Beeldkwaliteitsplan 'De Slaag'
Gemeente Buren - SWB-Lienden
0
10
20
30
40
50m
BRO
Hoofdvestiging Postbus 4 580 AA Boxtel Bosscheweg 107 Boxtel
T +31 (0)411 85 04 00 F +31 (0)411 85 04 01 E info@bro.nl Opdrachtgever(s): Stichting Woningbeheer Betuwe (SWB)
Titel rapport: Beeldkwaliteitsplan ‘De Slaag’
Rapporttype: Eindrapportage
Rapportnummer: 09X00494.058413__BKP
Datum: Oktober 010
Contactpersoon
Opdrachtgever(s): Peter van Essen
Projectteam BRO: Bas van Wetten, Michel Nelissen, Gabriëlle Mennen
Controle rapport: Gabriëlle Mennen
Trefwoorden: Beeldkwaliteitsplan, herstructurering, De Slaag Gemeente Buren, kern Maurik
Afbeelding voorzijde: Detail stedenbouwkundig plan 04-05-010
INHOUD
1. INLEIDING 5
1.1 Aanleiding 5
1. Globale probleemstelling 5
1.3 Doel 5
1.4 Reikwijdte 6
1.5 Wettelijk kader 6
1.6 Leeswijzer 7
4. ALGEMENE CRITERIA 31
4.1 Inleiding 31
4. Criteria omtrent relatie met de omgeving, het omgevingsbeeld 3
4.3 De bebouwing op zichzelf, bebouwingsbeleid 33
5. GEBIEDSCRITERIA BEBOUWING 35
5.1 Inleiding 35
5. Woningen in ‘Het Hof’ 37
5.3 Woningen in ‘De Rand’ 41
5.4 Woningen in ‘De Kop’ 47
6. CRITERIA ERFAFSCHEIDINGEN 51
6.1 Inleiding 51
6. Erfafscheidingen De Slaag 53
6.3 Erfafscheiding Het Hof 55
6.4 Poorten in De Kop 56
DEEL A: TOELICHTING DEEL B: CRITERIA
2. BELEIDSKADERS 11
.1 Inleiding 11
. Stedenbouwkundig plan 11
.3 Openbare ruimte 13
.4 Bestemmingsplan 13
.5 Grote onderhoud De Slaag Noord 13
3. VISIE BEELDKWALITEIT 17
3.1 Inleiding 17
3. Eigentijds dorps, het inspiratiekader 19
3.3 Eenheden in beeldkwaliteit 3
3.4 Kleine bouwwerken / Objecten 7
1. INLEIDING
1.1 Aanleiding
De wijk De Slaag in Maurik, gemeente Buren, wordt herontwikkeld tot een nieuwe woningbouwlocatie, waarbinnen ruimte is voor circa 105 woningen. Het plangebied ligt in het zuidwesten van Maurik en is weergegeven op de luchtfoto hiernaast.
Naast dit beeldkwaliteitsplan is er een verkavelingsplan, inrichtings- plan en bestemmingsplan voor deze locatie opgesteld.
1.2 Globale probleemstelling
De gemeentelijke welstandsnota is niet voor dit gebied opgesteld.
Daarom dient dit beeldkwaliteitsplan als een belangrijk kaderdocu- ment. Het biedt de mogelijkheid om inspirerend en sturend te zijn op het gebied van beeldkwaliteit in De Slaag en draagt daarmee zorg voor de borging van de kwaliteiten uit het stedenbouwkundig plan. Daarnaast kan het beeldkwaliteitsplan worden gebruikt als kaderdocument voor de inrichtingsaspecten van het private perceel.
1.3 Doel
De ontwikkeling van De Slaag zal in de komende jaren gefaseerd plaatsvinden. Om sturing te geven aan de ruimtelijke beeldkwaliteit is dit beeldkwaliteitsplan opgesteld. De bouwinitiatieven in het plan- gebied worden getoetst aan dit beeldkwaliteitsplan met als streven de bouwplannen op elkaar af te stemmen zodat er één gebied ont- staat met een hoge ruimtelijke kwaliteit.
Gestreefd wordt naar één woongebied, afgestemd op de bestaande bebouwing. Het woongebied bestaat uit drie deelgebieden met ver- schillende herkenbare ruimtelijke eenheden.
Globaal kunnen er drie gebruiksdoelen van het beeldkwaliteitsplan onderscheiden worden:
Deel A: toelichting:
als beleidskader; de gemeente formuleert haar beleid in hoofd- lijnen voor de beeldkwaliteit van het gebied;
als ontwerp- en uitvoeringskader; voor ontwikkelaars, architec- ten en alle betrokkenen bij het realiseringstraject vormen van een referentiekader.
Deel B: criteria:
als toetsingskader; voor de welstandscommissie geldt het plan als toetssteen bij de beoordeling van bouwinitiatieven.
- -
-
Afb. 1.1: luchtfoto Maurik, bron: Image ©009 Aerodata International Surveys ©007Google™
1.4 Reikwijdte
Dit beeldkwaliteitsplan is van toepassing op de te herontwikkelen locaties van De Slaag en geldt voor alle woningtypen.
1.5 Wettelijk kader
Dit beeldkwaliteitsplan geeft in deel B ‘criteria’; de redelijke eisen van welstand waaraan bouw- en inrichtingsplannen moeten vol- doen. Het vormt daarmee het zogenaamde welstandskader dat voor De Slaag de basis zal vormen voor de welstandsbeoordeling.
De nieuwe Woningwet (staatsblad 001) geeft enkele kaders waar- binnen het welstandstoezicht dient plaats te vinden. Een van die kaders is de verplichting tot het opstellen van een welstandsnota met gebieds- en objectgerichte welstandscriteria. Een welstandsnota heeft tot doel het welstandsbeleid inzichtelijk en bespreekbaar te maken.
De welstandsnota richt zich primair op de min of meer reguliere en/of incidentele bouwopgave in bestaande stedelijke gebieden en het buitengebied. Voor gebieden met een planmatige functiever- andering zoals voor ‘De Slaag’ kan voor de sturing van welstand ook een beeldkwaliteitsplan worden opgesteld. In zo’n beeldkwali- teitsplan worden specifieke toetsingscriteria voor deze gebieden of voor onderdelen daarvan gegeven, waardoor het beeldkwaliteits- plan de basis vormt voor welstandstoetsing bij bouwaanvragen in de betreffende gebieden. Een beeldkwaliteitsplan treedt daarmee in de plaats van de welstandsnota en moet worden beschouwd als een zelfstandige nota.
Afb. 1.: luchtfoto van de te herontwikkelen locaties van 'De Slaag'
De Kop
De Slaag Zuid
Lindelaan
Esdoornlaan
Meidoornstraat
Lijsterbesstraat
Prunuslaan
1.6 Leeswijzer
Dit beeldkwaliteitsplan omvat, naast deze inleiding, twee delen.
In deel A worden de hoofdlijnen van de ontwikkeling van De Slaag besproken. Hoofdstuk is een samenvatting van de belangrijkste onderliggende beleidsstukken, zoals het verkavelingsplan, met dien verstande dat alleen die elementen worden samengevat die relevant zijn voor dit beeldkwaliteitsplan. Deel A bevat ook de visie op de beeldkwaliteit hetgeen in hoofdstuk 3 wordt beschreven.
In deel B worden de criteria voor toetsing van bouwplannen in het kader van welstand gegeven. Deel B is het juridisch toetsingskader.
De navolgende hoofdstukken 4, 5 en 6 geven vervolgens de verschil- lende toetsingcriteria. In deze hoofdstukken wordt nader in gegaan op de specifieke kwalitatieve richtlijnen en borgt daarmee de visie over de beeldkwaliteit. In een aantal paragrafen wordt uiteengezet welke beleidsmatige uitgangspunten maatgevend zullen zijn voor het bouwen in De Slaag.
De mogelijkheid bestaat natuurlijk ook om een beeldkwaliteitsplan vast te stellen in aanvulling op een vastgestelde welstandsnota; dit ligt voor de hand als het betreffende beeldkwaliteitsplan alleen een verdere concretisering van het beleid inhoud dat in de welstands- nota is verankerd. In dat geval is er feitelijk sprake van een partiële herziening van de welstandsnota.
Beeldkwaliteitsplannen zijn in principe bedoeld om specifieke ont- wikkelingen te kunnen begeleiden. Als de ontwikkeling is afgerond ligt het dan ook in de rede om de criteria die gelden voor het betref- fende gebied bij de periodieke herziening van de welstandsnota op te nemen in de welstandsnota. Er kunnen moverende redenen zijn om hiervan af te wijken; bijvoorbeeld omdat de specifieke kwalitei- ten een nadrukkelijkere bescherming behoeven. In dergelijke geval- len wordt in de welstandsnota een verwijzing naar het betreffende beeldkwaliteitsplan opgenomen.
Bij de voorgenomen ontwikkeling van De Slaag vormt de huidige planvisie die is vastgelegd in onder meer het bestemmingsplan en het verkavelingsplan het uitgangspunt voor het welstandsbeleid.
In dit beeldkwaliteitsplan gaat het om het zeker stellen van een bepaald kwaliteitsniveau en samenhang tussen openbare ruimte en gebouwen. Dit is echter nog geen garantie voor architectonische kwaliteit. De creativiteit en vakmanschap, waarmee binnen de cri- teria en de gebiedsbeschrijvingen daadwerkelijk wordt ontworpen, bepaalt de uiteindelijke kwaliteit van een gebouw en de gebouwde omgeving.
A
8A TOELICHTING 9
10
Stedenbouwkundig plan 04-05-010
0 10 20 30 40 50m
De Kop
De Rand Het Hof
De Rand
0 10 20 30 40 50m
0 10 20 30 40 50m
0 10 20 30 40 50m
0 10 20 30 40 50m
0 10 20 30 40 50m
0 10 20 30 40 50m
0 10 20 30 40 50m
0 10 20 30 40 50m
0 10 20 30 40 50m
0 10 20 30 40 50m
0 10 20 30 40 50m
0 10 20 30 40 50m
Bebouwing, met kaprichting
Boomstructuur Noord-zuidas
Bestaande te behouden bomen Nieuwe bomen
Parkeren in de openbare ruimte Kavels
Groen (gras)
Water met talud Haag
Bijgebouwen
Voetgangersbrug en stapstenen Rijweg
Bestaande bebouwing
0 10 20 30 40 50m
Groen (lage beplanting)
0 10 20 30 40 50m
Parkeren op eigen terrein
0 10 20 30 40 50m
Trottoir
2. BELEIDSKADERS
2.1 Inleiding
De basis voor dit beeldkwaliteitsplan vormt het verkavelingsplan voor De Slaag. Voor de openbare ruimte in het plan wordt sepa- raat een inrichtingsplan opgesteld. Er wordt uitdrukkelijk aandacht besteed aan de afstemming tussen inrichtingsplan en beeldkwa- liteitsplan wanneer het gaat om eenheid in uitstraling, kleur- en materiaalgebruik. In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op deze beleidsstukken.
2.2 Stedenbouwkundig plan
Het verkavelingsplan voor De Slaag is opgesteld met enkele belang- rijke punten als basis.
Het verbinden van de bestaande Slaag Noord met de nieuwe ontwikkeling in De Slaag Zuid.
Het creëren van groene, sociaal veilige openbare ruimtes voor de hele wijk.
Het behoud van het dorpse karakter.
De verkrijgen van het label Groen Gekeurd®.
De Slag, als verbinding
De herontwikkeling van De Slaag Zuid wordt met de bestaande Slaag Noord verbonden door een noord-zuid as, een nieuwe slag in het landschap. Deze as loopt over in, en in het verlengde van de Prunuslaan tot aan de Wetering. Het is de plek waar het landschap en het dorp in elkaar schuiven
Het eindpunt wordt beëindigd in een bijzonder appartementenblok op de kop van de as.
Groene openbare ruimtes als ‘hart’ van De Slaag
Momenteel is in De Slaag gebrek aan openbare groene ruimte. Ook mist de wijk een ‘hart’, een centrale plek voor ontmoeting. Op de kruising van de Lindelaan met de nieuwe Slaag is daarom ingezet op een grote, sociaal veilige en groene ruimte. Een ruimte die van meerwaarde is voor De Slaag in z'n geheel en De Slaag Zuid in het bijzonder.
- -
- -
Afb. .1: stedenbouwkundig plan 04-05-010
Afb. .: view van de Slaag Zuid met het hof in de voorgrond en de Rand eromheen
Afb. .3: view van de Kop, met appartementenblok op einde van de as
'groen hart'
'De Slag'
Afb. .4: stedenbouwkundige hoofdstructuur
Dorps karakter
Het programma bestaat uit ongeveer 105 woningen. Stedenbouw- kundige detaillering en de kwaliteit van de openbare ruimtes zijn daarom van groot belang. Om het dorpse karakter te bereiken zijn:
De woningen zodanig gepositioneerd dat de sociale controle op de openbare ruimte gewaarborgd is.
De parkeerplaatsen zoveel mogelijk geconcentreerd.
De bouwmassa’s traditioneel van opbouw, één á twee bouwla- gen met kap. Door gebruik te maken van verschillende kapvor- men en gevelverspringingen ontstaat er een gevarieerd beeld.
De vele groene openbare ruimten door middel van doorsteekjes en ommetjes toegankelijk, en van meerwaarde voor de bewo- ners.
Resultaat
Het resultaat is een stedenbouwkundige structuur die is geënt op de bestaande structuren (ontsluiting), maar door toevoeging van een nieuwe structuur (de Slag), de wijk versterkt. De stedenbouw- kundige plattegrond is herkenbaar, duurzaam en door de efficiënte verkaveling bruikbaar voor ontwikkeling.
-
- -
-
2.3 Openbare ruimte
In het inrichtingsplan De Slaag wordt aan de inrichtingsaspecten uitgebreid aandacht geschonken. Er is sprake van een uitgebreide afstemming tussen beide producten zodat er na realisatie sprake is van een eenheid in beeld.
2.4 Bestemmingsplan
Voor De Slaag is een bestemmingsplan opgesteld dat het juridisch- planologisch kader bevat voor het hele plan. De kwalitatieve aspec- ten worden voor zover als mogelijk, direct vertaald in bestemmings- planvoorschriften. Afmetingen van woningen en bijgebouwen en bijvoorbeeld hoogten en plaatsing van erfafscheidingen worden in het bestemmingsplan gekwantificeerd.
Afb. .5: bestaande bebouwing in De Slaag Noord met donkere, grijze pannen Afb. .6: nieuwe dakpan: Merk Narvik, Model Modula rustiek engobe
Afb. .7: bestaande bebouwing met rode pannen aan de Lindelaan
Afb. .8: bestaande bebouwing aan de Esdoornlaan
2.5 Grootschalig renovatie De Slaag Noord
De woningen in De Slaag Noord worden door SWB-Lienden gereno- veerd. Deze renovatie is van grote invloed op het toekomstig beeld van De Slaag Noord.
Punten uit de renovatie die van invloed zijn op het beeld van De Slaag Noord:
Het vervangen van de grijze dakpannen inclusief isolerend dak- beschot en dakgoten. (de grijze pannen zullen worden vervan- gen door rode pannen van het merk Narvik, model Modula rus- tiek engobe).
Het schilderwerk: alle kozijnen en schotten worden omgekleurd naar een neutrale beige, lichtbruine kleur.
Voegwerk wordt vervangen.
Toevoeging van kleuraccent in de voordeur.
In de visie voor beeldkwaliteit van De Slaag Zuid en De Kop wordt deze renovatie als uitgangspunt genomen.
-
- - -
Afb. 3.1: vogelvlucht vanuit het zuiden
3. VISIE BEELDKWALITEIT
3.1 Inleiding
Met de komst van de gemeentelijke welstandsnota’s is de rol van het beeldkwaliteitsplan veranderd. Naast het inspiratieve dat van een beeldkwaliteitsplan moet uitgaan, krijgt het voor met name ontwik- kelingsgebieden ook een toetsende functie. Voor De Slaag bete- kent dit dat naast het kwalitatieve kader, waarin beschreven staat hoe gebouwen er uit moeten zien c.q. aan welke kwaliteitseisen zij moeten voldoen er ook criteria worden opgesteld waarmee de wel- standscommissie bouwplannen in het kader van de welstandsproce- dure kan toetsen.
De toetsende rol van dit beeldkwaliteitsplan heeft alleen betrekking op bouwvergunningplichtige bouwwerken. Voor bouwvergunnings- vrije bouwwerken, de inrichting van private erven en het openbare gebied geldt dit beeldkwaliteitsplan hoofdzakelijk als een inspiratie- kader, maar kan als onderdeel van een koopovereenkomst ook als een privaatrechterlijk toetsingskader worden gehanteerd.
In het gebied De Slaag spelen erfafscheidingen een belangrijke rol.
Verschillende kavels grenzen direct aan het openbare- en het buiten- gebied. Door de privacywens van elke individuele bewoner worden de kavels voorzien van erfafscheidingen. Om een versnipperd beeld tegen te gaan en samenhang in erfafscheidingen te creëren zijn in dit beeldkwaliteitsplan criteria opgenomen. (hoofdstuk 6)
Bebouwing en erf worden in elk deelgebied van De Slaag in onderlin- ge samenhang ontworpen. Dit hoofdstuk beschrijft de visie voor het totale woongebied. De beschrijving en de criteria van elk woning- type komen voort uit de visievorming voor elk deelgebied.
Eigentijds dorps; moderne architectuur in traditionele, herkenbare hoofdvorm
3.2 Eigentijds dorps, het inspiratiekader
De herontwikkeling van De Slaag kenmerkt zich door grondgebon- den woningen in lange rijen en drie appartementenblokken op bij- zondere punten. Het plangebied is onderdeel van de wijk De Slaag.
De beeldkwaliteit van de bebouwing is daarom ook afgestemd op de vorm en beeldkwaliteit van De Slaag Noord. (paragraaf .5)
De visie op beeldkwaliteit voor de ontwikkeling in De Slaag is:
Eigentijds dorps; eigentijdse moderne architectuur in traditionele, herkenbare hoofdvorm.
De traditionele hoofdvorm, bestaande uit bakstenen gevels met pan- nendak, is kenmerkend voor De Slaag en voor de dorpse karakteris- tiek van Maurik. De hoofdvorm is eenvoudig, maar door zorgvuldige detaillering van deze tijd.
De daken bestaan uit eenvoudige kappen, waarbij accenten in de bouwkundige massa worden aangegeven door kapverdraaiingen eventueel in combinatie met rooilijnverspringingen.
Het eigentijdse, moderne komt in de detaillering van de woningen tot uiting. De detaillering is eenvoudig en sober van vorm, maar met een kwalitatief hoogwaardige materialisering en uitwerking. Het inspiratiekader hiervoor vindt u op de volgende bladzijden.
Kozijnen en deuren zijn uit de gevel gesneden en met een diepe negge uitgevoerd. Enkele raamopeningen kunnen uit de gevel ste- ken of een hoek om gaan om zo accenten te vormen in de architec- tuur. Dakkapellen vormen, met name voor de woningen van één bouwlaag met kap, een belangrijk element in de beeldkwaliteit en zullen worden mee ontworpen.
De appartementen worden in hun verschijning gekenmerkt door grote kappen. Hierdoor worden het bijzondere punten in De Slaag.
De kappen sluiten aan bij de beeldkwaliteit van de rijenwoningen.
Afb. 3.3: referentiebeelden van eigentijdse rijenwoningen met tradionele opbouw (bron afbeeldingen: www.bouwfonds.nl)
Deuren en kozijnen Stenen en pannen
Dakkapellen Accenten / kapverdraaiingen
Afb. 3.4: referentiebeelden voor de detaillering
Afb. 3.5: eenheden in beeldkwaltiteit
De 'Kop':
Kleinschalige bebouwing rondom centrale groene ruim- te, in beeld afgestemd op de bestaande bebouwing
0 10 20 30 40 50m
Eenheden in beeldkwaliteit
Het ‘Hof’:
Eén sterk stedenbouwkundig ensemble en daarom in beeld- kwaliteit één geheel
De ‘Rand’:
In beeld afgestemd op de bestaande bebouwing
3.3 Eenheden in beeldkwaliteit
In het plangebied zijn drie deelgebieden aan te wijzen. Elk deelge- bied heeft een eigen karakter en uitstraling, afhankelijk van de lig- ging in het plangebied en zijn omgeving.
Het Hof
Dit gebied is een zelfstandige stedenbouwkundige eenheid in De Slaag Zuid. Het Hof is qua hoofdvorm geïnspireerd op de hoeves die in de Betuwe en rondom Maurik voorkomen. In dit deelgebied staat de stedenbouwkundige en architectonische eenheid voorop.
De woningen liggen in een rechte rooilijn en hebben ondiepe voor- tuinen. De woningen zijn traditioneel van opbouw en hebben een hoogte van 1 of bouwlagen met kap. De stedenbouwkundige een- heid en de referentie naar de hoeves wordt benadrukt door het toe- passen van schilddaken, met name op de hoeken van het bouwblok.
(zie detail 3.8).
De gevel is in roodbruine tinten baksteen uitgevoerd. De daken zijn voorzien van ongeglazuurde pannen in grijs of antraciet.
De starterswoningen zijn kleine woningen van één bouwlaag met een kap. De ruimte in de kap is beperkt en daarom zijn er kleine dakkapellen aan de voorzijde toegestaan. Deze zijn mee ontworpen met de woning en roepen de sfeer op van kleine arbeiderswonin- gen. (zie 3.7)
Afb. 3.7: kleine dakkapellen op kleine arbeiderswoningen
Afb. 3.8: detail hoek van het Hof Afb. 3.6: klassieke Hoeve
Afb. 3.10: hoeken met dwarskappen accentueren en afronden Afb. 3.9: rijenwoningen krijgen extra aandacht door
verdraaiing van kap op accentpunten
Afb. 3.1: referentie voor appartementenblok met kap Afb. 3.11: appartementenblok op het einde van groene hart
De Rand
Dit deelgebied bestaat uit de rand van De Slaag Zuid. Het vormt de afsluiting van De Slaag en omzoomt Het Hof en het groene hart.
Het deelgebied bestaat voornamelijk uit rijenwoningen, waarbij veel aandacht is voor hoeken en accenten. In de rand zijn ook twee appar- tementenblokken opgenomen. Zij zijn qua architectuur 'familie' van de rijenwoningen, waarbij ze voornamelijk in schaal afwijken.
De woningen in de rand zijn afgestemd op de bestaande bebou- wing. De gevel is in rode tinten baksteen uitgevoerd. De daken zijn voorzien van mat-rode pannen gelijkend op de pannen in De Slaag Noord.
In dit deelgebied is er extra aandacht voor de hoeken. Door middel van het draaien van de kaprichting en kleine verspringingen in de gevel worden deze benadrukt en vormen ze een goede afronding van de rijen.
De appartementenblokken zijn uitgevoerd met grote kappen. Deze complexen zijn dan ook 'familie' van de rijenwoningen.
De kappen maken het mogelijk de appartementenblokken in uitstra- ling en schaal aan te laten sluiten bij de rijwoningen. De goothoog- tes zijn namelijk beperkt (max. 9 meter) en sluiten daarmee aan op de nokhoogtes van de omliggende rijenwoningen. De kappen accen- tueren de blokken en versterken deze in verticale richting. Voor het realiseren van appartementen zijn dakkapellen op, of loggia's in het dak noodzakelijk. Deze zijn toegestaan mits de hoofdvorm van het dakvlak niet aangetast wordt.
Afb. 3.13: appartementenblok aan de westzijde van De Rand
De Kop
Het derde deelgebied ligt in De Slaag Noord. Deze ontwikkeling bestaat hoofdzakelijk uit rijenwoningen van één laag met een kap.
Het appartementenblok dat op de Kop van de noordzuidas ligt is een belangrijk zichtpunt in de wijk. De woningen zijn qua beeldkwa- liteit afgestemd op De Slaag Noord, maar hebben ook een duidelijke gelijkenis met De Rand in De Slaag Zuid.
De woningen in ‘de Kop’ liggen op de voorgevelrooilijn. Ze hebben geen voortuin maar staan gegroepeerd rondom een groene ruimte.
De woningen zijn afgestemd op de bestaande bebouwing. De gevel is daarom in rode tinten baksteen uitgevoerd. De daken zijn voorzien van mat-rode pannen gelijkend op de pannen die in De Slaag Noord zullen worden toegepast. Kleine dakkapellen zijn aan de voorzijde toegestaan, mits herkenbaar als losse elementen en ritmisch ver- deeld over het gehele blok.
Het appartementenblok op het einde van de as verdient extra aan- dacht. Het comlex is zowel op de as, als op de groene ruimte geörien- teerd. Voor het realiseren van appartementen in het complex zijn dakkapellen op, of loggia's in het dak noodzakelijk. Deze zijn toege- staan mits de hoofdvorm van het dakvlak niet aangetast wordt.
Afb. 3.14: view van de Kop, met appartementenblok op het einde van de as
Afb. 3.15: sfeer voor de Kop; kleine woningen rondom een gezamelijke groene ruimte
3.4 Kleine bouwwerken / Objecten
Algemeen
Alle bouwplannen zullen in de ontwikkelfase van De Slaag regulier vergunningplichtig zijn. Elk bouwplan zal door de welstandscom- missie beoordeeld worden, waarbij getoetst wordt aan de uitgangs- punten van het stedenbouwkundig plan, de criteria uit het beeld- kwaliteitsplan en de samenhang met de initiatieven op belendende percelen. In de periode na de ontwikkeling zullen de eerste bouw- aanvragen voor kleine bouwwerken bij de gemeente worden inge- diend. Deze worden getoetst aan de objectcriteria die in dit beeld- kwaliteitsplan zijn opgenomen. Daarnaast worden zij in samenhang met de gebiedscriteria gebruikt om de onderdelen (kleine bouw- werken) van een regulier vergunningplichtig bouwplan te toetsen.
De objectcriteria zijn bedoeld om verstoring van het straatbeeld te beperken en in de hand te houden.
Bijgebouwen/aan- en uitbouwen
Bijgebouwen en aan- en uitbouwen zijn, wanneer zichtbaar vanuit de openbare ruimte, zeer bepalend voor het straatbeeld en worden in deze context beoordeeld. Om het straatbeeld te respecteren gaat de voorkeur uit naar toepassing daarvan aan de achterzijde; maar ook dan gelden richtlijnen ter voorkoming van excessen.
Overkappingen
Overkappingen kennen een vergelijkbare benadering als de aan- en uitbouwen en bijgebouwen.
Kozijn- en gevelwijzigingen
Kozijn- en gevelwijzigingen, in voor- of zijgevel of wanneer zicht- baar vanuit de openbare ruimte, kunnen van invloed zijn op het straatbeeld. In principe mogen dergelijke wijzigingen niet leiden tot een verstoring van de ritmiek in de straatwanden.
Dakkapellen en dakramen
Dakkapellen zijn bescheiden uitbouwen in de kap, maar kunnen zeer bepalend zijn voor het straatbeeld. Het is belangrijk dat dak- kapellen ondergeschikte toevoegingen blijven aan een dakvlak en niet de karakteristiek van de kap gaan bepalen. In plaats van dak- kapellen kunnen vaak ook dakramen aangebracht worden die veel minder invloed hebben op het straatbeeld, maar ook daarvoor zijn richtlijnen opgenomen.
Spriet-, staaf- en schotelantennes
Antennes kenmerken zich door een technische vormgeving die veel- al geen enkele relatie heeft met de vormgeving van het gebouw waarop of waaraan deze objecten worden bevestigd. Vooral aan de voorzijde verstoren deze objecten het straatbeeld en daarom zijn er beperkende richtlijnen opgenomen.
Dit beeldkwaliteitsplan geeft alleen inzicht in de gebiedsgerichte cri- teria. De objectcriteria uit de welstandsnota van de gemeente Buren gelden ook voor het plan De Slaag wanneer het gaat om kleinere bouwopgaven na ontwikkeling van het gebied.
B
8CRITERIA
Afb. 4.1: schets stedenbouwkundig ontwerp
4. ALGEMENE CRITERIA
4.1 Inleiding
De algemene criteria gelden bij een toets op welstand voor het gehe- le plan De Slaag. In De Slaag zijn geen welstandsvrije gebieden.
De basis van de welstandstoets is artikel 1 van de Woningwet: "Het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk of standplaats, zowel op zichzelf als in verband met de omgeving of de te verwachten ont- wikkeling daarvan, mogen niet in strijd zijn met redelijke eisen van welstand". De bouwwerken worden daartoe beoordeeld op basis van de criteria die zijn vastgelegd in dit beeldkwaliteitsplan.
De algemene criteria dienen als algemeen aandachtspunt bij het bouwen in De Slaag. Het zijn de criteria waar het college van Burge- meester en Wethouders bij hun beslissing en de welstandscommissie bij hun advies altijd op kunnen terug vallen (vangnet). De algemene criteria benoemen datgene wat in algemene zin redelijk is bij de toets op redelijke eisen van welstand.
Zowel de welstandscommissie als de ontwerper en opdrachtgever moeten voor reguliere bouwaanvragen aan de hand van de alge- mene criteria motiveren op welke wijze men hieraan wel of niet voldoet.
De algemene criteria zijn onvoldoende exact in het benoemen welke criteria op een specifieke locatie gelden. Daartoe zijn de algemene criteria aangevuld met de gebiedsgerichte criteria voor woningtypo- logieën in De Slaag.
Voor de algemene criteria vormt de tekst van criteria uit de model- bouwverordening (199) een uitgangspunt. Deze criteria zijn aange- vuld en nader gespecificeerd. Daarbij is vooral gebruik gemaakt van de notitie die in 1985 door de toenmalige rijksbouwmeester dhr. Tj.
Dijkstra heeft uitgebracht onder de titel "Architectonische kwaliteit, een notitie over architectuurbeleid".
Deze notitie gaat over de volgende aspecten:
- de relatie tussen vorm, gebruik en constructie;
- de relatie tussen bouwwerk en omgeving;
- betekenissen van vormen in de sociaal-culturele context;
- evenwicht tussen helderheid en complexiteit;
- schaal en maatverhoudingen;
- materiaal, textuur, kleur en licht.
Bij het eerste aspect kan teveel sprake zijn van een opvatting en subjectieve inkleuring wanneer te veel de aandacht wordt gelegd op de stijlkenmerken van het gebouw. De nadruk moet gelegd worden op de essentiële samenhang tussen de vorm en de componenten gebruik en constructie.
4.2 Criteria omtrent relatie met de omgeving, het omgevingsbeeld
Bij het oprichten van een bouwwerk is sprake van invloed van het bouwwerk op de publieke ruimte. Bouwaanvragen worden beoor- deeld op de aanvaardbaarheid van het bouwwerk in relatie tot de karakteristiek van de reeds aanwezige bebouwing, de openbare ruimte, het landschap en/of de stedenbouwkundige context zoals deze is beschreven bij het gebiedsgericht beleid.
Algemeen uitgangspunt is dat een bouwwerk zich aanpast aan de karakteristiek van het gebied waarin dit wordt ontwikkeld/gereali- seerd, tenzij dit ligt op een beeldbepalende locatie dan wel de func- tie van het bouwwerk een afwijking op de omgeving verlangt.
Criteria
Er is sprake van redelijke eisen van welstand wanneer de relatie van het bouwwerk met de omgeving tot uiting komt in:
Een positieve bijdrage van het bouwwerk aan de kwaliteit van de omgeving -
Het aansluiten op de bestaande karakteristieken van de omgeving op de vol- gende punten:
-
De plaatsing -
De richting en oriëntatie -
De massa en dakvorm, in de zin van opbouw en silhouet van de massa.
-
De maat en schaal, in de zin van de omvang van het bouwwerk ten opzichte van de omgeving.
-
De detaillering, materiaalkeuze en kleurstelling in relatie tot de omge- ving
-
De reactie van de terreininrichting op de ter plaatse aanwezige inrich- ting en het aanwezige beeld van de openbare ruimte of het landschap.
Dit vooral wanneer de grens met de openbare ruimte en/of het land- schap niet wordt bepaald door de gevels van het gebouw maar door eventuele erfscheidingen
-
Algemeen criterium
Een afwijking van bovengenoemde criteria is mogelijk als de locatie dan wel de functie van het bouwwerk een afwijking rechtvaardigt of er sprake is van een uitzonderlijke architectonische kwaliteit
-
4.3 De bebouwing op zichzelf, bebouwingsbeleid
De woningwet spreekt ook van een welstandstoets van een bouw- werk op zichzelf. De mate aan zeggingskracht en vakmanschap die uit het ontwerp spreekt, bepaald daarbij de aanvaardbaarheid van het bouwwerk op zichzelf.
Algemeen uitgangspunt is dat de ingreep zich ondergeschikt aan het bestaande bouwwerk dient te manifesteren tenzij een geheel nieuw bouwwerk wordt gerealiseerd.
Criteria
Er is sprake van redelijke eisen van welstand wanneer de eenheid van een bouw- werk tot uiting komt in:
Een consistente ruimtelijke structuur van het bouwwerk omdat dit veelal bepa- lend is voor het uiterlijk van het bouwwerk. In het ontwerp moet logica en samenhang aanwezig zijn.
-
De samenhang in de verschillende onderdelen van het bouwwerk of van de bouwwerken.
-
Een evenwicht tussen helderheid en complexiteit.
-
De verhoudingen van de gevelvlakken onderling en de verhouding tussen het open en gesloten deel van een gevelvlak.
-
De detaillering, reliëf, textuur, materiaalkeuze en kleurstelling in de relatie met de totale verschijningsvorm van het bouwwerk.
-
De wijze waarop wordt omgegaan met associaties die bepaalde vormen oproepen in de sociaal-culturele context.
-
Afb. 5.1: vogelvlucht van het plan
5. GEBIEDSCRITERIA BEBOUWING
5.1 Inleiding
De algemene welstandscriteria zijn criteria op basis waarvan de wel- standscommissie een gebouw op zich kan beoordelen op architecto- nisch vakmanschap: de algemene redelijke eisen van welstand. Daar- naast bestaan er criteria die eisen stellen aan bouwwerken in relatie tot de omgeving van dat bouwwerk: het gebiedsgerichte welstands- beleid. Met dit gebiedsgerichte welstandsbeleid wil de gemeente Buren ervoor zorgen dat bij de ontwikkeling van De Slaag samen- hang binnen deelgebieden ontstaat en de ontwikkelingen passen bij het beoogde ambitieniveau van beeldkwaliteit. In dit hoofdstuk zijn per woongebied / woonsfeer specifieke welstandscriteria gefor- muleerd.
0 10 20 30 40 50m
HOF
RAND KOP
Afb. 5.: de deelgebieden
HOF
Twee-onder-één-kapwoning Starterswoningen en seniorenwoning:
één laag met kap
Afb. 5.3: deelgebied Het Hof
5.2 Woningen in ‘Het Hof’
Algemeen beeld
Het wonen in het centraal gelegen gebied ‘Het Hof’ bezit de kwali- teiten van een hoeve. Rijenwoningen in combinatie met één twee- onder-één-kap-woning en één vrijstaande woning omzoomen het centrale parkeerhof. De bebouwing is naar buiten toe georiënteerd.
De woningen vormen stedenbouwkundig één geheel hetgeen ook in de architectonische uitwerking naar voren komt.
De woningen liggen op één rechte rooilijn en hebben ondiepe voor- tuinen. De woningen zijn traditioneel van opbouw en hebben een hoogte van 1 of bouwlagen met kap. De hoeken worden bena- drukt met schildkappen. De stedenbouwkundige structuur bepaalt de ligging en grootte van de hoofdbouwmassa’s.
Sfeerbeschrijving
De woningen in ‘Het Hof’ liggen op de voorgevelrooilijn. De rijen- woningen vormen een staafvormige hoofdmassa met een kap.
De woningen worden gebouwd met traditionele, natuurlijke mate- rialen zoals baksteen, hout en glas. Om de horizontale relatie tussen de bouwmassa’s te versterken zijn er eisen gesteld aan de gevel, de gevelopbouw. De gevel wordt uitgevoerd in baksteen in het donker- rood tot roodbruine spectrum. De daken zijn voorzien van onge- glazuurde pannen in grijs of antraciet. Kleine dakkapellen zijn aan de voorzijde toegestaan, mits herkenbaar als losse elementen en ritmisch verdeeld over de gehele blok.
Voor de twee-onder-één-kap-woning en de vrijstaande woning in het gebied gelden dezelfde criteria als voor de rijenwoningen. De hoofdmassa staat op de rooilijn. In beeld en kleur komen ze overeen met de rijenwoningen zodat in het beeld ‘Het Hof’ één stedenbouw- kundig geheel vormt.
Afb. 5.4: stedenbouwkundige hoofdvorm van Het Hof, staafvormige hoofdmassa met kap. De hoeken worden benadrukt met schildkappen
Afb. 5.5: Het Hof in zijn omgeving
Situering
Rooilijn - Rechte rooilijn, volgt de weg Zijdelingse afstand - Aaneengesloten
Oriëntatie
Op de weg
Woningen zijn gesitueerd aan de voor- kant van de kavel
- -
Hoofdvorm
Bouwmassa
Eén hoofdmassa
Bouwblok is staafvormig met kap Bijgebouwen liggen achter de hoofd- bouwmassa
Senior- en starterswoning hebben dezelf- de hoofdvorm, met dezelfde kaphoogte, goothoogte en dakhelling
- - -
-
Bouwhoogte
Twee bouwlagen met kap
Seniorenwoningen aan westzijde hof één laag met kap
Starterswoningen aan zuidzijde en oost- zijde één laag met kap
- -
-
Kapvorm Schilddak en zadeldak
Hellingshoek is maximaal 60 graden -
-
Kaprichting - Langsrichting, evenwijdig aan de weg
Gevelaanzicht Gevelopbouw - Samenhangend en evenwichtig Gevelgeleding - Verticaal
Detaillering
Materiaalkeuze
Hoofdmateriaal gevel: handvorm- of vormbaksteen
Dakbedekking: gebakken ongeglazuur- de pannen
Kozijnen: hout (FSC-keur)
Ondergeschikte bouwdelen: beton, glas, zink, staal, hout, geen volkern platen -
-
- -
Materiaalkleur
Gevel: Baksteen in het roodbruine spec- trum. (niet bont)
Voegen: grijs Dak: grijs / antraciet Kozijnen: neutrale kleur -
- - -
Detaillering
Dakkapellen aan voorzijde zijn toege- staan, mits mee ontworpen
Dakkapellen zijn losse objecten, maxi- maal meter breed
Dakkapellen zijn ritmisch verdeeld over het bouwblok met een minimale onder- linge afstand van meter
Materiaal dakkapel: bij voorkeur zink Ramen en deuren zijn uit de gevel gesne- den, ze worden met een diepe negge in de gevel geplaatst.
Een enkel raam kan in het gevelbeeld worden benadrukt door een uit de gevel stekende omlijsting
Detaillering in overeenstemming met hoofdstuk 4
-
-
-
- -
-
-
Criteria woningen in Het Hof
Afb. 5.6: schilddak
Afb. 5.8: roodbruin baksteen met grijsantraciete dakpannen Afb. 5.7: kleine dakkapellen in zink
Afb. 5.10: ramen en deuren met diepe neggen
Afb. 5.9: roodbruine baksteen met Afb. 5.11: raam met een uit de gevel
RAND
Stedenbouwkundig accent Starterswoningen en seniorenwoning:
één laag met kap
ZUIDZUID WESTWEST
Afb. 5.1: deelgebied de Rand
5.3 Woningen in ‘De Rand’
Algemeen beeld
Het wonen in ‘De Rand’ bestaat uit rijenwoningen en twee appar- tementenblokken. De bebouwing is op de weg georiënteerd. De woningen vormen stedenbouwkundig één geheel, hetgeen ook in de architectonische uitwerking naar voren komt.
De woningen liggen in één rechte rooilijn en hebben ondiepe voor- tuinen. De woningen zijn traditioneel van opbouw en hebben een hoogte van 1 of bouwlagen met kap. De kapvorm is een zadeldak, overheersend in de langsrichting gelegen.
In het plan zijn enkele accentpunten aangegeven (zie afb. 5.1). Deze accenten krijgen een ruimtelijke uitwerking door het draaien van de kaprichting. Zo ontstaat een dwarskap met topgevel. De accen- ten kunnen daarbij worden versterkt door een afwijkende rooilijn, afwijkende nok- en/of goothoogtes.
De stedenbouwkundige structuur bepaalt de ligging en grootte van de hoofdbouwmassa’s.
De appartementenblokken zijn 'familie' van de accenten rijenwo- ningen door kapvorm en kleurstelling. De appartementenblokken hebben een kap in de dwarsrichting, in overeenstemming met de rijenwoningen in het gebied.
Sfeerbeschrijving
De woningen worden gebouwd met traditionele, natuurlijke mate- rialen zoals baksteen, hout en glas. Om de horizontale relatie tussen de bouwmassa’s te versterken zijn er eisen gesteld aan de gevel, gevelopbouw en gevelkleuren. De gevel is in rode tinten baksteen uitgevoerd. De daken zijn voorzien van mat-rode pannen gelijk aan de pannen in De Slaag Noord.
Dakkapellen aan de voorzijde zijn niet toegestaan met uitzondering voor de appartementenblokken. Voor het realiseren van apparte- menten in de blokken zijn brede dakkapellen op, of loggia's in het dak noodzakelijk. Deze zijn toegestaan mits de hoofdvorm van het dakvlak gehandhaaft blijft.
Afb. 5.13: referentie van een brede dakkapel in zink voor appartementenblok zuid Afb. 5.1: deelgebied de Rand
Situering
Rooilijn
Rechte rooilijn, volgt de weg
Verspringing van maximaal 0,3 meter toegestaan op hoekpunten en accenten -
-
Zijdelingse afstand - Aaneengesloten
Oriëntatie
Op de weg
Woningen zijn gesitueerd aan de voor- kant van het de kavel
- -
Hoofdvorm
Bouwmassa
Eén hoofdbouwmassa
Bouwblok is staafvormig met kap Bijgebouwen liggen achter de hoofd- bouwmassa
- - -
Bouwhoogte
Twee bouwlagen met kap (oost en zuid- zijde)
Seniorenwoningen aan westzijde van de Rand één laag met kap
-
-
Kapvorm
Zadeldak met hellingshoek maximaal 60 graden
Hoeken en accentpunten (afb. 5.1) heb- ben een topgevel
Alle topgevels hebben dezelfde dakhel- ling
-
-
-
Kaprichting
Langsrichting, evenwijdig aan de weg Op hoekpunten en accenten (afb. 5.1) kapverdraaiing in dwarsrichting
- -
Gevelaanzicht Gevelopbouw - Samenhangend en evenwichtig Gevelgeleding - Verticaal
Detaillering
Materiaalkeuze
Hoofdmateriaal gevel: handvorm- of vormbaksteen
Dakbedekking: gebakken ongeglazuur- de pannen
Kozijnen: hout (FSC-keur)
Ondergeschikte bouwdelen: beton, glas, zink, staal, hout, geen volkern platen -
-
- -
Materiaalkleur
Gevel: Baksteen hoofdzakelijk in rode spectrum (geen bont), afgestemd op de baksteenkleur van De Slaag Noord Accenten in het roodbruine spectrum (overeenkomstig met het Hof)
Voegen: licht grijs
Dak: matrood, overeenkomstig met nieu- we pannen voor De Slaag Noord Kozijnen: neutrale kleur -
-
- -
-
Detaillering
Dakkapellen aan voorzijde zijn niet toe- gestaan
Ramen en deuren zijn uit de gevel gesne- den, ze worden met een diepe negge in de gevel geplaatst
Een enkel raam kan in het gevelbeeld worden benadrukt door een uit de gevel stekende omlijsting.
Detaillering in overeenstemming met hoofdstuk 4
-
-
-
-
Criteria rijenwoningen
Afb. 5.14: rijenwoningen met zadeldak, op de hoeken geaccentueerd met woningen in de dwarsrichting
Detaillering
Materiaalkeuze
Hoofdmateriaal gevel: handvorm- of vormbaksteen
Dakbedekking: gebakken ongeglazuur- de pannen
Kozijnen: hout (FSC-keur)
Ondergeschikte bouwdelen: beton, glas, zink, staal, hout, geen volkern platen -
-
- -
Materiaalkleur
Gevel: Baksteen hoofdzakelijk in rode spectrum (geen bont), afgestemd op de baksteenkleur van De Slaag Noord Accenten in het roodbruine spectrum (overeenkomstig met het Hof)
Voegen: licht grijs
Dak: matrood, overeenkomstig met nieu- we pannen voor De Slaag Noord Kozijnen: neutrale kleur -
-
- -
-
Detaillering
Dakkapellen aan voorzijde zijn niet toe- gestaan
Ramen en deuren zijn uit de gevel gesne- den, ze worden met een diepe negge in de gevel geplaatst
Een enkel raam kan in het gevelbeeld worden benadrukt door een uit de gevel stekende omlijsting.
Detaillering in overeenstemming met hoofdstuk 4
-
-
-
-
Afb. 5.14: rijenwoningen met zadeldak, op de hoeken geaccentueerd met woningen in de dwarsrichting
Afb. 5.15: zadeldak met topgevel
Afb. 5.17: rode handvorm- en vormbakstenen met mat-rode dakpannen Afb. 5.16: zadeldak met topgevel
afb. 5.18: ramen en deuren met diepe neggen
afb. 5.19: raam met een uit de gevels
Appartementenblok West
Situering
Rooilijn
Rechte rooilijn, volgt de weg
Verspringing tussen hoofdmassa en secundaire massa in gevel: maximaal 1,
meter -
-
Zijdelingse afstand - Vrij
Oriëntatie - Op de weg
Hoofdvorm
Bouwmassa
Gelede hoofdbouwmassa (zie afb. 5.0) Hoofdmassa is blokvormig met drie kap- pen
Secundaire massa is blokvormig zonder kap
Bijgebouwen liggen achter de hoofd- bouwmassa
- -
-
-
Bouwhoogte
Hoofdmassa: drie bouwlagen met kap Secundaire massa twee bouwlagen Afwijkende nok- en goothoogte van eer- ste kap accentueert de kop van hoofd- massa (zie afb. 5.0)
- - -
Kapvorm Zadeldak met gelijke hellingshoeken (zie afb. 5.0)
-
Kaprichting - Dwarsrichting, haaks op de weg.
Gevelaanzicht Gevelopbouw - Samenhangend en evenwichtig Gevelgeleding - Verticaal
Detaillering
Materiaalkeuze
Hoofdmateriaal gevel: handvorm- of vormbaksteen
Dakbedekking: gebakken ongeglazuur- de pannen
Kozijnen: hout (bij voorkeur FSC-keur) Ondergeschikte bouwdelen: beton, glas, zink, staal, hout, geen volkern platen -
-
- -
Materiaalkleur
Gevel: Baksteen hoofdzakelijk in rode spectrum (geen bont), afgestemd op de baksteenkleur van De Slaag Noord Accenten in het roodbruine spectrum (overeenkomstig met het Hof)
Voegen: licht grijs
Dak: matrood, overeenkomstig met nieu- we pannen voor De Slaag Noord.
Kozijnen: neutrale kleur -
-
- -
-
Detaillering
Dakkapellen en/of loggia's toegestaan, mits meeontworpen en de hoofdvorm van het dakvlak overeind blijft
Dakkapel is een aaneengesloten geheel van maximaal 5 meter breed
Materiaal dakkapel: bij voorkeur zink Loggia van maximaal 5 meter breed is in het dakvlak toegestaan
Ramen en deuren zijn uit de gevel gesne- den, ze worden met een diepe negge in de gevel geplaatst.
Een enkel raam kan in het gevelbeeld worden benadrukt door een uit de gevel stekende omlijsting
Detaillering in overeenstemming met hoofdstuk 4
-
-
- -
-
-
-
Afb. 5.0: stedenbouwkundige hoofdvorm appartementenblok West
Appartementenblok Zuid
Situering
Rooilijn
Rechte rooilijn, volgt de weg
Verspringing tussen hoofdmassa en secundaire massa in gevel: maximaal 1,0 meter
- -
Zijdelingse afstand - Vrij
Oriëntatie - Op de weg
Hoofdvorm
Bouwmassa
Gelede hoofdbouwmassa
Bouwblok is blokvormig met twee kap- pen
Secundaire massa is ondergeschikt ten opzichte van de hoofdmassa door lagere nok- en/of goothoogtes en/of versprin- gingen in rooilijn
Bijgebouwen liggen achter de hoofd- bouwmassa
- -
-
-
Bouwhoogte - Drie bouwlagen met hoge kap Kapvorm - Zadeldak met gelijke hellingshoek Kaprichting - Dwarsrichting, haaks op de weg
Gevelaanzicht Gevelopbouw - Samenhangend en evenwichtig Gevelgeleding - Verticaal
Detaillering
Materiaalkeuze
Hoofdmateriaal gevel: handvorm- of vormbaksteen
Dakbedekking: gebakken ongeglazuur- de pannen
Kozijnen: hout (FSC-keur)
Ondergeschikte bouwdelen: beton, glas, zink, staal, hout, geen volkern platen -
-
- -
Materiaalkleur
Gevel: Baksteen hoofdzakelijk in rode spectrum (geen bont), afgestemd op de baksteenkleur van De Slaag Noord Accenten in het roodbruine spectrum (overeenkomstig met het Hof)
Voegen: licht grijs
Dak: matrood, afgestemd op nieuwe pannen voor De Slaag Noord
Kozijnen: neutrale kleur -
-
- -
-
Detaillering
Dakkapellen en/of loggia's aan toege- staan, mits meeontworpen en de hoofd- vorm van het dakvlak overeind blijft Dakkapel is een aaneengesloten geheel van maximaal 6 meter breed
Materiaal dakkapel:bij voorkeur zink Loggia van maximaal 6 meter breed is in het dakvlak toegestaan.
Ramen en deuren zijn uit de gevel gesne- den, ze worden met een diepe negge in de gevel geplaatst
Een enkel raam kan in het gevelbeeld worden benadrukt door een uit de gevel stekende omlijsting
Detaillering in overeenstemming met hoofdstuk 4
-
-
- -
-
-
-
Afb. 5.1: stedenbouwkundige hoofdvorm appartementenblok Zuid
0 10 20 30 40 50m
KOP
Appartementencomplex
KOP KOP
Afb. 5.3: rode handvorm- en vormbakstenen met mat-rode dakpannen Afb. 5.: deelgebied de Kop
5.4 Woningen in ‘De Kop’
Algemeen beeld
Het wonen in ‘De Kop’ bestaat uit rijenwoningen in combinatie een appartementenblokken. De bebouwing is op de weg geori- enteerd. De woningen vormen stedenbouwkundig één geheel en hetgeen ook in de architectonische uitwerking naar voren moet komen.
De rijwoningen liggen in een strakke rooilijn en hebben geen voortuinen. De woningen zijn traditioneel van opbouw en hebben de hoogte van 1 bouwlaag met kap. De stedenbouwkundige struc- tuur bepaalt de ligging en grootte van de hoofdbouwmassa’s.
Het appartementenblok staat op het einde van de Noord-Zuid as en is 'familie' van de rijenwoningen door de kleurstelling en archi- tectonische detaillering. In kapvorm en schaal is dit complex 'fami- lie' van de appartementenblokken in ‘De Rand’.
Sfeerbeschrijving
De woningen in ‘De Kop’ liggen op de voorgevelrooilijn. De rijen- woningen vormen een staafvormige hoofdmassa met een zadel- kap.
De woningen worden gebouwd met traditionele, natuurlijke materialen zoals baksteen, hout en glas. Om de horizontale relatie tussen de bouwmassa’s te versterken zijn er eisen gesteld aan de gevel, de gevelopbouw en de gevelkleuren. De gevel is in rode tinten baksteen uitgevoerd. De daken zijn voorzien van mat-rode pannen gelijkend aan de pannen in De Slaag Noord. Kleine dakka- pellen zijn aan de voorzijde toegestaan, mits herkenbaar als losse elementen en ritmisch verdeeld over het gehele blok.
Afb. 5.5: ramen en deuren met diepe neggen
Afb. 5.6: raam met een uit de gevels Afb. 5.4: zadeldak
Situering
Rooilijn - Rechte rooilijn, volgt de weg Zijdelingse afstand - Aaneengesloten
Oriëntatie
Op de weg
Woningen zijn gesitueerd aan de voor- kant van het de kavel
- -
Hoofdvorm
Bouwmassa
Eén hoofdbouwmassa
Bouwblok is staafvormig met kap Bijgebouwen liggen achter de hoofd- bouwmassa
Senior- en starterswoning hebben dezelf- de hoofdvorm, met dezelfde kaphoogte, goothoogte en dakhelling
- - -
-
Bouwhoogte - Eén bouwlaag met kap
Kapvorm Zadeldak, zonder wolfseinde
Hellingshoek is maximaal 60 graden.
- -
Kaprichting - Langsrichting, evenwijdig aan de weg
Gevelaanzicht Gevelopbouw - Samenhangend en evenwichtig Gevelgeleding - Verticaal
Criteria rijenwoningen
Detaillering
Materiaalkeuze
Hoofdmateriaal gevel: handvorm- of vormbaksteen
Dakbedekking: gebakken, ongeglazuur- de pannen
Kozijnen: hout (FSC-keur)
Ondergeschikte bouwdelen: beton, glas, zink, staal, hout, geen volkern platen -
-
- -
Materiaalkleur
Gevel: Baksteen hoofdzakelijk in rode spectrum (geen bont), afgestemd op de baksteenkleur van De Slaag Noord.
Accenten in het roodbruine spectrum (overeenkomstig met het Hof)
Voegen: licht grijs
Dak: matrood, afgestemd op nieuwe pannen voor De Slaag Noord
Kozijnen: neutrale kleur -
-
- -
-
Detaillering
Dakkapellen aan voorzijde zijn toege- staan, mits meeontworpen
Dakkapellen zijn losse objecten, maxi- maal meter breed
Dakkapellen zijn ritmisch verdeelt over het bouwblok met een minimale onder- linge afstand van meter
Materiaal dakkapel: bij voorkeur zink Ramen en deuren zijn uit de gevel gesne- den, ze worden met een diepe negge in de gevel geplaatst.
Een enkel raam kan in het gevelbeeld worden benadrukt door een uit de gevel stekende omlijsting
Detaillering in overeenstemming met- hoofdstuk 4
-
-
-
- -
-
-
Afb. 5.7: stedenbouwkundige hoofdvorm rijenwoningen Kop, senioren en starterswoningen hebben zelfde hoofdvorm door overeenkomstige goothoogte, nokhoogte en dakhelling
Situering
Rooilijn - Rechte rooilijn, volgt de weg Zijdelingse afstand - Vrij
Oriëntatie Tweezijdig, op de noordzuid as en op het groen aan de oostzijde
-
Hoofdvorm
Bouwmassa Gelede hoofdbouwmassa
Bouwblok is blokvormig met kap -
-
Bouwhoogte - Maximaal twee bouwlagen met kap
Kapvorm Zadeldak met hellingshoek groter dan 50 graden.
-
Kaprichting
Dwarsrichting, haaks op de weg (lijster- beslaan)
Secundair bouwblok, haaks op groen -
-
Gevelaanzicht Gevelopbouw - Samenhangend en evenwichtig Gevelgeleding - Verticaal
Appartementenblok Kop
Detaillering
Materiaalkeuze
Hoofdmateriaal gevel: handvorm- en vormbaksteen
Dakbedekking: gebakken ongeglazuur- de pannen
Kozijnen: hout (FSC-keur)
Ondergeschikte bouwdelen: beton, glas, zink, staal, hout, geen volkern platen -
-
- -
Materiaalkleur
Gevel: Baksteen hoofdzakelijk in rode spectrum (geen bont), afgestemd op de baksteenkleur van De Slaag Noord Accenten in het roodbruine spectrum (overeenkomstig met het Hof)
Voegen: licht grijs
Dak: matrood, afgestemd op nieuwe pannen voor De Slaag Noord
Kozijnen: neutrale kleur -
-
- -
-
Detaillering
Dakkapellen en/of loggia zijn toege- staan, mits meeontworpen en de hoofd- vorm van het dakvlak overeind blijft Dakkapel is een aaneengesloten geheel van maximaal 6 meter breed
Materiaal dakkapel: bij voorkeur zink Loggia van maximaal 6 meter breed is in het dakvlak toegestaan.
Ramen en deuren zijn uit de gevel gesne- den, ze worden met een diepe negge in de gevel geplaatst.
Een enkel raam kan in het gevelbeeld worden benadrukt door een uit de gevel stekende omlijsting
Detaillering in overeenstemming met hoofdstuk 4
-
-
- -
-
-
-
Afb. 5.8 : stedenbouwkundige hoofdvorm appartementenblok Kop
50
Erfafscheiding zijkant
Erfafscheiding zijkant Hof
Erfafscheidingen
Erfafscheiding in vorm van een poort Erfafscheiding A
Afb. 6.1: erfafscheidingen
6. CRITERIA ERFAFSCHEIDINGEN
6.1 Inleiding
Een erfafscheiding is een belangrijk element in de beeldvorming van het perceel, het bouwblok en de straat. Het vastleggen van spe- cifieke criteria voor erfafscheidingen verhoogt de kwaliteit van de openbare ruimte én van het totale woongebied. Erfafscheidingen worden in samenhang ontworpen/gerealiseerd en zorgen voor de gewenste uitstraling in de openbare ruimte.
Hiernaast is aangeven waar in het plangebied en op welke wijze de erfafscheiding wordt meeontworpen/gerealiseerd.
In het deelgebied het Hof staat de stedenbouwkundig en architec- tonische eenheid voorop. Deze eenheid wordt aan de buitenzijde benadrukt door de erfafscheiding die onderdeel is van het gehele blok. Speciale aandacht moet ook uitgaan naar de centrale parkeer- ruimte. De erfafscheiding vormt voor een belangrijk deel de kwali- teit van deze ruimte.
De erfafscheidingen die grenzen aan particulier gebied, zijn vrij van inrichtingseisen, maar worden bij voorkeur in hout of groen (met of zonder gaasconstructie) uitgevoerd. Hierbij hebben de groene erfaf- scheidingen de voorkeur.