• No results found

Emissie inventaris Van Nieuwpoort Grint en Zand BV 2009 volgens ISO

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Emissie inventaris Van Nieuwpoort Grint en Zand BV 2009 volgens ISO"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Emissie inventaris Van Nieuwpoort Grint en Zand BV 2009 volgens ISO

14064-1

Van Nieuwpoort Grint en Zand BV

December 2011 Definitief

(2)

Emissie inventaris Van Nieuwpoort Grint en Zand BV 2009 volgens ISO 14064-1

dossier : BA6726-101-100

registratienummer : MD-AF20112164 versie : Definitief

Van Nieuwpoort Grint en Zand BV

December 2011

(3)

INHOUD BLAD

MANAGEMENT SAMENVATTING 1

1 INLEIDING 1

2 METHODE 1

2.1 Organisatiegrenzen 1

2.2 Operationele grenzen 1

2.3 Rekeninstrument CO2 scanner 1

3 RESULTATEN 1

3.1 CO2 emissies scope 1 en 2 in 2009 1

3.2 Onzekerheid in de resultaten 1

4 CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN 1

4.1 Conclusies 1

4.2 Aanbevelingen energiebeleid 1

5 COLOFON 1

BIJLAGEN

Bijlage 1 - Verwijzingstabel ISO 14064 deel 7 Bijlage 2 - Scopediagram CO2-prestatieladder

Bijlage 3 - Berekeningen van de emissies scope 1 en 2

(4)

MANAGEMENT SAMENVATTING

Van Nieuwpoort Groep is producent en leverancier van bouwgrondstoffen, betonmortel en betonproducten. Van Nieuwpoort Grint en Zand BV (vanaf nu VNP Grint en Zand) is onderdeel van Van Nieuwpoort Groep en heeft als belangrijkste activiteit het winnen van grondstoffen (grint en zand) voor producten zoals beton, cement, asfalt en ophoogwerkzaamheden.

Een belangrijke opdrachtgever van Van Nieuwpoort is ProRail. Sinds 1 december 2009 hanteert ProRail de door haar zelf ontwikkelde CO2-prestatieladder bij het selecteren van haar leveranciers (sinds 16 maart in beheer van Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen). Met deze CO2-prestatieladder probeert ProRail haar leveranciers uit te dagen en te stimuleren de eigen CO2 productie te kennen en te verminderen. Deze emissie inventaris is een verantwoording van onderdeel 3.A.1 uit de CO2- prestatieladder, te weten: “het bedrijf beschikt over een uitgewerkte emissie inventaris voor haar scope 1 en 2 CO2 emissies conform ISO 14064-1”.

CO2 emissie scope 1 en 2

De totale CO2 uitstoot van VNP Grint en Zand bedroeg in het jaar 2009 26.706 ton. Van de 26.706 ton CO2 emissie is 26.147 ton het gevolg van directe emissies (scope 1) en 559 ton het gevolg van indirecte emissie door ingekochte elektriciteit, zakelijke kilometers gereden met privé-auto’s en zakelijke vliegkilometers (scope 2).

Eigen voertuigen 11%

Zakelijke km met privé-auto

0,01%

Zakelijke vliegtuigkm

0,001%

Ingehuurde relatieschippers

76%

Cementschip 0,8%

Leasewagenpark Winwerktuigen 0,3%

11%

Ingehuurd aftransport 0,4%

Kantoren 0,7%

Figuur 0.1: CO2 emissie naar subbedrijfsonderdeel, 2009

Figuur 0.1 geeft de emissies weer per subbedrijfsonderdeel. Verreweg de meeste emissies zijn afkomstig van de binnenvaart door ingehuurde relatieschippers (76%). Daarnaast dragen de emissies van de winwerktuigen voor 11% bij aan de totale CO2 uitstoot en van de eigen voertuigen ook voor 11%. De

(5)

overige onderdelen zijn allemaal voor minder dan 1% van de emissies verantwoordelijk en hebben een beperkte bijdrage aan de CO2 voetafdruk.

Onzekerheid in resultaten

De gepresenteerde resultaten moeten geïnterpreteerd worden met een bepaalde onzekerheidsmarge. De onzekerheid in de voetafdruk van de scope 1 en 2 emissie wordt geschat op 10%.

Aanbevelingen energiebeleid

Het brandstofverbruik van de binnenvaart door de ingehuurde relatieschippers veroorzaakt met 20.288 ton CO2 de grootste uitstoot. Het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen door dit brandstofverbruik kan allereerst gerealiseerd worden door het gebruik te verminderen, bijvoorbeeld door over te schakelen naar zuinige en efficiënte motoren en het optimaliseren van de belading. Een tweede stap is een overschakeling naar alternatieve duurzame brandstoffen.

De winwerktuigen veroorzaken met 2.966 ton CO2 tevens een fors aandeel in de voetafdruk. Een aanzienlijke vermindering van de CO2 uitstoot kan behaald worden door bijvoorbeeld over te schakelen op duurzame brandstoffen en groene elektriciteit. Tevens kan onderzocht worden welke opties er zijn om zelf energie op te wekken.

De derde grote emissiebron zijn de eigen voertuigen met 2.870 ton CO2. Om deze emissies te reduceren kan bijvoorbeeld worden overgegaan naar zuinigere voertuigen of voertuigen die rijden op duurzame brandstoffen. Ook kan er onderzoek worden gedaan naar het verminderen van het aantal kilometers door bijvoorbeeld het aanpassen van routes en planningen.

(6)

1 INLEIDING

Van Nieuwpoort Groep is leverancier van bouwgrondstoffen, betonmortel en betonproducten. Van Nieuwpoort Grint en Zand BV is onderdeel van Van Nieuwpoort Groep en heeft als belangrijkste activiteit het winnen van grondstoffen (grint en zand) voor producten zoals beton, cement, asfalt en ophoogwerkzaamheden. VNP Grint en Zand levert met name aan betonfabrikanten, asfaltproducenten en de infrastructurele bouwers. Er wordt gewerkt met zo min mogelijk overlast voor de omgeving en grondstoffenwinning wordt gecombineerd met de ontwikkeling van natuur en rivierveiligheid zodat meerwaarde voor de omgeving ontstaat.

Een belangrijke opdrachtgever van Van Nieuwpoort is ProRail. Sinds 1 december 2009 hanteert ProRail de door haar zelf ontwikkelde CO2-prestatieladder bij het selecteren van haar leveranciers. Met deze aanbestedingsmethodiek probeert ProRail haar leveranciers uit te dagen en te stimuleren de eigen CO2

productie te kennen en te verminderen. Hoe meer een bedrijf zich inspant om CO2 te reduceren, hoe meer kans op gunning van een opdracht. Op 16 maart 2011 heeft ProRail de CO2-prestatieladder verzelfstandigd en in eigendom gegeven van de onafhankelijke Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden &

Ondernemen (SKAO). Inmiddels maken ook andere (publieke en private) organisaties gebruik van de CO2-prestatieladder bij aanbestedingen.

De prestatieladder kent 4 invalshoeken:

A. Inzicht (het opstellen van een onomstreden CO2 footprint, bijvoorbeeld volgens de mondiale ISO 14064 normen).

B. CO2 reductie (de ambitie van het bedrijf de uitstoot te verminderen).

C. Transparantie (de wijze waarop een bedrijf daarover intern en extern communiceert).

D. Deelname aan initiatieven (in sector of keten) om CO2 te reduceren.

Elke invalshoek is onderverdeeld in 5 niveaus, hoe hoger het niveau per invalshoek, hoe meer punten het bedrijf kan vergaren en dus uiteindelijk meer gunningvoordeel. Een certificerende instantie zal de activiteiten beoordelen om het niveau van uw CO2 bewust-certificaat te bepalen. Hiervoor moeten stappen zijn gezet op alle onderdelen A t/m D van de ladder.

In dit rapport wordt de emissie inventaris van VNP Grint en Zand over het jaar 2009 besproken. De CO2- voetafdruk geeft een inventarisatie van de totale hoeveelheid uitgestoten broeikasgassen, de GHG emissies. Daarnaast geeft ze inzicht in de herkomst van deze emissies over de verschillende bedrijfsonderdelen van VNP Grint en Zand met een verdeling naar directe en indirecte GHG emissies.

Deze emissie inventaris is een verantwoording van onderdeel 3.A.1 uit de CO2-prestatieladder, te weten:

“het bedrijf beschikt over een uitgewerkte emissie inventaris voor haar scope 1 en 2 CO2 emissies conform ISO 14064-1”. In dit rapport wordt de CO2 voetafdruk van VNP Grint en Zand over het jaar 2009 (1 januari 2009 – 31 december 2009) besproken. VNP Grint en Zand heeft nog niet eerder haar CO2 emissies in kaart gebracht. Derhalve is 2009 het basisjaar. In bijlage 1 is een verwijzingstabel (cross reference table) opgenomen, die aangeeft in welke hoofdstukken van dit rapport de te rapporteren aspecten van § 7.3.1.

van de ISO 146064-1 norm staan.

(7)

Leeswijzer

Naast deze inleiding (hoofdstuk 1) is onderliggend rapport als volgt opgebouwd: In de managementsamenvatting zijn de hoofdpunten uit het rapport gegeven. Hoofdstuk 2 bevat een beschrijving van de methodiek. Hoofdstuk 3 behandelt de resultaten van de CO2 berekeningen over het jaar 2009. Het rapport wordt afgesloten met conclusies en aanbevelingen in hoofdstuk 4.

(8)

2 METHODE

Dit rapport is gebaseerd op de methodiek van de CO2-prestatieladder (versie 2.0). De prestatieladder borduurt voort op het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol)1, dat een internationaal erkende stapsgewijze aanpak beschrijft om een CO2 voetafdruk te berekenen.

In de eerste stap wordt beschreven hoe de organisatie waarvan een CO2 voetafdruk berekend wordt, wordt afgebakend (paragraaf 2.1 van dit rapport). In de tweede stap worden de operationele grenzen bepaald (paragraaf 2.2 van dit rapport). In de derde stap wordt de CO2 uitstoot berekend (hoofdstuk 3 van dit rapport). Vervolgens dient de nauwkeurigheid van de voetafdruk in kaart te worden gebracht (paragraaf 3.3 en bijlage 7 van dit rapport).

De emissie inventaris is volgens de internationale ISO 14064-1 norm gerapporteerd (eis 3.A.1. van de CO2

prestatieladder). In bijlage 1 is een verwijzingstabel opgenomen, die aangeeft in welke hoofdstukken van dit rapport de te rapporteren aspecten van de ISO 14064-1 norm staan.

2.1 Organisatiegrenzen

Om een CO2 voetafdruk van een organisatie te bepalen dienen eerst de organisatiegrenzen te worden afgebakend. Bij het bepalen van de organisatiegrenzen is gebruik gemaakt van de operational control approach en dus zijn alle activiteiten waarover Van Nieuwpoort Grint en Zand BV (KvK nr. 29022180) de regie voert, meegenomen in de CO2 inventarisatie2. Hieronder vallen De Kempen Grint en Zand BV, J.

Siemes & Zn. BV (vanaf nu Siemes), Siemes GmbH & Ko. KG Sand- und Kiesbaggerei, Conovation BV en Van Nieuwpoort Handelmij BV. De Kempen Grint en Zand BV, Siemes GmbH & Ko. KG Sand- und Kiesbaggerei en Van Nieuwpoort Handelmij BV hebben geen fysieke activiteiten en worden daarom verder niet meegenomen in de CO2 footprint.

Het organogram van VNP Grint en Zand is als volgt:

Van Nieuwpoort Grint en Zand B.V.

De Kempen Grint

en Zand B.V. Conovation B.V. Van Nieuwpoort

Handelmij B.V.

J. Siemes en Zn. B.V.

Siemes GmbH & Ko. KG Sand- und Kiesbaggerei

Van Nieuwpoort Grint en Zand B.V.

De Kempen Grint

en Zand B.V. Conovation B.V. Van Nieuwpoort

Handelmij B.V.

J. Siemes en Zn. B.V.

Siemes GmbH & Ko. KG Sand- und Kiesbaggerei

1Informatie over het Greenhouse gas Protocol is te vinden op www.ghgprotocol.org

2Greenhouse Gas Protocol Hoofdstuk 3 Setting Organizational Boundaries

(9)

Uit de uitgevoerde AC-analyse blijkt dat VNP Grint en Zand 7 concernleveranciers heeft. Van deze concernleveranciers zijn Kaliwaal Bijland BV (vanaf nu Kaliwaal), Ballastmaatschappij "De Merwede" BV (vanaf nu Merwede) en Edelzand Brekerij BV (vanaf nu Edelzand) meegenomen in deze inventaris. De overige 4 concernleveranciers zijn niet opgenomen, omdat VNP Grint en Zand hier geen operational control over heeft, omdat deze geen fysieke activiteiten hebben of omdat hier alleen management fees aan worden overgedragen (zie tabel 2.1).

Tabel 2.1: Overzicht mee te nemen concernleveranciers n.a.v. AC-analyse VNP Grint en Zand

Concernleverancier Reden van uitsluiting in inventaris

Kaliwaal Bijland BV -

Ballastmaatschappij "De Merwede" BV -

Edelzand Brekerij BV -

N.V. Dragrages, Graviers et Travaux (S.A. Dragratra N.V.) Geen fysieke activiteiten B.V. Sorteerbedrijf voor Grint en Zand "Vlissingen" (SBV) Geen operational control

Kieswerk Grotendonk GmbH Geen operational control

Bonder Recycling en Overslag B.V. Geen operational control

Van Nieuwpoort Beheer BV Alleen overdracht van management fees

Om de CO2 uitstoot van VNP Grint en Zand te bepalen is de organisatie onderverdeeld in

‘bedrijfsonderdelen’. De bedrijfsonderdelen zijn opgedeeld in subbedrijfsonderdelen, die in een aantal gevallen weer zijn opgedeeld in subsubbedrijfsonderdelen. In tabel 2.2 is de gehanteerde indeling tot op het niveau van subbedrijfsonderdelen weergegeven. In bijlage 3 is de indeling tot op het grootste detailniveau weergegeven. De activiteiten van Edelzand vallen onder Merwede en worden in de CO2

footprint dus ook onder Merwede meegenomen. Keijzer Grint- en Zand is t/m 2009 een volledige dochteronderneming geweest van VNP Grint en Zand. Vanaf 2010 is Keijzer Grint en Zand gefuseerd met VNP Grint en Zand. Voor de footprint hebben wij Keijzer Grint en Zand en VNP Grint en Zand vanaf 2009 als één onderneming beschouwd.

De relatieschippers zijn van groot belang voor VNP Grint en Zand. Zowel in onze bedrijfsvoering als voor onze voetafdruk. Daarom hebben wij de relatieschippers volledig meegeteld in onze voetafdruk. De lijst van relatieschippers is gelimiteerd en wordt beheerd in onze organisatie.

Tabel 2.2: Indeling VNP Grint en Zand tot op het niveau van subbedrijfsonderdelen

Bedrijfsonderdeel Subbedrijfsonderdeel

Kantoren Leasewagenpark Eigen voertuigen Ingehuurd aftransport Cementschip Van Nieuwpoort Grint en Zand BV

Ingehuurde relatieschippers Kantoren

Leasewagenpark Eigen voertuigen Ingehuurd aftransport Conovation BV

Zakelijke vliegtuigkilometers Kantoren

Winwerktuigen Voertuigen in eigendom J. Siemes en Zn. BV

Zakelijke kilometers met privé-auto’s Winwerktuigen

Kaliwaal Bijland BV

Leasewagenpark Kantoren

Winwerktuigen en installaties Ballastmaatschappij "De Merwede" BV

Leasewagenpark

(10)

2.2 Operationele grenzen

Om de scope af te bakenen is gebruik gemaakt van de scope-indeling van het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol). De analyse is uitgevoerd conform de CO2-prestatieladder versie 2.0 (zie figuur 2.1 en bijlage 2).

Conform het GHG Protocol wordt onderscheid gemaakt tussen drie bronnen van emissie (scopes) in twee categorieën: directe emissies en indirecte emissies. De categorieën worden gekwantificeerd in (k)ton CO2

uitstoot. Deze hoeveelheid geeft de totale hoeveelheid uitgestoten broeikasgassen weer omgerekend in CO2 equivalenten. Voorbeeld: 1 kg methaan (CH4) emissie heeft een broeikaseffect dat 23 keer zo sterk is als CO2. De uitstoot van 1 kg methaan wordt daarom uitgedrukt als 23 kg CO2 equivalenten, of kortweg 23 kg CO2.

Scope 1: directe emissie

Tot scope 1 behoort de directe uitstoot van broeikasgassen3. Het meest voorkomende broeikasgas is CO2. De grootste bron van CO2 uitstoot wordt veroorzaakt door het gebruik van fossiele energiedragers (aardgas, benzine etc). Voor het bepalen van de CO2 uitstoot die hierbij vrij komt moet dus het gebruik van fossiele brandstoffen in kaart worden gebracht. Vervolgens kan de CO2 uitstoot die gepaard gaat met dit energiegebruik aan de hand van specifieke conversiefactoren worden bepaald.

Ook de uitstoot van de overige Kyoto broeikasgassen (SF6, CH4, N2O, HFCs en PFCs) wordt tot scope 1 emissies gerekend. Met name de HFCs, die vrijkomen bij lekkage van koudemiddelen in koel- /vriesapparatuur en airconditioning, hebben een broeikasgaseffect dat afhankelijk van de chemische samenstelling honderden malen hoger kan liggen dan dat van CO2.

Voor VNP Grint en Zand wordt ook het ingehuurd aftransport en binnenscheepvaart meegenomen in scope 1, omdat VNP Grint en Zand hier operationele controle over heeft.

Scope 2: indirecte emissie door ingekochte energie

Naast directe emissie van broeikasgassen (scope 1) wordt in een CO2 voetafdruk ook indirecte CO2

uitstoot ten gevolge van het elektriciteitsgebruik meegenomen. Bij de omzetting van elektrische energie in

‘bruikbare’ energie komt weliswaar geen CO2 emissie vrij (m.a.w.: in een elektrisch apparaat vindt geen verbrandingsproces plaats), maar bij de productie van elektriciteit in de elektriciteitscentrale gebeurt dat wel. Door het inkopen van elektriciteit stoot VNP Grint en Zand op indirecte wijze CO2 uit.

In de CO2-prestatieladder worden ook ‘zakelijke kilometers met privé auto’ (personal cars for business travel) en ‘zakelijke vliegtuigkilometers’ (business air travel) tot scope 2 rekent, in tegenstelling tot het GHG Protocol, die deze onderdelen aan scope 3 toeschrijft.

Scope 3: overige indirecte emissie

Tenslotte komt er bij een organisatie indirecte CO2 emissie vrij als gevolg van de activiteiten van het bedrijf die voort komen uit bronnen die geen eigendom van het bedrijf zijn, noch beheerd worden door het bedrijf.

Zo ontstaat er CO2 emissie door woonwerkverkeer van de medewerkers, door verwerking van door de organisatie geproduceerd afval, door productie van materialen die de organisatie inkoopt, etc. De organisatie heeft geen directe invloed op de emissies die hierbij vrijkomen. Deze indirecte emissies worden scope 3 emissies genoemd.

Eis 3.A.1. van de CO2-prestatieladder schrijft net als het GHG Protocol voor dat met uitzondering van de koelvloeistoffen alle scope 1 en 2 emissies dienen te zijn opgenomen in een CO2 voetafdruk. Scope 3

3Verplicht is de inventarisatie van de 6 Kyoto gassen (CO2, SF6, CH4, N2O, HFCs en PFCs)

(11)

emissies hoeven niet verplicht gerapporteerd te worden, maar kunnen optioneel worden meegenomen in de voetafdruk.

Figuur 2.1: Scope indeling conform CO2-prestatieladder 2.0

Voor VNP Grint en Zand zijn de scopes als volgt ingevuld:

Scope 1

Brandstofverbruik:

– CO2 uitstoot ten gevolge van aardgasgebruik

– CO2 uitstoot ten gevolge van dieselgebruik van machines, installaties, werktuigen, ingehuurd aftransport en schepen

Eigen- en leasewagenpark:

– CO2 uitstoot ten gevolge van brandstofgebruik van het eigen- en leasewagenpark (diesel en benzine).

Koelvloeistoffen:

– CO2 uitstoot ten gevolge van lekkage van koelvloeistoffen uit koelingsinstallaties Scope 2

Ingekochte elektriciteit:

– Indirecte CO2 uitstoot veroorzaakt door elektriciteitsgebruik (ingekochte grijze stroom) voor de gebouwen, elektrische (win)werktuigen en overige installaties

(12)

Zakelijke kilometers met privé-auto:

– CO2 uitstoot veroorzaakt door brandstofgebruik van privé-auto’s van medewerkers tijdens zakelijke ritten

Zakelijke vliegtuigkilometers:

– CO2 uitstoot veroorzaakt door brandstofgebruik van vliegtuigen tijdens zakelijke vluchten van medewerkers

Scope 3

Scope 3 emissies zoals gedefinieerd in de CO2-prestatieladder 2.0 zijn niet meegenomen in dit rapport.

2.3 Rekeninstrument CO

2

scanner

De emissie van de verschillende subbedrijfsonderdelen van VNP Grint en Zand is bepaald met behulp van de door DHV ontwikkelde CO2 scanner. De scanner is een rekeninstrument dat als volgt is opgebouwd:

Op twee niveaus kunnen per (sub)bedrijfsonderdeel de CO2 emissies worden bepaald:

1) Invoer van energie gebruiksgegevens;

2) Invoer van activiteitendata.

Ad 1: Invoer van energie gebruiksgegevens

In veel gevallen zijn gegevens over het energiegebruik bekend. Deze energie gebruiksgegevens kunnen in de scanner worden ingevoerd, waarna automatisch met de juiste conversiefactoren de CO2 emissies worden berekend. Hierbij wordt de volgende formule gehanteerd:

Voorbeeld: van het kantoor van Merwede in Wessem is bekend dat deze in 2009 142.608 kWh grijze stroom (energiegebruik) gebruikte. Met de conversiefactor van grijze elektriciteit naar CO2 (470 gram CO2/kWh) 4 kan vervolgens het gebruikte aantal kWh omgerekend worden naar CO2 uitstoot: 142.608 kWh x 470 gram CO2/kWh = 67,0 ton CO2.

Conversiefactoren en verwijderingsfactoren

Voor de inventarisatie van de CO2 uitstoot van VNP Grint en Zand over het jaar 2009 zijn de conversiefactoren uit de CO2-prestatieladder, versie 2.0, versie 23 juni 2011 gehanteerd. Omdat het gaat om zeer specifieke conversiefactoren op nationaal niveau, zijn de gehanteerde conversiefactoren zeer geschikt voor het omrekenen van broeikasgas activiteiten data naar de daarmee gepaard gaande CO2

emissie. Een deel van de activiteiten van VNP Grint en Zand vindt plaats in Duitsland. Voor deze activiteiten is tevens gerekend met de Nederlandse emissiefactoren van de CO2-prestatieladder, omdat de emissies van deze activiteiten op de totale footprint weinig impact hebben. Alle gebruikte conversiefactoren zijn opgenomen in bijlage 3, kolom ‘conversiefactor’.

VNP Grint en Zand wekt zelf geen groene energie op en vangt geen CO2 af uit de atmosfeer. Noch vond er binnen scope 1 en 2 verbranding van biomassa plaats bij VNP Grint en Zand in 2010. Als gevolg daarvan wordt er geen CO2 emissie voorkomen. Verwijderingfactoren (removal factors) die de hoeveelheid

4Bron: CO2-prestatieladder versie 2.0, 23 juni 2011

CO2 uitstoot = (energiegebruik) x (conversiefactor)

(13)

voorkomen CO2 emissie per energie-eenheid door eigen duurzame energieproductie weergeven zijn derhalve niet van toepassing5.

Ad 2: Invoer van activiteitendata.

Er zijn situaties waarin niet alle energie gebruiksgegevens bekend zijn. In dat geval kan het niveau van de

‘(sub)bedrijfsonderdeel gerelateerde activiteiten’ worden gebruikt (bijv. aantal gereden autokilometers). Dit niveau is gebaseerd op onderstaande formule:

Voorbeeld: het is niet bekend hoeveel liter brandstof er in 2009 gebruikt is voor de voor Siemes uitgevoerde zakelijke autokilometers. Het is echter wel bekend dat in 2009 10.428 kilometers (activiteit van het bedrijfsonderdeel) zijn afgelegd. Per afgelegde autokilometer wordt gemiddeld 210 gram CO2

uitgestoten5. In deze 210 gram is de energie-indicator reeds verrekend met de conversiefactor. De CO2

uitstoot door zakelijke autokilometers wordt voor 2009 voor Siemes daarom geschat op 10.428 km x 210 g/km = 2,2 ton CO2.

In bijlage 3 staat voor ieder (sub)bedrijfsonderdeel vermeld welke indicatoren zijn gebruikt, welke conversiefactoren zijn gebruikt en welke aannames zijn gedaan. Alle data is door middel van berekeningen (calculaties) tot stand gekomen. Er zijn geen metingen uitgevoerd om de uitstoot van broeikasgassen te bepalen.

5Het GHG Protocol geeft een toelichting op verwijderingfactoren op p. 60-61 (H.8. § Reporting project based reductions) van het

Protocol

CO2 uitstoot = (activiteit van het bedrijfsonderdeel) x (energie-indicator) x (conversiefactor)

(14)

3 RESULTATEN

3.1 CO

2

emissies scope 1 en 2 in 2009

VNP Grint en Zand heeft in 2009 in scope 1 en 2 26.706 ton CO2 uitgestoten

De totale CO2 uitstoot van VNP Grint en Zand bedroeg in het jaar 2009 26.706 ton. De totale emissie komt overeen met het energiegebruik van circa 127 miljoen autokilometers6. Van de 26.706 ton CO2 emissie is 26.147 ton het gevolg van directe emissies (scope 1) en 559 ton het gevolg van indirecte emissie door ingekochte elektriciteit, zakelijke kilometers gereden met privé-auto’s en zakelijke vliegkilometers (scope 2). De verdeling van de emissies over de scopes wordt weergegeven in figuur 3.1.

Scope 2 2%

Scope 1 98%

Figuur 3.1: Verdeling broeikasgasemissie naar scope, 2009

De verdeling van de CO2 uitstoot over de verschillende (sub)bedrijfsonderdelen is weergegeven in figuur 3.2 en tabel 3.1. Hieruit blijkt dat er bij VNP Grint en Zand drie grote bronnen van CO2 emissie zijn.

Verreweg de meeste emissies zijn afkomstig van de binnenvaart door ingehuurde relatieschippers (76%).

Daarnaast dragen de emissies van de winwerktuigen voor 11% bij aan de totale CO2 uitstoot en van de eigen voertuigen ook voor 11%. In totaal gaat het hier respectievelijk om 20.288 ton, 2.966 ton en 2.870 ton CO2. De overige onderdelen zijn allemaal voor minder dan 1% van de emissies verantwoordelijk en hebben een beperkte bijdrage aan de CO2 voetafdruk.

6Eengemiddelde autokilometer veroorzaakt 210 gram CO2 uitstoot (CO2-prestatieladder 2.0 versie 23 juni 2011).

(15)

Eigen voertuigen 11%

Zakelijke km met privé-auto

0,01%

Zakelijke vl iegtui gkm

0,001%

Ingehuurde rel ati eschippers

76%

Cementschip 0,8%

Leasewagenpark Winwerktui gen 0,3%

11%

Ingehuurd aftransport 0,4%

Kantoren 0,7%

Figuur 3.2: CO2 emissie naar subbedrijfsonderdeel, 2009 Tabel 3.1: CO2 emissies (in ton) van VNP Grint en Zand, 2009

Bedrijfsonderdeel Subbedrijfsonderdeel 2009

Kantoren 80

Leasewagenpark 17

Eigen voertuigen 2.420

Ingehuurd aftransport 24

Cementschip 215

Ingehuurde relatieschippers 20.288

VNP Grint en Zand

Totaal 23.044

Kantoren 6

Leasewagenpark 13

Eigen voertuigen 438

Ingehuurd aftransport 87

Zakelijke vliegtuigkilometers 0

Conovation

Totaal 544

Kantoren 20

Winwerktuigen 386

Eigen voertuigen 12

Zakelijke kilometers met privé-auto 2

Siemes

Totaal 421

Kantoren 78

Winwerktuigen 27

Leasewagenpark 575

Merwede

Totaal 680

Winwerktuigen 12

Leasewagenpark 2.004

Kaliwaal

Totaal 2.017

Totaal 26.706

(16)

In figuur 3.3 is de onderverdeling van de verschillende emissiebronnen weergegeven. Het grootste gedeelte van de emissie (98%) is toe te schrijven aan het gebruik van diesel, voornamelijk door de ingehuurde relatieschippers, winwerktuigen en eigen voertuigen (zie tabel 3.1). Elektriciteit draagt voor 2%

bij aan de emissies. De emissies van de overige emissiebronnen leveren allemaal een bijdrage van minder dan 1% aan de totale voetafdruk van VNP Grint en Zand.

Diesel 98%

Aardgas 0,1%

Benzine 0,001%

Elektriciteit 2,1%

Koelvloeistoffen 0,1%

Autobrandstof 0,01%

Kerosine 0,001%

Figuur 3.3: CO2 emissies per emissiebron

In bijlage 3 staan de berekeningen in detail beschreven

3.2 Onzekerheid in de resultaten

De gepresenteerde resultaten moeten geïnterpreteerd worden met een bepaalde onzekerheidsmarge. De onzekerheid wordt op basis van expert judgement geschat op circa 10%.

1. Het elektriciteit- en gasverbruik van het kantoor van Conovation is gebaseerd op jaarrekeningen van de energieleverancier. Deze jaarrekeningen omvatten niet het gehele jaar 2010, maar het grootste deel van 2010 en een aantal maanden van het vorige of volgende jaar. De waarden van de jaarafrekening zijn wel gebruikt voor de berekening, omdat het wel het verbruik van een jaar weergeeft. Doordat de impact van de emissies van het kantoor van Conovation op de totale voetafdruk erg klein is (<1%), is de onzekerheidsmarge door dit verbruik beperkt.

(17)

2. De activiteiten van Siemes vinden plaats in Duitsland. Voor deze activiteiten is gerekend met de Nederlandse emissiefactoren van de CO2-prestatieladder, omdat de emissies van deze activiteiten op de totale footprint weinig impact hebben. Door het kleine aandeel van de emissies deze activiteiten op de totale voetafdruk (<1%), is het effect van deze onzekerheid op de resultaten van de totale voetafdruk niet significant.

3. Er is geen tussenmeter om het energiegebruik van de verdieping van het hoofdkantoor in Gouda die VNP Grint en Zand huurt te registreren. Aangenomen is dat een kwart van het totale energiegebruik van het hoofdkantoor toe te schrijven is aan de verdieping van VNP Grint en Zand, omdat VNP Grint en Zand een van de vier verdiepingen huurt. Door het kleine aandeel van de emissies deze activiteiten op de totale voetafdruk (<1%), is het effect van deze onzekerheid op de resultaten van de totale voetafdruk niet significant.

4. Het gasverbruik van het kantoor in Wessem is een absolute schatting, omdat in dat jaar de gasmeter is vervangen. De onzekerheidsmarge van dit gebruik wordt geschat op 10-20%.

Doordat de impact van de emissies van het kantoor in Wessem op de totale voetafdruk erg klein is (<1%), is de onzekerheidsmarge door dit verbruik beperkt.

5. Er is voor uitstoot privé-auto voor zakelijke kilometers gerekend met een landelijk gemiddelde. Bij VNP Grint en Zand ontbreekt het inzicht in de hoeveel en soort brandstof dat er gebruikt is voor de zakelijke kilometers. Wel zijn de gereden kilometers bekend en er is gewerkt met de in de ladder aangegeven conversiefactor. Aangezien het aandeel van uitstoot privé-auto’s in de footprint zeer beperkt is (<1%), heeft het rekenen met een gemiddelde weinig effect op de onzekerheidsmarge van de totale footprint.

6. Er is voor uitstoot van de binnenvaart voor gerekend met een landelijk gemiddelde. Bij VNP Grint en Zand ontbreekt het inzicht in de hoeveelheid verbruikte brandstof voor ingehuurde binnenvaart. Wel zijn de gevaren tonkilometers bekend en er is gewerkt met de in de ladder aangegeven conversiefactor. De binnenvaart is 76% van de footprint en dus heeft het rekenen met een gemiddelde een redelijk effect op de onzekerheidsmarge van de totale footprint.

(18)

4 CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN

In dit hoofdstuk worden de resultaten van de CO2 footprint berekening van VNP Grint en Zand bespoken.

Tevens worden in dit hoofdstuk aangrijppunten gegeven voor effectief energiebeleid en een nauwkeurigere voetafdruk.

4.1 Conclusies

CO2 emissie scope 1 en 2

De totale CO2 uitstoot van VNP Grint en Zand bedroeg in het jaar 2009 26.706 ton. De totale emissie komt overeen met het energiegebruik van circa 126 miljoen autokilometers7. Van de 26.706 ton CO2 emissie is 26.147 ton het gevolg van directe emissies (scope 1) en 559 ton het gevolg van indirecte emissie door ingekochte elektriciteit, zakelijke kilometers gereden met privé-auto’s en zakelijke vliegkilometers (scope 2).

Verreweg de meeste emissies zijn afkomstig van de binnenvaart door ingehuurde relatieschippers (76%).

Daarnaast dragen de emissies van de winwerktuigen voor 11% bij aan de totale CO2 uitstoot en van de eigen voertuigen ook voor 11%. De overige onderdelen zijn allemaal voor minder dan 1% van de emissies verantwoordelijk en hebben een beperkte bijdrage aan de CO2 voetafdruk.

Onzekerheid in resultaten

De gepresenteerde resultaten moeten geïnterpreteerd worden met een bepaalde onzekerheidsmarge. De onzekerheid in de voetafdruk van de scope 1 en 2 emissie wordt geschat op 10%.

4.2 Aanbevelingen energiebeleid

Om een gericht CO2 reductiebeleid te voeren is het noodzakelijk te weten bij welke activiteiten de meeste broeikasgasemissie ontstaat. Het brandstofverbruik van de binnenvaart door de ingehuurde relatieschippers veroorzaakt met 20.288 ton CO2 de grootste uitstoot. Het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen door dit brandstofverbruik kan allereerst gerealiseerd worden door het gebruik te verminderen, bijvoorbeeld door over te schakelen naar zuinige en efficiënte motoren of het optimaliseren van de belading. Een tweede stap in het behalen van CO2 reductie is een overschakeling naar alternatieve duurzame brandstoffen.

De winwerktuigen veroorzaken met 2.966 ton CO2 tevens een fors aandeel in de voetafdruk. Een aanzienlijke vermindering van de CO2 uitstoot kan behaald worden door bijvoorbeeld over te schakelen op duurzame brandstoffen en groene elektriciteit. Tevens kan VNP Grint en Zand onderzoeken welke opties er zijn om zelf energie op te wekken.

De derde grote emissiebron zijn de eigen voertuigen met 2.870 ton CO2. Om deze emissies te reduceren kan bijvoorbeeld worden overgegaan naar zuinigere voertuigen of voertuigen die rijden op duurzame brandstoffen. Ook kan er onderzoek worden gedaan naar het verminderen van het aantal kilometers door bijvoorbeeld het aanpassen van routes en planningen.

7Een gemiddelde autokilometer veroorzaakt 210 gram CO2 uitstoot (CO2-prestatieladder 2.0 versie 23 juni 2011).

(19)

5 COLOFON

Van Nieuwpoort Grint en Zand BV/Emissie inventaris Van Nieuwpoort Grint en Zand BV 2009 volgens ISO 14064-1

MD-AF20112164

Opdrachtgever : Van Nieuwpoort Grint en Zand BV

Project : Emissie inventaris Van Nieuwpoort Grint en Zand BV 2009 volgens ISO 14064-1

Dossier : BA-6726-101-100

Omvang rapport : 16 pagina's

Auteur : Jonna Snoek en Marieke Hoffmann

Interne controle : Laura van Heeswijk

Projectleider : Henriëtte Former

Projectmanager : Rob van Tilburg

Datum : November 2011

Naam/Paraaf :

(20)

DHV B.V.

Laan 1914 nr. 35 3818 EX Amersfoort Postbus 1132 3800 BC Amersfoort T (033) 468 20 00 F (033) 468 28 01 E info@dhv.com www.dhv.nl

(21)

BIJLAGE 1 Rapportage volgens ISO 14064 deel 7

De CO2 inventarisatie van VNP Grint en Zand is opgesteld in overeenstemming met de eisen uit ISO 14064-1;2006, paragraaf 7. Onderstaand is een verwijzingstabel opgenomen.

Cross reference ISO 14064-1 ISO 14064-1 § 7.3 GHG

report content

Beschrijving Hoofdstuk onderhavig rapport

A Reporting organization 2 (Van Nieuwpoort Grint en Zand BV)

B Person responsible Dhr. T. van den Nieuwenhuijzen

C Reporting period 1-1-2009 t/m 31-12-2009

4.1 D Organizational boundaries 2.1

4.2.2 E Direct GHG emissions 3

4.2.2 F Combustion of biomass Niet van toepassing

4.2.2 G GHG removals Niet van toepassing

4.3.1 H Exclusion of sources or sinks Niet van toepassing

4.2.3 I Indirect GHG emissions 3

5.3.1 J Base year 1 (2009)

5.3.2 K Changes or recalculations Niet van toepassing

4.3.3 L Methodologies 2.3

4.3.3 M Changes to methodologies Niet van toepassing

4.3.5 N Emission or removal factors used 2.3

5.4 O Uncertainties 3.2

P Statement in accordance with ISO 14064

1

(22)

BIJLAGE 2 Scopediagram CO

2

-prestatieladder

Leeswijzer figuur

Deze bijlage toont een grafische weergave van de verdeling van de emissiebronnen over de scope 1, 2 en 3 conform de CO2-prestatieladder 2.0, versie 23 juni 2011. In tegenstelling tot het GHG Protocol, rekent de CO2-prestatieladder zakelijke kilometers afgelegd met een privé-auto en zakelijke vliegtuigkilometers tot scope 2. De voetafdruk van VNP Grint en Zand is conform de eisen van de prestatieladder berekend, waardoor deze onderdelen binnen de operationele grenzen van VNP Grint en Zand vallen.

(23)

BIJLAGE 3 Berekeningen van de emissies scope 1 en 2

Leeswijzer tabellen

In deze bijlage worden de berekeningen van de CO2 emissies van scope 1 en 2 weergegeven. Onder elke tabel is aangegeven welke aannames er gedaan zijn.

De tabellen zijn als volgt opgebouwd (waarbij tussen haakjes steeds een voorbeeld van VNP Grint en Zand vermeld staat):

Bedrijfsonderdeel: Geeft aan op welk bedrijfsonderdeel de scope betrekking heeft (bijv.

VNP Grint en Zand)

Subbedrijfsonderdeel: Geeft aan op welke subbedrijfsonderdeel de scope betrekking heeft (bijv. Ingehuurde relatieschippers binnenvaart)

Subsubbedrijfsonderdeel: Geeft aan op welke subsubbedrijfsonderdeel de scope betrekking heeft (bijv. < 350 ton)

Emissiebron: Geeft aan welke vorm van energie gebruikt wordt (bijv. elektriciteit, aardgas, etc)

Indicator: De basiseenheid waarin de activiteit van het (subsub)bedrijfsonderdeel uitgedrukt wordt (bijv. kWh)

Kental indicator: Gemiddelde emissie van de indicator (bijv. 70 (g/tonkm)

Eenheid indicator: De meeteenheid waarin de indicator wordt uitgedrukt (bijv. g/tonkm) Bron indicator: De informatiebron van het indicatorkental (bijv. CO2 Prestatieladder

versie 2.0)

Aantal: Het totaal aantal indicatoren -> Activiteit van het

(subsub)bedrijfsonderdeel (bijv. 2.305.008 (het aantal tonkm)) Bron aantal: De informatiebron van het totaal aantal indicatoren (bijv. administratie

VNP)

Energiegebruik: Totale energiegebruik van het (subsub)bedrijfsonderdeel (bijv.1.304 (m3 wordt gebruikt door het kantoor in Gouda))

Eenheid: De meeteenheid waarin het energiegebruik wordt uitgedrukt (bijv.m3) Conversiefactor: De omrekenfactor van het energiegebruik naar CO2 emissie (bijv.

1,825 (kg/m3))

Eenheid: De meeteenheid waarin de conversiefactor wordt uitgedrukt (bijv.

kg/kWh)

Bron: De informatiebron van de conversiefactor (bijv. CO2-prestatieladder versie 2.0)

CO2 uitstoot (in ton): De CO2 emissie, uitgedrukt in kton (1 kton = 1 miljoen kg) (bijv. het kantoor in Gouda veroorzaakt een uitstoot van 0,002 ton CO2 door haar aardgasgebruik).

(24)

Aannames:

- Het gasverbruik van VNP in Gouda is gebaseerd op de factuur van RWE en door de energieleverancier geëxtrapoleerd.

- Van het gasverbruik van het VNP kantoor in Gouda is 25% toegewezen aan VNP Grint en Zand omdat 25% het kantoor in gebruik is van VNP Grint en Zand.

- Het gasverbruik van het kantoor in Wessem is een absolute schatting, omdat in dat jaar de gasmeter is vervangen.

- Het gasverbruik van Conovation locatie Son is gebaseerd op de factuur van energieleverancier RWE en is omgerekend van 377 naar 365 dagen.

(25)

Aannames:

- Van het elektriciteitsverbruik van het VNP kantoor in Gouda is 25% toegewezen aan VNP Grint en Zand omdat 25% het kantoor in gebruik is van VNP Grint en Zand.

- Voor het elektriciteitsverbruik van Siemes en Merwede wordt een verdeelsleutel voor doorbelasting gehanteerd van 5% voor het kantoor en 95% voor installaties en/of winwerktuigen.

- Het elektriciteitsverbruik van Conovation locatie Son is gebaseerd op de factuur van energieleverancier Essent en is geëxtrapoleerd van 345 naar 365 dagen.

- De vliegtuigkilometers gevlogen door Conovation zijn bepaald o.b.v. de hemelsbrede afstand tussen de begin en eind bestemming.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In afwijking van dit artikel is in voorschrift 1.1 opgenomen, dat enkel met goedkeuring van Gedeputeerde Staten via de Omgevingsdienst Flevoland, Gooi &amp; Vechtstreek van het

Indien de aannemer geen voorzorgsmaatregelen treft zoals genoemd in de toegevoegde bijlage ‘Tien geboden voor bouw of aanleg bij bomen van Stadswerk’, dient de aannemer

Aangegeven wordt de hoeveelheid CO2 veroorzaakt door directe GHG emissies (scope 1) en door indirecte GHG emissies (scope 2).. Tevens wordt de hoeveelheid CO2 van Praeceptum

Voor de periode 2017 tot en met 2022 heeft Aannemersbedrijf Koen Meijer BV als algehele doelstelling de totale CO 2 -emissie voor scope 1 met ruim 11 ton te verminderen ten

Er zijn een aantal emissies welke JB Bartels Beheer BV uitsluit omdat deze zelden tot nooit voorkomen en dus nooit van grote invloed zullen zijn op de CO2 Footprint:.. -

Sommige soorten zoals de Slanke duinhoorn en het Genaveld tonne- tje hebben zich dan weer op een spontane manier kunnen vestigen en komen vooral voor aan onze

In dit rapport wordt de emissie inventaris van KSP Kunstgras B.V., over 2019 besproken en richt zich op invalshoek A (inzicht) van de CO 2 prestatieladder.. De CO 2 voetafdruk

De CO 2 uitstoot in scope 1 betreft alleen de directe broeikasgasemissie van het bedrijf zelf, dus veroorzaakt door de verbranding van fossiele brandstoffen (diesel, aardgas,