Mijnraad
Bijlage 2 Mijnraadadvies Zorgplicht MIJR/21159303 – 10 juni 2021
Secretariaat: Postbus 93144 www.demijnraad.nl
2500 AC Den Haag
- 1 -
Bijlage 2: Zorgplicht in de Omgevingswet en zorgplicht in de Mijnbouwwet
Zorgplicht in de Omgevingswet
AFD. 1.3 ZORG VOOR DE FYSIEKE LEEFOMGEVING
Artikel 1.6 (zorgplicht voor een ieder)
Een ieder draagt voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving.
Artikel 1.7 (activiteit met nadelige gevolgen)
Een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat zijn activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor de fysieke leefomgeving, is verplicht:
a. alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevraagd om die gevolgen te voorkomen,
b. voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen: die gevolgen zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken,
c. als die gevolgen onvoldoende kunnen worden beperkt: die activiteit achterwege te laten voor zover dat redelijkerwijs van hem kan worden gevraagd.
Artikel 1.7a (verbod activiteit met aanzienlijke nadelige gevolgen)
art. 1.7a lid 1
Het is verboden een activiteit te verrichten of na te laten als door het verrichten of nalaten daarvan aanzienlijke nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving ontstaan of dreigen te ontstaan.
art. 1.7a lid 2
Bij algemene maatregel van bestuur wordt de toepassing van het eerste lid uitgewerkt of begrensd. De uitwerking of begrenzing strekt in ieder geval ter uitvoering van de richtlijn milieustrafrecht en heeft betrekking op:
a. de omvang van de nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving, b. de gevallen waarin het eerste lid van toepassing is.
Mijnraad
Bijlage 2 Mijnraadadvies Zorgplicht MIJR/21159303 – 10 juni 2021
Secretariaat: Postbus 93144 www.demijnraad.nl
2500 AC Den Haag
- 2 -
Artikel 1.8 (verhouding tot specifieke regels)
art. 1.8 lid 1
Aan de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 1.6 en 1.7, wordt in ieder geval voldaan, voor zover bij wettelijk voorschrift of besluit specifieke regels zijn gesteld met het oog op de doelen van de wet, en die regels worden nageleefd.
art. 1.8 lid 2
Artikel 1.7a is niet van toepassing voor zover bij wettelijk voorschrift of besluit specifieke regels zijn gesteld met het oog op de doelen van de wet.
Mijnraad
Bijlage 2 Mijnraadadvies Zorgplicht MIJR/21159303 – 10 juni 2021
Secretariaat: Postbus 93144 www.demijnraad.nl
2500 AC Den Haag
- 3 -
Zorgplicht in de Mijnbouwwet
Artikel 33
1. De houder van een vergunning als bedoeld in artikel 6 of 25, dan wel, ingeval de vergunning haar gelding heeft verloren, de laatste houder daarvan, neemt alle maatregelen die redelijkerwijs van hem gevergd kunnen worden om te voorkomen dat als gevolg van de met gebruikmaking van de vergunning verrichte activiteiten:
a. nadelige gevolgen voor mens en milieu worden veroorzaakt, b. schade door bodembeweging wordt veroorzaakt,
c. de veiligheid wordt geschaad, of
d. het belang van een planmatig beheer van voorkomens van delfstoffen of aardwarmte wordt geschaad.
2. De houder van een vergunning voor de opsporing of winning van koolwaterstoffen neemt alle noodzakelijke maatregelen om de gevolgen van een zwaar ongeval voor mens en milieu te beperken.
Artikel 33a
1. De houder van een vergunning voor de opsporing of winning van koolwaterstoffen verricht de activiteiten op basis van systematisch risicobeheer, zodat de
overblijvende risico’s op zware ongevallen voor mens, milieu en het mijnbouwwerk aanvaardbaar zijn.
2. Bij de beoordeling van de aanvaardbaarheid van de risico’s, bedoeld in het eerste lid, wordt een risiconiveau gehanteerd waarbij de tijd, kosten of inspanningen voor een verdere beperking ervan zwaar onevenredig zouden zijn in relatie tot het voordeel van een dergelijke beperking. Bij het beoordelen of tijd, kosten of inspanningen zwaar onevenredig zouden zijn in relatie tot de voordelen van verdere risicoreductie, worden de tot de beste praktijken behorende risiconiveaus die passen bij de onderneming in aanmerking genomen.