het overzicht in het besluit, onverminderd het bepaalde bij op krachtens de Telecommunicatiewet.
2. Bij e-mailbericht van 24 april 2019 geeft BBCS Netherlands aan dat zij – nu de Brexit met zes maanden is uitgesteld – voorlopig in het Verenigd Koninkrijk gevestigd zal blijven en pas zodra de Brexit definitief is, zich in Nederland zal vestigen. In de daaropvolgende telefoongesprekken heeft BBCS Netherlands verzocht de ingangsdatum van de toestemmingen op een later moment te bepalen, namelijk na het definitief worden van de Brexit.
B. Overwegingen Commissariaat
3. Op grond van de artikelen 3.1, eerste lid, en 3.2, eerste lid, van de Mediawet 2008 wordt een toestemming op aanvraag verleend en geldt voor vijf jaar. Uit overweging 34 van de Richtlijn audiovisuele mediadiensten volgt dat slechts één lidstaat de rechtsbevoegdheid dient te hebben over een aanbieder van audiovisuele mediadiensten.
4. Het Commissariaat heeft vastgesteld dat de verzorging van de door BBCS Netherlands genoemde televisieomroepdiensten thans plaatsvindt op grond van licenties verleend door de toezichthouder in het Verenigd Koninkrijk (Ofcom) en dat BBCS Netherlands voor de verzorging van deze omroepdiensten daarmee onder de rechtsbevoegdheid van het Verenigd Koninkrijk valt.
BBCS Netherlands heeft in haar aanvraag verklaard deze licenties te laten intrekken zodra het Commissariaat besluit om BBCS Netherlands toestemming te verlenen om als commerciële media-instelling commerciële televisieomroepdiensten te verzorgen. Het Commissariaat heeft vastgesteld dat de door Ofcom aan BBCS Netherlands verleende toestemmingen niet zijn ingetrokken en dat daarmee sprake is van dual licensing.
5. Het Commissariaat is van oordeel dat door BBCS Netherlands momenteel niet aan de
vestigingscriteria wordt voldaan om onder de bevoegdheid van Nederland te vallen en overweegt dan ook de 33 verleende toestemmingen met terugwerkende kracht per 9 april 2019 in te trekken.
6. Het Commissariaat is voorts van oordeel dat het in het licht van de bijzondere omstandigheid die de Brexit met zich meebrengt, gerechtvaardigd is om de toestemmingen voorwaardelijk te verlenen. Artikel 1.2, eerste lid, van de Mediawet 2008 verwijst voor de vaststelling van de bevoegdheid over een media-instelling naar de in artikel 2 van de AVMD-richtlijn neergelegde jurisdictiecriteria. BBCS Netherlands heeft in voldoende mate aangetoond maatregelen te treffen waardoor zij op grond van artikel 1.2, eerste lid, van de Mediawet 2008 geacht moet worden voor de verzorging van de televisieomroepdiensten als commerciële media-instelling onder de
bevoegdheid van Nederland te vallen zodra zij de licenties van Ofcom hebben ingetrokken. Het
Commissariaat is thans gebleken dat geen van de in artikel 3.3 van de Mediawet 2008 genoemde gronden om de toestemming af te wijzen aanwezig is.
7. Het Commissariaat besluit dan ook om BBCS Netherlands toestemming te verlenen om als commerciële media-instelling commerciële omroepdiensten te verzorgen via de
programmakanalen als genoemd in onderstaand overzicht, zodra aan de volgende opschortende voorwaarden is voldaan:
a. Het Verenigd Koninkrijk heeft de Europese Unie (uiterlijk op 30 december 2019) verlaten; en b. BBCS Netherlands toont aan dat zij binnen 48 uur nadat het Verenigd Koninkrijk de Europese
Unie verlaat Ofcom heeft verzocht de toestemmingen in te trekken
8. Onderstaand overzicht maakt integraal onderdeel uit van dit besluit: Programmakanalen waarvoor bij dit besluit toestemming is verleend:
Volgnummer Naam programmakanaal Editie
1 BBC Entertainment (Europe) English
2 BBC Entertainment (Europe) Israel/Hebrew
3 BBC Entertainment (Europe) Dutch
4 BBC Brit (Nordics) English
5 BBC Brit (Nordics) Danish
6 BBC Brit (Nordics) Finnish
7 BBC Brit (Nordics) Swedish
8 BBC Brit (Norway) English/Norwegian
9 BBC Earth (Nordics) English
10 BBC Earth (Nordics) Azerbaijan/Turkish
11 BBC Earth (Nordics) Bosnia/Serbian
12 BBC Earth (Nordics) Croatian
13 BBC Earth (Nordics) Czech
14 BBC Earth (Nordics) Danish
15 BBC Earth (Nordics) Georgia/Turkish
16 BBC Earth (Nordics) Greek
17 BBC Earth (Nordics) Hungarian
18 BBC Earth (Nordics) Kazakhstan/Turkish
19 BBC Earth (Nordics) Kyrgyzstan/Turkish
20 BBC Earth (Nordics) Macedonian
21 BBC Earth (Nordics) Montenegro/Serbian
22 BBC Earth (Nordics) Norwegian
23 BBC Earth (Nordics) Romanian
24 BBC Earth (Nordics) Serbian
25 BBC Earth (Nordics) Czech/Slovak
26 BBC Earth (Nordics) Slovenian
27 BBC Earth (Nordics) Swedish
28 BBC Earth (Nordics) Tajikistan/Turkish
29 BBC Earth (Nordics) Turkish
30 BBC Earth (Nordics) Turkmenistan/Turkish
31 BBC Earth (Nordics) Uzbekistan/Turkish
32 BBC First (Netherlands) English/Dutch
33 BBC First (Belgium) English/Flemish
9. De toestemmingen zijn onverminderd het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet. De toestemmingen hebben betrekking op televisieomroep.
D. Openbaarmaking
10. Het Commissariaat zal de volledige tekst van het besluit, met uitzondering van de daarin
vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar maken door publicatie op zijn website. De publicatie vindt plaats veertien dagen nadat het besluit op de in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven wijze is bekendgemaakt1. Het
Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.
E. Wijzigingsbesluit
11. Op grond van het voorgaande besluit het Commissariaat als volgt:
I. het Commissariaat besluit de 33 toestemmingen om als commerciële media-instelling commerciële omroepdiensten te verzorgen die bij het besluit van 9 april 2019 aan BBC Worldwide Holdings B.V. zijn verleend met terugwerkende kracht per 9 april 2019 in te trekken.
II. het Commissariaat besluit BBC Worldwide Holdings B.V. toestemming te verlenen om als commerciële media-instelling commerciële omroepdiensten te verzorgen via de programmakanalen als genoemd in bovenstaand overzicht, zodra aan de volgende opschortende voorwaarden is voldaan:
a. Het Verenigd Koninkrijk heeft de Europese Unie (uiterlijk op 30 december 2019) verlaten; en
b. BBCS Netherlands toont aan dat zij binnen 48 uur nadat het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie verlaat Ofcom heeft verzocht de toestemmingen in te trekken III. het Commissariaat maakt de volledige tekst van dit wijzigingsbesluit, veertien dagen
na de voorgeschreven bekendmaking daarvan, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar door publicatie op zijn website.
Hilversum, 25 juni 2019
1dat wil zeggen door toezending aan de belanghebbende.
COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA
,
prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning Jan Buné CBM
voorzitter commissaris
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, Postbus 1426, 1200 BK te Hilversum.
Bijlage: relevante wettekst Mediawet 2008
Bijlage: Relevante wettekst Mediawet 2008
Mediawet 2008:
Artikel 1.2
1. Onder de bevoegdheid van Nederland vallen publieke of commerciële media-instellingen die krachtens artikel 2 van de Europese richtlijn onder die Nederlandse bevoegdheid vallen.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een instelling die radioprogramma’s verzorgt, met dien verstande dat in ieder geval onder de bevoegdheid van Nederland valt een instelling die radioprogramma’s verzorgt die in Nederland door middel van een omroepzender, satelliet daaronder niet begrepen, worden verspreid.
Titel 3.1. Toestemming omroepdiensten
Artikel 3.1
1. Onverminderd het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet is het verzorgen van een commerciële omroepdienst alleen toegestaan met toestemming van het Commissariaat.
2. Als een commerciële media-instelling meerdere programmakanalen verzorgt, is voor ieder programmakanaal afzonderlijk toestemming nodig.
3. Als een commerciële media-instelling het door een derde aangeleverde programma-aanbod van een programmakanaal wijzigt, heeft die commerciële media-instelling voor het gewijzigde programmakanaal toestemming nodig.
4. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop aanvragen voor een toestemming worden ingediend.
Artikel 3.2
1. Een toestemming wordt op aanvraag verleend en geldt voor vijf jaar.
2. Een toestemming is niet overdraagbaar en vervalt van rechtswege na afloop van de toestemmingsperiode.
3. In de toestemming wordt aangegeven of deze betrekking heeft op televisieomroep of op radio- omroep.
4. Op grond van een toestemming voor televisieomroep is het tevens toegestaan teletekst te verzorgen.
Artikel 3.3
Het Commissariaat kan een aanvraag afwijzen als:
a. de door de aanvrager bij de aanvraag verstrekte gegevens onjuist of onvolledig zijn;
of
b. redelijkerwijs te verwachten is dat de aanvrager zich niet zal houden aan het bepaalde bij of krachtens deze wet.
Artikel 3.4
1. Het Commissariaat trekt een toestemming in als de commerciële media-instelling:
a. daarom verzoekt; of
b. in gebreke blijft met de betaling van de verschuldigde toezichtskosten, bedoeld in artikel 3.30.
2. Het Commissariaat kan een toestemming intrekken als de commerciële media-instelling:
a. bij de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt blijkt te hebben; of b. overigens niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens deze wet of artikel 5:20 van
de Algemene wet bestuursrecht.