Schriftelijke vragen (art. 39 RvO)
aan de voorzitter van Provinciale Staten van Gelderland
datum : 18 september 2018
van : Paul Kusters (SP), Frans Bruning (GroenLinks) en Maaike Moulijn (PvdD) onderwerp : Vervolgvragen over slibdumping
Inleiding
Als vervolg op de schriftelijke vragen PS2018-432, stellen wij onderstaande, aanvullende vragen over slibdumping:
Vragen
1. GS geeft in de beantwoording van PS2018-432 aan wat vooral niet de rol van de provincie is geweest. Kan GS aangeven waar de provincie wel een rol heeft en welke dat precies is in dit dossier, zowel bij de zandwinning als de verontdieping?
2. Kan GS garanderen dat er geen uitspoeling plaatsvindt na de slibdumping? Zo ja, waarop baseert GS dit? Zo nee, welke risico’s neemt dit met zich mee o.a. voor de
grondwaterkwaliteit?
3. Kan GS ook aangeven wat de effecten kunnen zijn van verdroging op de kleilaag die het vervuilde slib scheidt van het grondwater?
4. Is er een risicoanalyse gemaakt over de gevolgen van het gebruik van vervuild slib op de natuur en biodiversiteit? Zo ja, kunt u die gegevens met ons delen? ZO nee, waarom niet?
5. In het besluit bodemkwaliteit is opgenomen dat er geen gebiedsoneigenlijke stoffen mogen worden toegevoegd. Is het college het met ons eens dat dit vervuilde slib gebiedsoneigenlijk is? Zo ja, mag het slib dan wel worden gebruikt? Zo nee, waarom niet?
6. Wie is er eindverantwoordelijk voor het toezicht op het besluit bodemkwaliteit?
7. Op dit moment wordt er door de staatssecretaris onderzoek gedaan naar slibdumpingen. Is het college het met ons eens dat het wenselijk is om de resultaten van dit onderzoek af te wachten voordat deze dumping van vervuild slib plaatsvindt? Zo ja, wat kan het college doen om de slibdumping uit te stellen?
8. In het kader van het programma sterk bestuur: is er voldoende kennis en doorzettingsmacht bij gemeenten om situaties als de dumping van vervuild slib te doorgronden en hierop toezicht te houden? Zo ja, waar baseert u dat op? Zo nee, wat gaat het college doen om gemeenten hierbij meer ondersteuning te bieden?
9. De gemeente West Maas en Waal wil met een verbod op gebiedsvreemde grond (uit 2011) voorkomen dat in de Volkerplas slib wordt gedumpt. De verantwoordelijk wethouder geeft aan: “Staatsbosbeheer is, samen met Rijkswaterstaat en de provincie, van plan om
baggerspecie of mogelijk vervuilde grond in de Vonkerplas bij Dreumel te storten.” (Bron:
https://www.gelderlander.nl/maas-en-waal/slim-besluit-zet-voet-voor-dump-grond- vonkerplas~a83ad0f17). En bovendien: “Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer hebben eerst nog geprobeerd met de provincie Gelderland het West Maas en Waalse besluit te omzeilen via provinciale regels.” (dezelfde bron). Klopt deze informatie en zo ja, waarom is dit gedaan?
Zo nee, wat is dan wel de rol van de provincie geweest; waarin is de stelling van de wethouder onjuist?
10. Wat kan de provincie nog doen om de slibdumping tegen te houden of eventueel ervoor te zorgen dat het slib eerst gezuiverd wordt voordat het gedumpt wordt? En is het college ook bereid om zich hiervoor in te zetten? Kunt u het antwoord aub toelichten.