• No results found

Zorgverzekeraars steunen Preventie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zorgverzekeraars steunen Preventie"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Aan Vaste Commissie VWS, Tweede Kamer der Staten Generaal

Van Zorgverzekeraars Nederland

Doorkiesnummer (030) 698 82 42

Datum 27 mei 2013

Onderwerp AO Preventie

Heeft u vragen of wilt u meer informatie dan kunt u contact opnemen met : Zorgverzekeraars Nederland

 Wouter Kniest, adviseur communicatie & public affairs, 06-310 48 760

Geachte leden van de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Tijdens het Algemeen Overleg op donderdag 30 mei 2013 spreekt u met de minister en de staatsecretaris over preventiebeleid. Daarbij spreekt u ook over de brief van de regering met betrekking tot een Nationaal Programma

Preventie (NPP). Zorgverzekeraars Nederland (ZN) informeert u graag over de zienswijze van zorgverzekeraars op het gebied van preventie.

Preventie op de agenda

Onlangs heeft u een brief ontvangen van veertien organisaties uit de zorg, waaronder ook Zorgverzekeraars Nederland, die gezamenlijk de opzet van een Nationaal Programma Preventie (NPP) steunen. Het zorgveld laat in de brief weten dat een brede maatschappelijke inspanning op het gebied van preventie nodig is om de gewenste verschuiving te weeg te brengen richting meer aandacht voor gezondheid en gedrag in plaats van alleen de nadruk op ziekte en zorg.

De inzet op preventie wordt steeds urgenter aangezien het aantal chronisch zieken, en daarmee de ziektelast in Nederland sterk toeneemt. Het gaat dan grotendeels om in beginsel in veel gevallen chronische ziekten zoals COPD, dementie, diabetes, hartfalen en depressie. Chronische ziekten vinden veelal mede hun oorzaak in een ongezonde leefstijl, bijvoorbeeld als gevolg van overgewicht. Sommige chronische ziekten zoals dementie en depressie zijn niet leefstijl gerelateerd, maar het verloop van de ziekte kan door een vroege interventie gunstig worden beïnvloed.

Inzet van zorgverzekeraars

Zorgverzekeraars zien het als hun maatschappelijke verantwoordelijkheid om door in te zetten op preventie en gezonde leefstijl bij te dragen aan het keren van de toename van chronische ziekten. Daarbij willen zij zich niet richten op incidentele, projectmatige interventies maar er voor zorgen dat preventie duurzaam wordt verankerd, samen met partijen binnen en buiten de zorg.

(2)

2

Zorgverzekeraars hebben al veel initiatieven op dit terrein ingezet, en zijn bereid die inzet verder te versterken. In deze brief vragen wij vooral aandacht voor:

1. Regionale samenwerking binnen en buiten de zorg;

2. Financiering gericht op gezondheidswinst;

3. Geïndiceerde preventie binnen het verzekerd pakket;

4. Het stimuleren van zelfmanagement en eHealth.

1. Regionale samenwerking binnen en buiten de zorg

Effectieve preventie van chronische ziekten vraagt ook om samenwerking tussen organisaties binnen en buiten de zorg. Gemeenten, werkgevers, zorgaanbieders en zorgverzekeraars moeten de handen ineenslaan. Analyses van de gezondheidstoestand van een bepaalde (regionale) groep mensen kunnen de basis vormen voor de inzet van deze partijen. Wijkscans geven ten eerste informatie over hoe er een effectief eerstelijns zorg- en welzijnsaanbod in wijken en buurten ingericht moet worden. Daarnaast kunnen ze ook inzicht geven in bijvoorbeeld de benodigde sportvoorzieningen of herinrichting van de wijk. Deze scans kunnen de gezamenlijke inzet zijn van de zorgverzekeraar en de gemeente. De zorgverzekeraar levert hieraan een bijdrage door voor zijn verzekerden regionale activiteiten te organiseren gericht op preventie en gezonde leefstijl. Zo ontstaat er een zorgaanbod dat maatwerkoplossingen aanbiedt in aansluiting op de lokale en regionale situatie. Dit resulteert onder andere in:

- gerichte regionale samenwerkingsafspraken met gemeenten en/ of andere (regionale) partijen, zoals de GGD;

- specifieke inzet op een gezonde leefstijl voor doelgroepen;

- het voortzetten van lopende interventies of de ontwikkeling van andere, nieuwe initiatieven.

2. Financiering gericht op gezondheidswinst

De huidige financiering van ons zorgstelsel is gebaseerd op ziekte en zorg en wordt in de bekostiging gestuurd door het principe van ‘fee for service’. Het kent daarmee een prikkel, gericht op productie in plaats van op uitkomsten van zorg. Gezondheidswinst wordt niet beloond. Om ons zorgstelsel zo in te kunnen richten dat de inzet van zorgaanbieders en patiënten kunnen worden beloond op basis van resultaten in termen van gezondheid en gedrag en meedoen in de maatschappij. ZN denkt daarbij aan de volgende oplossingen:

- Zorgverzekeraars en gemeenten hebben een direct belang om preventie goed te organiseren. De financiering moet dit belang niet afstraffen maar stimuleren. Hierbij denken wij aan de mogelijkheid om een klein deel van het beschikbare budget voor de zorg (care en cure) onder afgebakende condities te gebruiken voor de samenwerking met gemeenten en GGD’en. Eén van de condities betreft dan dat een substantieel aandeel cofinanciering vanuit de gemeente beschikbaar komt;

(3)

3

- ZN pleit om voor de eerstelijnszorg de financieringsstructuur te herzien waarbij het voor de zorgverzekeraars mogelijk wordt om zorgverleners te belonen voor de gezondheidswinst bij een specifieke regionale groep mensen. Dit geeft zorgverzekeraars de mogelijkheid om specifiek, onderscheidend inkoopbeleid voor de regio, ook op het gebied van preventie, vorm te geven;

- Maak substitutie van tweedelijns naar eerstelijns en nuldelijns zorg mogelijk. Dit vraagt om het (gedeeltelijk) opheffen van schotten tussen de huidige budgettaire kaders;

- Maak duidelijk wat we verstaan onder gezondheidswinst en hoe dit gemeten wordt;

- ZN stelt voor om de bestaande beleidsregels innovatie zo in te richten dat deze het mogelijk maken om in te zetten op preventie en gezonde leefstijl;

- Breng de maatschappelijke business case (MKBA) van interventies in kaart.

ZN onderstreept dat inzet op preventie weliswaar bijdraagt aan een toenemende gezondheid en daarmee kan leiden tot substantiële

maatschappelijke baten (bijvoorbeeld door een lager ziekteverzuim en/of een hogere arbeidsparticipatie), maar het leidt waarschijnlijk niet automatisch tot lagere zorgkosten. Mensen krijgen ondanks een gezonde levensstijl vroeg of laat toch te maken met gezondheidsklachten en zullen dan een beroep doen op de zorg. Voor het keren van de trend van de stijgende zorgkosten is nadrukkelijk meer nodig.

3. Geïndiceerde preventie binnen het verzekerd pakket

Voorkomen is beter dan genezen. Daarom pleit ZN ervoor om bewezen effectieve preventieve interventies toegankelijk te maken voor mensen. Deze interventies richten zich op het in een vroeg stadium behandelen van mensen met een hoog medisch risico op een chronische ziekte. Zorgverzekeraars doen dan ook een oproep om deze interventies binnen het verzekerde pakket te plaatsen dan wel te behouden. Zo zijn bewezen preventieve interventies vaak onderdeel van ketenzorg voor chronisch zieken.

4. Het stimuleren van zelfmanagement en eHealth

Zelfmanagementprogramma’s en e-health zijn kunnen een wezenlijke bijdrage leveren aan het verlagen of voorkomen van gezondheidsproblemen. Mensen krijgen meer eigen regie en zijn bewust bezig met hun gezondheid. Bekeken moet worden in welke context de inzet van dergelijke programma’s effectief kan zijn. De Nationale Implementatie Agenda eHealth draagt hier ook aan bij.

In deze agenda hebben KNMG, NPCF en ZN hun ambities vastgelegd om het gebruik van eHealth in de zorg te stimuleren. De agenda is in 2012 aan de minister van VWS overhandigd.

Ondersteunend overheidsbeleid

De inzet van de zorgverzekeraars kan alleen succesvol zijn als

de overheid ondersteunend beleid voert, waarin gezonde leefstijl centraal staat.

Het gaat hierbij om stimuleringsmaatregelen in wet- en regelgeving of om het komen tot afspraken ten aanzien van zelfregulering in de voedingsindustrie

(4)

4

(zoals het terugdringen van zoutconsumptie, het verhogen van de leeftijd voor alcoholconsumptie, het beperken van de verkooppunten voor alcohol en het vaststellen van een minimaal sportaanbod voor scholen). Belangrijk is ook dat alle gemeenten hun maatschappelijke taak oppakken op het gebied van de publieke gezondheid. Gemeenten moeten bereid zijn om dit gezamenlijk met zorgverzekeraars in regioverband vorm te geven.

Tot slot

De inzet op preventie en een gezonde leefstijl vraagt om een maatschappelijke paradigmaswitch en kan niet uitsluitend binnen de gezondheidszorg plaats vinden. Er is daarvoor een gezamenlijke, duurzame aanpak nodig waar alle betrokken partijen hun bijdrage aan leveren.

Met vriendelijke groet, Zorgverzekeraars Nederland

dr. P.F. Hasekamp algemeen directeur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met de tweede strategie ontvangt 18 procent van alle barenden profylaxe en wordt 69 procent reductie van de vroege vorm van neonatale sepsis verkregen.. Qua kosteneffectiviteit

In dit onderzoek is gevraagd aan de LEV werkers om cases van het afgelopen jaar te beschrijven waarin hun eigen inzet waarschijnlijk heeft geleid tot minder inzet van 1e of 2e

infrastructuur vraagt allereerst om centraal stellen van inwoners en partnerschap met partijen in de sociale basis, met ruimte voor ontwikkeling, tijd en continuïteit. Ten

Een combinatie van interventies vanuit diverse domeinen (zorg, welzijn, sport, onderwijs) is voor risicogroepen essentieel. Samenwerking tussen die domeinen is dus noodzakelijk,

De kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk, het sociaal werk, het onderwijs en de gemeenten zijn het er over eens dat het wettelijk mogelijk gemaakt moet worden om als één

Daarnaast vinden we ook preventiemaatregelen binnen Nederlandse wetgeving, zoals de ISD-maatregel, studies naar interventies bij huiselijk geweld, onder meer het Huisverbod,

Daarbij is niet alleen gekeken naar de feitelijke inhoud van de gemeentepolis (welke vergoedingen zijn opgenomen in de gemeentepolis?) maar ook naar de wijze van financiering (is

Dit betekent dat verschillende partijen betrokken worden bij de aanpak en dat deze gericht is op omstandigheden waar alcohol vaak wordt geconsumeerd.. Denk aan sportclubs,