van de heer BART MARTENS Zonnepanelen – Terugval

Vraag nr. 687 van 13 juli 2005

van de heer BART MARTENS Zonnepanelen – Terugval

Installateurs van zonnepanelen stellen een drasti- sche terugval vast van het aantal opdrachten. Dat stelde onder meer de beroepsfederatie Belsolar in krantenartikels van begin juni. De orderboeken voor volgend jaar zijn nog maar voor tien procent gevuld. Volgens de installateurs moet de reden gezocht worden in de nieuwe subsidieregeling van de Vlaamse overheid.

Om het gebruik van groene energie te stimuleren, betaalt de Vlaamse overheid voorlopig nog de helft van de installatiekosten voor zonnepanelen terug.

Dat is 10.000 euro. Vanaf 2006 daalt die onmiddel- lijke terugbetaling tot tien procent.

Het systeem van groenestroomcertificaten (een vorm van exploitatiesubsidie) lijkt het wegvallen van de investeringssteun niet te kunnen compen- seren en werkt blijkbaar minder wervend. Het verschuiven van de investeringssubsidie naar een verhoogde opbrengst via groenestroomcertificaten werd ook door het VIWTArapport "Is er plaats voor hernieuwbare energie in Vlaanderen?" als een belemmering gezien.

1. In welke mate doet zich effectief een terugval voor in de bestellingen van zonnepanelen?

Heeft de administratie zicht op de grootte van het probleem?

2. Brengt de terugval de doelstellingen uit het Vlaams Klimaatbeleidsplan in het gedrang?

3. Welke maatregelen werden door de minister/

administratie reeds genomen of gepland om deze terugval te stuiten en onze achterstand ten opzichte van andere Europese lidstaten weg te werken?

Wordt daarbij gedacht aan het opnieuw invoe- ren van de installatiepremie?

4. In welke mate werd reeds gevolg gegeven aan de verschillende specifieke knelpunten en aanbeve- lingen die het vermelde VIWTArapport heeft

uitgewerkt rond fotovoltaïsche zonne-energie (zoals de zachte leningen met rentesubsidie voor PV-systemen, bijkomende stimulansen voor architecturale integratie van PV-systemen en een transparante regelgeving voor de meting van de opbrengst en de teruglevering van groene stroom)?

Antwoord

1. De nieuwe .ondersteuningssregeling, uitge- werkt en beslist in de vorige legislatuur, zal een aanpassing van de commerciële aanpak van de sector vergen. Het zwaartepunt van de subsidie- regeling verschuilt namelijk van een hoge inves- teringssteun naar een verhoogde productiesteun in de vorm van een minimumvergoeding voor groenestroomcertificaten voor elektriciteit opge- wekt met fotovoltaïsche zonnepanelen. Daarbij is het ook de bedoeling om het installeren van fotovoltaïsche zonnepanelen in ondernemingen sterker te stimuleren.

2. In de doelstelling van het huidige Vlaams Klimaatbeleidsplan 2002-2005 en de voort- gangsrapporten speelt energie opgewekt uit fotovoltaïsche zonnepanelen een marginale rol.

Tegen 2010 wordt een groenestroomproductie van ongeveer 2800 GWh vooropgesteld. Zonne- energie zal hiervan minder dan 0,5% voor haar rekening nemen (2004: 0.8 GWh).

3. In 1998 startte de Vlaamse overheid met de ondersteuning van het opwekken van elektri- citeit uit zonlicht door middel van fotovoltai- sche zonnepanelen. Tot en met 2005 bestond dit ondersteuningsmechanisme uit investerings- steun, die een percentage bedraagt van de inves- teringskost. Hierbij werd er uitsluitend gefocust op de particuliere s. :ior als doelgroep.

Een belangrijk kenmerk van een dergelijk ondersteuningsmechanisme is, zoals ook de sec- tor op Viaams en Europees niveau ervaart, het stop-and-go-effect. Subsidieaanvragen worden ingediend tot het voorziene budget is uitgeput.

Dit gebeurt geconcentreerd in de eerste helft

van het subsidiejaar. Daarna wordt afgewacht

tot er voldoende zekerheid is over het budget en

de subsidievoorwaarden van het volgende jaar

om cei; :v."j\vc aanvraag in te dienen.

Onder andere om het stop-and-go-effect van investeringssubsidies te vermijden en de iend te behouden, werd op vraag van en in overleg met de sector een juningssysteem voor installaties geplaatst en in dienst genomen vanaf 1 janu- ari 2006, uitgewerkt. Deze ondersteuning zal gebaseerd zijn op een vergoeding voor de elek- triciteit geproduceerd met fotovoltaïsche zon- nepanelen, een aanpak die door de Europese sectorfederatie wordt verkozen als meest opti- maal ondersteuningsmechanisme. Dat het Vlaamse ondersteuningsbeleid voor PV in een Europese context als vooraanstaand mag wor- den beschouwd, blijkt uit de uitnodiging die de Vlaamse energie-administratie van de Europese sectorfederatie EPIA mocht ontvangen voor de 20

Europese PV conferentie in Bareelona in juni 2005. Vlaanderen werd hierbij gevraagd als spreker op het politiek forum over het sub- sidiebeleid in de en. Dit naast toonaangevende landen als Duitsland en Spanje.

In de nieuwe subsidieregeling zal de eigenaar van de PV-installatie per 1000 kWh geprodu- ceerde elektriciteit een groenestroomcertificaat ontvangen dat aan de distributienet beheerder kan worden verkocht voor een gegarandeerde waarde van 450 euro. Dit tot 20 jaar na de indienstname van de installatie. Ook onderne- mingen zullen van deze verhoogde minimum- vergoeding gebruik kunnen maken, zodat de doelgroep wordt verbreed. Een bijkomend beoogd effect hierbij is dat tevens de grootte van de gemiddelde installaties kan toenemen, wat zou moeten bijdragen tot een verdere kost- prijsdal ing.

Daarnaast wordt ook het paradoxale effect van de investeringssubsidies op de kostprijs van fotovoluiïsche zonnepanelen weggewerkt.

Er werd de voorbije jaren immers vastgesteld dat enkel bij een vermindering van de investe- ringssubsidies de kostprijs van de zonnepanelen verminderde. Enkel bij een lagere investerings- subsidie zagen de leveranciers zich klaarblij- kelijk verplicht om scherpere prijzen aan te bieden.

Als overgangsmaatregel wordt voor de particu- liere sector voorzien om de minimumvergoeding voor groenestroomcertificaten te combineren met een beperkte investeringssteun van 10%. Bij het vaststellen van dit gecombineerd ondersteu- ningssysteem werd er ook voor gezorgd dat er geen oversubsidiëring ontstaat.

4. Door de verwachte komst van grotere systemen, voornamelijk bij ondernemingen, is het noodza- kelijk de bestaande regelgeving voor het meten van de geproduceerde stroom door ie lichten en waar nodig aan te passen. Hiervoor werd een werkgroep opgericht waar ODE Vlaanderen, de energie-administratie, de VREG en de dis- tributienetbeheerders deel van uitmaken. Deze werkgroep kwam midden april samen en in sep- tember werd een opvolgingsvergadering vastge- legd.

Ook het opzetten van een systeem van leningen met een aangepaste rente voor investeringen in fotovoltaïsche zonnepanelen werd door de ener- gie-administratie met verschillende financiële instellingen besproken. De financiële instellin- gen achten een dergelijk systeem op korte ter- mijn niet haalbaar omwille van de erg beperkte omvang van elk project. De systeemgrootte per project is in het subsidieprogramma beperkt tot maximaal 2,5 kWp wat in 2005 overeenstemt met een investeringsbedrag van ongeveer 20.('00 euro.

Vanaf 1 januari 2006 wordt de energiepres- tatieregeling van kracht. Bij nieuwbouw of verbouwing zal aandacht moeten worden geschonken aan energiebesparende maatregelen in de woning. Alle woningen zullen een bepaald niveau van isolatie en energieprestatie moeten behalen. Samen met de architect zal de bouwer of verbouwer moeten bepalen welke combina- tie van maatregelen en materialen daarvoor het best toegepast kunnen worden. Het installeren van fotovoltaïsche zonnepanelen heeft een gun- stig effect op de energieprestatie van een woning en kan er toe bijdragen het vooropgestelde E- peil te realiseren.

Daarnaast zorgen premies van lokale bestu-

ren en fiscale maatregelen voor een verdere

architecturale integratie van fotovoltaïsche

zonnepanelen. Particulieren kunnen voor een

investering in fotovoltaïsche zonnepanelen een

belastingsvermindering bekomen. Bij renovatie

van de woning is tevens bepaald dat het btw-

tarief van 6% ook kan toegepast \\ rde:i voor

woningen vanaf 5 jaar oud. Ondernemingen

kunnen gebruik maken van een verhoogde

investeringsaftrek en hebben de mogelijkheid

tot het verkrijgen van een ecologieprcmic voor

investeringen in fotovoltaïsche zonnepanelen.