• No results found

Middenstandsproblemen in de Tweede Kamer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Middenstandsproblemen in de Tweede Kamer "

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VI\1JHEID IN

DEMOCRATIE

Zaterdag 16 Dec:. 1950 ..-o. 139

Middenstandsproblemen in de Tweede Kamer

pag. 7

WEEKBLAD VA~ DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN

DttteXU=ntrff'W r:=Mtatftt*ft 'rrs=rrEfflî'f"fff"'UfteFrz:Ti!T:S:tnnt'

S==tW'ttJid#&'KCT

2

DEMOCRATIE

Het vraagstuk Nieuw-Guinea

"Koloniaal-kapitalistische" redeneermethoden van het socialisiische Parool. Nederland dient de souvereiniteit te behouden

N

ieuw~Guinea

vraagt onze ernstige

aan~

dacht.

Bijkans een jaar geleden vond de souverei- niteitsoverdracht plaats. Volgens het ter Ronde Tafel Conferentie overeengekomene zou de status quo van de residentie

Nieuw~

Guinea worden gehandhaafd, maar zou

bin~

ncn een jaar na de souvereiniteitsoverdracht het vraagstuk van de staatkundige status daarvan ,.worden bepaald door onderhande- lingen tussen de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië en het Koninkrijk der Nederlanden".

Vorige week zijn die onderhandelingen

he~

gonnen. In de loop van het jaar echter is er geen stilte rondom het vraagstuk geweest.

Vooral van Indonesische zijde is er veel over gezegd en in het bijzonder ir. Soekarno heeft er uitspraken over gedaan, die de vraag

de~

den rijzen wat onderhandelen voor zin zou hebben. Men beet zich aan Indonesische zijde vast aan een standpunt, dat, objectief

he~

schouwd, niet houdbaar was. Men maàkte er een

prestige~kwestie

van en riep daarmede allerlei ongewenste sentimenten wakker.

Er is ook een commissie aan het werk ge- weest. De Nederlandse leden daarvan heb- hen een voortreffelijke bijdrage geleverd ..

" :;: f.: :::

I

:.J

et Nederlandse hoofdbestanddeel van .1 het door die commissie uitgebrachte rapport - wij schreven er reeds eerder over - stelt de zaken objectief en wetenschappe- lijk, los van politieke vooroordelen en oog- merken. Het is goed er onder de huidige om- standigheden aan te herinneren. want het lijkt in het vergeetboek te raken. Zowel in geologisch als biologisch en geografisch op- zicht, zo wordt in het rapport gezegd, vormt

Nieuw~Guinea

een gebied met een eigen ka- rakter, dat niet tot Indonesië gerekend kan worden. ,.Het is een randgebied, dat, voor zover het bij een groter geheel dient te wor ...

den ingedeeld, zich nauwer aansluit bij de Pacific dan bij Zuid-Oost Azië, waarvan Indonesië deel uitmaakt". Over de bevolking wordt gezegd, dat deze anthropologisch een eigen groep vormt ,.die generlei verwantschap vertoont met de rassen, welke de Indonesi- sche volkeren-wereld constituëren".

Ook in linguistisch opzicht vormt

Nieuw~

Guinea een eigen gebied en cultureel behoort het veel meer tot Oceanië dan tot Indonesië.

Daarbij komt dan dat de Papoea-bevolking

"blijk heeft gegeven van groot vertrouwen in de Nederlandse leiding en van

uitgespro~

ken vrees voor Indonesische overheersing''.

M et dit laatste is men toch wel bij een der kernpunten. Het is toch eenvoudig niet geoorloofd over deze aangelegenheid te spre- ken en te schrijven zonder de belangen en de wensen van de bevolking daarbij in aan- merking te nemen-. Zeer opvallend is

even~

wel, dat daaraan van Indonesische zijde maar bitter weinig aandacht wordt geschonken.

Zeer opvallend is eveneens dat bepaalde Nederlandse kringen, die altijd zo veel be- grip gehad hebben voor de wensen der Indo- nesiërs, ook zo weinig spreken over hetgeen de belangen en de wensen van de bevolking van Nieuw-Guinea zijn. Evenals zij zo

wei~

nig begrip hebben getoond voor wat er leeft

in de bevolking van Ambon, voor wie alle bepalingen inzake het zelfbeschikkingsrecht tot een dode letter zijn geworden en wier aspiraties op de meest brute wijze zijn onder- drukt.

Wij hebben thans het oog op een hoofd- artikel in Het Parool van Dinsdag 12 dezer.

Daarin wordt het gehele probleem van

Nieuw~Guinea

bezien uit het oogpunt van het belang, dat Nederland heeft bij het be- houden ervan en bij het afstaan. Geen woord over de wensen van de bevolking, geen woord ook over de vraag of de bevolking gebaat is bij het behoud van

Nieuw~Guinea.

Dat komt in het artikel eenvoudigweg niet aan de orde.

Tot onze stomme verbazing.

D e redactie van Het Parool vraagt welke

"grote nationale belangen voor ons met het behoud van

Nieuw~Guinea

gemoeid zijn"

en is van oordeel dat "zelfs de meest ver- woede gangmakers van de gedachte van een Nederlandse exploitatie van het eiland"

daar~

op "geen bevredigend antwoord" kunnen ge- ven. Van klimaat en landschap wordt een weinig opwekkende schildering geboden.

Vervolgens wordt uiteengezet, dat er mil- Hoenen ingestoken zullen moeten worden. En dan komt voor ons de verbijsterende

pas~

sage:

"Als wij ons dan twintig of vijftig jaar aan dit werk uitgeput hebben, dan wordt er een volksstemming gehouden en dan kunnen de Nederlanders vertrekken, waarschijnlijk zonder bedankt te worden voor de moeite en offers, die zij zich ÇJetroost hebben".

"Het nationale belang van ons land eist dus naar onze overtuiging, dat wij ons zo spoedig mogelijk ontdoen van

Nieuw~Guinea

en ons er over verheugen, dat er anderen zijn, die zich gelukkig zouden voelen,

wan~

neer zij in het bezit van deze bodemloze put worden gesteld".

J a, de woorden van dit links-socialistische blad zijn verbijsterend. Van die zijde spreekt men zo gaarne over kolonialisme en kapitalisme, wanneer het gaat om een

he~

oordeling van een politiek van hen, met wie men het niet eens is. Maar wij willen

zeg~

gen, dat wij, voortredenerende in die termi- nologie, de weergegeven gedachtengang van Het Parool

koloniaal~kapitalistisch

in de meest gruwelijke

zin

van het woord vinden.

Op de meest grove en materialistische wijze wordt het probleem aangevat. Als men niet zeker is dat men er "vel bij zal varen - wat weet men er overigens van; de Congo was dertig jaar geleden ook niet een gebied

waar~

van men verwachtte dat het op zou brengen wat het thans opbrengt! - dan moeten wij ons maar zo spoedig mogelijk van Nieuw- Guinea "ontdoen". Enige hogere overwegmg komt bij het socialistische Parool niet aan de orde. Het millioen mensen dat er woont, daarvan "ontdoet" men zich tegelijkertijd, zonder dat men er zelfs ook maar één woord over zegt. Het is bijna ongelooflijk, dat men zo een redenering op durft zetten.

::: ::: :::

W ij wensen ervan uit te gaan, dat Neder- land plichten heeft tegenover dit over- zeese gebiedsdeel en zijn bevolking. Wij heb-

Hier wordt U wederom een vergroot num- mer van ons weekblad aangeboden. De redactie heeft er naar gestreefd de inhoud zo afwisselend mogelijk te maken. Er staat van allerlei in dat, geloven wij, Uw belang- stelling waard is. Ons volgend nummer zal vóór Kerstmis verschijnen en daarvom· heb- ben wij een paar interessante artikeien in petto. Zoals wij reeds meegedeeld hebben, hebben wij voor de nieuwe jaargang allerlei plannen. Zo zullen wij reeds in Januari be- ginnen met een uitvoerige commentaar op het beginselprogram van onze partij. En ver- der hopen wij in 1951 allerlei artikelen te geven die Uw aandacht zullen trekken. Onze partij is nog steeds in opgaande lijn. De be- langstelling voor onze beginselen neemt steeds meer toe en daarvan hoopt ons blad een duidelijke afspiegeling te geven. In Uw dagblad hebt U gelezen hoe de papierprijs steeds stijgt en alle Nederlandse dagbladen hebben hun abonnementsprijs dan ook ver- hoogd. Wij verhogen onze abonnementsprijs niet. Wij hopen dat een steeds groeiend lezerstal ons in staat zal stellen onze plan- nen te verwezenlijken.

~---~---/

ben de plicht voor de bevolking op een he·

hoorlijke wijze te zorgen en haar niet in cl(

steek te laten. Wanneer Het Parool stelt dat Nederland een zware last zal hebben biJ het op hoger plan brengen van

T;Jieuw~Gui·

nea, dan zeggen wij: dat is juist. Maar ge- looft het blad dan dat Indonesië er toe in staat zal zijn? Daartoe heeft Indonesië het

organisatie~vermogen

al niet. Wij maken geen verwijten, maar wij mogen toch rustig vaststellen dat Indonesië op dit ogenblik met eigen gebied al moeilijkheden genoeg heeft.

Men heeft daar de kwestie-Nietrw-Guinea opgeblazen en tot een politieke prestige- kwestie gemaakt. Als gevolg daarvan zijn nu hartstochten los gekomen, die deze aangele- genheid zwaar drukken en haar oplossing uitermate sterk vertroebelen. Wij mogen ons daardoor echter niet van de rechte weg laten afbrengen. Voor ons blijven de

verplichtin~

gen

~gens

de mensen van

Nieuw~Guinea

van primaire orde. Daarvoor zijn wij liberaal.

En wij wensen in dit verband te herinneren aan het standpunt van de Nederlandse leden der boven reeds genoemde studie-commissie.

die uitspraken,

"dat, terwijl voortzetting van Neder·

lands beheer NU voor dit land stellige beloften inhoudt van vooruitgang en op- heffing en de wereld zekerheid biedt.

dat ook dit land met zijn volk in het we- reldverkeer zal worden opgenomen en daar een waardige plaats in zal kunnen vervullen, de overdracht van West

Nieuw~Guinea

aan Indonesië noodzake- lijk zou leiden tot snel verval van hetgeen daar in vijftig jaren is opgebouwd en .- nog ongerekend de buitenlandse politie- ke verwikkelingen - tot onrust en ver- warring, omdat de bevolking zich

onge~

twijfeld tegen zulk een overdracht

ver~

zetten zou".

uaarom kan er geen sprake zijn van

over~

dracht der souvereiniteit over Nieuw- Guinea aan Indonesië, in geen enkele vorm.

Nederland d1ent de souvereiniteit te behou- den, opdat het land en volk tot ontwikkeling kan brengen en opdat het volk later in ware vrijheid over eigen status beschikken kan.

Het leek ons goed dit van onze kant in

deze dagen ook nog eens te zeggen. K.

(2)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE 16 DECEMBER 1950- PAG. 2

* *

Binnenlandse veiliglleidsdienst en burgerlijke verdediging b1,achten ~eweging

Vreemd gesol met de topsalarissen

De begroting van Binnenlandse Zaken behoort in het algemeen tot wat wij noemen de "rustige" begrotingen. Er komen ieder jaar weerkerende onderwerpen ter sprake, die op zichzelf beschouwd zeker niet onbelangrijk zijn, moor die, juist door hun· slepende ka- rakter, toch nauwelijks meer enige belangstelling naar .buiten weten te wekken. Dit jaar echter was het anders. De Binnenlandse Veilig- heidsdienst, de burgerlijke verdediging en de topsalarissen brachten de gemoederen waarlijk in beweging. Voegen wij hieraan toe, dat minister Teulings een zeer hardnekkig en temperamentvol vechter is, dan is hiermede voldóende duidelijk gemaakt, dat er weer eens leven in de parlementaire brouwerij was ontstaan.

Ondertussen leed de minister, ondanks zij,n vasthoudendheid, bij de kwestie van de topsalarissen toch de nederlaa.g. De steun, welke de minister in deze van de K.V.P., van onze V. V.D.-fractie en van de heer Welter kreeg, was numeriek niet voldoende om hem in deze

een meerderheid te bezorgen.

RITMEES'fER

.... grote indruk . ...

B

ij de afdelingen Openbare Orde en Binnenlandse Veiligheids- dienst <B.V.D.) wees de heer Rit- meester er namens onze fractie in de eerste plaats op, dat, vooral in Am- sterdam, bij stakingen in het afgelo- pen jaar de veiligheid van hen, die wilden werken, meermalen zeer on- voldoende was verzekerd. Het ver- heugde hem daarom, dat de minister had toegezegd, dat zijnerzijds alles zou worden gedaan om te zorgen, dat in de toekomst de vrijheid van arbeid absoluut zou zijn gewaar- borgd. Wat de B.V.D. betreft legde de heer Ritmeester er wel zeer te- recht de nadruk op, dat juist wij, met onze sterke drang naar geeste- lijke vrijheid, in wezen afwijzend staan - en moeten staan - tegen- over instellingen, die voor het tegen- gaan van het conspiratorisch werk ook zelf gedwongen worden conspira- torisch op te treden. Maar hetgeen ons volk in het jongste verleden heeft ondervonden en velen lichame- lijk hebben moeten lijden, dwingt ons

tot maatregelen, waartegenover wij in de geest afwijzend staan.

D

aarom is het noodzakelijk, dat er waarborgen blijven, dat de B.V.D. niet verder gaat dan in 's lands belang absoluut noodzakelijk is en dat de minister deze dienst vol- komen in de hand heeft. Op dit punt nu voelde de heer Ritmeester zich thans wel gerust en ook wat de werk- zaamheden betreft kon hij Vt!rklaren, dat deze dienst, zoals hij bij ons functionneert, voldoet aan de door hem gestelde eisen. Hij drong er ech- ter krachtig op aan, dat de burge- meesters, die toch verantwoordelijk zijn voor de orde en veiligheid in hun gemeenten, volledig op de hoogte worden gehouden. Juist ook daardoor zal de zekerheid, dat de democrati- sche vrijheden gewaarborgd blijven, niet worden aangetast. Van de mi- nisteriële mededeling, dat de B.V.D.

met medewerking van deze minister nimmer executieve bevoegdheid zal krijgen, nam hij gaarne goede nota.

Een goede gedachte was het voor- stel van onze geestverwant om een commissie in te stellen in de trant van de defensiecommissie, welke met de Regering een rechtstreeks contact kan onderhouden aangaande de vraagstukken op het gebied van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en eventueel ook over de burgerlijke verdediging in het algemeen. Minis- ter Teulings heeft zijn persoonlijke steun voor dit denkbeeld toegezegd, dat hij thans in de ministerraad zal moetPn bespreken.

:;:

H

cel wat meer critiek moest de heer Ritmeester laten horen op het punt van de bur?erliike verdedi- ging. In het kort vindt men deze

cri-

tiek samengevat in zijn slotwoord bij de replieken: "Ik heb de overtuiging, dat men van goeden wille en vol ijver is, maar ik moet tot mijn spijt constateren, dat wij aanmerkelijk. te laat zijn. Ik zou het dus wel zeer waarderen, indien de minister zijn uiterste kracht zou willen inspannen om ook· op dit punt ons lanu {Jataat te doen zijn. Daarbij behoeft geen re- kening te worden gehouden met de militaire paraatheid. Wij kunnen op dit punt aanmerkelijk vóór zijn".

Over die burgerlijke verdediging had de minister een speciale nota ingezonden. Zijn critiek daarop was, dat zij .zo heel erg theoretisch was en dat men daarin over de werke- lijke practijk van de burgerlijke ver- dediging zo weinig positiefs aantreft.

ljl

* *

G

rote indruk maakte de uitvoe- rige schets, welke de heer Rit- meester daarbij gaf van het zware bombardement op Den Helder in de nacht van 24 op 25 Juni 1940, dat van 's avonds half twaalf tot 's morgens half vijf heeft geduurd. De stad stond tenslotte op 40 plaatsen in

0 ~ezeburger

brand, er waren honderden doden en de Rijkswerf stond in lichterlaaie. En Den Helder - aldus de heer Ritmees- ter - was nog tamelijk voorbereid, de geneeskundige dienst functioneer- de goed, de brandweer was in ·staat in de ochtend alle branden meester te zijn, daarbij om 4 uur 's nachts geholpen door die van Alkmaar, la- ter door die van Amsterdam. "Die van de dorpen, de B-gemeenten, Ex-

cellentie, durfden zich in die hel niet wagen. Ik zal niet verder beschrijven, maar de dag daarop kreeg de direc- teur van de gemeentelijke genees- kundige dienst, een pracht mens, die alles moedig en met grote werk- kracht heeft doorstaan, die een voor- beeld was ·geweest - evenals vele geneesheren in de gemeente - een zenuwstoring door alle ellende, alle vernieling, alle dood, die hij had ge- zien".

M

en zal, zo was een zijner con- clusies, verstandig doen om kalme, welbewuste mannen en ook vrouwen aan te stellen, die in de bur- gerlijke verdt!diging hun taak vinden.

houdt, ondanks Sinterklaas en de drie vrije Kerst- dagen dit jaar, niet van de maand December. On- danks alle boterletters en kaarslicht en ondanks

de

kleine geschenken die de

' 0

vriendschap onderhouden.

Want hij behoort tot

die

vele burgers,

die

zich in de

~aatste

maand van 't jaar plegen te bezinnen.

Nu is deze bezinning op zich zelve een goed ding. Een

. soort purgatorium, een innerlijke reiniging des geestes.

'

0

~

i

Op zich zelve een goed ding - maar het doet pijn door de onthulling van alle goede zaken die geen goede zaken zijn geworden, omdat zij nimmer ten uitvoer zijn gebracht: een bundel rekeningen, die betaald noch ge- quiteerd zijn. En dat niet alleen van de kleermaker, van de tandarts en van de boekhandelaar . ...

Neen.

Iedere Decembennaand denkt deze bu1·ger aan de v

o

r

i

g e Decembermaand en aan de beste voornemens die hij toen, bij kaarslicht, heeft gemaakt.

En wat daarvan terecht gekomen is.

En hoe hij daaraan de hand gehouden heeft.

Of niet ....

En iedere Decembermaand vindt deze burger met Uw welnemen in zijn (geestelijk) hemd voor zijn (geestelijke) spiegel.

Geen gezicht.

Een naargeestige onthulling van de ingebreke gebleven mens.

Een ontmoedigende confrontatie met de barre werke- lijkheid der onvoldaanheid.

Ik heb nog zoveel méér te betalen dan de kleermaker,

de

tandarts en de boekhandelaar.

Ik zit diep in de schuld.

Dat zegt de spiegel.

Géén gezicht, dat hemd.

Een wrede, onthullende maand, December.

De maand die alle rekeningen presentee-rt aan

DEZE BURGER.

Het zal daarbij bovendien voor alles nodig zijn, dat de burgemeester met koelbloedigheid voorgaat en leiding geeft. Dat kan niet, door hem naast het hoofd der luchtbescherming in 'n bunker te zetten, maar het zal in zeer vele gevallen noodzakelijk zijn, dat hij op de plaats van de ramp aan- wezig is om door zijn persoonlijk voorbeeld de mensen moed en geest- kracht te geven bij de zware taak, die zij hebl:wn.

D

at was niet het woord van een theoreticus, maar van een man, die zelf dat voorbeeld, toen en ook bij andere gelegenheden, gegeven heeft. De heer Ritmeester noemde zichzelf natuurlijk niet, maar hier mag het wel eens gezegd worden, dat volgens de getuigenissen van allen, die in onze toen zo zwaar geteisterde marinehaven aanwezig zijn geweest, hij, als ware burgervader, met grote koelbloedigheid, te allen tijde op de meest bedreigde punten aanwezig is geweest om hen, die het reddings- e'l

blussingswerk verrichtten, door zijn persoonlijk voorbeeld en onver- schrokkenheid te inspireren.

·ne

Regering heeft de opbouw van de burgerlijke verdediging geheel van de opbouw van ons mili- taire apparaat afhankelijk gemaakt.

Met de opbouw van dat militaire ap- paraat wordt nu in de praktijk be- gonnen en voor de burgerlijke ver- dediging geldt dus hetzelfde. Met deze absoluté samenkoppeling kon onze woordvoerder het in het geheel niet eens zijn, maar daar valt nu weinig meer aan te doen. Het voor- naamste is, dat thans zo spoedig mogelijk moet worden begonnen. De heer Ritmeester vroeg echter: wat is de bedoeling, vrijwillige burgerlijke verdediging of op militaire leest ge- schoeide? Is het de eerste, dan dient nog te worden uitgemaakt of het niet nodig en gewenst zal zijn om aan deze burgerlijke verdediging ook een burgerlijke dienstplicht te verbinden.

Ik erken, zo zei hij, dat het moeilijk zal zijn, maar helaas komt het mij noodzakelijk voor.

D

e heer Ritmeester sprak ook nog uitvoerig over het instituut Steun Wettig Gezag en over de Na- tionale Reserve. Hij deed daarbij vrij duidelijk uitkomen, het onjuist te hebben gevonden, dat de vroegere Bijzondere Vrijwillige Landstorm, 'n instituut met 80 à 90.000 man, zonder meer terzijde was geschoven. Met

"hangen en wurgen" is men voor de Nationale Reserve nu gekomen tot ruim 12.000 man en de Regering stelt zich voor, dat dit aantal zal toenemen tot 17.000 man. Als taken voor de Nationale Reserve vooral beschou- wend de bestrijding van de "vijfde colonne" en van parachutisten, was de heer Ritmeester van mening, dat de Nationale Reserve heel wat sterker zal moeten worden dan de door .de Regering genoemde 17.000 man.

Hij zou het dan ook zeer waarderen, wanneer de Regering alsnog met de vroegere Nationale Landstormcom~

missie overleg zou plegen om te ko- men tot één, veel sterker en betrouw- bare organisatie.

T

enslotte de kwestie van de top- salarissen. De heer Tuin, van de P.v.d.A., had, zoals men weet, teza- men met de heren Schouten <A.R.>

en Beernink (C.H.), een amendement ingediend, dat tot strekking had uit te spreken, dat de voorgestelde alge.

mene salarisverhoging voor een aan- tal topfunctionarissen bij alle depar- tementen zou komen te vervallen.

Het was onze fractievoorzitter, mr.

(Vervolg op pag. 9).

(3)

VRUHEID EN DEMOCRATD!l 16 DECEMBER 1950- PAG. 8

Nog altijd de defensie

DIT ZIJN DE FOUTEN DIE AAN ONS LEGER KLEVE~

Er m,oet diep en afdoende worden ingegrepen!

Wederom ontvingen wij enige reacties op onze beschouwingen ovc:r de vaderlandse defensie, waaruit slechts instemming blijkt.

Maar bovendien lezen wij uit het ons door jongeren toegezondene niet alleen teleurstelling en ontstemming, maar ook wel degelijk de wil tot opbouwen. M á á r. . . . om tot die opbouw te geraken, moet op korte termijn diep en afdoende worden ingegrepen, zo schrijft ons een dier jongeren. Wij wezen hierop reeds meerdere malen en het is goed en nuttig, dat nu ook door jongere officieren die eis der noodzakelijkheid wordt gesteld. Eveneens lijkt het ons goed en nuttig in dit, en wellicht volgende nummers, een aantol van dese reacties geheel of gedeeltelijk op te nemen. Daar is don in de eerste plaats de bittere klacht over de onuitroeibare

administratieve rompslomp

M

en schrijft ons hierover o.a.

dit:

zorg worden gedragen, dat de om- vang van deze administratie zo ge- ring mogelijk is, terwijl de werk- zaamheden, die te velde verricht moeten worden, tot een minimum beperkt blijven.

Dan js er verder

Het personeels- en promotievraagstuk

Hierover schrijft men ons o.a.:

0

p 1 Januari 1950 telde ons leger rond 1600 beroepsofficieren, waaronder 100 generaals en kolonels, 400 andere hoofdofficieren en een kleine 600 kapiteins. In hoeverre deze opbouw organisatorisch verantwoord

chische ladder mensen blijven steken.

Want dit zou, in tegenstelling tot de burgermaatschappij, meebrengen dat de aanvoer van onderen moet wor- den verminderd. En dat kan niet wor- den aanvaard, omdat voortdurend juist j on g e krachten nodig zijn.

Derhalve zou de remedie moeten zijn: afvoeren van hen, die de op- stopping veroorzaken.

Maar d a t kan weer niet in ver- band met de sociale positie van de beroepsofficier. De uitermate gespe- cialiseerde opleiding maakt de door- snee beroepsofficier o n g e s c h i k t voor talloze burgerberoepen. Dat be- tekent voor een officier, die op 40- jarige leeftijd het leger moet ver- laten, kort en goed ,.dat hij op de keien staat".

Teneinde dit te voorkomen zullen van overheidswege dus maatregelen nodig zijn. Bijvoorbeeld in de geest van een .,bonus", zoals ook wordt toegekend aan de zgn. reserve-vrij- willigers, dat zijn onderofficieren, die zich verbonden voor 6 jaar actieve dienst, na welke dienstvervulling zij kunnen kiezen: óvergaan naar het beroepspersoneel of een bonus.

Men zou kunnen overwegen in de Overheidsdiensten een aantal functies voor deze ex-officieren te reserveren.

In elk geval: de legerleiding en dus ook de regering dienen hierop te zijn ingesteld. 'Want niet alleen kost die voorbereiding t ij d, maar zolang de Bij de in 1944 en 1945 onder Engelse

supervisie opgerichte Nederlandse onderdelen heeft men een schuchtere poging gedaan om tot een vereenvou- diging van de administratie te ge- raken, door onder meer de salaris- berekening centraal te doen geschie- den, en bij de troep alleen z.g. con- tante bedragen uit te betalen. Deze nieuwlichterij werd, toen de vooroor- logse krachten hun plaats weer had- den ingenomen, echter schielijk on- derdrukt. Aan de Engelse organisatie van de 7 December Divisie werd prompt per compagnie een sergeant- lnajoor-administrateur toegevoe"gd, de ook in het Engelse Leger gebruikte

"Paybooks" bleven in de kast liggen, en de E.M. vertrok naar Indonesië, voorzien van de sinds jaar en dag in gebruik zijnde soldij- en andere be- talingslijsten. Sedert dien is het al- oude Reglement van Militaire Admi·

nistratie onverminderd van kracht, alle moderne administratie-methoden ten spijt. Evenals trouwens het Voor- schrift Beheer Landmacht, zoals dit in de loop der tijden herhaaldelijk gewijzigd en aangevuld is.

( ___ D_o_o_r_o_n_ze_m_i_li_ta_-"_· r_e_m_e_d_e_w_e_r_k_e_r _ _ _,J)

1

n 1939 konden, dank zij het feit, dat er geruime tijd verliep tussen de voormobilisatie en de algemene

"opkomst-met-spoed" de nor'lige voor- bereidingen getroffen worden. Het valt echter te betwijfelen, of dit ln de toekomst weer het geval zal zijn.

Krijgt het Leger of een gedeelte daar- van onmiddellijk na de mobilisatie- datum een taak toegewezen, die het buiten onze grenzen brengt, dan zal het ten aanzien van de materieel- voorzieningen kunnen rekenen op de voorraden en hulpbronnen van onze bondgenoten, doch ten opzichte van de personeels-administratieve aange- legenheden gebonden blijven aan de aanwijzingen van "Den Haag". Dan zal de practijk bewijzen, dat - tenzij tijdig voorzieningen getroffen worden - het administratieve apparaat in hoge mate ongeschikt is om mee ten strijde te trekken, en dat het geen enkele waarborg inhoudt, dat bijvoor- beeld achtergebleven gezinsleden in de eerste tijd van de veldtocht regel- matig geld zullen ontvangen.

Het goed en snel mobiel maken van ons leger wordt in belang- rijke mate belemmerd door een om- vangrijk administratief apparaat, dat

in zijn huidige vorm geen enkele waarborg biedt ook in oorlogstijd be- hoorlijk te functioneren en dat, zo het al functioneert, een onnodig zwa- re belasting betekent voor diegenen, die met de uitvoering ervan belast zijn. Het is daarom noodzakelijk, dat ook de militaire administratie aange- past wordt aan de moderne omstan- digheden, en dat reeds in vredestijd de grondslagen worden gelegd, waar- op de oorlogsadministratie opgübouwd- kan worden. Daarbij moet voor alles

is, valt buiten het bestek van dit be- toog. Het is evenwel interessant na te gaan welke invloed deze getallen hebben op de toekomstige personeels- problemen van ons leger, vooral als we nog rekening houden met het feit, dat sedert dien nog ongevear 100 lui- tenants van de promotie '41 kapitein zijn geworden, terwijl ook de van het K.N.I.L. overgekomen officieren ·vrij- wel allen kapitein of hoger waren.

Hoewel de juiste cijfers nog niet of·

ficieel bekend zijn, kan het aantal kapiteins van ons leger momenteel op zeker 900 geschat worden. Op een enkele uitzondering na hebben al deze kapiteins tussen de 9 en 16 voor pro- motie tellende dienstjaren.

*

>J:

*

V

an de op 1 Januari 1950 aanwe- zige hoofd- en opperofficieren zullen er in de eerstkomende 8 jaren ongeveer 400 de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebben. Gedurende die tijd zullen dus vele van de huidige kapiteins een snelle promotie maken.

Een kolonel met 20 tot 25 dienstjaren zal dan eer regel dan uitzondering zijn.

Zodra echter in de ontstane vaca·

tures is voorzien, zal een grote stag- natie in de promotie optreden, omdat de beschikbare hoofdofficiersplaatsen vervuld worden door officieren van nagenoeg gelijke leeftijd, die nog minstens 10 jaar in die functie kun- nen blijven. Dit houdt echter tevens in, dat ettelijke honderden kapiteins van dezelfde promotiejaren. die voor een hogere rang lichamelijk of an- derszins ongeschikt zijn, hun hele verdere leven die kapiteinsrang be- houden. Tegenover de winst aan jon- ge hoofd- en opperofficieren staat dus, dat de gemiddelde leeftijd van de kapiteins steeds hoger wordt. Dat wil ook zeggen, dat de jongens, die thans cadet zijn of willen worden, kunnen uitrekenen, dat zij - zoals de zaken thans staan - minstens 23 tot 25 jaar nodig zullen hebben om de majoors- rang te bereiken.

* •

-N

u moet de legeropbouw een har- monische zij-n. Dat betekent, dat nergens op de sporten vim de hiërar-

door ons bedoelde maatregelen n i et zijn getroffen, zal de toch al niet sterke animo voor het officiersberoep afnemen, omdat een behoorlijke pro- motie niet is verzekerd.

Krachtdadig ingrijpen geboden?

W

ij ontvingen nog een artikel:

Dit artikel bevat enige zeer directe aanvallen op personen. De schrijver is zich hiervan volkomen bewust en tekent aan .,maar ik meen, dat dit de enige manier is om binnen redelijke tijd enige verandering in de gang van zaken te brengen".

Tot ons leedwezen moeten wij er- kennen: wij zijn dit met de schrijver

eens. Het k a n eenvoudig zo niet langer. En indien niet krachtdadig en onverbiddelijk, ook tegen de hoogst geplaatsten, wordt ingegrepen, helpt alle gedokter n i e t - de patiënt zal onherroepelijk overlijden.

Wij hebben daarom de namen van de personen doorgegeven aan de leden onzer Kamerfracties; immers zij kunnen het beste beoordelen hoe deze aangelegenheid moet worden aangepakt. Bovendien zou het in verband f!let een juiste gezagshand- having onjuist zijn thans die namen publiekelijk te noemen. Voor de rest nemen wij letterlijk deze cri de coeur op. Het volgende is er aan ontleend:

I

n de laatste weken zijn zowel ln de Eerste als in de Tweede Ka- mer harde woorden gevallen over de gang van zaken bij "Oorlog". Een van onze senatoren heeft zelfs de zeer onparlementaire uitdrukking .,Jan- boel" gebruikt om uitdrukking te geven aan zijn gevoelens over een en ander. Doch niet alleen uit de Ka- merverslagen, maar ook uit leger- kringen komen allerlei deprimerende verhalen tot ons. Velen in den lande zullen zich meermalen afvragen of de grote offers, die onze defensie vergt, wel op de juiste wijze aangewend worden.

De minister en de nu afgetreden staatssecretaris van oorlog zijn tot nu toe degenen geweest, die de slagen moesten opvangen, maar ligt de grondfout mogelijk niet elders?

De minister is geen vakman op le- gergebied en alleen verantwoordelijk voor de gang van zaken. Voor de uit- voering beschikt hij echter over de di- verse departementale- en legerinstan- ties. Staan daar wel de juiste man- nen aan het hoofd? (Hier noemt de schrijver de bovenbedoelde perso- nen - Red.).

E

r zijn in het leger verschillende officieren, die algemeen als ,.waardeloos" bekend staan. Is het niet beter deze heren met pensioen te sturen, instede van hen in een functie te handhaven, waarin zij wel- iswaar weinig of geen kwaad doen, maar wel de promotie belemmeren?

Anderzijds zijn er officieren, die o.m. in Indonesië van buitengewone leiderscapaciteiten blijk gaven, en daar een hogere rang tijdelijk hebben bekleed. Is er geen reden om deze officieren ook in Nederland in die rang te handhaven, instede van hen te doen terugkeren in hun (lagere) ef- fectieve rang, en hen eerst indien zij t.z.t. volgens ranglijst en ancieniteit aan de beurt zijn, weer voor promotie in aanmerking te doen komen?

Het verwijt van Mr. Wendelaar, dat onder het lagere kader een gebrek aan inspanning geconstateerd moet worden, kan gemakkelijk wor- den misverstaan. Het lagere kader is teleurgesteld, het heeft de moed ver- loren, Na vijf jaar, waarin velen, meestentijds van hun gezin verwij- derd - hetzij hier in Nederland, het- zij in Indonesië - hun beste krach- ten gaven om iets tot stand te bren- gen, is het resultaat, dat een toestand is ontstaan, die nog steeds als een Janboel aangeduid kan worden. Het lagere kader heeft geen vertrouwen in de leiding, zoals het dit indertijd wel had in een generaal Reinders of een generaal Winkelman.

Het ziet mensen, die in zijn ogen gefaald hebben, weer op andere, vaak nog belangrijker plaatsen tevoor- schijn komen, terwijl de mensen, waarin het vertrouwen stelt, schijn- baar vergeefs tegen de stroom op- roeien.

Dat zijn de fouten, die thans aan ons leger kleven, en alleen iemand, die krachtdadig op kan treden, zal bij de huidige stand van zaken in staat zijn orde in de chaos te schep- pen, zij het dan door vele heilige huisjes omver te werpen en diverse

"onmisbare" functionarissen op korte termijn met pensioen te zenden.

Q\SPEN

STALEN MEUBELEN ~

.,GISO"·LAMPEN

(4)

YRIJIIIIII -IIMDUIATII

Weekblad van de Volkspartij voor Vrijheld en Democratie

Voorzitter Redactie-comm.:

Drs. H. A. Korthols.

Redactie-secretaris: Mr. E_ Elios.

Adre_s. Spuistraat 274, ingang

~oomsteeg, tel. 36325, A'dom.

Administratie: Pastbus 43, A'toort. tel. 5267.

Aoonnementsprijs

t

1 .90 p. kwar- tool.

t

7.50 per jaar.

Voor het zenden van obonne- ments- en odvertentiegelden:

Postgiro no. 245103, ten name van de Penningmeester van de Stichting "Vrijheid en Democra- tie" te Amersfoort.

Losse nummers 15 cent.

Voor advertenties wende men zich tot de administratie.

\.. ..I

Van onze

leestafel

Parlement en Kiezer, 34ste .iaargang. Uitg. N.V. Mar- tinus Nijhoff's Boekhandel en Uitg. Mij., 's-Gravenhage 1950.

I

n een politiek orgaan een aan- beveling te schrijven voor deze parlementaire gids mag overbodig heten. Van zijn onmisbaarheid heeft hij sinds lang ieder overtuigd, die ex officio met het parlementaire werk te maken heeft of er belangstelling voor koestert.

Wel worde vermeld, dat ook deze 34stc jaargang weer even zorgvuldig bewerkt is als al zijn voorgangers.

Geen wonder: ook ditmaal was de heer

F.

K. van lterson, de oud-biblio- thecaris van de Tweede Kamer, de samensteller. Wie Parlement en Kie- zer geregeld gebruikt, weet, wat hij er in vinden kan. Wij hebben zo de indruk, dat er onder Je lezers van ons weekblad velen zijn, die tot de geregelde gebruikers zouden beho- ren, als ze maar wisten, hoeveel dit handige parlementaire jaarboekje hun te bieden heeft.

Met het oog op hen, vermelden we een en ander uit de inhoud.

Parlement en Kiezer geeft aller- eerst een tabel van alle ministerieën sedert 1848, de samenstelling van het huidige kabinet met enkele biogra- fische bijzonderheden en de lijst van leden der Staten-Generaal, eveneens met biografische bijzonderheden.

Maar dan vindt ge er verder de programma's der verschillende par- tijen, met de samenstelling der hoofd- besturen, overzichten van de jongste verkiezingen, omschrijving van de werkwijze der Hoge Colleges van Staat, de Troonreden van 1948, 1949 en 1950 en een uitvoerig overzicht van de voornaamste werkzaamheden der Staten-Generaal in het vorige zit- tingsjaar, benevens de vragen door kamerleden gedaan en de antwoor- den daarop door de Regering ge- geven.

Wat dunkt U: is dit ook niet iets voor U?

"Het Probleem Irian, zoals Nederlandse democraten het zien". Uitg. Comité "Vrien- den van Ind9nesië'~.

w~l niet alle Nederlandse demo- craten zullen het probleem Irian zien zoals blijkens deze brochu- re deze vrienden van Indonesië het zien, die Nieuw-Guinea enkel ken- nen als Irian: In deze voorliefde voor de naam Irian is eigenlijk de inhoud van heel dit geschrift reeds gesym- boliseerd. Voor vrienden van Indo- nesië ligt het probleem al héél een- voudig: zij erkennen geen enkel argument ten g-:.mste van het Neder- landse standpunt en bepleiten alleen dat van hun Indonesische vrienden.

Maar de omslag van hun brochure is gekleurd met het rood-w~t-blauwl

De Indische Nederlanders door K. C. Snijtsheuvel.

Uitg. Schefferdrukkerij, Gou- da (f 2.25).

De grote groep Indische Neder- -landers is door de ontwikke- ling der dingen in In :onesië bitter ontgoocheld. Zij gevoelt zich - niet ten onrechte! - een verlaten en mis- kend volksdeel. Velen hunner zien nog slechts één uitkomst: stichting van een volksplanting op Nieuw- Guinea, waa:" zij een machtige factor kunnen vormen in de economische en geestelijke ontplooiing.

Van dit alles -vertelt de schrijver van dit bewogen , boekje. Het is geen nuchter relaas van .,harde feiten"

maar het spreekt van de vaste wil ener volksgroep om - alle tegensla- gen ten spijt - staande te blijven en zich weer een toekomst op te bou- wen.

Snijtheuvels geschrift :...__ géén ro~

man! - vinde vele lezers. Het dra- ge er daardoor toe bij, dat het lijden en streven der Indische Nederlanders hier meer bekendheid krijgt en de sympathie voor hun lot groeie.

DeR.

DE SPOORWEGE'N SPREKEN

(Ingezonden) Geachte Redactie,

In

Uw uitgave van 2S November j.l.

wordt onder het hoofd "Troetel- kind (I)" critiek geleverd op het bij de Tweede Kamer aanhangige wets- ontwerp terzake van de schadevergoe- ding en kapitaalvoorziening der N.V.

Neder landsche Spoorwegen.

·Ofschoon ons de logica ontgaat in de conclusie, dat de Staat voor slechts f 10.000.000.- aandelen in de Spoor- wegen heeft en er d u s behoorlijk veel belastinggeld bij moet, zullen wij het oordeel over dit wetsontwerp aan de Volksvertegenwoordiging overla- ten en hier volstaan met de opmer- king, dat de N.V. Nederlandsche Spoorwegen - zoals U uit de open- bare jaarverslagen hebt kunnen zien - reeds sedert tien jaar met een slui-

tende rekening en zelfs een beschei- den winst werken, die aan de enige aandeelhouder, de Staat, wordt uitge- keerd.

• • •

Terzake van het entrefilet "Troe- telkind (II)" veroorloven wij ons het volgende onder Uw aandacht te brengen.

De schrijver vraagt zich in verband met de kwestie der onbewaakte over- wegen af, waarom de Spoorwegen halsstarrig vasthouden aan de zuinig- heid, die steeds meer mensenlevens kost. Het antwoord op deze vraag is het volgende:

De spoorwegwet verplicht de Spoor- wegen alle overwegen te bewaken. Bij Koninklijk Besluit van 9 Augustus 1922, Staatsblad no. 490 3e artikel, is aan de Minister machtiging verleend, om van geval tot geval ontheffing van

l i DECEMBER 1950 - PAG. i deze plicht

ie

verlenen. Indien de Mi- nister dit doet, bepaalt hij of de be- trokken spoorwegovergang onbewaakt kan blijven, dan wel voorzien moet worden van een flikkerlichtinstallatie.

Is dit laatste het geval, dan plaatsen de Spoorwegen deze installatie voor rekening van het Rijk. Terecht draagt het Rijk deze kosten, omdat het hier gaat om de beveiliging van het weg- verkeer en niet van het spoorweg- verkeer. De verantwoordelijkheid voor het niet bewaakt- of niet met flikkerlicht beveiligd-zijn, ligt dus niet bij de Spoorwegen, doch bij de overheid.

• * *

D

e schrijver stelt voorts op gezag van persberichten vast, dat bij de onbewaakte overweg in de omge- ving van Nootdorp een seinhuiswach- ter woont, die tevens overwegbomen zou kunnen bedienen; dit laatste zou echter niet gebeuren in verband met de kosten van het onderhoud.

Wij delen U mede, dat in de bedoel- de blokpost inderdaad een seinhuis- wachter zit. Deze post echter is niet gedurende de gehele dag bezet en wordt op de uren, waarop geen sein- huiswachter aanwezig is, uitgescha- keld. Indien wij deze seinhuiswachter overwegbomen lieten bedienen, zou de situatie ontstaan, dat de overweg nu eens wel, dan weer niet bediend zou worden. U zult met ons eens zijn, dat dit nog veel gevaarlijker is dan een overweg, die nooit beveiligd is.

- Hoogachtend, Voor de Secretaris, De Chef van de Afdeling Perszaken,

J. F. E. M. AGHINA.

Denkt U hier eens over na!

D

eze regering is ván ons en vóór ons, zowel plaatselijk als in de Staat of in de Unie. Zij is het eigendom van niemand an- ders dan van het Volk van Ame- rikà. Behandel haar niet als iets onpersoonlijks. Behandel _haar niet als iets om over te spotten. Be- handel haar als een kostelijk bezit.

Het komt er niet op aan hoeveel kritiek u erop uitoefent of tot wel- ke partij u behoort. Bedenk slechts dat deze regering van u is en u nodig heeft, al uw verstand en al uw kennis, om in de toekomst als een democratie in stand te blijven, want geen Regering kan democra- tisch blijven, wanneer tien tot twaalf millioen mensen zonder werk zijn. Dit kan eenvoudig niet.

Iedereen in Amerika moet een be- hoorlijk bestaan hebben en op zulk een wijze dat armoede hier tot het verleden behoort. Er bestaat niet de minste reden, waarom het Ame- rikaanse volk in armoede zou le- ven. Er móet ~en weg gevonden worden en er zál een weg gevon- den worden.

(Uit een rede van Harry Hopkins in 1939)

* • "

Deze, onze Regering, is niet de meester doch de schepping van het volk. De plicht van de Staat tegenover zijn burgers is de plicht van de dienaar tegenover zijn meester. Het volk heeft haar geschapen en het volk staat met zijn gemeenschappelijke goedkeu- ring toe, dat de Regering blijft be- staan.

Een van de plichten van de Staat is voor diegenen te zorgen, die het slachtoffer van ongunstige tijds- omstandigheden zijn geworden, waardoor het hun onmogelijk wordt gemaakt, zich ook maár de noodzakelijkste dingen voor levens- onderhoud zonder hulp van ande- ren te verschaffen. Deze verant- woordelijkheid wordt door iedere beschaafde natie erkend.

(Roosevelt op 28 Aug. 1931 in de Wetgevende Vergade- ring van de Staat N.-York).

• * •

Wij, Amerikanen zijn doorge- fourneerde helden-vereer- ders, in veel sterker mate dan de Britten of de Fransen. Wij houden

F. D. ROOSEVELT .... dienaar ....

ervan onze gevoelens van trouw te personifiëren. In onze politieke zakelijke en arbeids-organisaties voelen wij ons gerust, in het be- wustzijn_ dat aan het hoofd een Grote Baas staat, die wij kunnen vereren, of kunnen haten, doch op wie wij kunnen vertrouwen, zodra de omstandigheden moeilijk wor- den ...

In tijden van voorspoed en vre- de, wanneer het Amerikaanse volk merkt dat het voor de wind gaat, maakt het zich niet druk over het karakter van de man in het Witte Huis. Het is tevreden met een Pre- sident, die in de omlijsting past, zoals het geval was met Warren G. Harding, een die voldoende streng kijkt op de minder gebruik- te postzegels. Maar wanneer er t'!!genspoed komt en de problemen te geweldig worden voor de krach- ten van een enkel mens . . . dan moet de President van de Verenig- de Staten uit zijn omlijsting naar beneden stappen en tonen dat hij krachtig en voor zijn volk onont- beerbaar is. Het vertrouwen der Amerikanen, dat dit steeds weer opnieuw zal gebeuren, is onbe·

perkt. In ons binnenste is de over- tuiging diep geworteld, dat er iedere keer een groot President zal opstaan, zodra. wij hem werke- lijk nodig hebben.

H

et, enige wat wij te vrezen hebben, is de vrees zelf.

(Roosevelt)

• ••

0

nze constitutie is zo eenvou- dig en practisch, dat het al- tijd mogelijk is buitengewone no- den te bestrijden door verandering in nadruk en uitleg, zonder dat het wezenlijke van de vorm uit het oog wordt verloren.

(Roosevelt)

• • •

W

erkelijk conservatief is hij, die erop aandringt, dat be- zit de meester en niet de dienaar van het Gemenebest zal zijn; d1e erop aandringt, dat datgene wat een mens heeft geschapen, "'-e meester en niet de dienaar zal z1jn van de mens, die het maakte.

(Roosevelt)

• • •

W

ij misgunnen niemand een vermogen in het burgerle- ven, wanneer het op eerlijke wijze is verkregen en nuttig wordt be- steed. Het is niet voldoende, dat het vergaard zou zijn zonder dat aan het land schade is toegebracht.

Wij kunnen alleen toestaan, dat zulk een kapitaal wordt gevormd, indien dit voordeel voor de ge- meensèhap betekent. Ik weet wel dat dit een beleid van veel actie- vere inmenging dan tot nu toe in de sociale en economische toestan- den van de zijde der Regering met zich brengt, doch ik geloof dat wij het feit onder de ogen zullen moe- ten zien, dat een scherpere Rege- rings-contróle nu noodzakelijk is geworden.

(Roosevelt)

• • •

N

ooit heb ik geloofd dat het in ons kapitalistische stelsel noodzakelijk is, dat mensen arm zijn . . . Ik heb reeds sinds lang de idee verworpen, dat mensen arm zouden zijn omdat zlj slecht zijn.

Dat geloof ik niet. Ik ben van mening dat dit .economische sys- teem een ideaal middel is om ons nationale inkomen te vergroten ...

Het kapitalistische systeem leent er zich toe het nationale inkomen zo hoog op te voeren, dat het aan allen werkelijke sociale veiligheid zal verschaffen.

(Harry Hopkins)

(5)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

.

.

.

Besc!tu,h#gings;.polr~iek

INTERNATIONALE SPANNfNG EN OORLOG ZIJN IN WEZEN NIET ANDERS DAN . HET SPIEGELBEELD VAN MISLUKTE

r

INTERNATIONALE POLITIEK

(Ingezonden)

De internationale politiek wordt tegenwoordig in hoofdzaak

geken~

schetst door

beschuldigingen~

Het Westen beschuldigt het Oosten van een machiavellistisch streven naar de communistische heilstaat, en het Oosten beschuldigt het West en ván dujvelachtig kapitalistisch imperialisme. De ontelbare officiële en gezaghebbende verklaringen, redevoeringen, persconferenties, memoranda,

protest~nota's

e.d. zijn, met het omvangrijke niet officiële

beschf,lldigings~commentaar,

een

dui~

delijk bewijs van toenemend internationaal wantrouwen, waarvan de bewapeningswedloop het logische gevolg is. Hoewel de samenleving na de wapenstilstanden van 1918 en 1945 naar vrede en rust hunkert.

is het mensdom opnieuw in een grimmige .,koude" oorlog verwikkeld, met hier en daar zéér .,warme" plekken. Dit averechtse resultaat van toenemende intensieve en wetenschappelijke

staats~

en

volkenrechte~

lijke activiteit bewijst opnieuw, hoezeer almachtige staten en hun

alwe~

tende functionarissen kunnen falen. De

wereld~situatie,.

welke tijdens de

Yalta~conferentie

in Februari 1945 zelfs door Roosevelt en

Chur~

chili met groot optimisme werd beoordeeld. is vandaag van dien aard, dat Wereldoorlog /I/, om zo te zeggen, het gesprek van de dag vormt.

H

et is begrijpelijk, dat in de

·zwaar geladen internationale atmosfeer een politiek van beschul- digingen wordt gevoerd,. het is im- mers gemakkelijker de oorzaak en de schuld van gespannen en verbit- terde situaties op anderen te laden, dan de hand in eigen boezem te ste- ken. Maar deze beschuldigingspoli- tiek mag ons de ogen niet doen slui- ten voor de insolventie van de na- oorlogse staatkunde.- Een ieder be- hoort zich rekenschap te geven van . het feit, dat de ontwikkeling van tal-

loze nationale en internationale ambtelijke organen, welke sedert Wereldoorlog l plaats vond, niet heeft voorkomen dat Wereldoorlog II los- barstte. Integendeel, wánt de hang naar en het geloof in nat,ionale en.

.internationàle orgarusatie, met der- . ~el ver pacificerende en. ha,rmonisé- rende toverkrachten, verdoezelde als het ware tijdens de Volkenhonds- illusie de crux der staatkundige pro- . biemen en tegenstellingen. Al te zeer

wordt uit 't oog verloren, dat de mo- derne verambtelijke technologische

maatschappij uit zichzelf spanningen veroorzaakt, waarvan de gevaren evenredig zijn aan de kracht der wetenschappelijke verdelgingsmidde- . len. Naar gelang "verstatelijking" en

verambtelijking toenemen, geraken de maatschappelijke problemen tn

·spanningen meer en meer in de poli•

tieke en staatkundige sfeer met h~t

gevolg, dat zij als het ware staats- rechtelijk geconsolideerd worden, en zodoende onoplosbaar schijnen.

D

.e geschiedenis, de leermeesteres des levens bij uitnemendheid, leert, dat vrede en harmonie nimmer

·bevorderd zijn krachtens overheids- . dictatuur. Hoewel tegenwoordig aller- wegen voor liberalisatie van de eco- nomie wordt gepleit, is liberalisatie van de nationale en internationale

· staatszaken van groter belang. Zo- lang op internationaal terrein de hoop gevestigd blijft. op. sup~organisatiè

- met maximale ambtenarij en maxi- male papierwinkels - zullen de we- derzijdse beschuldigingen toenemen, met het gevolg, dat internationale hoogspanning ontstaat met de oorlog . als ultima ratio, evenals gedurende de periode 1918-1939 het geval is geweest, l'histoire se répète ....

M

inister Stikker heeft dezer da- gen, zeer terecht, in de Tweede Kamer verklaard, dat er teveel In- . ternationale organen zijn. Het lil:le- ralisme verwacht geen heil van amb- telijke voogdij, noch voor de natio- nale, noch voor de internationale sa- menleving. Sedert 1918 is de maat- schappij echter meer en meer onder staatsrechtelijke of te wel ambtelijke curatele geplaatst, met het onvermij- . delijke gevolg, dat de staatszaken,

zacht uitgedrukt, nationaal en inter- nationaal, niet bijster floreren. De ontwikkeling van het moderpe "et~

tisme" is, zoals· de bittere ervaring leert, n_iet alleen gepaard gegaan met

toenemende staatsuitgaven, en stij- gende begrotingstekorten, maar even- eens met toenemende bewapening en groeiend oorlogsgevaar. Verbetering en sanering van de universele span- ningen zijn niet te verwachten krach- tens verdere organisatie en super- organisatie van de ma'atscháppij, men spiegele zich aan de super-organisa- toren bij uitnemendheid, de Duitsers, die, dank zij hun vertrouwen en ge- loof in· de toverkracht van organise- rende staatkunde, staatkundig zijn vernietigd.

* *

*

V

an . peschuldigings-politiek, amb- telijke organisatie en super- organisatie, bewapenings-wedloop e.d.

kan

®

lJ;laatschapvij -in de. toekomst, éveiunln . als' in het vérleden, soulaas verwachten. ~e diepe ... èn innerlijke grond·· de~ problemen en spanningen is niet van materiële en Órganisatori- sche aard; de crux van onze maat- schappelijke tegenstellingen en wrij- vingen ligt in menselijke of morele tekortkomingen. Middels het geloof aan staatkundige toverkracht en groeiend etatisme verhuizen de mo- rele tekortkomingen meer en meer van de particuliere naar de publieke of staatkundige sfeer. Het is dus geen wonder dat dé' moeilijkheden en spanni!lgen in de openbare of staat- kundige sfeer toenemen, gelijk zij se- dert 't begin van dezè eeuw zijn toe- genomen, met steeds massaler slach- tingen en vernietigingén als bewijs van politieke en/of staatkundige te- kortkomingen.

* * *

H

oèwel staatkundige problemen 'en tegenstellingen geleidelijk even labyrinthisch ;z:ijn geworden als de ontelbare organen, welke .zich op

(

N.V~

Nederli1Ddscbe.

Caoutèbouc- èn Gutta•

Perebafabriek

v.h. Bakker& Zn.

·Ridderkerk

Technische rubl•erartikelen

de een of andere wijze met de pu- blieke zaak bemoeien, kan de ·samen- leving alléén en uitsluitend naar vreedzamer en harmonischer wegen gevoerd worden, door liberalisatie van de staatkunde. Dit klinkt wellicht min of meer vaag, maar zolang de publieke opinie niet met luider stem vermindering van staatsbe- moeienis eist, blijft . de mogelijkheid voor vreedzame, harmonische en vrije ontwikkeling door de· verstar- rende staatsmachinerie uitgesloten.

Hoe vreemd zulks vandaag ook moge klinken, zijn wij overtuigd, dat zo- dra de publieke opinie de kostbare en onberekenbare staatsmachine te- rugdringt naar groter bescheidenheid en geringer macht, zowel de staats- als de particuliere zaken vreedzamer en harmonischer zullen lopen. Het gehele complex is tenslotte een kwès- tie van "common sense", juiste pro- porties en toenemende vrijheid, een en ander in de ruimste zin des woords bedoeld. Geleide en super- of supra- georganiseerde staatkunde zal daar- entegen in de toekomst - evenals in het verleden - slechts tot spannin- gen en oorlogen voeren.

*

* *

B

yrnes, de Amerikaanse politic•Js en ex-minister van Buitenlandse Zaken, verklaarde in 1945 bij zijn ambtsaanvaarding: "duurzame vrede

"behoeft meer dan bekwame diplo-

"matie, meer dan papieren overeen-

"komsten, zelfs meer dan de beste

"oorkonden, welke de wijste staats-

"mán kan opstelÎ!m", doelende. op het feit, . dat dergelijke organisatorische maatregelen slechts waarachtige be- tekenis hebben, indien zij wortelen in de wil der volkeren om vreedzaam en als goede buren te ·leven. Het valt niet te betwijfelen, dat het mensdom na de Wereldoorlogen I en II naar vrede en veiligheid hunkert. Het feit, dat het eindeloze na-oorlogse confereren en organiseren van staats- lieden, diplomaten en strategen ,1e universele spanning en disharmonie slechts intensiveren, bewijst, dat de wereld met haar dagelijks confereren en organiseren (operatie "paper-clip") . op de verkeerde weg is.

Het is de hoogste tijd, dat, via liberalisatie van de internationale gedachtenwisseling, een einde komt aan de nutteloze beschuldigings- politiek. De zozeer gewenste inter- nationale harmonie wordt niet be- vorderd door scheldpartijen, al vin- den deze plaats in het kader van super- of supra-organen. Aan het slot van het V. & ».-hoofdartikel van 25 Nov. werd terecht gesteld, dat. klare en onverpoosde voorlich-

IOIIHIIIIlflllllflllllllllliHIIIIIIIIlHIIIIIHIIIIIliiiHIIIIIIIHIIIIIIHIIIIIIIIUIIIIIIII

I.V.

Machinefabriek

IJZER- STAAL- EN METAALGIETERIJ

v.h. BAKKER & Co.

RI D DE RK E.R.K

WIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIWIIIUIIIUUIIIIUIIIIIUUUIIUIIIUIIIIIIIUIUIIIIUIJUII

'· !''.

16 DECEMBER 1950 - PAG. 5

ting<yan de massa. de enverbiddelij·

· ke eis is, die deze tijd aan het libjl- ralisme stelt. Deze klare en onver- poosde voorlichting is eveneens noodzakelijk ten aanzien van de . . . . . gevaren, welke inhaerent zijn aan de verstarrende organisatorische verambtelijking van internation~il' zaken. Indien o,oit,,

da~ i~, hi~r.

"pb- riculum in mora", want naar ge- lang de internationale zaken in een

dwangbuis georgàniseerd · worden van super- en supra-organen, zal de internationaie spanning automa·

tisch toenemen, gelijk de jamme,r- lijke gang van zaken sedett 1945

bew~jst.

E. H.

Sensatie om Suriname

I

n de Surinaamse Staten is ru- zie. In het kader dezer ruzie gezien, valt het Hoge Coliege in twee delen uiteen: de coalitie (elf leden), de oppositie (tien leden). De ruzie is zo hoog gelopen, dat, ondanks vele goedbedoelde pogingen "van hoger- hand", Suriname onbestuurbaar· is geworden.

Thans bevinden vertegenwoordi- gers van beide delen zich in Neder- land. Voor de coalitie heeft lands- minister Albert Helman (Lou Licht- veld) gesproken. Voor de oppositie heeft David Fuidlay, redacteur van

"De West", de heer Helman geant- woord. De heer Helman had : -"t over de communistische methodiek zijner tegenstanders. De heer Fuid- lay antwoordde: "daar lachen wij om".

· Wij lachen er niet om.

Integendeel.

Niet dat wij geloven dat de oppo- sitie, bewust of zelfs maar onbeWust, communistisch is.

Niet dat wij het geschut dat de heer Landsminister op zijn tegen- standers heeft afgevuurd niet bijzon- der •grof vinden.

Niet dat wij de methodiek die de oppositie in Suriname heeft toege- past verheffend vinden.

Niet dat wij de gehele strijd van ministers, coalitie, oppositie in een volk van 160.000 inwoners niet een iet of wat operette-achtige indruk op

ons maakt.

Maar het is betreurenswaardig, dat een land, dat zich zijn autonomie pàs verworven heeft (en dat wij deze autonomie zo volgaarne gunnen) zijn tijd met deze dingen moet versoillen.

Anderzijds zijn al deze opgewon- den gebeurtenissen wellicht juist verschijnselen van de "kinderjaren"

dezer autonomie.

Bovendien spelen allerlei persoon- lijke aangelegenheden, taboes en his- torisch ge- en vergroeide dingen een rol in dit weinig aanlokkelijke dra- ma.

Intussen hopen wij hartelijk, dat het Nederland vergund zal zijn Suri- name broederlijk ten dienste te staan met de grotere ervaring die het zich in vele jaren parlementaire democratie heeft eigen gemaakt.

Want Nederland heeft grote verplich- ting jegens · SUriname. Nederlau l

heeft Suriname in het verleden héél stiefmoederlijk behandeld. Nedethnd moet zich daarvan terdege bewust zijn.

Wij zien de sensatie om Suriname veeleer op een psychologische dan op een politiek vlak liggen. Dat maakt deze materie des te hachelijker. En de oplossing des te moeilijker.

Dat deze oplossing niettemin ge- vonden worde ten bate van Surina- me, dat goede land, dat beter ver- dient dim deze onvruchtbare· onver-

kwikkelijkheid. E .

•••••••••••••••••••••••••••••••••••••

AFDELINGSSECRETARISSEN:

Vraagt bÛ onze administratie c!e tarieven voor. extra-exemptaren vaa

>na weekblad. voor df' verbretdlniJ van onze beginselen en voor bet werven van nieuwe abonné's.

•••••••••••••••••••••••••••••••••••••

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Maar de medisch specialist moet zich wel autonoom kunnen blijven bewegen in zijn eigen domein, waar alles draait om de zorg voor

Is het waar dat leerlingen meer gemotiveerd worden door geïntegreerd onderwijs omdat de wereld buiten school ‘ook niet in vakken is opgeknipt’, of reiken vakken juist zienswijzen

Anders gezegd: er moet niet alleen bekeken worden of decentrale overheden autonome ruimte hebben, maar ook of (a) het geheel van hun taken een substantieel deel van de publieke

Bij staatssecretaris Remkes waren de corpora- ties niet erg in tel. Ook toen rekende het Rijk zich rijk met de vermogens van de corporaties. Ooit werd bij vrom, bij wijze

Taken as a whole, I cannot safely draw the conclusion that dual-class share structure has a moderating effect on the corporate governance-firm performance relationship,

De docent zoekt in dialoog naar ontwikkelkansen niet naar ‘fouten’, feedback vervangt cijfers Docenten halen studenten uit hun comfortzone en weten daarmee om te gaan.

De soci ale krachten zijn ook van s i gnificante inv loed geweest op de medische wereld en men zou dus zelfs kunnen stellen dat de wortels van het principe van

De fictie van het autonome mensbeeld die hierachter schuilgaat staat niet zelden op gespannen voet met de realiteit: mensen die als verdachte in het strafrecht worden betrok-