• No results found

Drost & Juten Netwerk Notarissen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Drost & Juten Netwerk Notarissen"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Drost & Juten Netwerk Notarissen

CONCEPT d.d. 3 februari 2010

Indien er onjuistheden voorkomen in uw personalia of in de akte, verzoek ik u tijdig voor het passeren contact met ons op te nemen.

Nassauplein 36

2585 ED s'-Gravenhage Correspondentieadres Postbus 85694

2508 CJ 's-Gravenhage

Zaaknummer: 1720/ROH

STATUTENWIJZIGING VERENIGING

Op * verscheen voor mij, mr. Areke Cornelia Gerritsen, notaris gevestigd te 's- _____

Gravenhage: _______________________________________________________________________________________

* _______________________________________________________________________________________________________

als schriftelijk gemachtigde van het bestuur van de statutair te 's-Gravenhage _____

(feitelijk adres: 2545 AP 's-Gravenhage, Dedemsvaartweg 1, __________________________

correspondentieadres: Postbus 52155, 2505 CD, 's-Gravenhage) gevestigde ______

vereniging: HAAGSE BRANDWEER PERSONEELSVERENIGING DE RODE ____

HAAN, ingeschreven in het handelsregister beheerd door de Kamer van ____________

Koophandel voor Den Haag sedert een oktober negentienhonderd negen en ______

zestig, onder nummer 40407255, ______________________________________________________________

hierna ook te noemen: de vereniging, _______________________________________________________

tot het vastleggen van de statutenwijziging bij notariële akte gemachtigd bij na te _ melden besluit van de algemene vergadering van de vereniging._______________________

De verschenen persoon verklaarde:___________________________________________________________

De statuten van de vereniging werden vastgelegd bij notariële akte verleden op ___

vijftien maart negentienhonderd vier en negentig voor mr. J.J. Drost, destijds ______

notaris te s'-Gravenhage. ________________________________________________________________________

De statuten van de vereniging zijn daarna niet gewijzigd. ________________________________

De algemene vergadering van de vereniging heeft in de vergadering gehouden op

* besloten de statuten te wijzigen; van dit besluit blijkt uit een aan deze akte _______

gehecht exemplaar van de notulen van deze vergadering. ______________________________

STATUTENWIJZIGING __________________________________________________________________________

De verschenen persoon verklaarde ter uitvoering van het besluit tot __________________

statutenwijziging dat de gewijzigde statuten met ingang van vandaag luiden als ___

volgt: _________________________________________________________________________________________________

STATUTEN

______________________________________________________________________

Artikel 1 – Naam en zetel ______________________________________________________________________

1. Naam en zetel _______________________________________________________________________________

De vereniging draagt de naam: Haagse Brandweer Personeelsvereniging _ 'DE RODE HAAN", bij afkorting genaamd H.B.P.V. DE RODE HAAN. __________

Zij is gevestigd in de gemeente 's-Gravenhage. _______________________________________

Artikel 2 - Doel ____________________________________________________________________________________

1. De vereniging heeft ten doel door diverse activiteiten de sociale contacten ____

onder brandweerpersoneel (en andere toegelaten leden) onderling en hun ____

huisgenoten te onderhouden, te stimuleren en te verbeteren. _____________________

(2)

2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door: _________________________

a. het uitschrijven en deelnemen aan wedstrijden; _________________________________

b. het organiseren en bijwonen van andere activiteiten dan wedstrijden; ______

c. het uitbrengen van een personeelsblad en het beschikbaar stellen van ___

een website; _____________________________________________________________________________

d. overige wettige middelen die het doel kunnen bevorderen. ___________________

Artikel 3 - Lidmaatschap _______________________________________________________________________

1. Lid van de vereniging kunnen zijn: _______________________________________________________

natuurlijke personen die werkzaam zijn op een brandweerpost in de gemeente 's-Gravenhage en personen die werkzaam zijn op een regionale alarmcentrale in de regio Haaglanden. ____________________________________________________________________

Lid van de vereniging kunnen tevens zijn zij die een functie als hiervoor _______

bedoeld hebben vervuld en vanwege pensioen, Functioneel Leeftijdsontslag of eervol ontslag niet meer als zodanig werkzaam zijn. _________________________________

De algemene vergadering kan bij besluit het lidmaatschap van de vereniging _ openstellen aan andere, aan de hiervoor bedoelde groep personen gelieerde, groepen personen. Op een dergelijk besluit van de algemene vergadering tot openstelling is het bepaalde in artikel 20 van deze statuten zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. ________________________________________________________

De leden dienen het doel en de statuten van de vereniging te onderschrijven. _ Het lidmaatschap is persoonlijk en niet voor overgang vatbaar. ___________________

2. Gewone leden zijn zij die zich als lid bij het bestuur hebben aangemeld en ____

door het bestuur als zodanig tot de vereniging zijn toegelaten. In geval van ___

niet toelating door het bestuur bestaat geen beroepsmogelijkheid bij de ________

algemene vergadering. _____________________________________________________________________

3. De algemene vergadering kan een lid, op eigen initiatief of op voorstel van het bestuur, tot erelid benoemen. _____________________________________________________________

Een erelid heeft dezelfde rechten en plichten als een gewoon lid, met dien ____

verstande dat een erelid geen contributie verschuldigd is. __________________________

De algemene vergadering kan een lid, op grond van zijn bijzondere inzet voor de vereniging, op eigen initiatief of op voorstel van het bestuur, tot lid van _____

verdienste benoemen. _____________________________________________________________________

Een lid van verdienste heeft dezelfde rechten en plichten als een gewoon lid. _ 4. De secretaris van het bestuur houdt een ledenregister bij, waarin de namen en

adressen van alle leden zijn opgenomen. ______________________________________________

Als een lid heeft ingestemd met de oproeping van een algemene vergadering met communicatie langs elektronische weg, wordt het adres dat door het lid __

voor dit doel is bekend gemaakt, in het ledenregister opgenomen. _______________

5. Een lid kan door het bestuur voor een periode van ten hoogste zes (6) _________

maanden worden geschorst, als een lid in strijd handelt met de statuten, ______

reglementen of besluiten van de vereniging, of de vereniging op onredelijke __

wijze benadeelt. Gedurende deze periode van schorsing kan het lid zijn _______

lidmaatschapsrechten niet uitoefenen, zijn lidmaatschapsverplichtingen blijven bestaan. _______________________________________________________________________________________

6. Binnen één maand nadat het lid van het besluit tot schorsing in kennis is ______

gesteld, kan dat lid van dat besluit in hoger beroep gaan bij de algemene _____

vergadering en daar verweer voeren. Het bestuur is verplicht hiertoe de _______

algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na ontvangst van _

(3)

het beroepschrift. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep blijft het lid geschorst. _____________________________________________________________________________

Artikel 4 – Einde lidmaatschap_______________________________________________________________

1. Het lidmaatschap eindigt door: ____________________________________________________________

a. het overlijden van het lid; _____________________________________________________________

b. opzegging door het lid; ________________________________________________________________

c. opzegging door de vereniging; ______________________________________________________

d. ontzetting. ________________________________________________________________________________

2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts plaatsvinden tegen _ het einde van een boekjaar, mits schriftelijk en met inachtneming van een ____

opzeggingstermijn van ten minste een maand. In ieder geval kan het ___________

lidmaatschap worden beëindigd door opzegging tegen het eind van het ________

boekjaar, volgend op dat waarin wordt opgezegd, of onmiddellijk, als ___________

redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. _ De contributie voor het lopende jaar blijft het lid verschuldigd. _____________________

Te late opzegging heeft tot gevolg dat het lidmaatschap - met inbegrip van de daaraan verbonden verplichtingen - eerst eindigt aan het eind van het volgend boekjaar, tenzij het bestuur wegens bijzondere omstandigheden anders _______

besluit. _________________________________________________________________________________________

Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat een besluit waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, hem is bekend geworden of medegedeeld; het besluit is dan _ niet op hem van toepassing. _______________________________________________________________

Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit tot omzetting van de vereniging in een andere _ rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing is meegedeeld. In dat geval blijft hij de ____

oorspronkelijk voor dat jaar vastgestelde contributie verschuldigd. _______________

3. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur, door middel van een schriftelijk bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en) van _______

opzegging. ____________________________________________________________________________________

Opzegging is mogelijk: ______________________________________________________________________

- als een lid niet meer voldoet aan de statutaire vereisten voor het ___________

lidmaatschap, ___________________________________________________________________________

- als een lid - ondanks zorgvuldige aanmaning - zijn verplichtingen jegens _ de vereniging niet nakomt, of ________________________________________________________

- wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het ___

lidmaatschap te laten voortduren. __________________________________________________

Bij het opzeggingsbesluit wordt ook de datum van beëindiging van het _________

lidmaatschap vastgesteld. De contributie voor het lopende jaar blijft _____________

verschuldigd. _________________________________________________________________________________

4. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur, door middel van __

een schriftelijk bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en) van de ___

ontzetting. _____________________________________________________________________________________

Ontzetting is alleen mogelijk als een lid in strijd handelt of heeft gehandeld met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging, of de vereniging op _ onredelijke wijze benadeelt of heeft benadeeld. _______________________________________

De ontzetting gaat onmiddellijk in. De contributie voor het lopende jaar blijft ___

verschuldigd. _________________________________________________________________________________

(4)

5. Binnen één maand nadat het lid van het besluit tot opzegging of ontzetting in kennis is gesteld, kan dat lid van dat besluit in beroep gaan bij de algemene __

vergadering en daar verweer voeren. Gedurende de beroepstermijn en ________

hangende het beroep is het lid geschorst. ______________________________________________

6. Aan de eis van schriftelijkheid van een opzegging of een bericht van ontzetting wordt niet voldaan indien de opzegging of het bericht van ontzetting uitsluitend elektronisch is gecommuniceerd. _________________________________________________________

Artikel 5 – Aspirant-leden _____________________________________________________________________

1. Het bestuur kan besluiten tot het instellen van het aspirant-lidmaatschap. _____

Aspirant-leden zijn niet ‘gewone’ leden, zonder stemrecht, maar _________________

aangeslotenen die kunnen deelnemen aan de activiteiten van de vereniging. _ Er kunnen verschillende categorieën aspirant-leden zijn. ___________________________

Aspirant-leden hebben alleen toegang tot de algemene vergadering als die ___

vergadering dat besluit. Zij hebben daar geen stemrecht. ___________________________

2. De in deze statuten voor leden getroffen regelingen over toelating, opzegging en ontzetting met de gevolgen daarvan, zijn zoveel mogelijk ook van ___________

toepassing op de aspirant-leden. _________________________________________________________

3. De aan het aspirant-lidmaatschap verbonden financiële bijdrage per boekjaar, wordt door de algemene vergadering vastgesteld. De bijdrage kan per _________

categorie verschillen, afhankelijk van de activiteiten die voor het aspirant-lid __

open staan. ___________________________________________________________________________________

4. De secretaris houdt een register bij waarin de namen, leeftijden en adressen _ van de aspirant-leden zijn vermeld. ______________________________________________________

Artikel 6 - Donateurs ____________________________________________________________________________

1. Donateurs zijn zij, die door het bestuur als zodanig zijn toegelaten. ______________

Donateurs zijn gebonden aan de statuten, reglementen en besluiten van de __

vereniging. Zij hebben alleen toegang tot de algemene vergadering als die ___

vergadering dat besluit. Zij hebben daar geen stemrecht. ___________________________

2. De in deze statuten voor leden getroffen regelingen over toelating en __________

opzegging met de gevolgen daarvan, zijn zoveel mogelijk ook van toepassing op donateurs. _________________________________________________________________________________

3. De algemene vergadering stelt het minimumbedrag vast dat, hetzij per ________

boekjaar, hetzij ineens, door een donateur aan de vereniging is verschuldigd. _ Daarbij kan aan de donateurs gevraagd worden om een opdracht tot ___________

automatische betaling van de periodieke bijdrage te verstrekken._________________

4. De secretaris houdt een register bij waarin de namen en adressen van de ____

donateurs zijn vermeld. _____________________________________________________________________

Artikel 7 - Contributie van de leden _________________________________________________________

1. De leden betalen een jaarlijkse contributie, waarvan de hoogte wordt ___________

vastgesteld door de algemene vergadering. ___________________________________________

De leden kunnen daarbij in categorieën worden ingedeeld die een ______________

verschillende contributie betalen. _________________________________________________________

2. Het bestuur is bevoegd om, wegens bijzondere omstandigheden, een lid ______

geheel of ten dele ontheffing te verlenen van het betalen van contributie in ____

enig jaar. _______________________________________________________________________________________

3. De algemene vergadering kan besluiten dat de jaarlijkse contributie in _________

gedeelten kan worden betaald en kan daaraan voorwaarden verbinden. ________

Artikel 8 - Bestuur: samenstelling en benoeming ______________________________________

(5)

1. De vereniging wordt bestuurd door een bestuur dat bestaat uit ten minste drie personen. ______________________________________________________________________________________

De algemene vergadering stelt het aantal bestuursleden vast. ____________________

Het bestuur kent een voorzitter, secretaris en penningmeester. ___________________

Voor elk van hen kan het bestuur uit zijn midden een plaatsvervanger __________

aanwijzen, die in geval van ontstentenis of belet de functie vervult van degene voor wie hij als plaatsvervanger is aangewezen. ______________________________________

Indien het bestuur bestaat uit meer dan drie personen vormen de voorzitter, __

secretaris en de penningmeester tezamen het dagelijks bestuur. _________________

Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden. ______________________________

Het bestuur draagt er zorg voor dat de algemene vergadering zo spoedig _____

mogelijk in de vacatures kan voorzien. __________________________________________________

Als het aantal bestuursleden beneden het voorgeschreven minimum is ________

gedaald oefenen de overgebleven leden - in afwachting van de vervulling van de vacatures - de taken van het bestuur uit. ___________________________________________

Het bestuur draagt er zorg voor dat de algemene vergadering zo spoedig _____

mogelijk in de vacatures kan voorzien. __________________________________________________

2. De algemene vergadering benoemt de bestuursleden bij besluit genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. ___

Deze benoeming geschiedt uit de leden van de vereniging. ________________________

3. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een voordracht. __________________

Het bestuur is bevoegd een voordracht op te maken. ________________________________

De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de algemene ______

vergadering meegedeeld. __________________________________________________________________

De voordracht is niet bindend. ____________________________________________________________

4. a. Bestuursleden worden benoemd voor een periode van ten hoogste twee jaar. _______________________________________________________________________________________

Bestuurders treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster.

Een volgens rooster aftredende bestuurder is onmiddellijk ___________________

herbenoembaar. ________________________________________________________________________

b. De in een tussentijdse vacature benoemde bestuurder neemt op het ______

rooster de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.______

Artikel 9 – Einde bestuurslidmaatschap; schorsing ___________________________________

1. Een bestuurslidmaatschap eindigt: _______________________________________________________

- door aftreden op grond van het rooster van aftreden; __________________________

- door het vrijwillig aftreden van een bestuurslid; __________________________________

- door overlijden van een bestuurslid; ________________________________________________

- door ondercuratelestelling van een bestuurslid of onder bewindstelling ___

van zijn gehele vermogen; ___________________________________________________________

- wanneer het bestuurslid niet langer lid is van de vereniging; _________________

- door ontslag van het bestuurslid op grond van een besluit van de __________

algemene vergadering, genomen met een meerderheid van twee/derde __

van de uitgebrachte stemmen; ______________________________________________________

een en ander met in achtneming van het hierna bepaalde. _________________________

Een bestuurslid kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ______

geschorst. _____________________________________________________________________________________

De schorsing beloopt ten hoogste drie maanden en kan door de algemene ___

vergadering eenmaal met die termijn worden verlengd. Volgt gedurende de ___

(6)

schorsing geen ontslag, dan is de schorsing na het verloop van de termijn ____

geëindigd. _____________________________________________________________________________________

Het bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de betreffende _________

algemene vergadering te verantwoorden en kan zich daarin door een __________

raadsman doen bijstaan. ___________________________________________________________________

Artikel 10 – Bestuur: bijeenroeping, vergaderingen, besluitvorming _____________

1. Iedere bestuurder is bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te _______

roepen. _________________________________________________________________________________________

2. a. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur geschiedt ________

schriftelijk, met inachtneming van een termijn van ten minste zeven _______

dagen, de dag van bijeenroeping en die van de vergadering niet ___________

meegerekend, onder opgave van de dag, het aanvangstijdstip en de ______

plaats van de vergadering en van de te behandelen onderwerpen _________

(agenda). _________________________________________________________________________________

b. De bestuurder die voor dit doel een adres aan de vereniging bekend heeft gemaakt kan tot de vergaderingen van het bestuur worden opgeroepen __

door een langs elektronische weg aan dat adres toegezonden leesbaar __

en reproduceerbaar bericht. _________________________________________________________

3. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden op de plaats te bepalen door degeen die de vergadering bijeenroept. __________________________________________

4. Indien werd gehandeld in strijd met enige bepaling van de twee vorige leden _ kan het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits alle ______________

bestuurders ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn. __________________

5. Een bestuurder kan aan een andere bestuurder schriftelijk volmacht verlenen om zich ter vergadering te doen vertegenwoordigen. Een elektronisch _________

vastgelegde volmacht geldt als een schriftelijke volmacht. __________________________

Een bestuurder kan slechts één medebestuurder ter vergadering ________________

vertegenwoordigen. _________________________________________________________________________

6. In de vergaderingen van het bestuur heeft iedere bestuurder één stem. _________

Voorzover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, _____

worden de besluiten door het bestuur genomen met volstrekte meerderheid __

van de uitgebrachte stemmen. ____________________________________________________________

Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.__________

Artikel 11 - Leiding van de vergaderingen, notulen, besluitvorming buiten ____

vergadering _______________________________________________________________________________________

1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid ______

voorziet de vergadering zelf in haar leiding. ____________________________________________

2. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in _ de vergaderingen worden gehouden.____________________________________________________

3. Het door de voorzitter in de vergadering uitgesproken oordeel over de uitslag van een stemming is beslissend. _________________________________________________________

Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd ____

gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. ______________________________

4. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen ____

gehouden door de daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon. _______________________________________________________________________________________

De notulen worden - nadat zij zijn vastgesteld - door de voorzitter en de _______

secretaris ondertekend. ____________________________________________________________________

(7)

5. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle bestuurders zich schriftelijk vóór het voorstel hebben verklaard. _______

Onder een schriftelijke verklaring wordt mede begrepen een langs ______________

elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, aan het adres dat het bestuur voor dit doel heeft vastgesteld en aan alle bestuurders _ bekend heeft gemaakt. _____________________________________________________________________

Artikel 12 – Bestuur: taken en bevoegdheden ___________________________________________

1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. Elke bestuurder is _ tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de _ vereniging en van alles betreffende de werkzaamheden van de vereniging, ___

naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze __

een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de __

rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend. ____________

Het bestuur is verplicht de bedoelde boeken, bescheiden en andere ____________

gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren. ______________________________

2. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, noch tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot ________________

zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt. ___________________________

Deze beperking van de bevoegdheid van het bestuur kan aan derden worden tegengeworpen. ______________________________________________________________________________

Het bestuur is niet bevoegd tot het aanvaarden van nalatenschappen, tenzij __

dit geschiedt onder het voorrecht van boedelbeschrijving. __________________________

3. Het bestuur heeft de goedkeuring van de algemene vergadering nodig voor __

besluiten tot: __________________________________________________________________________________

a. het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen of _ geven van registergoederen; ________________________________________________________

b. het aangaan van geldleningen of kredietovereenkomsten; ____________________

c. het ter leen verstrekken van gelden; _______________________________________________

d. het aangaan van een vaststellingsovereenkomst ter beëindiging van een geschil; ___________________________________________________________________________________

e. het optreden in rechte, met inbegrip van arbitrale procedures, waaronder niet begrepen het nemen van conservatoire maatregelen en andere ______

rechtsmaatregelen die geen uitstel kunnen lijden;_______________________________

f. het doen van investeringen en aangaan van andere rechtshandelingen __

die uitgaan boven het bedrag dat de algemene vergadering per jaar kan _ vaststellen. ______________________________________________________________________________

g. het aangaan, wijzigen of beëindigen van arbeidsovereenkomsten.__________

Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen en door derden geen ______

beroep worden gedaan. ____________________________________________________________________

4. Het dagelijks bestuur is bevoegd beslissingen te nemen die niet kunnen _______

wachten tot de volgende bestuursvergadering. Dergelijke beslissingen worden in de eerstvolgende bestuursvergadering ter kennis gebracht van de overige _ bestuursleden. ________________________________________________________________________________

Artikel 13 – Vertegenwoordiging ____________________________________________________________

(8)

1. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging. __________________________________________

2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan twee ____________

gezamenlijk handelende bestuurders, onder wie in elk geval hetzij de __________

voorzitter, hetzij de secretaris, hetzij de penningmeester. ___________________________

3. De in beide vorige leden van dit artikel opgenomen bevoegdheid van het ______

bestuur en bestuurders tot vertegenwoordiging van de vereniging bestaat ook indien tussen de vereniging en één of meer bestuurders een tegenstrijdig _____

belang bestaat. _______________________________________________________________________________

4. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van incidentele dan wel ______________

doorlopende volmacht aan één of meer bestuurders en/of aan anderen, zowel gezamenlijk als afzonderlijk, om de vereniging binnen de grenzen van die _____

volmacht te vertegenwoordigen. __________________________________________________________

5. In alle gevallen waarin de vereniging een tegenstrijdig belang heeft met één of meer bestuurders kan de algemene vergadering één of meer personen ________

aanwijzen om de vereniging te vertegenwoordigen. __________________________________

Artikel 14 – Verslaggeving en Verantwoording _________________________________________

1. Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het kalenderjaar. _____________________

2. Het bestuur draagt zorg voor de bijhouding en verantwoording van de _________

financiën van de vereniging, zodanig dat de rechten en plichten van de ________

vereniging steeds kunnen worden gekend. Het bestuur zorgt voor een _________

overzicht en – indien de vereniging een onderneming voert – wordt de staat __

van baten en lasten aangevuld met het bedrag van de netto-omzet van deze _ onderneming, samen te noemen: ‘de jaarstukken’. ___________________________________

3. Het bestuur legt de jaarstukken ter goedkeuring voor aan de algemene ________

vergadering. __________________________________________________________________________________

Wordt over de getrouwheid van deze stukken geen verklaring van een _________

accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek overgelegd, __

dan worden daaraan voorafgaand de jaarstukken gecontroleerd door een door de algemene vergadering te benoemen controlecommissie van ten minste ____

twee leden die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. Een lid kan ten ___

hoogste twee achtereenvolgende jaren zitting hebben in de _______________________

controlecommissie. __________________________________________________________________________

Het bestuur is verplicht om de controlecommissie inzage te geven in de _______

gehele boekhouding en de daarop betrekking hebbende bescheiden en om __

alle door haar gewenste inlichtingen te verstrekken. Als de commissie dat voor een juiste vervulling van haar taak noodzakelijk acht kan zij zich laten bijstaan door een extern deskundige. ______________________________________________________________

De commissie brengt van haar onderzoek verslag uit aan de algemene ________

vergadering, vergezeld van een advies tot al of niet goedkeuring van de _______

jaarstukken. ___________________________________________________________________________________

Nadat de jaarstukken zijn goedgekeurd door de algemene vergadering wordt het voorstel gedaan om kwijting te verlenen aan het bestuur voor de door haar daarmee afgelegde rekening en verantwoording. _____________________________________

Artikel 15 – De algemene vergadering; bevoegdheid; jaarvergadering __________

1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen. ____________

2. Jaarlijks, uiterlijk in de maand februari, wordt een algemene vergadering - de jaarvergadering - gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de

(9)

orde: ____________________________________________________________________________________________

a. het verslag van het bestuur over het afgelopen boekjaar; _____________________

b. het voorstel tot het al of niet goedkeuren van de jaarstukken over het _____

afgelopen boekjaar; ____________________________________________________________________

c. het voorstel tot verlenen van kwijting aan het bestuur; _________________________

d. de benoeming van de leden van de controlecommissie voor het nieuwe __

boekjaar; _________________________________________________________________________________

e. de benoeming van bestuursleden als er in het bestuur vacatures bestaan;

en __________________________________________________________________________________________

f. voorstellen van het bestuur of de leden, zoals aangekondigd bij de ________

oproeping voor de vergadering. _____________________________________________________

Uiterlijk een maand voor het verstrijken van het boekjaar, legt het bestuur de _ begroting voor het komende boekjaar ter inzage van de leden.____________________

Artikel 16 – Oproeping tot de vergadering________________________________________________

1. De algemene vergadering wordt bijeengeroepen door het bestuur. _______________

Een aantal leden, samen bevoegd tot het uitbrengen van ten minste een ______

tiende deel van de stemmen, kan het bestuur schriftelijk verzoeken een _______

algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na dat verzoek. Als het bestuur niet binnen veertien dagen na ontvangst van dat verzoek de ______

uitnodiging tot de vergadering heeft doen uitgaan, kunnen de verzoekers zelf de vergadering bijeenroepen. _____________________________________________________________

Aan de eis van schriftelijkheid van het verzoek bedoeld in de vorige alinea ____

wordt ook voldaan indien het verzoek elektronisch is vastgelegd. _________________

2. De oproeping tot de algemene vergadering vindt plaats door middel van: _______

een publicatie in het verenigingsorgaan. ________________________________________________

De bijeenroeping kan, als een lid hiermee instemt, ook geschieden door een _ langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht __

aan het adres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt. ___________________

3. De termijn van oproeping bedraagt ten minste veertien (14) dagen, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet meegerekend. __________________

4. Naast de plaats, datum en tijd van de vergadering, moet de oproeping een ___

agenda bevatten waaruit blijkt welke onderwerpen aan de orde worden ________

gesteld. ________________________________________________________________________________________

Artikel 17 – Toegang en stemrecht _________________________________________________________

1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle niet-geschorste leden van het bestuur en van de vereniging. De vergadering kan besluiten ook andere __

personen tot (een deel van) de vergadering toe te laten. Geschorste leden ____

hebben toegang tot dat deel van de vergadering waar het beroep als bedoeld in artikel 3 lid 6 en artikel 4 lid 5 aan de orde is. _______________________________________

2. Ieder lid van de vereniging heeft één stem. ____________________________________________

Een geschorst lid heeft geen stemrecht. ________________________________________________

3. Een stemgerechtigd lid kan een ander stemgerechtigd lid volmacht geven ____

namens hem te stemmen. _________________________________________________________________

Deze volmacht moet schriftelijk worden gegeven en vóór de stemming aan het bestuur worden overgelegd. _______________________________________________________________

Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de _______

volmacht elektronisch is vastgelegd. ____________________________________________________

Artikel 18 – Besluitvorming door de algemene vergadering ________________________

(10)

1. Voor zover in deze statuten niet anders is bepaald wordt een besluit genomen met volstrekte meerderheid van stemmen van de in de vergadering aanwezige en vertegenwoordigde leden, ongeacht hun aantal. __________________________________

Blanco en ongeldige stemmen tellen niet mee voor de besluitvorming maar ___

tellen wel mee voor het bepalen van een in deze statuten voorgeschreven ____

quorum. ________________________________________________________________________________________

2. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter over de uitslag _ van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een ______

genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk ____________

vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming ____

plaats, als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke ______

stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde ______

aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de _______________

rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. ___________________________________

3. Mocht bij stemming over de verkiezing van personen bij eerste stemming _____

geen meerderheid worden verkregen, dan zal een nieuwe stemming plaats ___

hebben. Als ook dan geen meerderheid verkregen wordt, zal bij een ____________

tussenstemming worden beslist tussen welke personen zal worden herstemd.

Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot. _____________

4. Als de stemmen staken over een voorstel dat niet gaat over de verkiezing van personen, is het voorstel verworpen. ____________________________________________________

5. Alle stemmingen vinden mondeling plaats, tenzij de voorzitter of ten minste ___

drie leden vóór de stemming laat of laten weten een schriftelijke stemming te verlangen. _____________________________________________________________________________________

Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten stembriefjes. _______

Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk tenzij een lid hoofdelijke stemming __

verlangt. _______________________________________________________________________________________

Een stemgerechtigd lid kan zijn stemrecht niet door middel van een ____________

elektronisch communicatiemiddel uitoefenen. _________________________________________

6. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een _____________

vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, _____

dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering. ____________________

7. Als in een vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen - mits met algemene stemmen - geldige besluiten worden genomen over alle __

aan de orde komende onderwerpen, ook al is het onderwerp niet of niet op de voorgeschreven wijze bij de oproeping aangekondigd of heeft de oproep niet _ op rechtsgeldige wijze plaatsgevonden. ________________________________________________

Artikel 19 – Leiding van de vergadering; notulen ______________________________________

1. De vergaderingen van de leden worden geleid door de voorzitter van de ______

vereniging of zijn plaatsvervanger. _______________________________________________________

Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan wijst het bestuur een ____

ander bestuurslid aan als voorzitter van de vergadering. ____________________________

Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding. ___________________________________________________________

2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ___

ander door de voorzitter van de vergadering daartoe aangewezen persoon ___

notulen gemaakt, die door de voorzitter en de notulist door ondertekening _____

(11)

worden vastgesteld. _________________________________________________________________________

Artikel 20 - Huishoudelijk Reglement ______________________________________________________

1. Aan deze statuten kan een huishoudelijk reglement worden toegevoegd, dat _ geen bepalingen mag bevatten die in strijd zijn met deze statuten. _______________

2. Dit reglement wordt door de algemene vergadering vastgesteld en bevat een nadere uitwerking van hetgeen in de statuten is voorgeschreven. ________________

Verder wordt hierin alles geregeld, waarin door deze statuten niet wordt _______

voorzien. _______________________________________________________________________________________

3. Wijzigingen in dit reglement kunnen slechts door de algemene vergadering ___

worden aangebracht, met voorafgaande kennisgeving van de wijzigingen. Zij behoeven een meerderheid van ten minste twee/derde van het aantal geldig _ uitgebrachte stemmen. _____________________________________________________________________

4. Een voorstel tot wijziging van het Huishoudelijk Reglement kan worden ________

gedaan door het bestuur of door ten minste tien procent van het aantal leden.

5. Wijzigingen worden van kracht met ingang van de datum volgend op de _______

goedkeuring door de algemene vergadering, tenzij anders wordt bepaald. _____

Artikel 21 – Statutenwijziging ________________________________________________________________

1. De statuten van de vereniging kunnen worden gewijzigd door een besluit van de algemene vergadering. Wanneer aan de algemene vergadering een _______

voorstel tot wijziging van de statuten zal worden gedaan, moet dat steeds bij _ de oproeping tot de algemene vergadering worden vermeld. ______________________

2. Degenen die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van _ een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf ______

dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de ____________

voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte ___

plaats voor de leden ter inzage leggen. Dit afschrift moet ter inzage liggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. ___________________

3. Een besluit tot statutenwijziging moet worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. _________________________

4. Een statutenwijziging wordt van kracht onmiddellijk nadat deze in een _________

notariële akte is vastgelegd. Iedere bestuurder is bevoegd om een ______________

statutenwijziging bij notariële akte vast te leggen. ____________________________________

Een authentiek afschrift van de akte van wijziging en een doorlopende tekst __

van de gewijzigde statuten moeten worden neergelegd bij het handelsregister.

Artikel 22 - Fusie; splitsing; omzetting ____________________________________________________

Op een besluit van de algemene vergadering tot fusie of splitsing in de zin van ____

Titel 7 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en op een besluit van de algemene __________

vergadering tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm ______________

overeenkomstig artikel 2:18 Burgerlijk Wetboek, is het bepaalde in het vorige ______

artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, onverminderd de eisen __

van de wet. _________________________________________________________________________________________

Artikel 23 - Ontbinding _________________________________________________________________________

1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene ______

vergadering. Het in deze statuten bepaalde over een besluit tot __________________

statutenwijziging is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ________

ontbinding. ____________________________________________________________________________________

Bij het besluit tot ontbinding wordt de bestemming van een eventueel batig ___

liquidatiesaldo vastgesteld. ________________________________________________________________

(12)

Als de vereniging op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft, __

houdt zij op te bestaan. In dat geval doet het bestuur daarvan opgave aan het Handelsregister. _____________________________________________________________________________

De boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging blijven gedurende de wettelijke termijn onder bewaring van de door het bestuur bij het besluit tot ___

ontbinding aangewezen persoon. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn __

bewaarplicht moet de aangewezen bewaarder zijn naam en adres opgeven __

aan het Handelsregister. ___________________________________________________________________

2. De vereniging wordt bovendien ontbonden: ____________________________________________

- door insolventie nadat de vereniging in staat van faillissement is verklaard of door opheffing van het faillissement wegens de toestand van de ________

boedel; ___________________________________________________________________________________

- door een daartoe strekkende rechterlijke uitspraak in de bij de wet ________

genoemde gevallen. ___________________________________________________________________

Artikel 24 - Vereffening _________________________________________________________________________

1. Het bestuur is belast met de vereffening van het vermogen van de vereniging, voor zover bij het ontbindingsbesluit geen andere vereffenaar(s) is (zijn) _______

aangewezen. _________________________________________________________________________________

2. Na het besluit tot ontbinding bevindt de vereniging zich in liquidatie. _____________

De vereniging blijft na haar ontbinding voortbestaan indien en voor zover dit __

voor de vereffening van haar zaken nodig is. __________________________________________

Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel _ mogelijk en nodig van kracht. _____________________________________________________________

In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moeten aan de _ naam van de vereniging worden toegevoegd de woorden ‘in liquidatie’. _________

3. Een batig saldo na vereffening krijgt een bestemming die zoveel mogelijk in __

overeenstemming is met het doel van de vereniging. ________________________________

Deze bestemming wordt vastgesteld bij het ontbindingsbesluit, of bij gebreke daarvan, door de vereffenaar(s). _________________________________________________________

De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars ________

bekende baten meer aanwezig zijn. _____________________________________________________

De vereniging houdt in geval van vereffening op te bestaan op het tijdstip _____

waarop de vereffening eindigt. De vereffenaars doen daarvan opgave aan het Handelsregister. _____________________________________________________________________________

SLOT ________________________________________________________________________________________________

WAARVAN AKTE is verleden te 's-Gravenhage op de datum in het hoofd van ____

deze akte vermeld. ________________________________________________________________________________

De verschenen persoon is mij, notaris, bekend. ____________________________________________

De inhoud van de akte is aan de verschenen persoon opgegeven en toegelicht. De verschenen persoon heeft verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen, voor het verlijden een ontwerp van deze akte te hebben ontvangen, van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen en met de inhoud in te __________

stemmen. ___________________________________________________________________________________________

Deze akte is beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend, eerst door de verschenen persoon en vervolgens door mij, notaris.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ereleden zijn zij, die wegens hun buitengewone verdiensten voor de vereniging of op het terrein waarop de vereniging werkzaam is, op voorstel van het bestuur door de

Indien bijeenroeping van de algemene ledenvergadering geschiedt op kortere dan de voorgeschreven termijn, kan de algemene ledenvergadering niettemin rechtsgeldige besluiten

Het besluit tot statutenwijziging moet worden genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin tenminste

worden genomen met de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte geldige — stemmen, mits in de betreffende vergadering de volstrekte meerderheid van de in functie zijnde leden

Voor zover deze statuten niet anders bepalen worden besluiten van de Raad van toezicht genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte

Voor zover in deze statuten niet uitdrukkelijk anders is bepaald, worden alle besluiten genomen met gewone meerderheid van geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin

Voor zover in deze statuten niet uitdrukkelijk anders is bepaald, worden alle besluiten genomen met gewone meerderheid van geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin

Voor zover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden de _ besluiten door het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte