• No results found

Stageverslag KRO-NCRV Brandpunt+

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stageverslag KRO-NCRV Brandpunt+"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Stageverslag KRO-NCRV Brandpunt+

MA Neerlandistiek S2614170 Ylse Fardou de Boer Albert Cuypstraat 12 8932 EC Leeuwarden 0646471810 KRO-NCRV Brandpunt+ Jan van Tienen Rijksuniversiteit Groningen Femke Kramer Leeuwarden, 8 juli 2020

(2)

Inleiding

Halverwege december kwam ik op de site van mediastages de vacature voor de functie van stagiair onlineredacteur/researcher bij KRO-NCRV Brandpunt+ tegen. Deze vacature sprak mij direct ontzettend aan. Van televisie kende ik Brandpunt maar vaag, de interessante artikelen van Brandpunt+ kwam ik daarentegen regelmatig tegen op Facebook.

Het in een klein team samenwerken aan stevig inhoudelijke journalistiek leek me een uitdagende stage. Ik wilde zelf graag schrijven, maar de kans om mee te mogen denken, kijken en met name ook mee te werken aan andere journalistieke vormen zorgde voor de kers op de taart.

Ik was direct ontzettend enthousiast, maar besefte me dat de stage wel de nodige veranderingen vereiste. Verhuizen leek hoogstwaarschijnlijk noodzakelijk voor de stage in Hilversum van vier dagen per week, drie maanden lang. Gelukkig heeft niets me kunnen tegenhouden en heb ik mijn cv met motivatie dezelfde dag nog verstuurd.

Het verraste me dat ik een uitnodiging kreeg om een week later op de redactie langs te komen voor ‘een kop koffie’. Eindredacteur Jeroen Pen, vormgeefster Ylja Band en ik hadden een goed gesprek. We hadden het over wat Brandpunt+ precies doet, welke onderwerpen het behandelt en met welke insteek, het soort stukken dat ik zou willen schrijven en mijn ervaring in de journalistiek. Dat die ervaring vrij minimaal was, wond ik geen doekjes om. Desondanks bood Jeroen mij de stageplaats aan - op

(3)

Inhoudsopgave

Inleiding ... 2 Beschrijving van de organisatie ... 4 Rol & werkzaamheden ... 5 Rubriek de Springplank ... 5 Vergaderen ... 5 Researchen ... 6 Interviewen ... 6 Uitwerken & schrijven ... 6 Redigeren ... 6 Publiceren ... 6 Assisteren editen en controleren video’s ... 7 Evaluatie ... 8 Leerdoelen ... 9 Begeleiding ... 13 Conclusie ... 14 Bijlagen ... 15

(4)

Beschrijving van de organisatie

KRO-NCRV Brandpunt+ is ooit begonnen als een online platform binnen het journalistieke deel van de mediaorganisatie KRO-NCRV. In 2018 fuseerde het met het tv-programma Brandpunt en vanaf 1 januari 2019 is het verder gegaan als web-only titel.

Brandpunt is een bekende titel in de Nederlandse journalistiek. Het programma begon in 1959 als een actualiteitenrubriek van de KRO. Enkele jaren later stond Brandpunt al bekend om de onafhankelijke, kritische journalistiek. Er werden voornamelijk uitgebreide reportages gemaakt over heel de wereld die werden gepresenteerd door onder andere Aad van den Heuvel, Willibrord Frequin en Fons de Poel. In augustus 2018 werd bekendgemaakt dat het programma van de buis moest door bezuinigingen bij de Nederlandse Publieke Omroep (NPO).

Brandpunt+ is echter niet hetzelfde als Brandpunt en dit komt met name door de veranderde visie. Brandpunt+ is namelijk een online platform voor constructieve journalistiek. Dat wil zeggen dat thema’s worden benaderd op een hoopgevende ‘wat nu?’-manier. Brandpunt+ wil verdiepende journalistiek bieden en problemen aankaarten met perspectief en waar mogelijk zelfs oplossingen. Er worden inspirerende verhalen verteld over mensen die de wereld willen verbeteren. De onderwerpen die worden behandeld zijn opgedeeld in de volgende vier thema’s: identiteit, geluk, betere wereld en big brother.

Voor de onderwerpen die Brandpunt+ behandelt, wordt altijd gezocht naar passende vertelvormen. Dit wordt ‘story first’ werken genoemd, wat inhoudt dat het verhaalidee altijd centraal staat. Er wordt dus echt met het team vanuit het onderwerp bedacht welk platform (bijvoorbeeld Facebook, YouTube, Twitter of Instagram) en welke vormen (bijvoorbeeld een artikel, een korte of juist langere video) het beste kunnen bijdragen aan het overbrengen van de boodschap. Met die insteek worden verhalen van hetzelfde onderwerp ook regelmatig verteld op verschillende manieren.

Brandpunt+ bestaat op dit moment uit een klein team van jonge makers. Jeroen Pen was de eindredacteur, maar per half april heeft Jan van Tienen het stokje van hem overgenomen. Binnen het team is ook het één en ander veranderd, maar voor het grootste deel van de periode februari tot mei bestond het uit de volgende mensen: schrijvers Eric van den Berg & Maartje Krijnen, camjo’s Lou Muuse & Lyangelo Vasquez, vormgever Ylja Band en researcher Anouk Burgman. Daarboven staan coördinator Hester van Yperen en hoofdredacteur en hoofdjournalistiek Henk van der Aa.

Elke maandagochtend komt het gehele team bijeen om de planning te bespreken. Tijdens deze vergaderingen worden plenair de voortgang en status van lopende verhalen besproken. Bovendien worden nieuwe verhaalideeën aangedragen waarbij vervolgens wordt gediscussieerd over de passende vertelvormen. Op donderdagmiddag vindt er doorgaans een reflectiemoment plaats waarbij onderling alle recent gepubliceerde verhalen worden bekritiseerd en het bereik wordt geanalyseerd.

Brandpunt+ heeft per 1 mei 2019 geen eigen site meer, maar valt nu onder een tabje op de site van NPO 3. Daarnaast is het actief op diverse sociale media; op Facebook heeft Brandpunt+ bijvoorbeeld ruim 112 duizend volgers en op Twitter zeker 45 duizend. Aangezien het merendeel van het publiek tussen de 18 en 35 jaar oud is, wordt er nu ook druk gewerkt aan het vergroten van het bereik op Instagram en YouTube. Met die reden vindt er op dit moment een verschuiving plaats van focus op verhalen in artikelvorm naar verhalen in beeldvorm.

(5)

Rol & werkzaamheden

Bij Brandpunt+ ben ik aan de slag gegaan als stagiair onlineredacteur en researcher. Ik werd als voltallig lid van de redactie behandeld en in zekere zin vrijgelaten in mijn werkzaamheden. Tijdens mijn stage heb ik me voornamelijk beziggehouden met het verrichten van onlineresearch naar interessante onderwerpen en personen om zo ideeën op te doen voor mijn eigen verhalen en die van anderen. Na goedkeuring van mijn verhaalidee of nadat ik een verhaalidee kreeg toegeschoven, begon ik me verder te verdiepen in het onderwerp. Ik heb veel gegoogeld en veel artikelen gelezen in vrijwel alle gevallen was dit mede ter voorbereiding op een interview. Vervolgens nam ik interviews af en werkte ik deze uit tot publiceerbare artikelen.

Rubriek de Springplank

Eén van mijn hoofdtaken was het invullen van de rubriek de Springplank. Het is een interviewrubriek die ongeveer eens in de twee weken verschijnt. Voor de Springplank worden mensen die iets hebben bereikt in hun carrière of leven geïnterviewd over de mensen die ze hebben geholpen te komen waar ze nu zijn. Het is een mooie rubriek waarin over het algemeen bekende mensen hun eigen verhaal vertellen en zo de lezers inspireren en tegelijkertijd een ander bedanken of in het zonnetje kunnen zetten.

Het was mijn taak om inspirerende mensen te zoeken voor deze rubriek. Halverwege mijn stageperiode werd hier als nieuwe voorwaarde aan toegevoegd dat deze persoon moest worden gekoppeld aan iets wat op dat moment actueel is, bijvoorbeeld de Boekenweek of de Ramadan, om mee te liften op het nieuws en zo meer mensen te bereiken.

Naast het uitzoeken van de juiste personen moest ik hen of hun manager benaderen en uitnodigen voor een interview. Hiervoor was ik veel aan het mailen en bellen. Als er akkoord werd gegaan met een interview, plande ik een afspraak in en bereidde zelfstandig het interview voor. Vervolgens nam ik telefonisch het interview af en transcribeerde de opname. Aan de hand van het transcript werkte ik het interview uit tot een full quote artikel van rond de 800 woorden. Ik voegde een intro toe die ik schreef op basis van mijn research, schreef een teaser, selecteerde quotes en stuurde alles op naar de eindredacteur. Ondertussen hield ik contact met de geïnterviewde en/of zijn manager, regelde een foto en stemde met de vormgever af dat de header met de foto erin op tijd klaar was voor publicatie. Wanneer ik het stuk terugkreeg van de eindredactie, verrichte ik de nodige aanpassingen en zette het geheel in het contentmanagementsysteem om het vervolgens te publiceren.

Vergaderen

Bovenop de vaste, redactionele vergaderingen kwamen nog veel extra vergaderingen en overleggen. Dit had te maken met het feit dat Brandpunt+ in korte tijd veel veranderingen doormaakte. De grootste verandering vond plaats vlak voor mijn stageperiode, namelijk het verdwijnen van het televisieprogramma Brandpunt+ per 1 januari 2019. Hierdoor was er veel onrust op de redactie. Het merendeel van de medewerkers is overgeplaatst naar andere afdelingen binnen KRO-NCRV en een aantal is opgestapt. Een klein team bleef over en ook hierbinnen vond tijdens mijn stageperiode nog veel wisseling plaats, waaronder de ruiling van eindredacteur en daarmee dus ook mijn stagebegeleider. Een andere veranderingen was het verschuiven

(6)

van de focus van tekst naar beeld in het vertellen van verhalen. Er werd dus minder aandacht besteed aan artikelen en meer aan video’s en social media. Daarnaast werd de site van Brandpunt+ vervangen door een tabje op de site van NPO3. Hiervoor moest worden bepaald welke artikelen werden overgezet naar NPO3 en welke artikelen zouden verdwijnen. Al deze ontwikkelingen brachten buitengewoon veel vergaderingen en besprekingen met zich mee. Al met al waren er dagelijks meerdere vergaderingen, vaak met het gehele team en soms slechts met een aantal redactieleden. Er werd van mij verwacht dat ik actief aan deze vergaderingen deelnam.

Researchen

Voor mijn eigen artikelen, maar ook voor de onderwerpen van anderen moest ik research verrichten. Veel van deze research gebeurde via Google, maar ook via sites van bijvoorbeeld kranten. Het doel hiervan was om ervoor te zorgen dat een onderwerp geen geheimen meer voor mij kende, werd mij verteld. Het researchen bestond ook uit het benaderen van de juiste mensen. Soms waren dit collega’s van andere afdelingen binnen KRO-NCRV, bekende mensen of hun naasten.

Interviewen

Brandpunt+ wil zijn lezers hoop en oplossingen bieden. Dit gebeurt vaak aan de hand van verhalen van inspirerende personen. Deze verhalen worden doorgaans vergaard door het afnemen van interviews en de inspirerende personen op deze manier zelf aan het woord te laten. Het was mijn taak om deze interviews voor te bereiden, af te nemen en uit te werken. In sommige gevallen deed ik het gehele proces zelfstandig, in andere gevallen in samenwerking met anderen. Soms betekende dat dat ik een interview moest afnemen dat al door een ander was voorbereid of een interview uitwerken dat door een ander was afgenomen. Ook niet alle interviews leidden tot een artikel. Ik moest bijvoorbeeld voorgesprekken voeren, deze gesprekken hadden veel weg van een interview, maar hadden als doel te bepalen of een persoon daadwerkelijk geschikt was voor een interview of dienden ter ondersteuning van de research naar een bepaald onderwerp of persoon.

Uitwerken & schrijven

Het was mijn taak om ideeën uit te werken tot artikelen voor online publicatie. Deze teksten moest ik zelfstandig schrijven en herschrijven nadat ik ze terugkreeg van de eindredactie. Er werd van mij verwacht dat de teksten van goede kwaliteit waren.

Redigeren van artikelen

Aangezien de redactie uit een klein team bestond, was het de gewoonte dat de eindredacteur de teksten van alle schrijvers redigeerde. De artikelen van de eindredacteur werden af en toe door de coördinator geredigeerd. In mijn eerste stageweek vroeg eindredacteur Jeroen Pen mij om zijn stuk te redigeren. Ik voelde me vereerd en dit bleek terecht, want niet eerder had hij iemand van het team zijn stukken toevertrouwd. Het ging me goed af en vrijwel alle verbeteringen en aanpassingen die ik had gemaakt, werden uiteindelijk ook doorgevoerd. Een paar weken later vroeg de nieuwe eindredacteur aan het team of er iemand zijn stuk wilde redigeren. Twee collega’s gaven aan hier geen tijd voor te hebben. Ik bood aan het voor hem te doen, maar helaas ging Jan niet op mijn voorstel in.

Publiceren

Aangezien Brandpunt+ ten tijde van mijn stage enkel online artikelen publiceerde, moesten alle artikelen voor publicatie worden ingevoerd in een

(7)

contentmanagementsysteem. Door de overgang van de ene op de andere site heb ik met twee verschillende systemen leren werken. Het was mijn taak om voor mijn eigen artikelen en de artikelen van anderen alle onderdelen apart in te voeren. Hieronder vielen bijvoorbeeld de titel en ondertitel, de namen van de makers, de kopjes en citaten tussendoor, de afbeeldingen met onderschriften en links naar andere artikelen en sites. Assisteren editen en controleren video’s De filmmakers van het team heb ik geholpen met het editen en controleren van video’s. Zij lieten mij zien hoe het editen in zijn werk ging en hoe zij beelden selecteren voor hun video’s. Na verloop van tijd kreeg ik hier zelf steeds meer zicht op en hielp ik mee met de structuur en inhoud. Gezamenlijk bedachten we teksten voor in de video’s en ik controleerde de ondertiteling.

(8)

Evaluatie

Gedurende mijn stage heb ik zelfstandig zes artikelen geschreven voor Brandpunt+. Deze stukken deden het wisselend bij het publiek. Zo had mijn eerste Springplank met artieste Merol een bereik van bijna 50K met bijna 6K betrokkenheidsacties op Facebook. Deze score ligt ver boven het gemiddelde van de artikelen van Brandpunt+ en is zeker uitzonderlijk voor de rubriek De Springplank. Het bereik van mijn andere Springplanken lag dan ook tussen de 6K en de 14K.

Brandpunt+ heeft ook veel gehad aan mijn onderzoek naar taalbarrières in het ziekenhuis. Naast het hoge bereik van bijna 30K en de vele voornamelijk positieve reacties op mijn artikel, scoorde de video over dit onderwerp ook bijzonder goed met een bereik van bijna 60K. Het onderwerp viel niet alleen in de smaak bij het publiek, maar ook bij Eva Jinek. Haar team deelde de video en het artikel namelijk op haar platform en dit vergrootte het bereik van het onderwerp aanzienlijk. De exacte score hiervan kan ik niet achterhalen, maar ik kon wel zien dat de post op het platform van Eva Jinek ruim 350 likes kreeg.

Aangezien mijn stage voornamelijk bestond uit het verzinnen en schrijven van artikelen, heb ik vaak aan de cursus Academisch Schrijven en Presenteren moeten denken. Ook al ging het daar om (populair-)wetenschappelijke artikelen en niet om journalistieke artikelen, heb ik tijdens deze cursus in het eerste en derde jaar van mijn bachelor geleerd hoe ik het schrijven van artikelen aanpak. Bovendien hebben we geleerd hoe je je voorbereidt op het schrijven door goede research te verrichten en ervoor te zorgen dat een onderwerp bijna geen geheimen meer voor je kent. Dit heeft mij ontzettend geholpen bij het afnemen van interviews, doordat ik er op deze manier telkens goed voorbereid aan begon. Het interviewen zelf had ik nog nooit eerder gedaan en ik had ook graag vanuit de studie hier meer technieken en trucjes over willen leren. Ik wist nog wel wat van mijn propedeuse Communicatie en heb me ingelezen in interviewvormen en – technieken. Op mijn vierde stagedag mocht ik echter direct al interviewen, het ging me goed af en het was fijn dat researcher Anouk mij hier enigszins bij begeleidde. Zij gaf me enkele tips zoals dat je altijd goed moet luisteren naar de antwoorden die iemand geeft, uitvoerig moet doorvragen, en dat het soms handig is om, als je niet tevreden bent met het antwoord dat je krijgt, dezelfde vraag nog eens op een andere manier te stellen verderop in het gesprek. Bovendien was Anouk aanwezig bij de eerste twee interviews die ik afnam, waardoor we deze achteraf gezamenlijk konden bespreken.

Bij het schrijven van de artikelen voor Brandpunt+ heb ik voortdurend rekening gehouden met het (jonge) publiek en gezocht naar manieren waarop ik door middel van een juiste opbouw en de passende informatieselectie dit publiek geboeid kon houden. Aan het begin van mijn stage en voordat ik begon met het schrijven van mijn eerste stuk heb ik ook een gesprek gehad met Hester over de opbouw van een artikel. Naar aanleiding van dat gesprek schreef ik de eerste versie van dat artikel in een grotendeels chronologische volgorde. Het werd interessant op het moment dat Jeroen dit bij de eindredactie vervolgens weer husselde. Bij het daaropvolgende artikel paste ik de tactiek van Jeroen toe en vervolgens deed hij slechts een kleine aanpassing aan het stuk. Toen het daarna weer anders moest en Jan het redigeren overnam, paste hij ineens weer van alles aan. Hiervan leerde ik veel over het redigeerproces, maar ook dat het soms puur een kwestie van smaak is. Ik kreeg zelfs steeds meer een idee over hoe een goed stuk in elkaar moest zitten en durfde hier in de loop van mijn stage ook meer over uit te spreken. Dit leverde interessante discussies op en achteraf had ik dit veel eerder en

(9)

meer willen doen, aangezien het ontzettend leerzaam was om aan de hand van de opvattingen en artikelen van anderen te ontdekken welke stijlen mijn voorkeur hebben en waarom. Leerdoelen Voorafgaand aan mijn stage had ik de volgende 5 leerdoelen opgesteld: 1. Het verzinnen en schrijven van journalistieke artikelen

Ondanks het gebrek aan ervaring dat ik had met het schrijven van journalistieke verhalen, heb ik in korte tijd veel geleerd. Het researchen en schrijven ging me soepel af en als ik ergens eens niet uitkwam, wist ik bij wie ik terecht kon voor advies. Ik las gedurende mijn stage op en buiten de redactie veel het nieuws en haalde hier inspiratie uit voor onderwerpen. Ik heb veel positieve reacties gekregen op mijn stukken en ben zelf ook blij met het eindresultaat. Het artikel over taalbarrières in de zorg is toch wel mijn trots, omdat ik hier ook meer van mezelf in kwijt kon. Ik werkte op dat moment naast mijn stage namelijk in het ziekenhuis en kon een deel van mijn eigen ervaring erin verwerken. Het onderwerp was een combinatie van mijn interesse voor taal en de zorg, waardoor ik er bevlogen aan werkte.

Het was interessant om de totstandkoming van de artikelen van begin tot eind grotendeels zelfstandig te doen. Ik mocht zelf onderwerpen of mensen die ik wilde interviewen kiezen en na goedkeuring hiermee aan de slag. Ik merkte dat ik moeite had met het verzinnen van onderwerpen en invalshoeken die pasten bij Brandpunt+. Mede door de reorganisatie binnen de organisatie werden de thema’s opnieuw aangescherpt. De nadruk kwam met name te liggen op duurzaamheid met de positieve (plus) benadering van Brandpunt+. Op een gegeven moment was ik wel een beetje klaar met onderwerpen als klimaatvluchtelingen, veganisme en vliegschaamte. De ideeën die ik aandroeg waren bijvoorbeeld de bordspellentrend in cafés, onderzoek naar dromen of laaggeletterdheid onder migranten, maar deze ideeën werden uiteindelijk afgekeurd. Daarbij droeg ik veel mensen aan voor de rubriek De Springplank. Het was soms lastig om hier mensen voor te vinden, maar toen ik bijvoorbeeld een interview had gepland met een in mijn ogen creatieve en populaire dichter, moest ik deze afzeggen, omdat eindredacteur Jan hem niet interessant vond. Aan mijn ideeën en initiatief heeft het denk ik niet gelegen, maar misschien week mijn interesse grotendeels toch iets teveel af van wat er op dat moment gewild was binnen de redactie. Achteraf had ik me misschien toch moeten verdiepen in bijvoorbeeld veganistische eetclubjes om zo meer aan te sluiten bij de rest van de redactie. Uiteindelijk heb ik ook geleerd hoe ik mijn eigen en de artikelen van anderen in het contentmanagementsysteem kon zetten. Ik leerde hoe ik in dit programma de titel, ondertitel, intro, alinea’s, beelden, enzovoort allemaal apart invoerde en het vervolgens publiceerde als geheel artikel op de site. Het was hierbij ook leerzaam dat Brandpunt+ een nieuwe site kreeg, waardoor ik met twee verschillende CMS-programma’s heb leren werken. Het eerste programma was veel minder overzichtelijk dan het tweede, waardoor ik in het begin eens een fout heb gemaakt waardoor het artikel niet vanuit de link op Facebook kon worden geopend. Aangezien het programma zo onoverzichtelijk was, kon ook niet direct worden ontdekt waar de fout zat en hierdoor gingen in de tussentijd enkele likes verloren. Het werd me niet kwalijk genomen, maar die ene verkeerde klik heb ik daarna gelukkig nooit meer gemaakt.

(10)

2. Het afnemen en uitwerken van interviews

Vooraf had ik niet gedacht dat ze me zo snel zelfstandig aan het interviewen zouden zetten en dat ik de kans zou krijgen in totaal zoveel mensen te interviewen als dat ik heb gedaan. Mede doordat het eerste interview met Merol zo soepel verliep, kreeg ik er direct wel vertrouwen in dat het goed zou gaan. Een deel van de interviews die ik deed waren voor de rubriek De Springplank waarbij ik vroeg naar de cruciale punten in iemands leven tot nu toe. Aangezien het voornamelijk ging om zaken uit het verleden, betrof het dus een retrospectief interview (Baarda & Van der Hulst, 2017, p. 27). Ik verdiepte me van tevoren goed in de carrière en het leven van deze persoon en bedacht vragen bij momenten en onderwerpen waar ik het over wilde hebben. Bij De Springplank gaat het ook om een persoon die er voor hen was op die cruciale momenten of die hen inspireerde om bepaalde keuzes te maken die ervoor zorgden dat ze dingen bereikten. Wie deze persoon was, wist ik voorafgaand aan het interview meestal niet en daardoor kon ik me niet alvast inlezen in die persoon. In de meeste gevallen waren dit ook bijvoorbeeld familieleden of vrienden waar online vrijwel niets over was te vinden. Ik wist van tevoren dus niet precies waar het gesprek toe zou leiden, maar werkte dus wel met deels voorbereide en soms standaard (Springplank)vragen waardoor het een halfgestructureerde interviews (Baarda & Van der Hulst, 2017, p. 21) waren.

Een interview dat werkelijk anders was dan de anderen, was het interview met verpleegkundige Michelle. Hierbij ging het over haar werk en het product dat zij ontwikkelde tijdens haar afstudeerstage. Dit interview kon ik nauwkeurig voorbereiden aan de hand van mijn research en de voorgesprekken met de communicatieadviseur van het ziekenhuis. Aangezien het tevens het laatste interview van mijn stage was, had ik al enige ervaring en handigheden in het interviewen. Het was echter mijn eerste interview op locatie en het eerste, echte interview met iemand die er niet aan gewend was om te worden geïnterviewd. De mensen die ik eerder interviewde waren bekendheden en gewend aan media-aandacht. Michelle was daarentegen slechts één keer eerder in contact geweest met enkel regionale media. Mijn collega’s hadden me erop voorbereid dat het belangrijk was om daarop in te spelen door eerst de tijd te nemen om haar op haar gemak te stellen, door te praten over andere zaken. Ik was gewend aan de korte, telefonische interviews waarbij doorgaans vrij vlot ter zake werd gekomen, maar het was leerzaam om het nu anders aan te pakken. Ik merkte dat Michelle wellicht door haar gebrek aan ervaring met interviews ook minder concrete, duidelijke antwoorden gaf dan de anderen, waardoor ik meer door moest vragen en haar vaker hielp om op de juiste woorden te komen. Na het interview voor mijn artikel stelde ik haar nog een aantal hoofdvragen die werden gefilmd voor in de video. Ik leerde van de filmmaakster dat dit een handige volgorde is, omdat zij toen al meer gewend was aan de situatie en dus gemakkelijker uit haar woorden kwam en concreter antwoord gaf.

Van alle interviews die ik deed, maakte ik opnames. Het uitwerken van de interviews deed ik door middel van het beluisteren van de opname die ik had gemaakt en die vervolgens volledig te transcriberen. Deze tip had ik gekregen van schrijfster Maartje en dit werkte goed voor mij. Wel lijkt het me een goede vervolgstap om – nu ik eenmaal ervaring heb met het uitwerken van interviews – te oefenen met het uitwerken van interviews zonder volledig transcript in het vervolg. Voor nu was het echter een fijne manier om aan de hand van de transcripten het overzicht te bewaren, geen belangrijke punten over het hoofd te zien en om te komen tot de opbouw van mijn artikelen. Dit deed ik door het markeren van belangrijke fragmenten en deze vervolgens te nummeren in de gewenste volgorde en op basis daarvan mijn artikel te schrijven. Het was eerst wel puzzelen met de opbouw van de artikelen. Ik moest telkens afwegingen

(11)

maken tussen een logische, chronologische volgorde en een meer prikkelende, a-chronologische volgorde, hierbij heb ik in het begin hulp gevraagd en uiteindelijk werd ik hier steeds vaardiger in.

Ik leerde dat het gebruikelijk is om iemands uitgesproken zinnen te verdraaien naar mooie kloppende zinnen en dat je hierin eigenlijk de vrije hand hebt. Een belangrijke les die ik leerde is dat het hierbij wel noodzakelijk is om duidelijke afspraken rondom de uitwerking van interviews te maken. Natuurlijk is het altijd handig om aan te geven wanneer iemand de tekst terug kan verwachten en wanneer de verwachte publicatiedatum is, maar het is ook belangrijk om jezelf in te dekken. Ik leerde van Eric dat dit mogelijk is door van tevoren nadrukkelijk te zeggen dat je het interview opneemt, je je eigen verhaal van de antwoorden maakt en dat de geïnterviewde het artikel uiteindelijk enkel op feitelijke onjuistheden mag controleren. Zo voorkom je dat de geïnterviewde eigenhandig het artikel gaat redigeren en ervan uitgaat dat jij wel meebuigt. Als kanttekening hierbij leerde ik echter ook dat een beetje meebuigen niet per definitie slecht is, want zo kun je de geïnterviewde ook te vriend te houden en de mogelijkheid openhouden om hem of haar in de toekomst nog eens te mogen interviewen.

3. Het actief kunnen deelnemen aan vergaderingen in redactioneel verband Brandpunt+ zit in een nieuwe fase waarbij een nieuwe eindredacteur plaatsnam en meerdere nieuwe gezichten aanschoven. Bovendien vond er een verschuiving plaats van de focus op artikelen naar video, kwamen er een nieuwe site en een nieuw Youtube-kanaal en was Brandpunt+ nog maar net van televisie. Al deze veranderingen brachten buitensporig veel vergaderingen met zich mee. Ik heb actief deelgenomen aan deze vergaderingen en kreeg de feedback dat ze mijn inbreng verfrissend vonden. Een terugkerend onderwerp was bijvoorbeeld de doelgroep. Het grootste deel van het publiek van Brandpunt+ bestaat uit jonge vrouwen uit de provincie Zuid-Holland. Toevallig of niet valt het grootste deel van de redactie daar ook onder. Ik heb ze als ‘buitenstaander’ geholpen met het bedenken van manieren om dit publiek te verbreden naar andere provincies. Het was me opgevallen dat het bijna nooit over dorpen, tuinen of auto’s ging. In vrijwel alle publicaties van Brandpunt+ lag de focus meer op steden, balkons en reizen met het openbaar vervoer. Ik droeg aan dat wanneer ze daar minder op zouden focussen, ze misschien ook een breder publiek aan zouden spreken. Mijn input werd serieus genomen en direct opgepakt.

Naast de vergaderingen rondom alle nieuwigheden en ontwikkelingen die ik hierboven beschreef, hadden we ook wekelijks de maandagochtendvergadering. Hierin werd de planning besproken en droeg iedereen elke week nieuwe verhaalideeën aan. Hier leerde ik dat deze ideeën niet echt ideeën zijn, maar eerder al ver uitgewerkte plannen. Coördinator Hester vertelde me dat goede journalisten eindeloze lijstjes hebben met verhaalideeën waar ze continu bewust en onbewust aan werken. Ik begon zelf ook dit soort lijstjes bij te houden en mijn verhaalideeën te delen tijdens de vergaderingen. Daarbij maakte ik een overzicht van belangrijke feestdagen en andere bijzondere dagen waarop kon worden ingehaakt met een verhaal. Deze momenten kondigde ik aan tijdens de maandagochtendvergaderingen en vervolgens brainstormden we met elkaar of en hoe we aandacht konden besteden aan dat onderwerp. Zo droeg ik bijvoorbeeld aan dat de Boekenweek eraan zat te komen en zocht ik uit welke auteurs genomineerd waren voor prijzen. Vervolgens bespraken we wie in aanmerking zou komen voor een interview dat kon worden gepubliceerd tijdens de Boekenweek.

(12)

4. Het effectief en doeltreffend kunnen combineren van tekst en beeld

Vormgeefster Ylja heeft mij van alles verteld en geleerd over hoe zij beeld bedenkt en creëert bij artikelen van anderen. Ze vertelde dat ze vaak associaties die een tekst bij haar oproept, omzet in beeld. Volgens haar is het belangrijk daarbij niet alle details te geven, maar precies dat wat de lezer of kijker nodig heeft. Zij noemt dit inzoomen en uitzoomen. Voor de afbeelding bij het artikel over taalbarrières sparden we bijvoorbeeld over wat er nodig was om mensen te laten zien dat het zich in een ziekenhuis afspeelde. Moest er daarvoor een verpleegkundige in beeld komen of was enkel een bed voldoende? We kwamen op het idee om verpleegkundigen iets uit te laten beelden met gebaren, maar we kwamen er niet direct uit wat dat moest zijn. Uiteindelijk bedacht en ontwierp Ylja het beeld met de toren van Babel. Het beeld van de Babylonische spraakverwarring paste natuurlijk perfect bij het onderwerp.

Met filmmaakster Lou heb ik veel gespard over teksten voor in haar video’s. Zij is zelf voorstander van het voorkomen van plaatje-praatje en wil dus niet exact laten zien wat er wordt verteld door bijvoorbeeld de voice-over. In video’s is het bovendien belangrijk om geen lappen tekst te plaatsen. Tijdens de controle van onze video over de taalbarrière leerde ik dat het belangrijk is om luchtige tekstjes te gebruiken die niet te volledig zijn. De nadruk moet namelijk liggen op het beeld. Het was interessant om eens vanuit dit andere perspectief te denken, omdat beeld ook erg belangrijk is om lezers naar je artikel te trekken.

5. Het efficiënt kunnen inzetten van social media voor een groter bereik van teksten

Tijdens mijn stageperiode waren er toevallig drie zogeheten ‘sprints’ voor social media. De twee sprints voor YouTube kon ik bijwonen en hier heb ik veel geleerd over wat nodig is om succesvol te zijn op YouTube, maar ook op andere social media. Zo is het tegenwoordig nuttig om in video’s in te zetten op één ding dat je tijdloos presenteert (dus zonder aanduidingen als ‘vorige week’ of ‘vandaag’) en direct te beginnen met actie en dus niet met een lange introductie van het onderwerp. Daarbij schijnt het in video’s belangrijk te zijn om ingewikkelde dingen op een heel simpele manier te presenteren. Het is bovendien belangrijk om als platform herkenbaar te zijn, zodat je kijkers of lezers weten wat ze van je kunnen verwachten. Ik leerde dat je dit kunt creëren door vast te houden aan een bepaalde lay-out van kleuren of vormen, maar ook aan de hand van wat je in beeld brengt, hoe je iets verwoordt of de omvang van de content. Daarbij is het belangrijk om video’s te analyseren op wat goed wordt bekeken en wat niet. De focus moet daarbij niet liggen op een zo hoog mogelijk aantal views, maar op een zo lang mogelijke kijktijd. Als het kijkersaantal bijvoorbeeld telkens sterk daalt wanneer een bepaald persoon in beeld komt, is het het overwegen waard om diegene niet meer in beeld te brengen. Een oplossing kan zijn om te experimenteren met het in beeld brengen van een ander persoon of om juist in een andere vorm aandacht te geven aan het onderwerp.

Tijdens de sprints werd veel aandacht besteed aan experimenteren om je op die manier af te stemmen op het publiek. Zo is het experimenteren met beeld en bijschriften in posts op social media ook zeer nuttig. Uiteindelijk draaide het toch om het grootste bereik en de meeste klikken en niet elke doelgroep klikt op hetzelfde. Ik leerde het belang van de aantrekkelijkheid van beeld en bijschrift en dat die mensen moeten verleiden om door te klikken naar de site. Deze beelden en bijschriften hebben als doel nieuwsgierigheid op te wekken, maar moeten niet alle informatie al weggeven. Tijdens een meeting met een communicatiemedewerker leerde ik hoe je effectief kunt

(13)

adverteren en posts kunt ‘boosten’ op Facebook en Instagram. Boosten houdt in dat je geld betaalt aan Facebook met als doel dat meer mensen je post te zien krijgen. Daarbij vertelde ze dat het altijd het beste werkt om dit in te zetten bij posts die het al goed doen bij het publiek. Voor mij was al deze informatie nieuw en het was interessant om het direct in praktijk te brengen bij het bedenken van onderschriften bij posts.

Eric leerde mij hoe ik op de Facebookpagina van Brandpunt+ de statistieken uit kon lezen. Ik kreeg persoonlijk toegang tot de Facebookpagina gedurende mijn hele stage. Hierin bestudeerde ik het bereik van de posts, het aantal klikken, de bezoekersaantallen en bezoekersprofielen op de pagina. Het was voor het eerst dat ik toegang had tot een Facebookpagina met zo een groot bereik, dus het was voor mij een hele ontdekking om bijvoorbeeld inzicht te krijgen in rond welk tijdstip de meeste volgers online zijn. Ik ontdekte dat dit meestal rond lunchtijd is en ontwikkelde de voorkeur om vlak voor dat tijdstip artikelen te publiceren om op die manier nog meer mensen te bereiken. Begeleiding De begeleiding van mijn stage verliep anders dan de bedoeling was. Aan het begin heb ik een gesprek gehad met Jeroen Pen over hoe de stage eruit zou komen te zien en wat de wederzijdse verwachtingen waren. We waren allebei enthousiast en hadden er zin in om samen te werken. Jeroen had grootse plannen waar hij mij bij wilde betrekken. Zo zouden we bijvoorbeeld samen een dag op pad gaan met een jong gemeenteraadslid. Jeroen heeft me vervolgens aan het werk gezet. Ik bewonderde zijn stukken en de manier waarop hij allerlei informatie zoals CBS-cijfers, nieuwsfeiten, wetenschappelijke inzichten, persoonlijke ervaring en bijvoorbeeld een interview combineert tot één samenhangend verhaal. Daarnaast had ik belangstelling voor de onderwerpen die hij behandelde en kon ik me vaak goed vinden in zijn invalshoeken. Helaas heb ik weinig van hem kunnen leren, want binnen een korte tijd vertrok Jeroen onverwacht en kwam Jan daarvoor in de plaats.

Jan schreef over onderwerpen waar ik niets mee had en ik kon me niet vinden in zijn invalshoeken en schrijfstijl. Zo schreef hij bijvoorbeeld de artikelen: “Zet die schaamte aan de kant: iedereen kan over voetbal praten!” en “Wat voor macht heeft schattigheid eigenlijk?”. Deze artikelen spraken mij niet aan en inspireerden me evenmin. Daarnaast was Jan nieuw op de redactie en moest hij zelf ook wennen aan zijn rol als eindredacteur. Ik kreeg het gevoel dat hij niet zat te wachten om daar ook nog eens de rol van stagebegeleider bij te hebben. Als ik hem vragen stelde of om tips vroeg reageerde hij vaak warrig en kreeg ik geen direct antwoord. Langzaamaan kreeg ik door dat hij liever mailde dan sprak, ondanks dat we bijna elke dag slechts één of twee stoelen van elkaar verwijderd zaten. Ik vond het jammer dat het contact met hem zo minimaal was en stroef verliep. Gelukkig was ik hierin niet de enige en hoorde ik andere collega’s ook over Jan’s gesloten houding spreken. Gelukkig was het contact tussen mij en de anderen wel goed en spontaan. Hester, Jan en ik hebben een tussentijdsgesprek gehad waarin ik feedback kreeg op mijn werkzaamheden tot dusver en de verwachtingen en plannen voor het vervolg werden besproken. Tussendoor heb ik af en toe met Jan gesproken over verhaalideeën enzovoort. Op mijn één na laatste stagedag hebben we een evaluatiegesprek gehad. Hierin gaf Jan feedback op mijn stage en nodigde me uit om op freelancebasis te blijven schrijven voor Brandpunt+.

(14)

Conclusie

Al met al heb ik in korte tijd veel ervaring opgedaan in de journalistieke wereld en veel geleerd. Ik heb mijn uren voornamelijk op de redactie van Brandpunt+ doorgebracht, maar ook een kijkje kunnen nemen bij andere programma’s en afdelingen van KRO-NCRV. Daardoor heb ik nu ook een beter beeld van welke werkterreinen er allemaal mogelijk zijn met mijn opleiding Nederlands.

Ik vond het leerzaam en bovendien erg inspirerend om te werken aan journalistieke verhalen. Interviewen leek me eerst een beetje spannend, maar dit viel me uiteindelijk hartstikke mee. Ik merkte dat het interviewen, maar ook het uitwerken van de interviews me steeds beter en vlotter afging. Naarmate de stage vorderde kreeg ik steeds meer idee over hoe een goed verhaal gepresenteerd moet worden en ik kreeg verschillende technieken onder de knie.

Niet alles aan de stage vond ik even interessant of bevredigend. Zo heb ik heel veel mensen benaderd voor een interview en duurde het vaak lang voordat ik reactie ontving, als ik dat überhaupt kreeg. Ik moest wennen aan mijn rol van de stalkende journalist die al mailend, bellend en append op haar doel afging. Ook vond ik het jammer om soms een goed idee weg te moeten gooien, doordat iemand simpelweg niet reageerde, maar ik begrijp nu dat het erbij hoort.

Daarnaast spraken de thema’s van Brandpunt+ mij toch minder aan dan ik van tevoren had gedacht. Het ging op de redactie voortdurend over duurzaamheid, inclusie en andere manieren om de wereld te verbeteren. Deze onderwerpen waren voor mij na een paar weken wel klaar. Daarbij spraken we vaak over en met bekende Nederlanders, waar ik nog nooit van had gehoord en waar ik eerlijkgezegd ook geen interesse voor heb.

De vergaderingen waren me soms ook wel te lang of te vaak, maar gelukkig hadden we een gezellig team. We hebben leuke maanden met elkaar gehad en ik ben blij dat ik in deze omgeving zoveel heb kunnen leren en doen. Deze ervaring bevestigt voor mij dat de journalistiek wel iets voor mij is. Ik ben dan ook blij dat ze me hebben gevraagd om op freelancebasis voor hen te blijven schrijven. Los van het feit dat ik dat graag wil doen, zie ik het ook als een manier om de deur naar de journalistiek open te houden.

Toch ben ik enigszins teleurgesteld in het verloop van mijn stage. Ik had verwacht dat ik een goede begeleiding zou krijgen en mijn vragen zou kunnen stellen aan mijn begeleider. Van tevoren werd me een beeld geschetst van een inspirerende, drukke en gezellige redactie, maar uiteindelijk zaten we vaak maar met een aantal. Tijdens de sollicitatieperiode werd me voorgehouden dat ik regelmatig op pad zou gaan voor interviews en ook geregeld mocht assisteren bij het filmen op locatie. Op het moment dat de stage begon, werd me helaas verteld dat ik eerst uren moest maken op de redactie. Na een paar weken heb ik opnieuw erop aangedrongen dat ik graag mee wilde op pad met de filmmakers, maar aangezien zij ook nieuw waren en moesten wennen, werd dit van bovenaf niet goedgekeurd. Uiteindelijk ben ik slechts één keer de deur uit geweest en dat was voor mijn allerlaatste interview. Hiervoor heb ik alles zelfstandig geregeld en er ging een videomaakster met mij mee. Op de redactie werd ik gelukkig wel bij van alles betrokken en heb zelf ook veel initiatief genomen om aan allerlei projecten en ideeën mee te werken.

(15)

Bijlagen

Om de door mij geschreven artikelen het beste tot hun recht te laten komen, heb ik ervoor gekozen deze hier niet in zijn geheel te plaatsen. In plaats daarvan staan hieronder de link naar mijn profiel op de nieuwe site van Brandpunt+ en op volgorde van publicatiedatum de linkjes naar de artikelen die ik heb geschreven. Profiel Ylse de Boer https://www.npo3.nl/brandpuntplus/makers/ylse-de-boer-bp De springplank van Merol https://www.npo3.nl/brandpuntplus/springplank-merel-balde De springplank van Jonneke de Zeeuw https://www.npo3.nl/brandpuntplus/springplank-mooncake-jonnekedezeeuw Wat kan een militair operatieassistent ons leren over stressbestendigheid? https://www.npo3.nl/brandpuntplus/stressvol-beroep-defensie-militair De springplank van Peter Kwint https://www.npo3.nl/brandpuntplus/peter-kwint-sp-kamerlid-tweedekamer-springplank De springplank Jandino Asporaat https://www.npo3.nl/brandpuntplus/de-springplank-van-jandino-asporaat Hoe krijg je alsnog goede zorg als je de verpleging niet verstaat? https://www.npo3.nl/brandpuntplus/hoe-krijg-je-alsnog-goede-zorg-als-je-de-verpleging-niet-verstaat

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Mocht u hiermee een vermoeden hebben dat er iets niet pluis is, kan u met deze lijst contact opnemen en dit bespreken met uw verantwoordelijke of de huisarts.. De informatie op

[r]

Dit brengt mee dat in dit geding ervan moet worden uitgegaan dat het tegenbewijs niet is geleverd en dat De Telegraaf de programmagegevens in TV Week heeft ont- leend

KRO-NCRV betoogt aan de hand van meerdere argumenten dat geen sprake is geweest van een (niet toegestane) vermijdbare uiting in de live-uitzending van Jinek. Daarbij legt zij er

Bij brief van 1 november 2018 (kenmerk: 712585/712764) heeft het Commissariaat KRO-NCRV op de hoogte gesteld van het voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke boete

In het eerste tabelletje schrijf je wat je deze week al goed deed met je handen en in het tweede tabelletje wat fout ging.. Kan je ook vertellen hoe die tweede tabel

Brink heeft ze opgenomen in zijn boek Rouw op je dak, waarin hij mensen helpt om te gaan met de dood van een dierbare..

Daarin laat iemand opnemen dat hij bijvoorbeeld geen antibiotica meer wil bij zware dementie of een andere ziekte, waardoor hij zich niet meer kan uitdrukken.. Maar de kans