VRAGEN van de Stadpartij van de heer G.J.D. Offerman en mevrouw A.M.J. Riemersma betreffende het al dan niet aangifte doen in geval van bedreigingen.pdf

VRAGEN

door de leden van de raad gesteld overeenkomstig artikel 38 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Groningen.

2010 – Nr. 70.

VRAGEN van de Stadpartij van de heer G.J.D. Offerman en mevrouw A.M.J. Riemersma betreffende het al dan niet aangifte doen in geval van bedreigingen.

(Binnengekomen: 17 september 2010.)

Tijdens het actualiteitendebat op 1 september jl. rond de kwestie Gelkingestraat 48 en Wonen boven Winkels, werd door wethouder De Vries een aantal keren aangevoerd dat hij bedreigd zou zijn door de heer Botros, huurder van het pand Gelkingestraat 48.

Er is van deze bedreigingen evenwel geen aangifte gedaan.

Er werd aangekondigd, dat dit voortaan wel zal geschieden. Ook het VNG Magazine, nr. 20, 2010, bericht erover dat Burgemeester en Wethouders voortaan aangifte zullen doen tegen bedreigingen van hun burgers.

De opmerkingen over bedreigingen tijdens het debat werden door wethouder De Vries s’ avonds tijdens een interview voor RTV Noord herhaald.

Op de vraag van de interviewer, wat deze bedreigingen precies inhielden, antwoordde de wethouder, dat hij die niet voor de TV wilde noemen en er niet op in wilde gaan.

De Stadspartij is van mening, dat gezien de ernst van deze zaak, maximale openheid dient te worden betracht en dat raadsleden en andere burgers het recht hebben om precies te weten wat er zich in deze affaire heeft afgespeeld.

Bedreiging is een misdrijf, welk delict in artikel 284 van het wetboek van Strafrecht is omschreven. Voor misdrijven geldt een verjaringstermijn van 6 jaar.

Over het niet nader benoemen van deze door de wethouder gesuggereerde

bedreigingen van Botros tegenover wethouder De Vries en het niet aangeven ervan, heeft de Stadspartij de volgende vragen:

1. Is de wethouder bereid, gezien het nieuwe afgesproken beleid en gezien het feit dat het vermeende delict nog niet is verjaard, alsnog aangifte te doen van de bedreigingen door de heer Botros?

Zo ja, wilt u dan de raad ervan in kennis stellen wat het resultaat van deze aangifte is en de raad ervan op de hoogte stellen of er tot vervolging zal worden overgegaan?

2. Indien uw antwoord ontkennend is, bent u dan bereid om uw opmerkingen over bedreigingen in te trekken en te verklaren dat u nooit door de heer Botros bent bedreigd?

Zo nee, waarom niet?

2

3. Bent u voorts bereid, Indien u geen aangifte doet van bedreiging tegen de heer Botros, uw excuses aan hem aan te bieden?

Zo nee, waarom niet?