• No results found

Preek Genesis 21: 8-21 HSV. Broeders, zusters,

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Preek Genesis 21: 8-21 HSV. Broeders, zusters,"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 Preek Genesis 21: 8-21 HSV

Broeders, zusters,

Vandaag wil ik met u stilstaan bij Abrahams zoon Ismaël en zijn moeder Hagar. Je kunt je natuurlijk afvragen wat Ismaël en Hagar met biddag te maken heeft. Nou, dat is niet zo heel moeilijk. Die naam Ismaël betekent namelijk ‘God hoort’ of ‘God verhoort’. En straks zullen we zien dat dit niet alleen maar een mooie betekenis is, maar ook dat het realiteit is in het leven van Ismaël. We hebben het net gelezen in het 17e vers. God hoort de stem van de jongen. God hoort ons gebed. Dat is vandaag op biddag niet onbelangrijk lijkt me zo. ‘God hoort’ is geen loze kreet. Het is realiteit!

Ik hoop dat u daar ook voorbeelden van kent uit uw eigen leven. Momenten dat u hebt gebeden en zo duidelijk hebt gemerkt dat God u hoorde. Door in te grijpen, of misschien ook wel door zoveel rust, troost of vrede te geven in een situatie waarin dat niet bepaald vanzelfsprekend is. Zoveel dat je jezelf verbaast.

Ongetwijfeld zijn er mensen die dit wat al te simpel vinden. God hoort. Je eigen ervaring kan soms ook zo anders zijn. Wie kent niet de verhalen van gebeden voor zieken die niet verhoord zijn. Alle bidstonden ten spijt. En hoeveel ouders bidden niet voor hun kinderen, dat ze mogen terugkeren op de weg van de Heer en wat merk je daar nu van na jarenlang dagelijks gebed? Al een jaar lang wordt er in onze kerken gebeden om een uitweg uit de coronapandemie, het schiet nog niet bepaald op. God hoort…….ja, ja.

Laten we even bij het begin beginnen. Het verhaal in vogelvlucht.

Ismaël heeft deze mooie naam gekregen van zijn vader Abram. Ismaëls moeder is de Egyptische slavin Hagar, eigendom van Saraï, Abrams vrouw. Saraï was onvruchtbaar.

Beetje moeilijk voor te stellen, maar in die tijd was het niet ongebruikelijk dat een vrouw haar slavin met haar man naar bed liet gaan zodat zij het kind van de slavin als haar eigen kind kon laten gelden. Saraï deed het. Ze liet Abram bij Hagar een kind verwekken.

Verderop in het Bijbelboek Genesis, twee generaties na Abram, zien we ook in het huis van Jakob iets dergelijks gebeuren. Eerst laat Rachel haar slavin Bilha met haar man Jakob naar bed gaan om kinderen voor haar te baren. Rachel kon niet leven met de gedachte dat haar zus Lea wel kinderen kreeg van hun gezamenlijke echtgenoot Jakob. Het lijkt wel een wedstrijd tussen beide vrouwen. De kinderen die Bilha baarde beschouwde Rachel als haar eigen kinderen. Toen Lea, nadat ze een aantal zonen had ontvangen, ophield met baren herhaalde de geschiedenis zich. Lea gaf haar slavin Zilpa aan Jakob om in haar plaats

(2)

2

kinderen te baren. Het niet krijgen van een of meerdere zonen (vooral zonen!) werd als een grote schande gezien. De aartsvader Jakob heeft dus bij vier vrouwen twaalf zonen

verwekt. Deze zonen werden de stamvaders van Israël.

Nu is polygamie, het hebben van meerdere vrouwen, niet expliciet verboden in het Oude Testament. Toch is het goed te realiseren dat God één man schiep met één vrouw.

Volgens Genesis 2:24 zal de man zijn vrouw (enkelvoud) aanhangen en één met haar (enkelvoud) zijn. Eén man, één vrouw, dat was blijkbaar Gods ideale plaatje. Het gebruik om meerdere vrouwen te hebben wordt voor het eerst genoemd in de geslachtslijn van Kaïn, de man die z’n broer Abel doodde en daarna God de rug toekeerde. Later zien we dit gebruik wel vaker voorkomen, maar uit het feit dat het beschreven wordt in de Bijbel mogen we niet concluderen dat het ook Gods bedoeling is. Niet alles wat de Bijbel beschrijft is wat God voorschrijft! We zien juist dat de Bijbel beschrijft dat in de gezinnen met meerdere vrouwen heel veel fout ging. We hebben Abram en Jakob al genoemd, maar we zien het ook bij Elkana, die Peninna en Hanna als vrouwen had. Ook Hanna was in eerste instantie onvruchtbaar en dat leidde tot strijd en tot pesterijen van Peninna richting Hanna.

Uiteindelijk zou Hanna de moeder van Samuël worden. Maar harmonieus ging het er niet aan toe in Elkana’s gezin.

Iets dergelijks zien we dus hier ook bij Abram en Saraï. Dit bejaarde echtpaar had van God de belofte gekregen dat ze tot een groot volk zouden worden. Tot nu toe was daar echter niets van te zien. Abram en Saraï waren op leeftijd gekomen en niets wees erop dat er nog een kind zou komen.

Op een gegeven moment heeft Saraï ervoor gekozen haar slavin Hagar aan Abram te geven. Abram en Saraï gingen dus zelf voor vervulling van de belofte zorgen. De Bijbel beschrijft simpelweg wat er gebeurt. Saraï nam Hagar haar slavin. De arme Hagar is ooit de slavin geworden van dit oude echtpaar. Er wordt wel veronderstelt dat ze als cadeautje van de Farao van Egypte is geschonken aan Saraï.

Feit is dat ze weinig te zeggen heeft over haar eigen leven. Want Saraï nam Hagar en gaf de vrouw aan Abram (Gen.16:3). Al lezend vraag je jezelf af wat Hagar daar zelf van vindt.

Blijkbaar had ze niet eens de beschikking over haar eigen lichaam. Ze was Saraï’s

eigendom en als haar meester en meesteres samen bedenken dat zij voor een nakomeling moet gaan zorgen dan heeft ze zich maar te schikken in haar lot. Er bestond nog geen Me Too beweging die het voor de arme Hagar opnam. Ze kon niet anders dan haar rol

accepteren.

(3)

3

Maar vanaf het moment dat Hagar zwanger was had dat een negatieve invloed op de relatie van de beide vrouwen. Saraï werd jaloers, Hagar werd trots. Uiteindelijk liep de ruzie zo hoog op dat de zwangere Hagar vluchtte voor haar meesteres.

Maar in de woestijn sprak de Engel van de HEER tot Hagar. Hagar kreeg de belofte dat ook haar zoon tot een groot volk zou worden en ze kreeg de opdracht terug te keren naar

Abram en Saraï.

Aldus gebeurde. Hagar ging terug en baarde een zoon, Abram noemde hem Ismaël. God verhoort. Abram was er van overtuigd dat de belofte van God aan hem gedaan met de geboorte van Ismaël in vervulling was gegaan. Vandaar die naam: God verhoort.

Toen God niet lang na de geboorte van Ismaël de bejaarde Abraham en Sarah, beloofde dat ook zij samen een zoon zouden krijgen konden ze het niet meer geloven. Vanaf nu krijgen ze trouwens andere namen: Abram wordt Abraham, Saraï wordt Sarah. Abraham lachte: hoe kan een honderdjarige nu vader worden en een negentigjarige moeder? Vooral dat laatste leek onmogelijk. Want de hoogbejaarde Abraham heeft na Sarah’s dood nog wel Ketura tot vrouw genomen en bij haar kreeg hij ook nog eens zes zonen. (Gen.25). Maar wat onmogelijk leek gebeurde wel. De hoogbejaarde Sarah die heel haar lange leven onvruchtbaar leek te zijn werd zwanger en baarde een zoon, Izaäk.

Izaäk groeide op en toen hij een jaar of drie was barste de bom. Er werd een feest

gehouden. Het feest van de spening. De spening wil zeggen dat de tijd van de borstvoeding voorbij is. De eerste levensjaren van een kind, de tijd dat het bij de moeder dronk, was een kritieke tijd van veel kindersterfte. Als die tijd voorbij is, kinderen dronken wel tot aan de peuterleeftijd bij hun moeder, is de kans dat het kind in leven zal blijven groter. Reden voor een feestje in die tijd. Ook schijnt het een markeringsmoment te zijn voor de erfenis. Vanaf nu wordt Izaäk de erfgenaam en niet Ismaël. En juist op dat feestje waar Izaäk het

middelpunt is, ziet Sarah dat Ismaël z’n kleine halfbroertje spottend uitlacht. Voor Sarah is de maat vol en ze laat Hagar en Ismaël wegsturen. Abraham had daar weinig zin in. Hij wil natuurlijk zijn zoon Ismaël niet kwijt. Het zal hem ongetwijfeld verdriet gedaan hebben.

Maar God maakt duidelijk dat het beter is dat Izaäk en Ismaël niet samen opgroeien. Izaäk is de erfgenaam en op hem rust Gods belofte.

Opnieuw moet Hagar ervaren dat haar levenslot in de handen van een ander ligt. Eerst wordt ze, omdat Sarah het wil, zwanger. Nu wordt ze, omdat Sarah het wil, de laan uitgestuurd. Ze krijgt nog net wat proviand mee voor onderweg.

(4)

4

En nu dwalen moeder en zoon door de woestijn. Hagar en Ismaël, de jongen met die mooie naam die een belofte inhoudt. Maar wat heb je daaraan als je in de woestijn zwerft en je moet zien dat de watervoorraad langzaam aan opraakt. De radeloze Hager weet niets anders te doen dan haar zoon onder een struik te leggen. Hagar zelf gaat verderop zitten.

De afstand van een boogschot. Een meter of honderd. Ze kan het niet aanzien dat haar kind sterft. Hagar huilt…..Ongetwijfeld zal ze zich in haar wanhoop afgevraagd hebben waar die God met Zijn mooie beloften nu is. Zoals zo vaak merk je in een crisis niets van Gods aanwezigheid. Maar de schijn kan bedriegen. God is er wel degelijk. En ook deze situatie zal Hem niet uit de hand lopen.

Hagar hoort een stem. Een stem die ze eerder heeft gehoord. De Engel van de HEER die al eerder tot haar gesproken had toen ze weggelopen was, sprak opnieuw. Vrees niet Hagar, God heeft de stem van de jongen gehoord…..

God laat hier zien hoe waar de betekenis van de naam van Ismaël is: God hoort!

Hij hoort de stem van de jongen. Er staat niet eens dat Ismaël een gebed uitsprak.

Misschien was het niet meer dan wat kreunen of zuchten van een half bewusteloos kind.

Maar God hoort. Ook het kreunen van dit kind ontgaat Hem niet. Vind je dat niet mooi?

Juist dat kreunen van zo’n hulpeloos kind in ‘the middle of nowhere’ ontglipt Hem niet aan z’n aandacht.

Hij roept Hagar op om in de benen te komen. En toen ze dat deed zag ze ineens een waterput. De vraag is nu natuurlijk of God een scheppend wonder verricht en hier een put tevoorschijn laat komen, of dat Hij de ogen van Hagar verandert. Ik vermoed het laatste.

God verandert niet de omstandigheden, maar Hij verandert de bidder. Hij laat Hagar een put zien. Een put die perspectief biedt in haar vervelende omstandigheid. Hagars toekomst gaat weer open! Ze vult haar zak opnieuw met water en gaf haar jongen en haar zelf te drinken. Hagar en Ismaël kunnen weer verder. Ze weten de draad van hun leven weer op te pakken. In Genesis 25 kunnen we het geslachtsregister van Ismaël lezen. Hij krijgt twaalf zonen, twaalf familiehoofden. Ook Ismaël wordt tot een groot volk. Gods beloften komen uit.

Ismaël – God hoort. Geen loze kreet, maar realiteit!

Wat kunnen wij nu leren uit deze geschiedenis? Ik denk dat we allereerst iets kunnen leren over God zelf. Als God het zuchten en kreunen van Ismaël hoort dan laat dat zien dat Hij veel dichter bij is dan wij denken. En ook dat Hij heel betrokken is op ons mensen. Onze moeite raakt Hem. Ons verdriet raakt Hem.

(5)

5

Als iemand Gods hart heeft zichtbaar gemaakt dan is dat de Here Jezus natuurlijk. Hij kon zeggen: wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien (Joh.14:9). Wat wil je, Hij is God in mensengedaante. Hoe vaak lezen we niet van de Here Jezus dat Hij mensen ziet en daarna bewogen met hen raakt (Matt.9:36 bijv.).

Toen Jezus in de buurt van het stadje Naïn kwam zag Hij een begrafenisstoet. Een

weduwe moet haar enige zoon begraven. Ook dan lezen we over bewogenheid met deze arme vrouw. Een moeder die verdriet heeft over haar kind raakt ook het diepste innerlijk van Jezus. Bewogenheid betekent letterlijk zoiets als buikpijn hebben. Jezus krijgt pijn in de buik van het verdriet van mensen.

Als Jezus ons iets wil leren over hoe onze hemelse Vader is, vertelt Hij z’n bekendste verhaal van de verloren zoon. Als de Vader z’n jongen ziet aankomen lezen we opnieuw dat de Vader met ontferming bewogen is. Ook nu probeert Jezus ons duidelijk te maken dat Gods hart naar mensen die in een miserabele toestand verkeren uitgaat.

We hebben een Hemelse Vader, die betrokken is op ons mensen. Hij hoort het zuchten van Ismaël. Hij hoort ook ons bidden, ons zuchten als we het moeilijk hebben.

We leren ook uit de geschiedenis van Hagar en Ismaël dat God niet altijd onze omstandigheden verandert, maar wel dat Hij nieuwe wegen opent.

Als Jezus onderwijs geeft over bidden in Lukas 11 legt Hij uit dat God zeker niet altijd geeft wat wij vragen. Niet iedere zoon die om een vis vraagt krijgt een vis. Niet iedere zoon die om een brood vraagt krijgt een brood. Niet iedere zoon die om een ei vraagt krijgt een ei.

Hij geeft niet altijd wat wij vragen, maar wat God zeker niet doet is ons bedriegen. Aardse vaders doen dat niet, God doet dat zeker niet. Je krijgt geen slang in plaats van een vis, een steen in plaats van brood, of een schorpioen in plaats van een ei. Maar wat God altijd geeft is de Heilige Geest. Hoeveel te meer zal de Vader de Geest geven aan wie tot Hem bidt. God geeft zichzelf. Hij komt in de situatie en wijst de weg.

Hagar krijgt andere ogen. In eens ziet ze wat er moet gebeuren. Zelfs in de woestijn is er water te vinden, als je maar kijkt. En dat wil niet zeggen dat Ismaël weer terug mag naar z’n vader. Die deur blijft dicht. In die zin gaat hun weg niet over rozen. Maar God geeft wel perspectief. Hij opent een deur naar de toekomst.

Broeders, zusters,

in ons leven vol gebrokenheid, ziekte en onrecht kunnen we ook te maken krijgen met verdrietige situaties. Dat gaat onze deur niet voorbij. Ook wij kunnen geconfronteerd worden met ziekte, met relaties die breken, familiebanden die niet in stand blijven.

(6)

6

Conflicten in buurten, conflicten op het werk, voorbeelden te over.

Als je daar middenin zit kun je zuchten onder de akelige omstandigheden. Maar weet dat God je hoort, zelfs als je al biddend niets meer weet te zeggen. Zijn ontferming gaat ook naar jou uit. Zelfs onze verwarde gedachten zijn Hem bekend. Hij hoort het, het raakt Hem en Hij laat niet los.

Maar we moeten ons niet vergissen, alsof God wel meeleeft maar niet bij machte is om wat te doen. Jezus’ bewogenheid zette Hem ook in beweging. De confrontatie met de

verdrietige weduwe die haar zoon ging begraven maakte dat Hij de jongen weer opwekte uit de dood.

Hagar en Ismaël kregen weer perspectief. God opent een nieuwe weg. Er is water. Maar Hagar moest wel in de benen komen, haar zoon bij de hand nemen, haar waterzak vullen en Ismaël laten drinken.

Wij leven ook in een verwarrende tijd. De samenleving lijkt ontwricht. Al een jaar lang hebben we met een crisis te maken. De één zucht, omdat het thuiswerken met kleine kinderen niet meevalt. De ander zucht, omdat er weinig bezoek komt. Weer een ander zucht omdat er financiële zorgen zijn ontstaan. Ook in ons gemeentelijk samenleven gaat alles anders. Laten we er maar voor bidden. God is betrokken. Betrokken bij onze

gezondheid, bij ons dagelijks brood en bij onze gemeente. Bij ons land en volk. We mogen uitgebreid bidden straks. We hebben een betrokken God. Wie weet wijst Hij een uitweg, net als bij Hagar. Kijk….zo is er uitkomst, er is water, levend water.

Zo verraste God Hagar en Ismaël met heerlijk water in de woestijn. Zullen we maar bidden dat ook wij in lichamelijk en geestelijk opzicht voldoende voedsel mogen krijgen voor de tijd die komt?

AMEN

Maart 2021 G.P. Hartkamp Wapenveld

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor je het weet gaan we op in de dingen die ons in deze crisis overkomen zijn en vergeten we dat de Here Jezus onze bevrijder is en dat diezelfde Here Jezus onze Heer is die

Uitgerekend op het moment dat Jezus zijn voeten nadert, komt Petrus in opstand en veert hij recht: “Heer, wilt Gij mij de voeten wassen?” Jezus gaf hem ten antwoord: “Wat ik

Daarom trouwens zijn velen niet gelukkig met God: hoewel zij aan de voordeur al van Hem afscheid hadden genomen, vindt Hij af en toe toch de weg naar hun achterdeur, de deur

De provin- ciaal: “We halen geen jonge paters naar hier om de zorg voor hun ouder wordende collega’s in Vlaanderen op zich te nemen, maar om hier onze dominicaanse

Overigens niet vanwege haar kookk un- sten maar omdat men haar zo kleurrij k vond.. En

Verzeker jezelf ervan dat je bent ingelogd en dat het Timers scherm wordt getoond.. Tik op

Het bedsysteem is naar keuze in twee verschillende lighoogtes, alternatiefe sledepoten en/of aan de achterkant afgewerkt hoofdbord tegen meerprijs leverbaar, zie blz.. 50,0 cm

En dan zegt de Heere tegen Abraham (lees maar in vers 12 en 13): mijn bijzondere belofte is voor Izak, maar, Abraham, ik zal zeker ook voor Ismaël zorgen.. En als Abraham die stem