• No results found

Vraag nr. 119 van 25 april 2003 van de heer KRIS VAN DIJCK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 119 van 25 april 2003 van de heer KRIS VAN DIJCK"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 119 van 25 april 2003

van de heer KRIS VAN DIJCK

K l e i n s chalige waterzuiveringsinstallaties – Bouw-vergunning

Tegen 2005 moet in Vlaanderen elke lozing van af-valwater in waterlopen stopgezet zijn. Zowel heel wat individuele woningen, als ook heel wat groe-pen van woningen liggen ver van bestaande riole-ringsstelsels die aangesloten zijn op een waterzui-v e r i n g s i n s t a l l a t i e. Gemeenten zoeken nu, s a m e n met Aquafin vaak, naar oplossingen met de aanleg van kleinschalige waterzuiveringsinstallaties (KWZI).

Aangezien heel wat van deze woningen niet in woonzone liggen, maar wel in landbouwgebied en zelfs in natuurgebied, rijst nu blijkbaar een pro-bleem voor het verkrijgen van een bouwvergun-ning : KWZI's kunnen blijkbaar niet in natuurge-b i e d . Met andere woorden : een rietveld mag er niet ...

Daarom volgende vragen aan de minister. 1. In welke zone kan de aanleg van een KWZI ? 2. Vanaf wanneer is er een bouwvergunning nodig

voor een KWZI ? Is die ook nodig voor een KWZI voor één woning ? Wat wanneer die wo-ningen in een natuurgebied (ook habitat) liggen ? 3. Moeten er decretale aanpassingen komen om

het hierboven geschetste probleem op te lossen, of kan dit binnen de huidige decreetgeving op een aanvaardbare wijze ?

Antwoord

1. Er rijst uiteraard geen probleem als de klein-schalige waterzuiveringsintallatie gelegen is in w o o n g e b i e d , gebied voor gemeenschapsvoorzie-ningen en openbare nutsvoorziegemeenschapsvoorzie-ningen, i n d u s-triegebied, enzovoort.

Problematisch wordt het wanneer het zuive-ringsstation niet overeenstemt met de bestem-ming van het gewestplan of ruimtelijk uitvoe-ringsplan (RUP).

A. Gewestplan

Hierbij kan in een aantal gevallen (kleinschalige waterzuivering) gebruikgemaakt worden van

artikel 20 van het koninklijk besluit van 28 de-cember 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de g e w e s t p l a n n e n . In een aantal andere gevallen ( k l a s s i e k e, grootschalige waterzuivering) is de afwijking zo groot dat dit niet meer kan en een wijziging van het gewestplan via gemeentelijk plan van aanleg of RUP nodig is. De vraag is ui-teraard waar de grens wordt gelegd.

Aquafin ontwikkelt heel wat verschillende vor-men van KWZI's (steeds gericht op de zuive-ring van het water van een aantal woningen – geen individuele zuivering). Een aantal voor-beelden kunnen dit illustreren :

a) rietveld met elektriciteits- en sturingskast en pompput en voorbezinktank ;

b) één-tank-biorotorinstallatie met elektrici-teits- en sturingskast en pompput en rietveld ; c) één-tank-SAF-installatie met

elektriciteits-en sturingskast elektriciteits-en pompput elektriciteits-en rietveld ; d) m e e r-tank-biorotorinstallatie met

elektrici-teits- en sturingskast, pompput en voorbe-zinktank, rietveld en nabezinktank ;

e) m e e r-tank-SAF-installatie met elektriciteits-en sturingskast, pompput elektriciteits-en voorbezinktank, rietveld en nabezinktank ;

f) laagbelaste actief-slibinstallatie voor capaci-teiten groter dan 1.000 IE.

(SAF : submerged aerated filter – red.)

Algemeen kan worden gesteld dat mogelijkhe-den a) tot en met e) (KWZI's kleiner dan 1.000 inwonersequivalenten (IE)) vrij goed inpasbaar zijn in de omgeving. De toepassing van artikel 20 kan dan ook vaak overwogen worden. M o g e-lijkheid f) is ruimtelijk meer ingrijpend, de toe-passing van artikel 20 is dan ook vrijwel steeds onmogelijk.

De nodige aandacht moet worden geschonken aan de motivering van de beslissing. Hierbij die-nen drie zaken te worden behandeld :

a) waterzuivering is een gemeenschapsvoorzie-ning ;

(2)

c) de werken zijn verenigbaar met het architec-tonisch karakter van het betrokken gebied. We kunnen opmerken dat artikel 20 soepeler kan worden toegepast wanneer het wijzigingen en zelfs vrij beperkte capaciteitsuitbreidingen van bestaande vergunde installaties betreft. Wanneer de wijzigingen aan de waterzuiverings-installatie nodig zijn om te voldoen aan milieu-n o r m e milieu-n , damilieu-n kamilieu-n ook overwogemilieu-n wordemilieu-n om gebruik te maken van artikel 145bis, § 1, 4° van het decreet van 18 mei 1999 houdende de orga-nisatie van de ruimtelijke ordening.

B. Ruimtelijk uitvoeringsplan

In ruimtelijke uitvoeringsplannen is artikel 20 niet van toepassing. Daar geldt de regeling van artikel 103 van het decreet van 18 mei 1999 hou-dende de organisatie van de ruimtelijke orde-ning.

" A r t . 103 § 1. De Vlaamse regering bepaalt de lijst van de werken, handelingen en wijzigingen van algemeen belang.

(...)

Er mag bovendien worden afgeweken van de v o o r s chriften van een ruimtelijk uitvoeringsplan v o o r zover het gaat om kleine werken, h a n d e l i n -gen en wijzigin-gen van algemeen belang, die de algemene bestemming en het arch i t e c t o n i s che en l a n d s chappelijke karakter van het gebied in kwestie niet in het gedrang brengen.

De Vlaamse regering bepaalt welke werken, h a n -delingen en wijzigingen van algemeen belang als klein kunnen worden beschouwd.

Het besluit van de Vlaamse regering bepaalt terzake:

" A r t . 3 . Als kleine werken, handelingen en wijzi gingen van algemeen belang, zoals bedoeld in ar -tikel 103, § 1, v i e rde lid van het decreet, w o rd e n beschouwd :

(...)

5° de gebouwen van algemeen belang met een to tale grondoppervlakte van maximaal 50 vierkan -te me-ter en een maximale hoog-te van 20 me-ter ; de overige werken, handelingen en wijzigingen van algemeen belang met een totale grondopper

vlakte van maximaal 150 vierkante meter, met in -begrip van de omgevingsaanleg ;

6° geluidsbermen van algemeen belang en riet -velden voor collectieve waterzuivering."

Een combinatie van 5° en 6° is mogelijk. Vo o r een rietveld geldt geen maximale afmeting. Voor (de overige delen van) de installatie wel. Worden deze maten overschreden, dan is de wijziging van het RUP zeker nodig.

Worden de maten niet overschreden, dan kan worden overwogen de afwijking toe te staan. Hierbij moet worden gemotiveerd :

a) dat het werken, handelingen en wijzigingen van algemeen belang betreft ;

b) dat de algemene bestemming van het gebied in kwestie niet in het gedrang wordt ge-bracht ;

c) dat het architectonische en landschappelijke karakter van het gebied in kwestie niet in het gedrang wordt gebracht.

Het is zeker aangewezen dat bij de opmaak van RUP's voldoende ruime en soepele voorschrif-ten worden gebruikt, zodat afwijkingen overbo-dig zijn.

2. De vraag of een stedenbouwkundige vergun-ning nodig is voor de aanleg van een kleinscha-lige waterzuiveringsinstallatie, is niet eenvoudig met ja of neen te beantwoorden. De ene KWZI is immers de andere niet. Sommige KWZI's be-staan deels uit vaste constructies. Dan geldt in principe de vergunningplicht (artikel 99 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisa-tie van de ruimtelijke ordening). Er is met toe-passing van het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergun-ningplichtige functiewijzigingen en van de wer-k e n , handelingen en wijzigingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, e e n vrijstelling voor een ondergrondse waterzuive-ringsinstallatie voor huishoudelijk gebruik bij een vergunde woning, als die minstens één meter van de zijdelingse en achterste perceel-grenzen verwijderd blijft.

(3)

"Niemand mag zonder voorafgaande steden -bouwkundige vergunning :

(...)

4° het reliëf van de bodem aanmerkelijk wijzi -gen;

(...)

Als aanmerkelijke reliëfwijziging zoals bedoeld in het eerste lid, 4 ° ,w o rdt onder meer besch o u w d elke aanvulling, o p h o g i n g, uitgraving of uitdie -ping die de aard of functie van het terrein wijzigt. Normalerwijze is een rietveld dus als een aan-merkelijke reliëfwijziging te beschouwen. 3. Mijns inziens zijn er voldoende mogelijkheden

om aangepaste oplossingen voor het probleem van de kleinschalige waterzuivering te vinden, zoals ik onder punt 1 heb uiteengezet. In die ge-vallen waar er niet onmiddellijk een oplossing kan worden gevonden via het vergunningenstel-s e l , kan uiteraard overwogen worden om een planningsinitiatief te nemen, indien dit ruimte-lijk verantwoord is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hierdoor werd ook het bovenge- meentelijk project 21063 opgenomen op het pro- grammajaar 2003 van het meerjareninvesterings- programma Aquafin 2003-2007 dat op 7 september 2001 door

Winge Golf en Country Club, Tielt-Winge landschappelijk waardevol agrarisch gebied/ natuurgebied.. Type II: Gebieden op provinciaal niveau

Bij ministerieel besluit van 12 mei 2003 werd met ingang van 1 januari 2003 de regionale dienst voor gezinszorg Welzijnszorg Kempen erkend, en werd.. vanaf diezelfde datum de

Nadat er vier jaar te pas en te onpas in alle discussies met deze term is geschermd, werd op deze wijze het P P S-principe eindelijk decretaal verankerd en ont- stond er

Op 1 april antwoordde de minister dat niet elke minister op dat moment geantwoord had op haar formele vraag om tegen eind januari een initiatief ten voordele van de gehandicapten

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Renaat Landuyt, minister vice-presi- dent van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Werkgelegenheid

Gevolg gevend aan het Vlaams akkoord 2003-2004 gesloten tussen de Vlaamse regering en de V l a a m- se sociale partners op 21 maart 2003, zal het be- staande stelsel van

"Ik heb antwoorden gekregen van minister Dua, van minister Landuyt, van minister Van Mechelen, van ex-minister Stevaert – nu vervangen door mi- nister Bossuyt – en van