Opvolging aanbevelingen (peilmoment augustus 2017)
Opgave Ministerie van Financiën
Brief Europese Bankenunie (2 juli 2014)
Aanbeveling uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer
Toezegging van bewindspersoon Nawoord van Algemene Rekenkamer
Stand van zaken op aanbeveling
Aan de minister van Financiën Het is verstandig om u binnen de EU ervoor in te spannen dat de onaf- hankelijke externe controle op het toezicht van de ECB door de ERK met een breed mandaat (rechtma- tigheid, doelmatigheid, doeltref- fendheid) wordt geborgd, om een sluitend toezicht- en controlesy- steem voor het SSM op EU-niveau tot stand te brengen. Hierbij hoort onbeperkte toegang tot alle toe- zichtdossiers, uitwisseling van infor- matie met nationale rekenkamers en ruime publicatiemogelijkheden.
De minister beseft dat het huidige mandaat van de ERK en de aan haar toegekende bevoegdheden mogelijk onvoldoende zijn om controle op het bankentoezicht door de ECB van een gelijkwaardig niveau te realise- ren als dat van de Algemene Rekenkamer op DNB. Hij zal binnen EU-verband pleiten voor voldoende bevoegdheden voor de ERK om con- trole op de toezichtstaken van de ECB op afdoende wijze te borgen.
Wij vragen ons af waar de democra- tische verantwoording over het door de ECB uitgeoefende toezicht wordt belegd.
FIN - Actie is in uitvoering1
Aan de minister van Financiën U zou kunnen verduidelijken wat na invoering van het SSM in Nederland uw ministeriële verantwoordelijk- heid inhoudt voor het toezicht op de grote banken, en wat de moge- lijkheden voor onafhankelijke exter- ne controle op het toezicht door DNB zijn, alsmede over welke infor- matie ten aanzien van de banken die onder het toezicht van de ECB gaan vallen de Algemene Rekenkamer nog kan gaan beschikken.
De ministeriële verantwoordelijk- heid wordt beperkt voor het toe- zicht dat onder het SSM wordt uitgeoefend door, onder verant- woordelijkheid van, of op instructie van de ECB. Verder geeft hij aan dat in de SSM-verordening is geregeld dat de ECB informatie kan uitwisse- len met onder meer nationale instanties zoals de Algemene Rekenkamer.
FIN - Actie is afgerond2
Aan de minister van Financiën U zou zich bij de Board of Governors van het ESM ervoor in kunnen span- nen, dat het ESM-auditcomité de beschikking krijgt over de benodig- de middelen om alle onderzoeks- werkzaamheden te verrichten, mede gericht op het verruimde takenpakket van het ESM.
De minister doet geen toezegging.
De minister stelt dat hij niet beschikt over enige signalen dat zich op dit gebied knelpunten zouden kunnen gaan voordoen.
FIN - Geen actie3
Aanbeveling uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer
Toezegging van bewindspersoon Nawoord van Algemene Rekenkamer
Stand van zaken op aanbeveling
Aan de minister van Financiën Verschaf - in afstemming met de betrokken instellingen van de EU - duidelijkheid over de beoogde onderzoeksmogelijkheden van de ERK bij de Europese
Resolutieautoriteit.
De minister reageert met een over- zicht van de beoogde onderzoeks- mogelijkheden van de ERK bij de op te richten Europese
Resolutieautoriteit.
FIN - Actie is afgerond4
Aan de minister van Financiën Verschaf duidelijkheid over de ken- nelijke afspraak dat de ERK iedere 12 maanden een rapport zal publi- ceren over doeltreffendheid en doelmatigheid van de Europese resolutieautoriteit.
De minister doet geen toezegging. FIN - Geen actie5
1 Nederland heeft bij de ECB aandacht heeft gevraagd voor het door de Europese Rekenkamer geïdentificeerde controlegat en dat door de ECB is toegezegd binnen de juridische gren- zen te werken aan afspraken hierover.(https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2017/04/03/kamerbrief-moties-en-toezeggingen-op-het-terrein-van-de-financie- le-markten-voorjaar-2017). Met deze ‘MoU’ zijn afspraken gemaakt tussen Europees Parlement en Europese Centrale Bank over de democratische verantwoording. N.a.v. het nawoord: zie https://www.ecb.europa.eu/ecb/legal/pdf/celex_32013q113001_en_txt.pdf .
2 In de bestuurlijke reactie op de (concept)brief van de Algemene Rekenkamer aan de Tweede Kamer over de Europese Rekenkamer van de minister van Financiën aan de Algemene Rekenkamer dd. 1 juli 2014 (kenmerk FM 2014/1006M) is onder het kopje “Aanbeveling 2: Ministeriële verantwoordelijkheid na invoering SSM” naar aanleiding van voornoemde aan- beveling verduidelijkt wat na de invoering van het SSM in Nederland de ministeriële verantwoordelijkheid van de minister van Financiën inhoudt voor het toezicht op grote banken.
3 De bewindspersoon heeft geen toezegging gedaan.
4 In de bestuurlijke reactie op de (concept)brief van de Algemene Rekenkamer aan de Tweede Kamer over de Europese Rekenkamer van de minister van Financiën aan de Algemene Rekenkamer dd. 1 juli 2014 (kenmerk FM 2014/1006M) is onder het kopje “Aanbeveling 4: Onderzoeksmogelijkheden ERK bij de Europese Resolutieautoriteit” ingegaan op de onder- zoeksmogelijkheden van de Europese Rekenkamer. Daarnaast zijn in de brief van de minister van Financiën aan de Tweede Kamer van 23 februari 2015 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 1 501-07, nr. 1238) in paragraaf 7. Verantwoording de rol en de onderzoeksmogelijkheden van de Europese Rekenkamer ten aanzien van de Europese afwikkelingsraad (Single Resolution Board, SRB) uiteengezet. Zie in dat verband ook de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer naar aanleiding van de op 21 mei 2014 te Brussel tot stand geko- men Overeenkomst betreffende de overdracht en mutualisatie van de bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (Tractatenblad 2014, 146) (Eerste Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34 155, B).
5 De bewindspersoon heeft geen toezegging gedaan.
