In overleg met de Kerkfabriek H. Kruis heeft het gemeentebestuur van Destelbergen nieuwe fietsenrekken laten plaatsen aan de rechterzijmuur van de kerk. De oude, versleten rekken werden al een tijd geleden verwijderd. Die stonden aan de andere kant van de kerk.
Zo kunnen de kerkgangers opnieuw op een veilige manier hun fiets stallen. (c) Johan Dierickx
HEILIG KRUISKERK HEUSDEN
Fietsenrekken
Te voet op weg naar de gebedsvie- ring op woensdag, word ik onder- weg aangesproken door een per- soon die heel recent in mijn buurt is komen wonen. Het was duidelijk iemand die steeds in een stedelijke omgeving heeft gewoond. "Mijn- heer, ben je van hier?" Op mijn be-
vestigend antwoord wordt mij ge- vraagd: "Kan jij mij misschien zeg- gen welke vogel ik hier steeds op- nieuw hoor?". Met moeite kon ik een glimlach onderdrukken: "Maar ja, dat is nu wel geen vogel, maar een kikker...".
Denis Vercruyssen, Destelbergen
FIJNTJES GLIMLACHEN
Vogel
EMMAÜS DESTELBERGEN HEUSDEN MELLE 3
Het weekend van 25 april 2021 zou het weekend van de vormsels zijn in onze parochie. Dat kon niet doorgaan, om gekende redenen. In Heusden hebben de vormelingen op die zondag wel een belangrijke stap gezet op weg naar hun vorm- sel, dat nu in september gepland is.
Zij hebben hun naam opgegeven.
Acht korte vieringen volgden el- kaar op, een hele voormiddag lang.
Telkens zes of zeven vormelingen en ouders en soms ook broers en zusjes waren aanwezig. “Je naam is een geschenk”, zei de pastoor.
Door je familienaam ben je ver- bonden met anderen. Je voornaam maakt je uniek, iemand met een ei-
Jezus, ik wil in jouw voetspoor treden. Met deze voetjes gaven de vormelingen hun naam op. (c) GDK
gen taak in het leven. Je naam op- geven is je engageren, zeggen: “Op mij kan je rekenen”. Als je je naam opgeeft voor het vormsel zeg je: Je- zus, ik wil in jouw voetspoor tre- den. Op deze zondag krijgt die Je- zus de naam van “Goede herder”:
iemand die zorgt draagt voor ande- ren en iedereen kent bij zijn naam.
Het is meteen een levensopdracht voor de vormelingen, net zoals her- der zijn de essentie is van wat hun ouders voor hen doen.
Het zijn telkens korte, intense vie- ringen. De bubbels zitten op veilige afstand van elkaar maar wel allemaal vooraan in de kerk, zodat we ste-
vig verbonden zijn: fysieke afstand en verbondenheid, het kan samen gaan! We bidden samen, we luiste- ren naar het evangelie van de Goe- de Herder, de vormelingen spreken stil maar bewust hun engagement uit en zeggen duidelijk hun naam voor de kerk. Een weinig gevulde kerk, maar de opgeschreven namen blijven hangen. Ieder die in de ko- mende maanden langskomt in de kerk, zal het kunnen zien: een vijf- tigtal jonge mensen hebben hun naam opgegeven en opgeschreven op een voetje. Zij willen verdergaan in het voerspoor van Jezus: op weg naar het vormsel, en verder…
Een warm dank je wel aan de vor- melingen en de ouders voor hun stevige inzet op de weg, aan de ca- techisten voor hun engagement en bijzonder voor hun creativiteit in deze uitzonderlijke omstandighe- den en aan pastoor Jos Verstraeten, voor zijn voorgaan in de gebedsvie- ringen.
Raf De Mulder
Eén voor één brachten de vormelingen hun voetje aan. (c) GDK Een naamopgave in coronaveiligheid (c) GDK
HEUSDEN
Naamopgave vormelingen
Zuster Noreen heeft aandachtig ge- luisterd naar het gesprek dat ik voerde met haar medezusters Miet en Sushila. “Je voelt dat ze geluk- kig zijn in het klooster, ze stralen dat uit”, zegt ze. “Alleen wie in dit leven gelukkig is, kan het volhou- den. Want het is niet altijd makke- lijk.
Voor ik ja zei aan God, had ik deel- genomen aan een programma voor studentenStay and Experience (Kom en zie) en daar had ik de Bijbel ontdekt.
Het geloof leerde ik al eerder ken- nen, bij mijn ouders. Mijn vader nam me elke ochtend mee naar de kerk. Hij wekte me om naar de mis te gaan. Kon hij niet mee, dan ging ik alleen, ook al was ik bang in het donker. Ik ging graag. Later namen
Zuster Shushila (links) en zuster Noreen (rechts), twee zusters uit Azië die hier een internationale gemeenschap komen vormen. (c) Zusters van Liefde
de zusters me mee naar het klooster en ik begon mij af te vragen of dat ook niet mijn weg was. Net dan rea- geerde mijn vader bezorgd. Weet u, we leefden vrij afgezonderd, kregen thuis les, gingen niet uit, hij vroeg zich af of het kloosterleven me wel zou liggen. “Hou haar niet tegen als God haar wil”, pleitte mijn ma- ma. Het afscheid van mijn 7 zussen en twee broers viel me zwaar, maar mijn mama verzekerde me van haar en hun gebed om mij te steunen. “Je hebt je leven aan God gegeven, hou vol” zei ze.
Ik trad in en legde mijn eerste gelof- ten af in 2005. In het noviciaat ben je goed omringd, je leeft in een be- schermde bubbel. Eenmaal daarbui- ten kreeg ik het wat moeilijk. Toen
realiseerde ik me dat het van me- zelf zou afhangen, wat ik van mijn leven als religieuze zou maken. Ik zocht meestal het gezelschap op van oudere zusters, van hen kon ik veel leren. Ik kreeg gelukkig de tijd en kon in verschillende gemeenschap- pen leven. En ook toen ik werd uit- gekozen om als missionaris naar België te gaan, raadde de provinciale overste me aan om de tijd te nemen, om me erop voor te bereiden.
Ik weet nog niet juist wat God van mij wil in deze internationale ge- meenschap die we in Gent gaan vor- men. Daarvoor kwam ik in maart 2020 naar België. Toen ging het land in lockdown. Misschien was dit jaar van afwachten wel een test om te zien hoe sterk ik ben, een tijd voor mij om te leren. Ik heb in dit jaar veel gebeden.
God roept hen die Hij in staat acht om Hem te volgen. Ik ben maar een eenvoudig iemand, maar ik kreeg al veel zegeningen van de Heer. Je- zus heeft zijn leven voor ons ge- geven, zijn enige ‘misdaad’ was dat Hij ons liefhad. Ik werd Zuster van Liefde om in onze manier van le- ven Gods liefde voelbaar te maken.
Eerst God liefhebben en dan de zus- ters, zo wil ik leven. Daarom is onze spreuk ookGod is liefde, Deus caritas est. (NL)