Opvolging aanbevelingen (peilmoment augustus 2017)
Opgave Ministerie van Economische Zaken (EZ)
Terugblik duurzame visserij (7 februari 2013)
Aanbeveling uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer
Toezegging van bewindspersoon Nawoord van Algemene Rekenkamer
Stand van zaken op aanbeveling
Aan de staatssecretaris van EZ Maak beter dan op dit moment gebeurt gebruik van de mogelijkhe- den om samen te werken met de visserijsector en niet-gouvernemen- tele organisaties om de duurzaam- heid van de visserij verder te versterken. Investeer daartoe in samenwerking met viskeurmerkor- ganisaties en gebruik ook de kennis en ervaring van niet-gouvernemen- tele organisaties en van gecertifi- ceerde vissers in de aanpak van ongewenste bijvangsten.
De staatssecretaris onderschrijft onze aanbeveling om gebruik te maken van de mogelijkheden om samen te werken met visserijsector en niet-gouvernementele organisa- ties. Zij wijst in dat verband op de Regionale Adviesraden, waarin de betrokken organisaties zijn verte- genwoordigd. Nederland pleit in de EU voor versterking van de rol van de raden en voor uitbreiding van de samenstelling.
EZ - Actie is afgerond
1Aan de staatssecretaris van EZ Blijf inzetten op het meest succes- volle instrument, zeker ook met het oog op het terugdringen van onge- wenste bijvangsten: innovatie van de visserij.
Innovatiesubsidies moeten bijdra- gen aan selectievere visserijmetho- des, beperking van de impact van de visserij op het ecosysteem, lager energieverbruik, vernieuwing van de afzetketen en sterker ondernemer- schap.
EZ - Actie is afgerond
2Aan de staatssecretaris van EZ Werk aan een vruchtbare samen- werking tussen overheid en visserij- sector op basis van partnerschap.
EZ - Actie is afgerond
3Aan de staatssecretaris van EZ Wanneer in 2013 nieuwe keuzes worden gemaakt voor de verdeling van de Europese visserijgelden, is het raadzaam na te gaan op welke wijze de overheid de innovatie kan ondersteunen.
EZ - Actie is afgerond
4Aanbeveling uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer
Toezegging van bewindspersoon Nawoord van Algemene Rekenkamer
Stand van zaken op aanbeveling
Aan de staatssecretaris van EZ Onderzoek en monitor de werking van risicogestuurd handhaven met behulp van elektronische middelen.
De staatssecretaris is het met ons eens dat handhaving op niveau moet blijven, maar ze wijst erop dat de rijksdienst moet inkrimpen. Er wordt daarom gezocht naar efficiën- te inzet van de capaciteit met ver- schillende middelen, aldus de staatssecretaris. Zij vindt het van- zelfsprekend dat bij nieuwe wettelij- ke voorschriften, zoals wellicht de aanlandingsplicht, wordt nagegaan of de handhavingscapaciteit moet worden uitgebreid.
De staatssecretaris heeft niet expli- ciet toegezegd de handhavingscapa- citeit systematisch te onderzoeken en te monitoren. Wij geven haar in overweging hiertoe wel te besluiten.
EZ - Actie is afgerond
5Aan de staatssecretaris van EZ Besteed meer aandacht aan de com- municatie met de visserijsector over wet- en regelgeving.
Geen toezegging: de huidige manier van communiceren met de visserij- organisaties en accountantskanto- ren over aanpassing van de regelgeving is naar het oordeel van de staatssecretaris voldoende.
EZ - Actie is afgerond
61 EZ maakt al sinds jaar en dag gebruik van de mogelijkheden om samen te werken met visserijsector en niet-gouvernementele organisaties. Dat gebeurt bijvoorbeeld in de Regionale Adviesraden, waarin de betrokken organisaties zijn vertegenwoordigd. Een ander voorbeeld is het feit dat het Operationele Programma bij het nieuwe Europese Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij tot stand is gekomen in nauwe samenspraak met vertegenwoordigers van de betrokken overheden, het hele viscluster, de wetenschap en de betrokken maatschappe- lijke organisaties. Onlangs heeft de Tweede Kamer het stappenplan voor de invoering van de aanlandplicht in de Noordzee en het Kanaal ontvangen. Dit stappenplan is gezamenlijk door het ministerie van Economische Zaken en de Coöperatieve Visserij Organisatie opgesteld (Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 29 675, nr. 180).
2 Zie onder meer Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 32 201, nr. 71, nr. 75 en nr. 77 met bijlage.
3 EZ maakt al sinds jaar en dag gebruik van de mogelijkheden om samen te werken met visserijsector en niet-gouvernementele organisaties. Dat gebeurt bijvoorbeeld in de Regionale Adviesraden, waarin de betrokken organisaties zijn vertegenwoordigd. Een ander voorbeeld is het feit dat het Operationele Programma bij het nieuwe Europese Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij tot stand is gekomen in nauwe samenspraak met vertegenwoordigers van de betrokken overheden, het hele viscluster, de wetenschap en de betrokken maatschappe- lijke organisaties. Onlangs heeft de Tweede Kamer het stappenplan voor de invoering van de aanlandplicht in de Noordzee en het Kanaal ontvangen. Dit stappenplan is gezamenlijk door het ministerie van Economische Zaken en de Coöperatieve Visserij Organisatie opgesteld (Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 29 675, nr. 180).
4 Zie onder meer Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 32 201, nr. 71, nr. 75 en nr. 77 met bijlage.
5 De laatste jaren is bij de NVWA een geautomatiseerd systeem voor risicoanalyse ontwikkeld, waarbij diverse databronnen aan elkaar gekoppeld worden. Hierbij is voortgebouwd op de ervaringen in de samenwerking met EFCA, waar ook is gewerkt aan de ontwikkeling van systematische risicoanalyse. De inspectiepraktijk bestaat nu uit een combinatie van reguliere controles en risicogestuurde controles, zowel op zee als aan de wal (geen openbare bronnen beschikbaar, wel interne bronnen aangeleverd aan de Algemene Rekenkamer).
6 Vissers en andere belangrijke actoren in de visserij, zoals visserijorganisaties en accountantskantoren, worden minimaal tweemaal per jaar - en indien nodig vaker - via een infobulletin geïnformeerd over aanpassingen in de regelgeving. Dit wordt door betrokkenen zeer op prijs gesteld. De visserijsector heeft een beperkte omvang en staat ook via een digitale postbus in nauw contact met het ministerie. De RVO krijgt daarnaast jaarlijks duizenden telefoontjes van vissers met vragen kreeg, waardoor in een groot aantal gevallen een 1-op-1 relatie bestaat tussen individuele vissers en het departement (geen openbare bronnen beschikbaar, wel interne bronnen aangeleverd aan de Algemene Rekenkamer).