Gemeenteraad
Aanwezig:
Voorzitter P. Berghmans
Burgemeester P. Rotthier
Schepenen K. Deckx, H. Schoofs, P. Van Rompaey, H. Celen, C. Verdonck, P. Vanhoof, L. Van Craenendonck, W. Caeyers
Raadsleden S. Verherstraeten , M. Luyckx, T. Knaeps, K. Van Gompel, J. Lodewijckx, J. Vansant, B.
Vanmarcke, A. Verbeke, K. Dillen, N. Smets, H. De Groof, M. Van Roy, L. Vreys, Z. Ünlü, W.
Soeffers, M. Belmans, T. Sergooris, J. Vangheel, P. Janssen, S. Abbeloos, M. Billen
Secretaris C. Elsemans
In openbare zitting van 17/11/2014
Betreft Belasting op de aanvoer van radioactief afval, op de opslag van te saneren radioactief afval, evenals op de gebouwen die het voorwerp uitmaken van een vergunning tot ontmanteling:
aanslagjaren 2015-2019
Stemming 10 stemmen tegen: A. Verbeke (N-VA), K. Dillen (N-VA), N. Smets (N-VA), H. De Groof (N-VA), M. Van Roy (N- VA), W. Soeffers (N-VA), M. Belmans (N-VA), J. Vangheel (N-VA), P. Janssen (N-VA), M.
Billen (N-VA).
Dienst – Class. BEL - 484 Code nota GR/2014/319
Bijlagen GRONDEN
Voorgeschiedenis
De gemeenteraad keurde in zitting van 16 december 2013 een reglement goed voor de belasting op de aanvoer van radioactief afval, op de opslag van te saneren radioactief afval, evenals op de gebouwen die het voorwerp uitmaken van een vergunning tot ontmanteling aanslagjaren 2014-2019.
Feiten
De aanvoer en opslag van radioactief afval op het gemeentelijk grondgebied heeft een negatieve invloed op de verdere ontplooiing van de gemeente, en vraagt bovendien bijzondere waakzaamheid vanwege de gemeentelijke overheid voor vrijwaring van de openbare gezondheid en veiligheid.
Op het grondgebied van de gemeente zijn daarnaast ook nucleaire inrichtingen aanwezig waarvan de activiteiten geheel of gedeeltelijk werden stopgezet en waarvan de gebouwen ontmanteld dienen te worden.
Naar aanleiding van opmerkingen van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur wordt een beperkte wijziging aangebracht.
Juridische gronden
In overeenstemming met de bepalingen van het gemeentedecreet.
Overeenkomstig artikel 42 van het gemeentedecreet regelt de gemeenteraad alles wat van gemeentelijk belang is. Volgens artikel 43, §2, 15° is de gemeenteraad bevoegd voor het vaststellen van de gemeentebelastingen en de retributies.
De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Openbaar onderzoek / inspraak
Het reglement zal aan het publiek kenbaar gemaakt worden van 18 november 2014 tot en met 7 december 2014.
MOTIVERING Argumentatie
De financiële toestand van de gemeente vereist dat diverse belastingen worden geheven waarbij een rechtmatige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd.
Het is dan ook aangewezen de aanvoer en opslag van radioactief afval op het gemeentelijk grondgebied zodanig te belasten, dat de opbrengst tenminste evenwaardig is aan deze van andere nijverheidsbelastingen.
De belasting op de aanvoer van radioactief afval wordt onverminderd behouden, met dien verstande dat is overgegaan tot indexering van de voorziene belastingtarieven.
Thans wordt evenwel specifiek voorzien in een belasting van de opslag van het te saneren radioactief afval dat werd geproduceerd of aangevoerd tot en met 1 maart 1989. Hiermee wordt met name de opslag van het historische geaccumuleerde radioactief afval geviseerd op het gemeentelijk grondgebied dat deel uitmaakt van het passief BP2. Voormeld passief omvat immers de verplichtingen voortvloeiend uit de denuclearisatie van de vroegere afvalbehandelingsafdeling van het SCK●CEN. De belasting beoogt enerzijds een stimulans te zijn om de sanering van voormeld historische geaccumuleerde radioactief afval te bespoedigen. Anderzijds wordt een dubbele belasting op de opslag van het overige radioactief afval uit operationele activiteiten vermeden, vermits dit afval reeds belast wordt ingevolge de belasting op de aanvoer ervan.
Door voortaan eveneens een belasting te heffen op deze te ontmantelen gebouwen van de verkrijging van de vergunning tot ontmanteling tot op het ogenblik van de effectieve beëindiging van de ontmanteling, worden de exploitanten van voormelde inrichtingen aangespoord om de uitvoering van de ontmanteling te benaarstigen. Het langdurig in gebruik houden van grote terreinoppervlaktes voor te ontmantelen gebouwen verhindert immers dat deze terreinoppervlaktes opnieuw beschikbaar worden voor andere industriële activiteiten op het gemeentelijk grondgebied.
Gelet op het feit dat het niveau van de resterende aanwezige restradioactiviteit in de te ontmantelen gebouwen afhankelijk is van de voorheen uitgevoerde nucleaire activiteiten, wordt de gemeentebelasting vastgesteld met inachtneming van zowel het gebouwvolume als de aanwezige restradioactiviteit.
Financiële weerslag
De inkomsten van deze belasting worden ingeschreven in het exploitatiebudget onder actienummer 11.1.1 artikelnummer 73401000-0020.
BESLUIT Artikel 1
De gemeenteraad besluit het reglement i.v.m. de ‘Belasting op de aanvoer van radioactief afval, op de opslag van te saneren radioactief afval, evenals op de gebouwen die het voorwerp uitmaken van een vergunning tot ontmanteling: aanslagjaren 2014-2019’ goedgekeurd in zitting van 16 december 2013 aan te passen. Het aangepaste reglement luidt als volgt:
“Artikel 1
Met ingang van 1 januari 2015, en voor een termijn van vijf (5) jaar, eindigend op 31 december 2019, wordt onder de volgende voorwaarden een belasting geheven op de aanvoer van radioactief afval, op de opslag van te saneren radioactief afval, evenals op de gebouwen die het voorwerp uitmaken van een vergunning tot ontmanteling.
Artikel 2
Voor toepassing van deze belasting wordt verstaan onder:
Aanvoer van radioactief afval:
Het aanbieden of achterlaten van radioactief afval op het grondgebied van de gemeente, ongeacht het doel, de vorm en het volume van dergelijke aanvoer.
Opslag van te saneren afval:
Het in bezit hebben of houden van radioactief afval dat werd geproduceerd of aangevoerd op het grondgebied van de gemeente tot en met 1 maart 1989, al dan niet tijdelijk, ongeacht het doel, de vorm en het volume van dergelijke opslag te ontmantelen gebouw. Elk gebouw of gedeelte ervan waarvoor de bevoegde overheid een vergunning tot ontmanteling heeft afgeleverd en dat nog steeds tot een ingedeelde inrichting behoort in de zin van het Koninklijk Besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen;
Artikel 3
a) De belasting op de aanvoer van radioactief afval is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die op het grondgebied van de gemeente radioactief afval laat aanvoeren, ongeacht of voormelde persoon hiervoor de vereiste machtiging van de daartoe bevoegde overheid heeft verkregen.
De belasting wordt gevestigd op het volume aangevoerde radioactief afval (uitgedrukt in m³) op grond van de toestand tijdens het onmiddellijk aan het belastingjaar voorafgaande kalenderjaar.
De belasting wordt gevestigd per site. Indien een site gelegen is op het grondgebied van verschillende gemeenten, dan wordt de belasting berekend voor het gedeelte van de site dat in de gemeente Mol gelegen is.
b) De belasting op de opslag van te saneren radioactief afval is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die op het grondgebied van de gemeente radioactief afval opslaat, ongeacht of voormelde persoon hiervoor de vereiste machtiging van de daartoe bevoegde overheid heeft verkregen.
De belasting wordt gevestigd op het volume opgeslagen radioactief afval (uitgedrukt in m³) dat, op 1 januari van het kalenderjaar dat het belastingjaar voorafgaat, per site aanwezig is, te verminderen met het aantal kubieke meter radioactief afval dat in de loop van bedoeld kalenderjaar hiervan wordt verwijderd.
De belasting wordt gevestigd per site. Indien een site gelegen is op het grondgebied van verschillende gemeenten, dan wordt de belasting berekend voor het gedeelte van de site dat in de gemeente Mol gelegen is.
c) De belasting op te ontmantelen gebouwen is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die titularis is van een door daartoe bevoegde overheid afgeleverde vergunning tot ontmanteling van het betreffende gebouw.
De belasting wordt gevestigd per gebouw. Indien een gebouw gelegen is op het grondgebied van verschillende gemeenten, dan wordt de belasting berekend voor het gedeelte van het gebouw dat in de gemeente Mol gelegen is.
De belasting wordt berekend op grond van de toestand tijdens het onmiddellijk aan het belastingjaar voorafgaande kalenderjaar.
Artikel 4
Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt:
A) Aanvoer van radioactief afval:
Vast laagactief bèta/gamma houdend afval: 42,26 EUR/m³;
Vast laagactief alfa-houdend afval: 211,25 EUR/m³;
Vast laagactief radium-houdend afval: 211,25 EUR/m³
Laagactieve vloeistoffen: 211,25 EUR/m³;
Middelactieve vloeistoffen: 845,01 EUR/m³;
Lauwe effluenten via pijpleiding: 2,13 EUR/m³;
Warme effluenten via pijpleiding: 211,25 EUR/m³;
In zover het aangevoerd radioactief afval verschillende kenmerken vertoont als hierboven opgesomd (artikel 4. A), dan is het hoogste tarief van toepassing.
B) Opslaan van te saneren radioactief afval:
Opslag van vast laagactief bèta/gamma houdend afval: 300,00 EUR/m³;
Opslag van vast laagactief alfa-houdend afval: 400,00 EUR/m³;
Opslag van vast laagactief radium-houdend afval: 450 EUR/m³;
Opslag van vast middelactief afval: 500,00 EUR/m³;
Opslag van laagactieve vloeistoffen: 300,00 EUR/m³;
Opslag van middelactieve vloeistoffen: 500,00 EUR/m³;
Opslag van geconditioneerd afval: 100,00 EUR/m³.
C) Te ontmantelen gebouwen:
4,00 EUR/m³, vermenigvuldigd met het totale boven- en ondergrondse uitwendig volume van het gebouw, vermenigvuldigd met één van volgende coëfficiënten inzake de aanwezige restradioactiviteit:
Coëfficiënt “1” voor hoofdzakelijke bèta/gamma besmette gebouwen;
Coëfficiënt “2” voor hoofdzakelijk alfa besmette gebouwen.
Artikel 5
De belasting is niet verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon, die krachtens de wet vrijgesteld is van de gemeentebelastingen.
Artikel 6
De belastbare elementen worden geteld door het gemeentebestuur. Het ontvangt van betrokkenen een ondertekende verklaring, volgens het model en binnen de termijn vastgesteld door het bestuur. De belastingplichtigen die geen formulier van aangifte ontvangen zouden hebben, zijn niettemin verplicht spontaan aan het gemeentebestuur de elementen te verstrekken die nodig zijn voor de toepassing van de belasting.
Voor het eerste toepassingsjaar dient deze aangifte te geschieden binnen de maand vanaf de inwerkingtreding van de onderhavige verordening en in de navolgende jaren uiterlijk op 31 januari van het belastingjaar
Artikel 7
Bij gebrek aan aangifte binnen de gestelde termijn, of ingeval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige wordt de belasting ambtshalve ingekohierd volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Vooraleer het College van Burgemeester en Schepenen tot ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag overgaat, betekent zij per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.
Het gemeentebestuur is te allen tijde gerechtigd waar ook op het gemeentelijk grondgebied controle uit te oefenen met het oog op de correcte toepassing van deze reglementering.
Artikel 8
De overeenkomstig artikel 7 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met - 10% bij een eerste overtreding
- 20% bij een tweede overtreding
- 50% bij een derde en volgende overtreding, met dien verstande dat een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig herstelt.
Het bedrag van de verhoging wordt eveneens ingekohierd.
Artikel 9
De overtredingen vermeld in artikel 7 eerste lid worden vastgesteld door de beëdigde ambtenaren, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 10
De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.”
Artikel 2
De aanpassingen vinden toepassing vanaf 1 januari 2015. Tot en met 31 december 2014 blijft het reglement van 16 december 2013 van kracht.
Mol, datum als voormeld.
Namens de gemeenteraad,
(get.) C. Elsemans (get.) P. Berghmans
Secretaris Voorzitter
Voor eensluidend uittreksel
de secretaris de burgemeester
Christian Elsemans Paul Rotthier
