• No results found

Opgave 3 Dynamo van Clarke

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Opgave 3 Dynamo van Clarke "

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2004-I

havovwo.nl



www.havovwo.nl - 1 -

Opgave 3 Dynamo van Clarke

In het midden van de negentiende eeuw zijn de eerste apparaten ontwikkeld waarmee elektrische spanningen konden worden opgewekt.

In figuur 9 is het toestel van Clarke afgebeeld. Het wordt beschouwd als de voorloper van onze dynamo.

De dynamo van Clarke bevat een

hoefijzermagneet en twee spoelen die van de ene naar de andere pool van de magneet draaien. Door het grote wiel rond te draaien, worden de twee spoelen via een rubberen band in beweging gebracht.

In figuur 10 is de flux binnen één zo’n ronddraaiende spoel als functie van de tijd weergegeven.

In figuur 11 is de spanning, die in de spoel wordt opgewekt, als functie van de tijd weergegeven.

In figuur 11 is af te lezen dat op het tijdstip t = 0,022 s de spanning voor het eerst maximaal is.

2p 10 †

Leg met behulp van figuur 10 uit waarom op dat tijdstip de spanning maximaal is.

Men kan op verschillende manieren de spanning vergroten die in een spoel wordt opgewekt.

Daarvoor is het toegestaan om eventueel veranderingen aan te brengen in het apparaat.

3p 11 †

Noem drie manieren.

0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6

tijd (s)

0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6

tijd (s) 60

40 20 0 -20 -40 -60 Uind

(V)

0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6

tijd (s) 00

0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6

tijd (s) flux

figuur 9

figuur 10

figuur 11

valt buiten de examenstof

(2)

De tweede spoel is zo aangesloten dat de spanning die daarin wordt opgewekt de spanning in de andere spoel versterkt.

In figuur 12 is de totale inductiespanning die de dynamo van Clarke opwekt, weergegeven als functie van de tijd.

De inductiespanning is een wisselspanning met een wat vreemd verloop.

3p 12 †

Bepaal de frequentie van deze wisselspanning.

Bij een wisselspanning hoort een bepaalde effectieve spanning. Hieronder staan vier beweringen over de effectieve spanning die hoort bij de wisselspanning van figuur 12.

A: U

eff

0 V B: U

eff

58 V C: U

eff

88 V D: U

eff

176 V

2p 13 †

Welke van deze vier beweringen is juist? Licht je antwoord toe.

0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6

tijd (s)

0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6

tijd (s) 100

80 60 40 20 0 -20 -40 -60 -80 -100 Uind

(V)

figuur 12

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2004-I

havovwo.nl



www.havovwo.nl - 2 -

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij een lage temperatuur is de weerstand van de NTC groot, dus de stroom door de kring klein en dus de spanning over de variabele weerstand (en de LED) klein, te klein om de LED

De wisselspanning in de spoel wordt via een gelijkrichtschakeling van vier diodes omgezet in een gelijkspanning.. Met deze gelijkspanning wordt een

Uit de gemeten spanning en stroomsterkte berekent Freek dat de dynamo dan een constant elektrisch vermogen levert van 1,8 W.. In deze situatie zet de dynamo zwaarte-energie om

Omdat de fluxgrafiek op het gegeven moment het steilst loopt, is ook op dat moment de spanning

4p 5 Geef aan welke twee transformaties op de grafiek van f kunnen worden toegepast, en in welke volgorde, om de grafiek van g te laten ontstaan.. 5p 6 Bereken met behulp

Onder ande- re zijn er de eisen in te vinden die de wet stelt en die onze statuten stellen, de proce- dures voor het stellen van kandidaten en het indienen van

Deze passeren de opening in P met een te verwaarlozen snelheid, waarna ze het elektrische veld tussen de elektroden P en Q doorlopen (zie figuur 8).. De ionen die de opening in

Door veranderingen in de ionconcentraties, maar ook door plotselinge veranderingen in de selectiviteit voor ver- schillende ionen kunnen de membraanpotentiaal en de elek-