Vraag nr. 185 van 14 mei 2001
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Interculturele bemiddelaars – Allochtonen
In het kader van het beleid inzake etnisch-c u l t u r e l e minderheden engageerde de minister zich om, i n opvolging van het project interculturele bemidde-laars binnen de welzijnssector en gezondheidszorg, de opleiding van allochtonen tot ervaringsdeskun-digen te promoten in een inclusieve opleiding. 1. Hoe werd dit tot nu toe door de minister
gecon-cretiseerd ?
2. Welke stappen zette de minister reeds om dit voor te bereiden ?
3. Welke middelen zijn hiervoor gereserveerd op de begroting 2001 ?
4. Welke middelen werden reeds uitgegeven ?
Antwoord
1 en 2. In mijn beleidsbrief met beleidsprioriteiten 2000-2001 werd het volgende opgenomen : "Een resolute keuze voor interculturalisering en het vormen van mensen als leerling – opleider – werknemer op het vlak van omgaan met di-versiteit is o. i . op termijn de beste weg om onze voorzieningen toegankelijker te maken en onze samenleving verdraagzamer. Deze invalshoek laat ook toe om welbepaalde categoriale instru-menten (bv. interculturele medewerkers) zo adequaat mogelijk in te zetten. Om deze ver-nieuwende aanpak op een gecoördineerde wijze te ondersteunen zal er op korte termijn een specifiek project van start gaan." (blz. 3 4 ) . ( B e l e i d s -brief We l z i j n , G e zondheid en Gelijke Kansen – Beleidsprioriteiten 2001-2001 ; Stuk 451 (2000-2001) – Nr. 1 – red.)
Er werd een onderzoeksopdracht gegund aan de KU Leuven, Hoger Instituut voor de A r b e i d ( H I VA ) , met als strategische doelstelling "het bevorderen van de toegankelijkheid van de ge-mene voorzieningen en de welzijnsrechten voor de armen en etnisch-culturele minderheden" (KU Leuven : Katholieke Universiteit Leuven – r e d . ). Hierin is onderzoek naar interculturele bemiddeling als toegankelijkheidsinstrument o p g e n o m e n . De opdracht ving aan op 1 decem-ber 2000 en eindigt op 30 novemdecem-ber 2001.
Eén van de bedoelingen van het onderzoek be-staat erin conclusies en voorstellen te formule-ren over het voortzetten van het intercultureel bemiddelen en de voorwaarden waaronder dit k a n . Men wil een antwoord krijgen op onder an-dere de volgende vragen : welke zijn de mini-mumbasiscompetenties op individueel niveau voor de intercultureel bemiddelaar ; is een op-leiding voor interculturele bemiddelaars aange-wezen en zo ja, hoe moet die opleiding dan vorm krijgen ?