Bijlage I Verklarende begrippenlijst
BIJLAGE I VERKLARENDE BEGRIPPENLIJST
ADSL en xDSL
ADSL staat voor Asymmetric Digital Subscriber Line
Analoog
De techniek waarbij elektrische signalen (in analoge vorm) worden gebruikt om informatie te coderen en vervolgens te transporteren. Dit is de traditionele vorm waarin radiosignalen worden verstuurd. Deze vorm wordt langzamerhand vervangen door de digitale, aangezien de betrouwbaarheid van de overdracht van informatie groter is bij de digitale variant.
Applicatie
Toepassing, speciaal geschikt voor een bepaalde techniek.
Backbone
Letterlijk ruggengraat, van een netwerk in dit verband. Deze backbones vormen de verbinding tussen grote netwerkonderdelen en dienen daarom over een grote capaciteit te beschikken. De backbone vormt een belangrijk onderdeel van het netwerk: indien er niet voldoende capaciteit is, loopt het verkeer veel vertraging op.
Bandbreedte
Het beschikbare frequentiebereik (bandbreedte) bepaalt hoeveel gegevens er maximaal per seconde kunnen worden veranderd.
Bij een bepaalde kwaliteit van de gegevensoverdracht bepaald de bandbreedte de maximale bitrate. Er is een wisselwerking tussen de kwaliteit en de hoeveelheid gegevens die getransporteerd kan worden via een netwerk.
Bereik
Het aantal personen van een bepaalde doelgroep of van een bevolkingsgroep dat word geconfronteerd met een specifiek medium (= mediumbereik) of met de boodschap die door dat medium gedragen wordt (= reclamebereik), meestal uitgedrukt in een percentage.
Blokfactor
De kijkdichtheid van een reclameblok afgezet tegen de kijkdichtheid van de omliggende programma’s.
Bruto bereik
(Ook wel Gross Rating Points) Het totaal aantal contacten in een mediaplan. Dit wordt ook wel uitgedrukt in procentpunten van de doelgroep en kan meer dan 100 bedragen (1% is 1 punt). In tegenstelling tot netto bereik worden personen die meerdere malen zijn bereikt ook meerdere malen geteld. Bruto bereik kan zowel in absoluten, als in procenten worden uitgedrukt en kan worden berekend voor een reeks programma’s, tijdvakken en/ of commercials. Bruto bereik = netto bereik x gemiddelde
contactfrequentie.
Compressietechniek
Een techniek om grote hoeveelheid data te verkleinen. Zo wordt bereikt dat de data minder ruimte inneemt en zo makkelijker te verplaatsen is. Deze techniek is belangrijk voor de implementatie van veel multimediale producten.
Contactfrequentie
Een getal dat aangeeft hoe vaak een persoon binnen een bepaalde periode (maand/ campagneduur) met een specifieke mediumeenheid of met verschillende mediumeenheden geconfronteerd wordt, dan wel met de boodschap die door het medium gedragen wordt. Ofwel: hoe vaak ziet mijn doelgroep mijn boodschap (gemiddeld).
Content
Letterlijk: inhoud. Term voor de inform atie die via communicatienetwerken wordt aangeboden.
CTS
Certainty to see: het daadwerkelijk gerealiseerde mediumbereik.
Digitaal
Bij digitale technologie worden data (informatie) in twee verschillende waarden weergegeven; als 0 en als 1. Wanneer informatie wordt gedigitaliseerd (dat wil zeggen omgezet van analoog naar digitaal) wordt de informatie omgeschreven naar nullen en enen en kan het worden opgeslagen, verwerkt en verstuurd.
Bijlage I Verklarende begrippenlijst
68 External Pacing
De ontvanger heeft geen invloed op het tempo en de volgorde waarin hij de boodschap voorgeschoteld krijgt. Voorbeelden hiervan zijn commercials op TV, radio en in de bioscoop.
Gateway
Toegangspoort tot een netwerk voor een dienstverlener om diensten via dat netwerk te kunnen leveren of te gebruiken.
GRP
Gross Rating Point. Eenheid die gebruikt wordt voor het uitdrukken van mediaprestaties van vooral TV- en radiocampagnes. De definitie is één procent van de doelgroep, één keer bereiken. Het aantal GRP’s wordt berekend door het netto bereikspercentage van een bepaald mediaplan te vermenigvuldigen met de gemiddelde Medium Confrontatie Frequentie hiervan. Voorbeeld: 60 % bereik en 4 contacten, betekent 240 GRP’s.
Hybride apparaat/ dienst/ netwerk
Doorgaans een aanduiding voor iets dat twee verschillende apparaten/ diensten/ netwerken integreert In de context van IDTV gaat het om een apparaat dat bijvoorbeeld tv en pc verenigt, of over iTV door middel van kabel en telefoonlijn.
Interactief
De mogelijkheid om een wederzijdse discours te ontwikkelen. De term wordt vaak gebruikt om aan te duiden dat gebruikers het verloop van softwareprogramma’s of eindgebruikersdiensten kunnen beïnvloeden.
Interface
Een verzameling afspraken over hoe systeemonderdelen met elkaar of met de gebruiker kunnen communiceren. Dit kan een bedieningsbeeld zijn, maar ook de wijze waarop een programma is weergegeven of een beeldscherm. Dit kan grafisch zijn, zoals bij Windows, of tekstueel, zoals bij MS-Dos.
Internal Pacing
De ontvanger bepaald zelf het tempo en de volgorde waarin hij een medium gebruikt en een boodschap voorgeschoteld krijgt.
Internet Service Provider (ISP)
Een ISP verzorgt de toegang van een gebruiker tot het inernet. ISP’s verschillen van elkaar in bijvoorbeeld snelheden en diensten die ze aanbieden.
Kijkdichtheid
Het percentage van de betreffende doelgroep dat gemiddeld naar het programma of de zender keek. De kijkdichtheid wordt per seconde bepaald en gemiddeld over het tijdvak of de duur van het programma.
Killer application
Een veelgevraagde toepassing, die iedereen opeens wil gebruiken, waardoor de toepassing/ dienst heel lucratief kan worden voor de dienstverlener. Killer Apps kunnen ook gebruikt worden om bepaalde producten diensten steviger in de markt te zetten.
Middleware
Middleware is de software die de communicatie regelt tussen een client, een programma en een database. Te denken valt hierbij aan een abonnee die via zijn webbrowser informatie opvraagt bij een bepaalde database. De webbrowser is dan de middleware.
Software van settop-boxen wordt ook gezien als middleware.
Netto bereik
Het aantal personen binnen de doelgroep, dat tijdens een serie uitzendingen minimaal een keer heeft gekeken (is bereikt). Netto bereik kan in een percentage of in absolute aantallen worden uitgedrukt. Er zijn drie soorten netto bereik: zenderbereik, programmabereik en spotbereik. Netto bereik = bruto bereik/ gemiddelde contactfrequentie.
Near Video on Demand
Video on Dem and is het individueel oproepen van een programma uit een database. Near Video on Dem and onderscheidt zich van VoD, doorat de programma’s starten op een vastgestelde tijd.
Non Spot
Reclam e op televisie buiten de reguliere reclameblokken. Te denken valt aan billboarding en product placing.
Bijlage I Verklarende begrippenlijst
Opt-in
Ontvanger geeft op een of andere manier aan dat hij iets wil ontvangen (bijvoorbeeld aanvragen d.m.v. sms).
Opt-out
Bedrijven gaan ervan uit dat consumenten informatie willen ontvangen. Indien een consument dit niet wil, moet hij dat expliciet aanvragen.
Portals
Een toegangspoort tot een netwerk, waarbinnen tevens verschillende diensten kunnen worden aangeboden.
OTS
Opportunity to see: het geclaimde mediabereik, conform de huidige mediabereikcijfers.
Randapparatuur
Apparaten die dienen ter aanvulling bij het gebruik van een machine of een computernetwerk. Een computer aangesloten op internet is een voorbeeld van randapparatuur. Zonder de computer zou van het internet geen gebruik gem aakt kunnen worden.
Hetzelfde geldt voor de netwerkkaart in de computer.
Real time
Real time betekent dat gegevens in een constante stroom vernieuwd worden, zodat ze altijd de huidige situatie weergeven.
Satelliet
Kunstmatig hemellichaam dat de aarde op zijn baan vergezelt.
Settop-box
Opzetkastje voor op de televisie met een ingebouwde computer die zorgt voor het transport en de verwerking van digitale informatie over de televisiekabel.
Spam
Ongevraagd gestuurde e-mails met commerciële boodschappen. Stuit op steeds meer weerstand en irritatie bij ontvangers.
Spot
Reclam e op televisie, uitgezonden in de reguliere reclameblokken van de Ster en IP.
Video on Demand
De mogelijkheid om films of andere videodiensten op te vragen bij een centrale bibliotheek van digitale videobestanden. Deze bestanden kunnen via elektronische weg de abonnee bereiken op het moment dat hij daarom vraagt.
Bijlage II Eigenschappen van de verschillende media
70
BIJLAGE II EIGENSCHAPPEN VAN DE VERSCHILLENDE MEDIA
EIGENSCHAPPEN TELEVISIE Grote overtuigingskracht Grote emotionele impact Dem onstratievermogen Breed bereik
Snelle bereiksopbouw
Sterke zichtbaarheid en bekendheid
External pacing, snelheid en volgorde niet in handen van luisteraar
EIGENSCHAPPEN RADIO Nationale dekking
Selectief medium (geografische en doelgroepselectiviteit) Mogelijke synergie met televisie
Lage productiekosten, relatief goedkoop Snel opbouwen van bekendheid Radio is geen ‘zap-medium’
Vele nonspot mogelijkheden op radio Ad-hoc inzetbaar
Mogelijkheid tot relatief snel opbouwen van bereik Hoge contactkans
External pacing, snelheid en volgorde niet in handen van luisteraar
EIGENSCHAPPEN DAGBLADEN Geografische selectie mogelijk Grote lezer/ blad binding Zeer snelle bereiksopbouw Autoriteit door umfeld
Inspelen op actualiteiten goed mogelijk Veel verschillende advertentiematen mogelijk
Dagbladen niet alleen geschikt voor actie- en introductiecampagnes, maar is ook een sterk thematisch medium 36 dagbladen: 9 landelijke tiels (incl. Metro en Spits) en 27 regionale dagbladen
EIGENSCHAPPEN TIJDSCHRIFTEN Doelgroepselectief in te zetten
Lezer-bladbinding: het kopen/ lezen van een tijdschrift is een bewuste keuze Aansluiting boodschap bij redactionele omgeving mogelijk (tone of voice/ umfeld!) Medium geschikt om complexe boodschappen te communiceren
Internal pacing: lezer bepaalt leestempo en leesm oment zelf Korte termijn planning relatief beperkt: lange productietijd Hoog bereik beter mogelijk bij vrouwen dan bij mannen Minder geschikt voor actiematige doeleinden
Sampling producten, folders, etc. mogelijk
EIGENSCHAPPEN ABRI’S
Massamedium (ook segmentatie mogelijk) Snelle bereiksopbouw
Hoge contactfrequentie
Nadrukkelijke aanwezigheid in straatbeeld Impactvol medium
Vluchtig contact
Boodschap 24 uur per dag zichtbaar Krachtige, korte boodschap vereist Veel creatieve mogelijkheden (spectaculars)
Voorzien van minimaal twee affichepanelen, geplaatst in een bushokje, van binnenuit verlicht 36.350 vlakken in Nederland
Campagneduur: 1 week (maandag – maandag) Productexclusiviteit
Alleen inkoop per netwerk (landelijk/ lokaal) mogelijk
Regionale/ lokale netwerken alleen beschikbaar voor lokale adverteerders/ campagnes Door keuze in netwerk sturing naar regio mogelijk (elke aanbieder is sterk in bepaalde regio) Hoge financiële instapdrempel (voor landelijke dekking is inschakeling van meerder netwerken nodig) Creatief veel mogelijk (spectaculars met bijv. geuren, geluid. etc.)
EIGENSCHAPPEN BILLBOARDS
Massamedium (ook segmentatie mogelijk) Snelle bereiksopbouw
Hoge contactfrequentie
Nadrukkelijke aanwezigheid in straatbeeld Impactvol medium
Vluchtig contact
Bijlage II Eigenschappen van de verschillende media
Boodschap 24 uur per dag zichtbaar Krachtige, korte boodschap vereist Veel creatieve mogelijkheden (spectaculars) De andere billboards worden van buitenaf verlicht
Geplaatst met name langs in- en uitvalswegen en doorgaande routes Formaat 332 x 236 cm ( 8 m2)
3.400 vlakken in Nederland
Campagneduur twee weken (dinsdag – dinsdag)
Inkoop in pakketten, maar ook in te kopen per doelgroep (beperkt), regio, stad of billboard
EIGENSCHAPPEN INTERNET
Targeting met hoge selectiviteit mogelijk Interactief
Indien goed uitgevoerd hoge attentiewaarde Inzichtelijke ROI
Dynamisch, optimalistaie ‘in real-time’ mogelijk Medium met beste bereik op de werkplek Jongeren massaal bereikbaar
Op korte termijn inzetbaar Eigen terminologie
Tekort aan (technische) standaarden voor advertenties Arbeidsintensief
Nog onvoldoende ervaring met zaken als bereiksopbouw en contactfrequentie Wat vandaag nog in is, kan morgen alweer uit zijn
EIGENSCHAPPEN BRIEVENBUSRECLAME – DIRECT MAIL Mediumbereik = reclamebereik
Fysiek onvermijdbaar, zekere confrontatie
Niet vluchtig: kan worden bewaard, herlezen en doorgegeven Ontvanger bepaald leestempo en leesmoment
Flexibel: adverteerder kan timing zelf bepalen Accountable naar kosten per contact Uitermate selectief in te zetten Persoonlijk en vertrouwelijk
(Reclame)boodschap is afgestemd op ontvanger zijn behoeften Grote creatieve vrijheid (formaat, materiaal)
Ruimte om (complexe) boodschappen toe te lichten Ideaal voor generen trial (sampling)
Meetbaar
Zowel actiematig in te zetten, als voor merkbouw
EIGENSCHAPPEN BRIEVENBUSRECLAME – DIRECT NON-MAIL Mediumbereik = reclamebereik
Fysiek onvermijdbaar, zekere confrontatie
Niet vluchtig: kan worden bewaard, herlezen en doorgegeven Ontvanger bepaald leestempo en leesmoment
Flexibel: adverteerder kan timing zelf bepalen Accountable naar kosten per contact Grote creatieve vrijheid (formaat, materiaal) Ruimte om (complexe) boodschappen toe te lichten Ideaal voor generen trial (sampling)
Massabereik, maar tot op zekere hoogte selectief in te zetten (bijv. op postcode) Meetbaar
Zowel actiematig in te zetten, als voor merkbouw
Bijlage III Cijfers doelgroeponderzoek
72
BIJLAGE III CIJFERS DOELGROEPONDERZOEK
Kijkgedrag t.a.v. reclames
Respondent kijkt wel naar de TV
Totaal
(kijkt nooit reclame) % resp. t.o.v. totaal 40,0 41,0
(kijkt af en toe reclame) % resp. t.o.v. totaal 46,0 46,8
(kijkt vaak reclame) % resp. t.o.v. totaal 5,6 5,7
(kijkt altijd reclame) % resp. t.o.v. totaal 0,9 0,9
(geen antwoord kijkfrequentie reclame) % resp. t.o.v. totaal 5,3 5,5
Totaal % resp. t.o.v. totaal 97,8 100,0
Irritaties t.a.v. reclames
Respondent kijkt wel naar de TV
Totaal
((helemaal mee eens recl.tv irritant)) OR((mee eens recl.tv irritant)) % resp. t.o.v. totaal 41,5 42,4
(niet mee eens/oneens rec l.tv irritant) % resp. t.o.v. totaal 32,1 32,8
((mee oneens recl.tv irritant)) OR((helemaal mee oneens recl.tv irritant))
% resp. t.o.v. totaal 20,5 20,8
(g.a.recl.tv irritant) % resp. t.o.v. totaal 3,7 4,0
Totaal % resp. t.o.v. totaal 97,8 100,0
Kijkgedrag reclames vs. irritaties
kijkt nooit reclame
kijkt af en toe reclame
kijkt vaak reclame
kijkt altijd reclame
Totaal
((helemaal mee eens recl.tv irritant)) OR((mee eens recl.tv irritant)) % resp. t.o.v. totaal 23,9 15,4 1,0 0,2 42,4
(niet mee eens/oneens rec l.tv irritant) % resp. t.o.v. totaal 9,2 20,6 2,0 0,2 32,8
((mee oneens recl.tv irritant)) OR((helemaal mee oneens recl.tv irritant))
% resp. t.o.v. totaal 6,9 9,8 2,4 0,4 20,8
Totaal % resp. t.o.v. totaal 41,0 46,8 5,7 0,9 100,0
Mening t.a.v. reclames
Reclame is nuttig
Reclame is leuk
Reclame is irritant
Totaal
let geregeld op Tv-reclame Aantal respondenten 637 781 584 1963
% resp. t.o.v. totaal 7,0 8,6 6,4 21,7
% resp. t.o.v. rij 32,5 39,8 29,8 100,0
% resp. t.o.v. kolom 46,6 42,6 15,2 21,7
let nu en dan op Tv-reclame Aantal respondenten 551 789 1633 4062
% resp. t.o.v. totaal 6,1 8,7 18,0 44,8
% resp. t.o.v. rij 13,6 19,4 40,2 100,0
% resp. t.o.v. kolom 40,3 43,0 42,5 44,8
let zelden op Tv-reclame Aantal respondenten 135 210 1464 2567
% resp. t.o.v. totaal 1,5 2,3 16,1 28,3
% resp. t.o.v. rij 5,3 8,2 57,0 100,0
% resp. t.o.v. kolom 9,9 11,5 38,1 28,3
geen antwoord aandacht Tv-reclame Aantal respondenten 43 54 162 474
% resp. t.o.v. totaal 0,5 0,6 1,8 5,2
% resp. t.o.v. rij 9,1 11,4 34,2 100,0
% resp. t.o.v. kolom 3,1 2,9 4,2 5,2
Totaal Aantal respondenten 1366 1834 3843 9066
% resp. t.o.v. totaal 15,1 20,2 42,4 100,0
% resp. t.o.v. rij 15,1 20,2 42,4 100,0
% resp. t.o.v. kolom 100,0 100,0 100,0 100,0
Bijlage III Cijfers doelgroeponderzoek
Mening t.a.v. reclames 2
Reclame is nuttig
Reclame is leuk
Reclame is irritant
Totaal
(kijkt nooit reclame) Aantal respondenten 233 293 2166 3720
% resp. t.o.v. totaal 2,6 3,2 23,9 41,0
% resp. t.o.v. rij 6,3 7,9 58,2 100,0
% resp. t.o.v. kolom 17,1 16,0 56,4 41,0
(kijkt af en toe reclame) Aantal respondenten 808 1120 1396 4242
% resp. t.o.v. totaal 8,9 12,4 15,4 46,8
% resp. t.o.v. rij 19,0 26,4 32,9 100,0
% resp. t.o.v. kolom 59,2 61,1 36,3 46,8
(kijkt vaak reclame) Aantal respondenten 224 300 93 519
% resp. t.o.v. totaal 2,5 3,3 1,0 5,7
% resp. t.o.v. rij 43,2 57,8 17,9 100,0
% resp. t.o.v. kolom 16,4 16,4 2,4 5,7
(kijkt altijd reclame) Aantal respondenten 35 51 18 82
% resp. t.o.v. totaal 0,4 0,6 0,2 0,9
% resp. t.o.v. rij 42,7 62,2 22,0 100,0
% resp. t.o.v. kolom 2,6 2,8 0,5 0,9
(geen antwoord kijkfrequentie reclame) Aantal respondenten 66 70 170 503
% resp. t.o.v. totaal 0,7 0,8 1,9 5,5
% resp. t.o.v. rij 13,1 13,9 33,8 100,0
% resp. t.o.v. kolom 4,8 3,8 4,4 5,5
Totaal Aantal respondenten 1366 1834 3843 9066
% resp. t.o.v. totaal 15,1 20,2 42,4 100,0
% resp. t.o.v. rij 15,1 20,2 42,4 100,0
% resp. t.o.v. kolom 100,0 100,0 100,0 100,0
Bron: SUMMO/ DGO data 2001
Bijlage IV Inhoudsanalyse kwalitatieve data
74
BIJLAGE IV INHOUDSANALYSE KWALITATIEVE DATA
Om de data uit de interviews systematisch te analyseren en te verwerken tot bruikbare informatie, wordt een inhoudsanalyse uitgevoerd. Hiertoe zijn de interviews letterlijk uitgewerkt. Vervolgens is alle informatie weggehaald die niet direct of indirect met IDTV of een component daarvan te maken had. Wat over blijft zijn uitspraken van geïnterviewde personen die duidelijk hun visie op het geheel weergeven of een waardeoordeel over de ontwikkelingen geven. Deze relevante uitspraken worden vervolgens gegroepeerd onder bepaalde labels. Hierdoor ontstaat een systematisch overzicht, waarin te lezen valt wat de verschillende betrokken partijen over de verschillende aspecten van IDTV denken en wat ze ervan verwachten. Dit overzicht dient vervolgens als basis voor een blik op de toekomst van televisie. De resultaten van onderstaande analyse staan samengevat in Hoofdstuk 5.
Het al dan niet slagen van digitale, interactieve televisie is afhankelijk van een groot aantal variabelen, waarvan sommige wel en anderen niet te sturen zijn. Uitspraken uit de interviews worden gerangschikt in de volgende categorieën:
1. IDTV 2. Consumenten 3. Content 4. Adverteerders
5. Investeringen/ aanbieders 6. Netwerk/ technologie 7. TPG Post
8. Overig
Binnen de categorieën zijn uitspraken zodanig gegroepeerd, dat uitspraken die in enige mate sam enhang vertonen bij elkaar staan.