• No results found

Advies nr. 40/2008 van 17 december2008

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Advies nr. 40/2008 van 17 december2008"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1/3

Advies nr. 40/2008 van 17 december2008

Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt (A/08/040)

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna "WVP"), inzonderheid artikel 29;

Gelet op de adviesaanvraag van de heer Patrick DEWAEL, Minister van Binnenlandse Zaken, ontvangen op 21 oktober 2008;

Gelet op de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's (hierna de "camerawet");

Gelet op het verslag van de heer S. Verschuere, ondervoorzitter;

Brengt op 17 december 2008 het volgend advies uit:

(2)

AD 40/2008 - 2/3

1. Onderwerp van de adviesaanvraag

1. Met zijn schrijven van 17 oktober 2008 vraagt de heer Patrick Dewael, Minister van Binnenlandse Zaken, het advies van de Commissie over een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt, dat genomen werd ter uitvoering van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's.

2. De camerawet legt aan de verantwoordelijke voor de verwerking de verplichting op om een pictogram aan te brengen dat wijst op een camerabewaking aan de ingang van niet-besloten plaatsen (artikel 5, § 3, derde lid), van voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen (artikel 6, § 2, derde lid) en aan de ingang van niet voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen (artikel 7, § 2, vierde lid). Deze wet verleent aan de Koning de bevoegdheid om het model van het pictogram te bepalen alsook de inlichtingen die hierop moeten vermeld worden.

2. Voorgeschiedenis

3. De Commissie heeft op 26 juli 2006 een advies uitgebracht over het wetsvoorstel tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's1, dat later uitmondde in de camerawet.

4. Op 13 juni 2007 verstrekte de Commissie een advies over een voorontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop de aanwezigheid van een bewakingscamera wordt aangegeven2, genomen ter uitvoering van de camerawet.

3. Algemene beschouwingen

5. Het ontwerp van koninklijk besluit omvat 4 artikelen. Enkel het eerste artikel zal de aandacht van de Commissie weerhouden vermits de andere artikelen handelen over de toepassing van de wet in de tijd (artikel 2), over de inwerkingtreding van het koninklijk besluit (artikel 3) en over de uitvoering van dit laatste (artikel 4).

1 Advies 31/2006 van 26 juli 2006 betreffende het wetsvoorstel tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s

2 Advies 22/2007 van 13 juni 2007 tot vaststelling van de wijze waarop de aanwezigheid van een bewakingscamera wordt aangegeven, genomen ter uitvoering van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s

(3)

AD 40/2008 - 3/3

4. Onderzoek van artikel 1

6. Artikel 1 van het ontwerp van koninklijk besluit voorziet dat "in artikel 2, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt, worden de woorden "0.30 x 0.20 m" vervangen door de woorden "0.297 x 0.21 m of 0.15 x 0.10 m".

7. De aanvraag verduidelijkt dat de bepaling van het koninklijk besluit aanleiding had gegeven tot moeilijkheden en kritiek betreffende de afmetingen van de pictogrammen. De Commissie stelt vast dat verdere verklaringen dienaangaande ontbreken. Verwijzend naar haar voormeld advies 22/2007, onderstreept en herhaalt de Commissie evenwel dat het koninklijk besluit van 10 februari 2008 de criteria heeft bepaald waarmee de verantwoordelijke voor de verwerking rekening moet houden bij zijn keuze van de afmetingen en het aantal pictogrammen.

8. Inderdaad, het 2de lid van artikel 2 van het koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt, dat niet wordt gewijzigd door het ontwerp van koninklijk besluit, stelt "De verantwoordelijke voor de verwerking moet erover waken dat het gekozen model van pictogram met zekerheid de informatie zichtbaar weergeeft, gelet onder meer op de breedte en de vorm van de toegang en eventueel het aantal aangebrachte exemplaren".

9. Deze wezenlijke verplichting ten laste van de verantwoordelijke voor de verwerking is des te meer gerechtvaardigd daar deze krachtens het ontwerp van koninklijk besluit over een ruimere keuze zal beschikken. De verantwoordelijke voor de verwerking moet bijgevolg in staat zijn om zijn keuze objectief te motiveren.

OM DEZE REDENEN

Brengt de Commissie een gunstig advies uit over het ontwerp van koninklijk besluit.

Voor de Administrateur m.v., De Voorzitter,

(get.) Patrick Van Wouwe (get.) Willem Debeuckelaere

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hieromtrent voorzien de ontwerpen niets, behoudens voor de interne toegang bij de operatoren (Coördinatiecel Justitie). De Richtlijn bepaalt in artikel 4 inzake de toegang tot

5 Deze bestaan uit (1) nazien, bij het aflopen van een verzekeringsovereenkomst die prestaties ingeval van overlijden bevat of voor de negentigste verjaardag van de

In deze hypothese is de toegang ook totaal veralgemeend en niet verenigbaar met de vereisten van wettelijkheid (toegang bij diensten die in K.B. worden vermeld),

Uit de inlichtingen van de afgevaardigde van de Minister blijkt dat het doeleinde van de oprichting van een centrale gegevensbank van lezers/abonnees de invoering is van een

Hij moet er bij die gelegenheid de aandacht op vestigen dat deze gegevens omwille van de WVP niet mogen gebruikt worden voor andere doeleinden dan deze die verband houden met

Betreft: Advies betreffende de mogelijkheid voor een werkgever uit de overheidssector om in het raam van een tuchtprocedure gebruik te maken van documenten die door de politie

Dat de codering of in casu de anonimisering van de persoonsgegevens moet gebeuren door een van de ontvanger voldoende onafhankelijke intermediaire organisatie vloeit ook voort

De Commissie is van oordeel dat de gegevens, bedoeld in de aanvraag, persoonsgegevens zijn en dat geen enkele actuele wettelijke of reglementaire bepaling of redelijke