Tekst aan raden nadere uitleg geen rol bij bekrachtiging
De voorzitter van de Veiligheidsregio heeft onlangs een noodverordening vastgesteld in het kader van de bestrijding van het coronavirus. Op grond van deze verordening kunnen bijzondere
bevoegdheden toegepast worden met het oog op de beheersing van dit virus. De verordening bevat verboden mede ter uitvoering van aanwijzingen van de minister van Gezondheid die zijn
uitgevaardigd tot afgelasting van activiteiten en evenementen met meer dan 100 personen en tot sluiting van openbare gelegenheden. Daar waar wettelijke verboden worden overtreden, biedt de noodverordening de mogelijkheid daartegen op te treden en/of preventieve aanwijzingen te geven.
De bevoegdheid om een noodverordening vast te stellen, ligt primair bij mij als burgemeester. Uw raad heeft dan een rol tot bekrachtiging van zo’n verordening. Bij opschaling echter in geval van een bovenlokale crisis, zoals nu in verband met het coronavirus, komt de bevoegdheid om een
noodverordening vast te stellen bij de voorzitter van de Veiligheidsregio te liggen. Zowel voor mij als voor u betekent dat het wegvallen van onze wettelijke rol. Dat is zo wettelijk geregeld om te
voorkomen dat een lokale raad het handelen van de voorzitter van de veiligheidsregio kan beïnvloeden in een situatie waarin dat niet wenselijk is. Dat doet weliswaar enig afbreuk aan de democratische legitimiteit van zo’n noodverordening, maar dat is een crisissituatie, waarin snel en slagvaardig handelen nodig is, niet te voorkomen. Aan de controlerende taak achteraf van uw raad wordt verder geen afbreuk gedaan; u kunt mij te allen tijde ter verantwoording roepen over mijn rol in deze situatie en ook de voorzitter van de veiligheidsregio zal zich over de invulling van zijn rol, op nog nader te bepalen wijze, verantwoorden.
Met vriendelijke groet,
Burgemeester van de gemeente (naam)