Farmant 23/10/2018
Kristof Maudens
Toxicologisch Centrum, Universiteit Antwerpen, Universiteitsplein 1, 2610 Wilrijk
GENEESMIDDELEN IN HET VERKEER
OVERZICHT
• Inleiding
• Wetgeving
• Matrices
• Geneesmiddelen
• Conclusie
Farmant 23/10/2018
INLEIDING
INLEIDING
• Belang onderschat / niet gekend
• DRUID:
- Benzo’s, medicinale opiaten/opioïden en Z-GM - Algemene populatie chauffeurs in BE:
Benzo's: 2.01% (EU: 0.90%) + 0.27%
Medicinale opiaten/opioïden: 0.75% (EU: 0.35%) + 0.23%
Z-GM: 0.22% (EU: 0.12%) + 0.07%
Vrouwen, 35+
- Ernstige ongevallen in BE:
Benzo’s: 7.3%
Medicinale opiaten/opoïden: 3.3%
Z-GM: 1.7%
- Relatief risico op ernstig/dodelijk ongeval x 2-10
Farmant 23/10/2018
OVERZICHT
• Inleiding
• Wetgeving
• Matrices
• Geneesmiddelen
• Conclusie
WETGEVING
• In België:
- KB van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs
- KB van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten
betreffende de politie over het wegverkeer
Farmant 23/10/2018
WETGEVING – KB 23 maart 1998
Bijlage 6: minimumnormen en attesten inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid besturen motorvoertuig:
• Fysieke en geestelijke geschiktheid:
- Neurologisch - Locomotorisch
- Geestelijk - Hart en bloedvaten
- Epilepsie - Diabetes
- Pathologische somnolentie - Gehoor en vestibulair systeem
• Visuele functies
• Nier- en leveraandoeningen
• Implantaten
WETGEVING – KB 23 maart 1998
Bijlage 6: minimumnormen en attesten inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid besturen motorvoertuig:
• Psychotrope stoffen (PS) en geneesmiddelen (GM):
- GH: bepaalt rijgeschiktheid en geldigheidsduur
- Verslaving of overmatig gebruik PS => niet rijgeschikt - “De kandidaat die regelmatig, in welke vorm dan ook,
psychotrope stoffen gebruikt die een nadelige invloed op de rijgeschiktheid kunnen hebben of die dusdanige hoeveelheden gebruikt dat het rijgedrag daardoor ongunstig wordt beïnvloed is niet rijgeschikt.
Hetzelfde geldt bij gebruik van alle andere geneesmiddelen of geneesmiddelencombinaties die de waarneming, de stemming, de aandacht, de psychomotoriek en het oordeelsvermogen
ongunstig beïnvloeden.”
Farmant 23/10/2018
WETGEVING – KB 23 maart 1998
Bijlage 6: minimumnormen en attesten inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid besturen motorvoertuig:
• Psychotrope stoffen (PS) en geneesmiddelen (GM):
- “De geneesheer gaat bij het voorschrijven van geneesmiddelen na welke de invloed is op het rijgedrag van elk geneesmiddel afzonderlijk, in combinatie met andere geneesmiddelen of in combinatie met alcohol.
De geneesheer licht zijn patiënt in over de mogelijke gevolgen
voor het rijgedrag.”
WETGEVING – KB 23 maart 1998
Zeer strikte toepassing van dit KB zou het Antwerpse
fileprobleem mogelijkerwijs kunnen oplossen …
Farmant 23/10/2018
WETGEVING – KB 16 maart 1968
Nochtans …
WETGEVING – KB 16 maart 1968
• “Art. 35. Met geldboete van 200 euro tot 2.000 euro en met het verval van het recht tot besturen van een motorvoertuig voor een duur van ten minste een maand en ten hoogste vijf jaar of voorgoed, wordt gestraft hij die op een openbare
plaats een voertuig of een rijdier bestuurt of een bestuurder begeleidt met het oog op de scholing, terwijl hij in staat van dronkenschap verkeert of in een soortgelijke staat met name ten gevolge van het gebruik van drugs of van
geneesmiddelen.”
Dus geen benoeming van GM of concentraties, uitgezonderd (Art. 37):
morfine in plasma: > 10 ng/ml
amfetamine in plasma: > 25 ng/ml
Farmant 23/10/2018
WETGEVING – België vs. Zweden
• Zweden: strengere wetgeving rond bepaalde VS-plichtige GM.
Vervolging indien:
- onder invloed OF
- aanwezig in menselijk lichaam zonder VS OF
- concentratie GM in bloed hoger dan verwacht door normaal therapeutisch gebruik
Gevolgen voor Zweden:
• Politie meer gemotiveerd
• Expert toxicologen veel meer werk
• … maar spijtig genoeg geen mentaliteitswijziging chauffeurs
PRAKTIJKVOORBEELD
Farmant 23/10/2018
OVERZICHT
• Inleiding
• Wetgeving
• Matrices
• Geneesmiddelen
• Conclusie
MATRICES
• Eigenlijk zouden we een hersenbiopt moeten afnemen …
• Bloed: concentratie goede weerspiegeling effect
=> gouden standaard
• Urine: langer detectievenster
• Speeksel:
- Voordelen:
makkelijker af te nemen
detectievenster meer gelijkend op bloed
- Nadelen:
dikwijls verlies relatie concentratie-effect
analytische problemen
…
Farmant 23/10/2018
OVERZICHT
• Inleiding
• Wetgeving
• Matrices
• Geneesmiddelen
• Conclusie
GENEESMIDDELEN – ALGEMEEN
• meest recente categorisatie: DRUID
www.druid-project.eu -> Deliverables -> D.4.4.1
• 4 categoriën qua invloed op rijvaardigheid:
- 0: geen of verwaarloosbaar - 1: beperkt
- 2: matig - 3: zwaar
• 1541 GM, op basis van ATC, werden gecatalogeerd:
- 0: 50,3%
- 1: 26,0%
- 2: 11,2%
- 3: 5,8%
- meerdere categorieën: 4,4%
- afhankelijk van combinatie: 2,3%
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ALGEMEEN
GENEESMIDDELEN - ALGEMEEN
• Effecten die tot categorisatie 1,2 of 3 kunnen leiden:
- Centraal zenuwstelsel:
sufheid, slaperigheid, duizeligheid
verwardheid, cognitieve stoornissen, desoriëntatie
ongewenste bewegingen
stuipen
- Psychiatrische stoornissen:
verstoorde waarneming
psychotische reacties
…
- Visuele stoornissen:
diplopie
troebel zicht
accomodatie stoornissen
verminderd scherptezicht
…
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN - ALGEMEEN
• Effecten die tot categorisatie 1,2 of 3 kunnen leiden:
- Gehoor- en evenwichtsstoornissen:
verminderd gehoor
duizeligheid
…
- Metabole stoornissen:
hypoglycemie
- Vasculaire stoornissen:
hypotensie
GENEESMIDDELEN – ATC A
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC A
• Meeste GM niet beschikbaar in BE
• Wel van belang (cat. 2):
- Butylscopolamine parenteraal (i.v.) (Buscopan) - Metoclopramide parenteraal (Primperan)
- Opium/morfine oraal (meestal magistraal)
GENEESMIDDELEN – ATC A
• Meeste GM niet beschikbaar in BE
• Wel van belang (cat. 2):
- Butylscopolamine parenteraal (i.v.) (Buscopan) - Metoclopramide parenteraal (Primperan)
- Opium/morfine oraal (meestal magistraal)
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC A
• Meeste GM niet beschikbaar in BE
• Wel van belang (cat. 2):
- Butylscopolamine parenteraal (i.v.) (Buscopan) - Metoclopramide parenteraal (Primperan)
- Opium/morfine oraal (meestal magistraal)
GENEESMIDDELEN – ATC B
• Cat. 2: Iloprost (Ventavis)
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC C
• Cat. 2: centraal werkende antihypertensiva:
- Clonidine (Catapressan)
- Methyldopa (Aldomet)
- Moxonidine (Moxon)
GENEESMIDDELEN – ATC C
• Cat. 2: centraal werkende antihypertensiva:
- Clonidine (Catapressan)
- Methyldopa (Aldomet)
- Moxonidine (Moxon)
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC C
• Cat. 2: centraal werkende antihypertensiva:
- Clonidine (Catapressan)
- Methyldopa (Aldomet)
- Moxonidine (Moxon)
GENEESMIDDELEN – ATC D
• Veilig !
• Cat. 1: acitretine (Neotigason)
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC M
• Spierrelaxantia cat. 2:
- middelen bij spasticiteit zoals baclofen (Lioresal), botulinetoxine
(bv. Botox) en dantroleen (Dantrium)
GENEESMIDDELEN – ATC M
• Spierrelaxantia cat. 2:
- middelen bij spasticiteit zoals baclofen (Lioresal), botulinetoxine
(bv. Botox) en dantroleen (Dantrium)
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC M
• Spierrelaxantia cat. 2:
- middelen bij spasticiteit zoals baclofen (Lioresal), botulinetoxine
(bv. Botox) en dantroleen (Dantrium)
GENEESMIDDELEN – ATC M
• Spierrelaxantia cat. 3:
- Spierverslappers gebruikt bij algemene anesthesie
• Bisfosfonaat (cat. 2): pamidronaat (Aredia)
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC N
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N01 - Anesthetica:
- Alle algemene anesthetica zijn cat. 3 (opioïden zoals fentanyl en afgeleiden ; overige zoals propofol, ketamine)
- Lokale anesthetica:
Ropivacaïne (Naropin) is altijd cat. 3
Overige ingespoten lokale anesthetica zijn cat. 2 of 3, afhankelijk van het gebruik
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N01 - Anesthetica:
- Alle algemene anesthetica zijn cat. 3 (opioïden zoals fentanyl en afgeleiden ; overige zoals propofol, ketamine)
- Lokale anesthetica:
Ropivacaïne (Naropin) is altijd cat. 3
Overige ingespoten lokale anesthetica zijn cat. 2 of 3, afhankelijk van het gebruik
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N02 - Analgetica:
- Opioïden:
alle narcotische analgetica (uitgez. codeïne) zijn cat. 2 of 3, afhankelijk van toedieningsvorm en steady-state
Codeïne (> 20 mg): cat. 2
- Overige analgetica en antipyretica: nefopam (Acupan): cat. 2
- Alle antimigraine middelen (uitg. ergotderivaten): cat. 2
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N02 - Analgetica:
- Opioïden:
alle narcotische analgetica (uitgez. codeïne) zijn cat. 2 of 3, afhankelijk van toedieningsvorm en steady-state
Codeïne (> 20 mg): cat. 2
- Overige analgetica en antipyretica: nefopam (Acupan): cat. 2
- Alle antimigraine middelen (uitg. ergotderivaten): cat. 2
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N02 - Analgetica:
- Opioïden:
alle narcotische analgetica (uitgez. codeïne) zijn cat. 2 of 3, afhankelijk van toedieningsvorm en steady-state
Codeïne (> 20 mg): cat. 2
- Overige analgetica en antipyretica: nefopam (Acupan): cat. 2
- Alle antimigraine middelen (uitg. ergotderivaten): cat. 2
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N02 - Analgetica:
- Opioïden:
alle narcotische analgetica (uitgez. codeïne) zijn cat. 2 of 3, afhankelijk van toedieningsvorm en steady-state
Codeïne (> 20 mg): cat. 2
- Overige analgetica en antipyretica: nefopam (Acupan): cat. 2
- Alle antimigraine middelen (uitg. ergotderivaten): cat. 2
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N02 - Analgetica:
- Opioïden:
alle narcotische analgetica (uitgez. codeïne) zijn cat. 2 of 3, afhankelijk van toedieningsvorm en steady-state
Codeïne (> 20 mg): cat. 2
- Overige analgetica en antipyretica: nefopam (Acupan): cat. 2
- Alle antimigraine middelen (uitg. ergotderivaten): cat. 2
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N02 - Analgetica:
- Opioïden:
alle narcotische analgetica (uitgez. codeïne) zijn cat. 2 of 3, afhankelijk van toedieningsvorm en steady-state
Codeïne (> 20 mg): cat. 2
- Overige analgetica en antipyretica: nefopam (Acupan): cat. 2
- Alle antimigraine middelen (uitg. ergotderivaten): cat. 2
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N03 - Antiepileptica:
- Alle antiepileptica zijn cat. 2, uitgezonderd:
Valproïnezuur indien parenteraal (Depakine): cat. 3
Fenobarbital (Gardenal): cat. 3
Fenytoïne (Diphantoïne): cat. 3
Primidon (Mysoline): cat. 3
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N03 - Antiepileptica:
- Alle antiepileptica zijn cat. 2, uitgezonderd:
Valproïnezuur indien parenteraal (Depakine): cat. 3
Fenobarbital (Gardenal): cat. 3
Fenytoïne (Diphantoïne): cat. 3
Primidon (Mysoline): cat. 3
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N03 - Antiepileptica:
- Alle antiepileptica zijn cat. 2, uitgezonderd:
Valproïnezuur indien parenteraal (Depakine): cat. 3
Fenobarbital (Gardenal): cat. 3
Fenytoïne (Diphantoïne): cat. 3
Primidon (Mysoline): cat. 3
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N03 - Antiepileptica:
- Alle antiepileptica zijn cat. 2, uitgezonderd:
Valproïnezuur indien parenteraal (Depakine): cat. 3
Fenobarbital (Gardenal): cat. 3
Fenytoïne (Diphantoïne): cat. 3
Primidon (Mysoline): cat. 3
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N03 - Antiepileptica:
- Alle antiepileptica zijn cat. 2, uitgezonderd:
Valproïnezuur indien parenteraal (Depakine): cat. 3
Fenobarbital (Gardenal): cat. 3
Fenytoïne (Diphantoïne): cat. 3
Primidon (Mysoline): cat. 3
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N04 – Anti-Parkinson:
- Alle anticholinergica zijn cat. 2 (o.a. Akineton en Artane) - Alle dopaminerge GM zijn cat. 2, met uitz. van de MAO-B
inhibitoren rasagiline (Azilect) en selegiline (Eldepryl) die beide
cat. 1 zijn
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N04 – Anti-Parkinson:
- Alle anticholinergica zijn cat. 2 (o.a. Akineton en Artane) - Alle dopaminerge GM zijn cat. 2, met uitz. van de MAO-B
inhibitoren rasagiline (Azilect) en selegiline (Eldepryl) die beide
cat. 1 zijn
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N04 – Anti-Parkinson:
- Alle anticholinergica zijn cat. 2 (o.a. Akineton en Artane) - Alle dopaminerge GM zijn cat. 2, met uitz. van de MAO-B
inhibitoren rasagiline (Azilect) en selegiline (Eldepryl) die beide
cat. 1 zijn
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N05 - psycholeptica:
- N05A – antipsychotica (neuroleptica):
cat. 2: meeste GM
cat. 3: clozapine (Leponex), droperidol (Dehydrobenzperidol) en levomepromazine (Nozinan) en parenterale toedieningsvormen van aripiprazole (Abilify), clotiapine (Etumine), flupentixol (Fluanxol), haloperidol (Haldol), risperidone (Risperdal) en zuclopenthixol (Clopixol)
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N05 - psycholeptica:
- N05A – antipsychotica (neuroleptica):
cat. 2: meeste GM
cat. 3: clozapine (Leponex), droperidol (Dehydrobenzperidol) en levomepromazine (Nozinan) en parenterale toedieningsvormen van aripiprazole (Abilify), clotiapine (Etumine), flupentixol (Fluanxol), haloperidol (Haldol), risperidone (Risperdal) en zuclopenthixol (Clopixol)
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N05 - psycholeptica:
- N05A – antipsychotica (neuroleptica):
cat. 2: meeste GM
cat. 3: clozapine (Leponex), droperidol (Dehydrobenzperidol) en levomepromazine (Nozinan) en parenterale toedieningsvormen van aripiprazole (Abilify), clotiapine (Etumine), flupentixol (Fluanxol), haloperidol (Haldol), risperidone (Risperdal) en zuclopenthixol (Clopixol)
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N05 - psycholeptica:
- N05A – antipsychotica (neuroleptica):
cat. 2: meeste GM
cat. 3: clozapine (Leponex), droperidol (Dehydrobenzperidol) en levomepromazine (Nozinan) en parenterale toedieningsvormen van aripiprazole (Abilify), clotiapine (Etumine), flupentixol (Fluanxol), haloperidol (Haldol), risperidone (Risperdal) en zuclopenthixol (Clopixol)
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N05 - psycholeptica:
- N05B + N05C – anxiolytica, hypnotica en sedativa:
cat. 3: alle benzo’s en Z-geneesmiddelen, uitgezonderd clobazam (Frisium) cat. 2, zolpidem (Stilnoct) meer dan 8 uur na inname cat. 2
cat. 2: hydroxyzine (Atarax)
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N05 - psycholeptica:
- N05B + N05C – anxiolytica, hypnotica en sedativa:
cat. 3: alle benzo’s en Z-geneesmiddelen, uitgezonderd clobazam (Frisium) cat. 2, zolpidem (Stilnoct) meer dan 8 uur na inname cat. 2
cat. 2: hydroxyzine (Atarax)
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N06 - psychoanaleptica:
- N06A – antidepressiva:
cat. 3: amitriptyline (Redomex), dosulepine (Prothiaden), doxepine (Sinequan), mianserine (Lerivon), mirtazapine (Remergon) en
trazodone (Trazolan)
cat. 2: agomelatine (Valdoxan), clomipramine (Anafranil), duloxetine (Cymbalta), imipramine (Tofranil), moclobemide (Aurorix),
nortriptyline (Nortrilen), fenelzine (Nardelzine), venlafaxine (Efexor)
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N06 - psychoanaleptica:
- N06A – antidepressiva:
cat. 3: amitriptyline (Redomex), dosulepine (Prothiaden), doxepine (Sinequan), mianserine (Lerivon), mirtazapine (Remergon) en
trazodone (Trazolan)
cat. 2: agomelatine (Valdoxan), clomipramine (Anafranil), duloxetine (Cymbalta), imipramine (Tofranil), moclobemide (Aurorix),
nortriptyline (Nortrilen), fenelzine (Nardelzine), venlafaxine (Efexor)
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N06 - psychoanaleptica:
- N06A – antidepressiva:
cat. 3: amitriptyline (Redomex), dosulepine (Prothiaden), doxepine (Sinequan), mianserine (Lerivon), mirtazapine (Remergon) en
trazodone (Trazolan)
cat. 2: agomelatine (Valdoxan), clomipramine (Anafranil), duloxetine (Cymbalta), imipramine (Tofranil), moclobemide (Aurorix),
nortriptyline (Nortrilen), fenelzine (Nardelzine), venlafaxine (Efexor)
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N06 - psychoanaleptica:
- N06A – antidepressiva:
cat. 3: amitriptyline (Redomex), dosulepine (Prothiaden), doxepine (Sinequan), mianserine (Lerivon), mirtazapine (Remergon) en
trazodone (Trazolan)
cat. 2: agomelatine (Valdoxan), clomipramine (Anafranil), duloxetine (Cymbalta), imipramine (Tofranil), moclobemide (Aurorix),
nortriptyline (Nortrilen), fenelzine (Nardelzine), venlafaxine (Efexor)
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N06 - psychoanaleptica:
- N06B – psychostimulantia, GM bij ADHD en noötropica:
cat. 2: methylfenidaat (Rilatine), modafinil (Provigil) en piracetam (Nootropil)
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N06 - psychoanaleptica:
- N06D – middelen tegen dementie:
cat. 2: alle anti-Alzheimer GM, behalve gingko biloba (cat. 0)
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N06 - psychoanaleptica:
- N06D – middelen tegen dementie:
cat. 2: alle anti-Alzheimer GM, behalve gingko biloba (cat. 0)
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N07 – overige middelen voor het CZS:
- N07A – parasympathomimetica:
cat. 2: cholinesterase-inhibitoren (o.a. Mestinon)
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N07 – overige middelen voor het CZS:
- N07B – middelen bij verslavingsziekten:
N07BA middelen bij nicotine-afhankelijkheid: varenicline (Champix) cat. 1, bupropion (Zyban) cat. 2
N07BB middelen bij alcoholafhankelijkheid: disulfiram (Antabuse) cat.
2 en naltrexone (Nalorex) cat. 2
N07BC middelen bij opiaatafhankelijkheid: buprenorfine (Subutex, Suboxone) en methadone cat. 2 of 3 afhankelijk van gewenning en formulatie
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N07 – overige middelen voor het CZS:
- N07B – middelen bij verslavingsziekten:
N07BA middelen bij nicotine-afhankelijkheid: varenicline (Champix) cat. 1, bupropion (Zyban) cat. 2
N07BB middelen bij alcoholafhankelijkheid: disulfiram (Antabuse) cat.
2 en naltrexone (Nalorex) cat. 2
N07BC middelen bij opiaatafhankelijkheid: buprenorfine (Subutex, Suboxone) en methadone cat. 2 of 3 afhankelijk van gewenning en formulatie
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N07 – overige middelen voor het CZS:
- N07B – middelen bij verslavingsziekten:
N07BA middelen bij nicotine-afhankelijkheid: varenicline (Champix) cat. 1, bupropion (Zyban) cat. 2
N07BB middelen bij alcoholafhankelijkheid: disulfiram (Antabuse) cat.
2 en naltrexone (Nalorex) cat. 2
N07BC middelen bij opiaatafhankelijkheid: buprenorfine (Subutex, Suboxone) en methadone cat. 2 of 3 afhankelijk van gewenning en formulatie
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC N
• N07 – overige middelen voor het CZS:
- N07C – middelen bij duizeligheid:
cat. 2: cinnarizine (Stugeron) en flunarizine (Sibelium)
- N07D – overige middelen: oxybaat (Xyrem): cat. 3
GENEESMIDDELEN – ATC R
• R05 – hoest- en verkoudheidsmiddelen:
- Opioïden: cat. 2, behalve codeïne < 20 mg cat. 1 en ethylmorfine
(Longbalsem) cat. 3
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC R
• R06 – antihistaminica voor systemisch gebruik:
- Cat. 2:
cetirizine (Zyrtec), dexchloorfeniramine (Polaramine), dimetindeen (Fenistil), ketotifen (Zaditen), meclozine (Agyrax, Postafene) en mizolastine (Mizolen)
- Cat. 3:
alimemazine (Theralene), difenhydramine (Nustasium) en promethazine (Phenergan)
GENEESMIDDELEN – ATC R
• R06 – antihistaminica voor systemisch gebruik:
- Cat. 2:
cetirizine (Zyrtec), dexchloorfeniramine (Polaramine), dimetindeen (Fenistil), ketotifen (Zaditen), meclozine (Agyrax, Postafene) en mizolastine (Mizolen)
- Cat. 3:
alimemazine (Theralene), difenhydramine (Nustasium) en promethazine (Phenergan)
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC S
• S01 – oftalmologische middelen:
- S01E – glaucoommiddelen en miotica:
acetylcholine (Miochole), apraclonidine (Iopidine), brimonidine (Alphagan) en pilocarpine (Isopto-Carpine): cat. 2
- S01F – mydriatica en cycloplegica: cat. 3
- S01L – producten tegen vasculaire oogaandoeningen: cat. 3
GENEESMIDDELEN – ATC S
• S01 – oftalmologische middelen:
- S01E – glaucoommiddelen en miotica:
acetylcholine (Miochole), apraclonidine (Iopidine), brimonidine (Alphagan) en pilocarpine (Isopto-Carpine): cat. 2
Farmant 23/10/2018
GENEESMIDDELEN – ATC S
• S01 – oftalmologische middelen:
- S01F – mydriatica en cycloplegica: cat. 3
GENEESMIDDELEN – ATC S
• S01 – oftalmologische middelen:
- S01L – producten tegen vasculaire oogaandoeningen: cat. 3
Farmant 23/10/2018
OVERZICHT
• Inleiding
• Wetgeving
• Matrices
• Geneesmiddelen
• Conclusie
CONCLUSIE
• De invloed van GM op de rijvaardigheid wordt onderschat
• Vele GM zijn nog niet onderzocht in case-control studies
• De wetgeving helpt niet echt om veel data te vergaren
• Mentaliteitswijziging van de chauffeurs veel belangrijker dan repressief beleid
• De apotheker kan hierbij helpen!
Farmant 23/10/2018