• No results found

124 van 11 januari 1999 van de heer JOHAN MALCORPS De Mosterdpot (Duffel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "124 van 11 januari 1999 van de heer JOHAN MALCORPS De Mosterdpot (Duffel"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 124 van 11 januari 1999

van de heer JOHAN MALCORPS

De Mosterdpot (Duffel) – Bouwvergunning Moet of kan bij het al dan niet toekennen van een bouwvergunning ook rekening worden gehouden met de voorgeschiedenis van het dossier, in casu wetsovertredingen die in verband staan met de nieuwe aanvraag ? Dit is de vraag die buurtbewo- ners zich stellen naar aanleiding van de toekenning door het gemeentebestuur van Duffel van een bouwvergunning aan de VZW Covabé voor de bouw van een verzorgingsinstelling in een land- schappelijk waardevol gebied in Duffel.

De nieuwe instelling zou immers worden gebouwd in de weide waar vroeger illegaal werd overgegaan tot de afbraak van een beschermd monument, met name de Mosterdpothoeve, waarvan de bakoven en de schuur bij koninklijk besluit nr. 944 van 26 maart 1976 wettelijk werden beschermd. De buurt- bewoners gaan ervan uit dat de VZW Covabé, ei- genaar van de gronden, ook hierin de hand had, omdat men klaarblijkelijk andere plannen koester- de met het betrokken gebied.

Monumenten en Landschappen stelde bij de in- spectie vast dat de beschermde gebouwen weder- rechtelijk waren afgebroken : een duidelijke over- treding dus van het decreet ter bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten. Het dossier is inmiddels overgezonden aan de procureur des konings van Mechelen. Voorzover bekend, werd in deze zaak sindsdien geen enkele voortgang meer gemaakt. Een nieuwe vraag van de buurtbewoners om dan de rest van het landschappelijk waardevol gebied alsnog te beschermen, kreeg als antwoord dat een bescherming als dorpsgezicht niet meer kon worden overwogen, aangezien de belangrijkste historische kern (zij het op illegale wijze) nu ver- dwenen is ...

Intussen is er de nieuwe bouwvergunning en is het gevaar dus zeer groot dat een flagrante overtreding van de wet niet alleen ongestraft zal blijven, maar in de feiten ook nog eens door de overheid zal worden beloond. Wat in schril contrast staat met de strenge benadering van andere bouwovertredin- gen, ook al gaat het in dit geval om een illegale af- braak ...

De buurtbewoners hebben vooral vanwege deze cynische voorgeschiedenis beroep aangetekend tegen de beslissing van het gemeentebestuur om de nieuwe bouw te vergunnen. Bouwaanvrager en ge-

meente kunnen zich uiteraard beroepen op het ge- westplan, waarin het betrokken gebied is inge- kleurd als "zone voor gemeenschapsvoorzienin- gen".

Kan de minister vice-president of zijn administratie in dit soort gevallen de voorgeschiedenis alsnog in rekening brengen ? Zou het niet geheel onbillijk zijn die buiten beschouwing te laten ?

Meent de minister vice-president dat het oppor- tuun is de illegale afbraak van een beschermd mo- nument in Duffel buiten beschouwing te laten bij de definitieve besluitvorming over de opportuniteit van een nieuwe bouwvergunning ?

Antwoord

Bij het beoordelen van een bouwaanvraag dient de gemachtigde ambtenaar rekening te houden met de fysieke realiteit en de te verwachten ruimtelijke ontwikkelingen op het bouwperceel en op de om- gevende percelen uit de directe stedenbouwkundi- ge invloedssfeer. De bouwaanvraag dient eveneens te worden getoetst aan de geldende plannen van aanleg en de regelgeving, dit op het moment van het uitbrengen van het advies of de beslissing en niet op een vroeger moment.

Bij de beoordeling van de bouwaanvraag voor het psychiatrisch verzorgingstehuis aan de Mechelse- baan in Duffel beschrijft de gemachtigde ambte- naar de bouwplaats, de omgeving en het project in het overwegende gedeelte als volgt :

"Het eigendom is gelegen in een open en groene omgeving. De betreffende percelen behoorden oorspronkelijk bij de "Mosterdpothoeve". Deze voormalige hoeve (oorspronkelijke functie : boer- derij), ligt op meer dan 180 meter verwijderd uit het actuele bebouwingsvoorstel. Gelet op deze af- stand, gelet op de omgeving en gelet op het inge- diende bebouwingsvoorstel, is deze hoeve niet rele- vant voor de beoordeling van voorliggende bouw- aanvraag. Met betrekking tot deze bouwaanvraag is het eigendom, los van het oorspronkelijke ge- bruik (boerderijgronden), gelegen in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen volgens het vastgestelde gewest- plan, vastgesteld op 5 augustus 1976".

Bij de beoordeling van het stedenbouwkundig at- test voor het ernaast te bouwen dagverblijf voor ernstig en diep mentaal en/of meervoudig gehandi- capte personen "de Maretak", beschrijft de ge- machtigde ambtenaar de bouwplaats, de omgeving en het project in het overwegende gedeelte als volgt :

(2)

"Het eigendom is gelegen in een open en groene omgeving. De betreffende percelen behoorden oorspronkelijk bij de "Mosterdpothoeve". Deze voormalige hoeve (oorspronkelijke functie : boer- derij), ligt op meer dan 150 meter verwijderd uit het actuele bebouwingsvoorstel. Gelet op deze af- stand, gelet op de omgeving en gelet op het inge- diende bebouwingsvoorstel, is deze hoeve niet rele- vant voor de beoordeling van voorliggende bouw- aanvraag.

Met betrekking tot deze bouwaanvraag is het ei- gendom, los van het oorspronkelijke gebruik (boerderijgronden), gelegen in een gebied voor ge- meenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoor- zieningen volgens het vastgestelde gewestplan, vastgesteld op 5 augustus 1976".

Voor beide gevallen werd bijgevolg geoordeeld dat de Mosterdpothoeve niet tot de directe steden- bouwkundige invloedssfeer behoorde. Of deze hoeve al dan niet illegaal werd gesloopt of op na- tuurlijke wijze teloorging, doet dan ook niet terza- ke en speelt geen rol bij de beoordeling van de projecten.

Los hiervan kan worden vermeld dat de schuur en het bakhuis van de Mosterdpothoeve werden be- schermd bij koninklijk besluit van 26 maart 1976.

De toelating tot afbraak van de oude hoeve, stal- ling en schuur werd aangevraagd op 21 januari 1992, maar geweigerd op 10 juni 1992, omdat de af- braak van de hoeve de noodzakelijke context ont- nam voor de aanpalende beschermde gebouwen (schuur en bakhuis) en omdat het advies van de af- deling Monumenten en Landschappen negatief was.

Op 19 juli 1996 kondigde de procureur des konings aan dat een opsporingsonderzoek werd ingesteld inzake een mogelijke bouwovertreding in verband met de hoeve.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Krachtens artikel 5 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, mogen persoonsgegevens

Bij brief van 10 september 1996 vraagt de Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, overeenkomstig artikel 29 van de wet van 8 december 1992, het advies van

Artikel 1 van het huidig ontwerp van besluit verduidelijkt de doeleinden waarvoor de Afdeling Tewerkstelling en de Afdeling kleine en middelgrote Ondernemingen van de Algemene

De Commissie merkt tenslotte op dat in het ontwerp van koninklijk besluit in een aantal gevallen vrijstellingen van aangifteplicht worden verleend, zonder dat steeds de

Het ter advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe een aantal aanpassingen aan te brengen aan het koninklijk besluit (nr. 8) tot vaststelling van de doeleinden,

Omdat de Commissie meent dat er geen reden is, vanuit het oogpunt van de goede werking van de sociale zekerheid, om haar de mogelijkheid tot verlenging van de termijn te ontnemen,

10. De gevallen vermeld onder artikel 2, d), e) en g) komen inhoudelijk overeen met situaties waarvoor krachtens artikel 5, 1 van het koninklijk besluit (nr. 9) werd voorzien in

De wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna de wet van 8 december 1992) bepaalt in artikel