• No results found

Sasweg 5, Sprang-Capelle

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Sasweg 5, Sprang-Capelle"

Copied!
80
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

wijzigingsplan Sasweg 5, Sprang-Capelle

Inhoudsopgave

Bijlagen toelichting 3

Bijlage 1 Situatietekening bestaande en beoogde situatie 4

Bijlage 2 Landschappelijk inpassingsplan 6

Bijlage 3 BZV-uitdraai 9

Bijlage 4 Toelichting invoergegevens geurberekening 21

Bijlage 5 Rekenresultaten geurberekening 23

Bijlage 6 Vergunning Wet natuurbescherming 25

Bijlage 7 Toelichting invoergegevens ISL3a 42

Bijlage 8 Rekenresultaten fijnstofberekening ISL3a 45

Bijlage 9 Standaard verantwoording groepsrisico 48

Bijlage 10 Verslag omgevingsdialoog 68

Bijlage 11 Nota beantwoording vooroverlegreacties 73

Bijlage 12 Advies AAB 76

2 wijzigingsplan "Sasweg 5, Sprang-Capelle" (ontwerp)

(3)

Bijlagen toelichting

wijzigingsplan "Sasweg 5, Sprang-Capelle" (ontwerp)

3

(4)

wijzigingsplan Sasweg 5, Sprang-Capelle

Bijlage 1 Situatietekening bestaande en beoogde situatie

4 wijzigingsplan "Sasweg 5, Sprang-Capelle" (ontwerp)

(5)

N

z

w O

NO NW

ZW ZO

SITUATIE

Kadastrale gemeente: Sprang-Capelle Sectie/nummer(s): N - 231,232

Schaal: 1:2000

N

z

w O

NO NW

ZW ZO

SITUATIE

Kadastrale gemeente: Sprang-Capelle Sectie/nummer(s): N - 231,232

Schaal: 1:2000

6

232

231 230 229 228

233

165 158

1023 1020

1021 1022 167

157

grens van het beoogde bouwvlak

3

5

1 4 2

5 5 5 5 Sasweg

5

6

4

bouwvlak

bestaande bebouwing uitbreiding rundveestal erfverharding

1

rundveestal

2

loods

3

bedrijfswoning

4

sleufsilo

5

nieuw te plaatsen sleufsilo

6

nieuw te plaatsen vaste mestopslag

6

232

231 230 229 228

233

165 158

1023 1020

1021 1022 167

157

grens van het bestaande bouwvlak

3

5

1 2

Sasweg

4

4

4

4

ONDERWERP TEKENING

DATUM

BLAD SCHAAL TEKENAAR PROJECTNUMMER

WIJZIGINGEN 1e

2e

3e

4e

© VAN DUN ADVIES BV

Vestiging Ulicoten T. 013 5199458

Vestiging Someren T. 0493 745015

info@vandunadvies.nl

www.vandunadvies.nl

Agrarisch bedrijf aan de Sasweg 5 te Sprang-Capelle Wijziging bouwvlak

12053.003 RoHe

1-01

17-08-2020 1:2000

OPPERVLAKTE BEBOUWING

OMSCHRIJVING OPPERVLAKTE

bestaande dakoppervlakte 1442.3 m²

toename / afname dakoppervlakte 1020.5 m²

TOTAAL 2462.8 m²

(6)

wijzigingsplan Sasweg 5, Sprang-Capelle

Bijlage 2 Landschappelijk inpassingsplan

6 wijzigingsplan "Sasweg 5, Sprang-Capelle" (ontwerp)

(7)

Aan te planten houtsingel (190 m²)

TOTALE OPPERVLAKTE LANDSCHAPPELIJKE INPASSING: 1125 m² Bestaande knip- en scheerheg

met enkele bomen handhaven (60 m²)

Aan te leggen bloemrijk grasland met natuurlijke oevers langs bestaande retentievoorziening (875 m²)

STEDENBOUWKUNDIG EN LANDSCHAPPELIJK INPASSINGPSLAN | SASWEG 5 SPRANG-CAPELLE

Opgesteld door: T.M.C. van Hooijdonk Datum: 25-10-2021

Schaal: 1:1000

Project: 12053.004

De landschappelijke inpassing van het initia- tief aan de Sasweg 5 te Sprang-Capelle is afgestemd op de kwaliteiten en kenmerken van het ter plaatse aanwezige landschap en op de Structuurvisie Waalwijk.

Huidige situatie

De locatie is gelegen ter plaatse van in de Structuurvisie aangegeven agrarische kleigronden. Landschappelijke kenmerken van deze locatie en de omgeving zijn het relatief open en rechtlijnig verkavelde land- schap met grote percelen, sloten en weinig perceel- en laanbeplanting. Erven in de omgeving zijn niet of gedeeltelijk met erfbe- planting voorzien. Op locatie is enkel rond de woning beplanting te vinden.

Beoogde situatie

De bestaande heg rond de woning zal worden gehandhaafd. Om aan te sluiten bij het rechtlijnige landschap en het reliëf van het landschap wordt een houtsingel van inheemse struweel- en boomvormers beoogd langs de westzijde. Ook sluit dit aan bij enkele erven in de omgeving die gedeel- tijk zijn omzoomd door middel van een hout- singel. De oostelijke erfgrens wordt met een bloemrijk grasland begeleid. Hiertussen loopt een bestaande retentievoorziening. Deze zal worden gehandhaafd en worden voorzien met natuurlijke oevers. Langs de oostzijde kan gesteld worden dat het open landschap blijft behouden. Deze nieuwe groenstructu- ren in het landschap versterken het eigen karakter van het gebied. Gezien voorgaand worden diverse landschapselementen aan- geplant welke zorgen voor een versterking van het landschapsbeeld en een kwaliteits- verbetering van het landschap tot gevolg heeft. Door deze landschapsversterkende maatregelen wordt de ruimtelijke vormge- ving van de gebouwen verzacht en gedeel- telijk aan het zicht onttrokken en sluit het aan op de landschappelijke kenmerken van de omgeving en sluit het aan op de Structuurvi- sie Waalwijk.

Wat de inititatiefnemer precies gaat doen (aanplant en beheer): Zie volgende bladzij- de.

Deze tekening bevat tevens informatie die geen betrekking heeft op de verplichte landschappelijke inpassing als gevolg van bijbehorende procedure, hieraan kunnen dan ook geen rechten worden ontleend.

margriet, grote ratelaar, kamgras, klein vogelpootje, knoopkruid, moerasstruisgras, muizenoor,

waterkruiskruid en/of zwarte zegge etc. ca. 635

Aan te leggen natuurlijke oever bij bestaande retentievoorziening Riet, grote en kleine lisdodde, gele lis, kalmoes, zwanenbloem etc. ca. 240 Aan te planten houtsingel (afmetingen ± 95 x 2 = 190 m²) st / m² aantal

Struweel: 80-100 cm, 1,5 m driehoeksverband: 190 0,45 86

10% witte kornoelje 9

25% hondsroos 21

25% spierstruik 21

15% egelantier 13

25% sleedoorn 21

Bomen: Tot circa 25 meter hoog, h.o.h. minimaal 8 meter:

Es, zomereik, populier en linde 7

(8)

Bestaand knip- en scheerheg handhaven:

Aan te planten houtsingel:

De breedte is circa 70 cm van de heg.

Het beheer van de heg bestaat uit het 1 maal per jaar scheren.

Knip- en/of scheerwerkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 15 juli en 15 maart.

Aandachtspunten bij nieuwe aanplant:

Bij de haag worden de toppen niet ingekort voordat de gewenste hoogte bereikt is (ca. 150 cm). De zijkanten worden kort geschoren, zo vertakt de haag tot een volle haag ontstaat. Dus er wordt begonnen met een smalle heg. Elke scheerbeurt

wordt de heg verbreed tot de gewenste breedte is bereikt.

De gewenste beplanting komt tot stand door het aanplanten van inidivuele voorge- kreekte struweel en bomen.

Deze beplanting zal in een 1,5 meter verband worden aangeplant en zal een mix zijn van de genoemde beplantingssoorten. De totale breedte van de houtsingel is 2 meter, hierbinnen zullen de bomen worden aangeplant. De bomen zullen mimimaal 8 meter uit elkaar staan (h.o.h.).

Terugsnoeiwerkzaamheden van de struweelbeplanting worden verricht in de periode tussen 1 oktober en 15 maart. Overhangende takken aan de zijkanten worden maxi- maal 1 maal per 3 jaar worden teruggesnoeid.

Ongewenste houtsoorten, zoals Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik, robinia en ratelpopulier worden mechanisch (uitgraven, afzagen, uitfrezen) bestreden.

Voor de houtsingel zal geen gebruik worden gemaakt van chemische onkruidbestrij- ding.

Als de bomen worden gesnoeid, beslaat de kroon minimaal 50% van de lengte van de boom (tot 25 meter).

Aan te leggen bloemrijk grasland met natuurlijke oevers langs bestaande retentievoorziening:

Het bloemrijk grasland wordt ingezaaid met de genoemde kruiden in het vroege voorjaar of najaar. Deze kruiden vermeerderen zich door middel van zaad maar stoelen ook weer uit als vaste planten. Er zal later niet worden bijgezaaid omdat dit niet nodig is. Op kale plekken kan de grond pleksgewijs verwond worden met bv. een hark om de kruiden zelf een kans te geven om daar te groeien.

Het gewas van het grasland wordt jaarlijks 1 keer gemaaid en het maaisel wordt binnen 14 dagen afgevoerd. De eerste maaibeurt is tussen 1 juli en 1 augustus en bij deze maai- beurt wordt 50% van de beheer- eenheid niet gemaaid en blijft overstaan. De tweede maaibeurt is tussen 15 september en 15 november en dan wordt het deel dat nog niet gemaaid is gemaaid. Het overige deel blijft staan.

Het grasland zal niet worden gescheurd, gefreesd of heringezaaid. Doorzaai/herinzaai zal, na overleg en advies van de veldcoördinator, gebeuren om de kruidenrijkdom te vergro- ten.

De gewenste vegetatie voor de natuurlijke oevers komt tot stand door het aanplanten van waterplanten en oeverplanten (individuele voorgekweekte plantjes). Deze beplan- ting zal in een wild plantverband worden geplant: Enigszins door elkaar en niet in zich her- halende rijen van soorten. Dit geeft het meest natuurlijke resultaat. Hiernaast zal een spon- tane ontwikkeling van oever- en watervegetatie afgewacht worden. Als de toplaag begroeibaar is, dan zal zich op termijn een diverse begroeiing ontwikkelen die is aange- past aan de plaatselijke omstandigheden.

De natuurvriendelijke oevers worden uitgegraven uit de bestaande sloot. De insteken zullen onder water worden gebracht zodat de water- en oeverplanten hier kunnen groei- en.

Maaien van de natuurlijke over zal ca. één keer per jaar gebeuren.

Nieuwe insteek sloot

Te graven natuurvriendelijke oevers (NVO) met een waterdiepte van ca. 70 cm Bestaande baggerlijn

Bestaande bodem sloot

(9)

Bijlage 3 BZV-uitdraai

wijzigingsplan "Sasweg 5, Sprang-Capelle" (ontwerp)

9

(10)

Stalgegevens

(11)
(12)
(13)
(14)
(15)
(16)

Geur

(17)
(18)

Verbinding

(19)
(20)

Resultaat

(21)

Bijlage 4 T oelichting invoergegevens geurberekening

wijzigingsplan "Sasweg 5, Sprang-Capelle" (ontwerp)

21

(22)

Toelichting invoergegevens geurberekening V-Stacks Vergunning

Geurgevoelige objecten

GGLID X-coördinaat Y-coördinaat Geurnorm Bestemming geurgevoelig object

Sasweg 4 129 536 412 758 8,0 Burgerwoning buitengebied

Hoofdstraat 30 127 389 411 577 2,0 Burgerwoning bebouwde kom

Invoergegevens beoogd

Bron 1: Stal 1 Natuurlijke ventilatie X-coördinaat van de bron: 128 521 Y-coördinaat van de bron: 412 896

EP-hoogte: 1,5 meter (standaardwaarde natuurlijke ventilatie)

Gemiddelde bouwhoogte: 1,5 meter (standaardwaarde natuurlijke ventilatie) Binnendiameter: 0,5 meter (standaardwaarde natuurlijke ventilatie)

Verticale uittreesnelheid: 0,4 m/s (standaardwaarde natuurlijke ventilatie)

E- aanvraag: 71 OU

E

/s (zie diertabel beoogd)

(23)

Bijlage 5 Rekenresultaten geurberekening

wijzigingsplan "Sasweg 5, Sprang-Capelle" (ontwerp)

23

(24)

Gegenereerd op: 13-08-2020 met V-STACKS Vergunning versie 2010 (c) KEMA Nederland B.V.

Naam van de berekening: Berekening beoogde situatie Gemaakt op: 13-08-2020 13:08:39

Rekentijd: 0:00:02

Naam van het bedrijf: 12053.003 Sasweg 5 Sprang-Capelle Berekende ruwheid: 0,06 m

Meteo station: Eindhoven

Brongegevens:

Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. EP Hoogte Gem.geb. hoogte EP Diam. EP Uittr. snelh. E-Aanvraag 1 Stal 1 128 521 412 896 1,5 1,5 0,50 0,40 71

Geur gevoelige locaties:

Volgnummer GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting 2 Hoofdstraat 30 127 389 411 577 2,0 0,0

3 Sasweg 4 129 536 412 758 8,0 0,0

(25)

Bijlage 6 Vergunning Wet natuurbescherming

wijzigingsplan "Sasweg 5, Sprang-Capelle" (ontwerp)

25

(26)
(27)
(28)
(29)
(30)
(31)
(32)
(33)
(34)
(35)
(36)
(37)
(38)
(39)
(40)
(41)
(42)

wijzigingsplan Sasweg 5, Sprang-Capelle

Bijlage 7 T oelichting invoergegevens ISL3a

42 wijzigingsplan "Sasweg 5, Sprang-Capelle" (ontwerp)

(43)

Invoergegevens

Beoogd

Bron 1: Stal 1

Emissiepunt: Natuurlijke ventilatie X-coördinaat: 128 521

Y-coördinaat: 412 896

EP-hoogte: 8,1 meter ((7+9,259) /2)

Diameter: 0,5 meter (standaard bij natuurlijke ventilatie) Uittreedsnelheid: 0,4 m/s (standaard bij natuurlijke ventilatie) X-coördinaat zwaartepunt: 128 521

Y-coördinaat zwaartepunt: 412 896 Lengte: 50,5 meter

Breedte: 41,4 meter

Gem. geb. hoogte: 6,2 meter ((3,04+7+9,259+5,5)/ 4) Oriëntatie lengte-as: 85°

(44)

Bron 2: Iglo’s

Emissiepunt: Natuurlijke ventilatie X-coördinaat: 125 520

Y-coördinaat: 412 932 EP-hoogte: 1,5 meter

Diameter: 0,5 meter (standaard bij natuurlijke ventilatie) Uittreedsnelheid: 0,4 m/s (standaard bij natuurlijke ventilatie) X-coördinaat zwaartepunt: 125 520

Y-coördinaat zwaartepunt: 412 932 Lengte: 5 meter

Breedte: 1 meter

Gem. geb. hoogte: 1,5 meter (standaardwaarde bij EP-hoogte van 1,5 meter) Oriëntatie lengte-as: 60°

(45)

Bijlage 8 Rekenresultaten fijnstofberekening ISL3a

wijzigingsplan "Sasweg 5, Sprang-Capelle" (ontwerp)

45

(46)

(c) DNV GL Gegenereerd met ISL3a Versie 2020_2 , Rekenhart Release 14 juli 2020

Naam van deze berekening: 12053 beoogd Gebiedsgegevens

Berekend op: 10:42:45

RD X coordinaat: 128 003 1000 40

RD Y coordinaat: 412 401 Breedte Y: 1000 40

Project: 12053 Sasweg 5 Sprang-Capelle

Uitvoer directory: F:\Onze Documenten\ArcGIS\12053\Fijnstof Rekenjaar: 2020 Toets afstand:

Soort Berekening: Omhullende 70 Onderlinge afstand:15 Berekende ruwheid: 0.088 Eigen ruwheid Eigen ruwheid: 0.000

PM10 Type Berekening:

Aantal Gridpunten Y:

Aantal Gridpunten X:

Lengte X:

2020/08/11

Te beschermen object Naam:

RD X Coord.

[m]

RD Y Coord.

[m]

Concentratie

[microgram/m3] [dagen]

Overschrijding

Sasweg 6 W 128 592 412 951 17.66 6.2

Sasweg 6 T 128 578 412 956 17.66 6.2

Sasweg 7 W 128 160 412 956 17.63 6.2

Sasweg 7 T 128 167 412 946 17.63 6.2

Brongegevens

RD X Coord.:

Stal 1 128 521 Naam :

RD Y Coord.:412 896 Emissie:

AB 0.00063 Type:

diameter van emissiepunt:

hoogte van emissiepunt:

verticale uittreesnelheid: 0.40

X-coord. zwaartepunt van gebouw: 128 521 temperatuur van emisstroom:

0.50

Y-coord. zwaartepunt van gebouw: 412 896 285.00

hoogte van gebouw: 6.2 8.10

41.40 lengte van gebouw: 50.50 breedte van gebouw:

orientatie van gebouw: 85.00

RD X Coord.:

Iglo's 128 520 Naam :

RD Y Coord.:412 932 Emissie:

AB 0.00001 Type:

diameter van emissiepunt:

hoogte van emissiepunt:

verticale uittreesnelheid: 0.40

X-coord. zwaartepunt van gebouw: 128 520 temperatuur van emisstroom:

0.50

Y-coord. zwaartepunt van gebouw: 412 932 285.00

hoogte van gebouw: 1.5 1.50

1.00 lengte van gebouw: 5.00 breedte van gebouw:

orientatie van gebouw: 60.00

Date: 11-08-2020 Time: 10:42:49 Page 1

(47)

Date: 11-08-2020 Time: 10:42:49 Page 2

(48)

wijzigingsplan Sasweg 5, Sprang-Capelle

Bijlage 9 Standaard verantwoording groepsrisico

48 wijzigingsplan "Sasweg 5, Sprang-Capelle" (ontwerp)

(49)

1

Standaard Verantwoording Groepsrisico 2018

Gemeente Waalwijk

Opdrachtgever:

Gemeente Waalwijk Uitvoering

L. Jansen, M. van der Wielen, Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Datum

23 augustus 2018

(50)

2 Inleiding

Deze standaard verantwoording groepsrisico (voortaan: standaard verantwoording) is een hulpmiddel voor het opstellen van de paragraaf “externe veiligheid” in ruimtelijke plannen, waarvan de gronden liggen binnen het invloedsgebied van een risicobron. Een risicobron is een bron waar opslag of vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, zoals een Bevi-inrichting, buisleiding, spoor-, water- of autoweg.

De standaard verantwoording geeft een beschrijving van de scenario’s en de aspecten bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid en gaat op globale wijze in op het groepsrisico.

Deze standaard verantwoording wordt toegepast voor Wro-besluiten en omgevingsvergunningen Wabo voor afwijken van bestemmingsplan of beheersverordeningen. De standaard verantwoording kan gebruikt worden om te voldoen aan artikel 13 van het Bevi1. Daarnaast kan deze standaard verantwoording toegepast worden als (beperkte) verantwoording op grond van artikel 7 en 8 van het Bevt2 en artikel 12 van het Bevb3.

Voor een verantwoording van het groepsrisico dient de Veiligheidsregio in de gelegenheid te worden gesteld een advies uit te brengen. De Veiligheidsregio geeft in bepaalde situaties een standaardadvies af. Voor de toepassingsmogelijkheden van dit standaardadvies wordt verwezen naar het advies d.d. 8 december 2017. Wanneer de standaard verantwoording van de OMWB kan worden toegepast, is het standaardadvies van de Veiligheidsregio altijd van kracht.

In dit document wordt:

 toegelicht wanneer de standaard verantwoording aan de orde is en hoe het gebruikt wordt;

 de standaard verantwoording voor de gemeente Waalwijk gegeven.

Toepassing standaard verantwoording

In Wro-besluiten en omgevingsvergunningen Wabo voor afwijken van bestemmingsplan of beheersverordeningen (voortaan: ruimtelijk plan) wordt getoetst aan diverse milieuaspecten, waaronder externe veiligheid. Ieder ruimtelijk plan bestaat daarom uit een paragraaf externe veiligheid. De standaard verantwoording kan nooit de gehele paragraaf externe veiligheid vervangen. Een paragraaf bestaat –naast de eventueel noodzakelijke verantwoording - uit een beleidskader, beschrijving van de risicobronnen en het (beperkt) kwetsbare object en een toetsing aan de relevante contouren (PR 10-6, plasbrandaandachtsgebieden en invloedsgebieden).

Voor de toepassingsmogelijkheden van de standaard verantwoording wordt verwezen naar het stroomschema, zoals opgenomen in bijlage 1. In dit stroomschema wordt een relatie gelegd met de kaart ‘zone indeling standaard verantwoording groepsrisico’, die in bijlage 2 staat. Deze kaart is ook beschikbaar via http://infohaus.solparc.nl/viewer/app/Omgevingsportaal_Brabant

Toelichting Stroomschema

Het stroomschema maakt onderscheid tussen:

1. Conserverende en ontwikkelingsgerichte plannen:

Conserverende plannen zijn bestemmingsplannen of beheersverordeningen waarin juridisch-planologisch geen nieuwe ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt. Een bestemmingsplan dat een gebiedsaanduiding ‘wijzigingsgebied’ of uit te werken

bestemming (opnieuw) vastlegt, wordt beschouwd als een ontwikkelingsgericht plan.

Een uitbreiding van een bestaande functie, functiewijziging of legalisatie wordt beschouwd als een ontwikkeling/wijziging.

Bij ontwikkelingen wordt in de gemeente Waalwijk onderscheid gemaakt tussen:

1 Besluit externe veiligheid inrichtingen

2 Besluit externe veiligheid transportroutes

3 Besluit externe veiligheid buisleidingen

(51)

3

b. Ontwikkelingen die leiden tot een toename van meer dan 10 personen of

ontwikkelingen met niet-zelfredzame personen (onafhankelijk van de toename van het aantal personen).

2. Diverse zones. Deze zones zijn opgenomen op de kaart in bijlage 2 en omvat een:

a. Niet gekleurde zone: wanneer het plangebied uitsluitend in dit gebied is gelegen, is een verantwoording niet benodigd.

b. Grijze zone: deze gronden liggen binnen het invloedsgebied, maar buiten de bepalende zones voor het groepsrisico. Hier geldt daarom de

standaardverantwoording.

c. Blauwe zone: deze zone ligt tussen 30 en 200 meter van een transportroute, buisleiding of categoriale inrichting en/of tussen 30 en 750 meter van een niet- categoriale Bevi-inrichting.

d. Gele zones: dit zijn de gebieden binnen 30 meter van een risicobron.

Wanneer een ontwikkeling of wijziging binnen meerdere zones is gelegen, is de zone die het dichtst bij de risicobron gelegen is maatgevend. Naar rangorde van prioriteit is dat dus 1) geel, 2) blauw en 3) grijs.

3. Aard van de risicobronnen: Bij een ontwikkeling of wijziging die in een blauwe zone is gelegen wordt in het stroomschema de vraag gesteld om welke risicobron het gaat. Indien sprake is van een zone afkomstig van een transportroute4 en/of buisleiding, dan is het voor de uitkomst relevant in hoeverre sprake is van een zogenaamde beperkte verantwoording.

Beperkte verantwoording

De toepassingsvereisten van een beperkte verantwoording zijn opgenomen in artikel 8, lid 2 van het Bevt en artikel 12, lid 3 van het Bevb en artikel 8 van de Revb. De onderbouwing in hoeverre de beperkte verantwoording kan worden toegepast, dient opgenomen te worden in het ruimtelijk plan. Wanneer de beperkte verantwoording niet kan worden toegepast, dan is een

maatwerkverantwoording nodig.

Indien de beperkte verantwoording kan worden toegepast, dient aanvullend bepaald te worden of sprake is van zelfredzame personen. Bij de volgende functies is per definitie sprake van niet zelfredzame personen en dient dus de pijl met ‘nee’ gevolgd te worden:

 Ziekenhuizen;

 Basisscholen, kinderdagverblijven en peuterspeelzalen;

 Bejaardentehuizen, verpleeg- en verzorgingstehuizen;

 Gevangenissen.

4Onder transportroute wordt verstaan: wegen (incl. gemeentelijke wegen), spoorwegen en waterwegen waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd.

(52)

4 Uitkomsten

Het stroomschema kan leiden tot 3 uitkomsten:

De aspecten bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid dienen bij een maatwerkverantwoording –

rekening houdende met locatie, functie, gebouwkenmerken enerzijds en rampscenario’s anderzijds - specifiek te worden uitgewerkt. Ook dient de Veiligheidsregio om advies te worden gevraagd en dient het gegeven advies verwerkt te worden in het ruimtelijk plan, waarbij beschreven wordt in hoeverre de voorgestelde maatregelen worden getroffen.

Vragen of een maatwerkverantwoording laten opstellen?

Wanneer er twijfel bestaat over de toepassingsmogelijkheden van de standaard verantwoording kan contact worden opgenomen met de OMWB. Contactpersonen hiervoor zijn:

 Dhr. L. (Louis) Jansen, louis.jansen@omwb.nl;

 Dhr. M. (Martijn) van der Wielen, m.vanderwielen@omwb.nl.

Ook voor toetsingen of het opstellen van een maatwerkverantwoording kunt u hen benaderen.

Geen verantwoording

In dit geval is geen verantwoording nodig. In de paragraaf externe veiligheid volstaat een beschrijving van de relevante risicobronnen en de constatering dat het plan buiten de relevante contouren/invloedsgebieden ligt, waardoor een verantwoording groepsrisico niet noodzakelijk is.

Standaard verantwoording

De standaardverantwoording kan worden toegepast. In het ruimtelijk plan wordt een beschrijving gegeven van de risicobronnen en relevante contouren/invloedsgebieden en wordt omschreven waarom de

standaardverantwoording van kracht is. Onderhavig document wordt toegevoegd als bijlage bij het ruimtelijk plan. Een nadere uitwerking van de aspecten bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid is niet nodig. Het standaardadvies van de Veiligheidsregio mag eveneens worden

toegepast en is opgenomen als bijlage bij deze standaard-

verantwoording. De Veiligheidsregio hoeft in dit geval niet meer (als overlegpartner) te worden betrokken bij de planvorming.

Maatwerk Verantwoording

Toepassing van de standaardverantwoording is niet mogelijk. De inhoud van de maatwerkverantwoording is afhankelijk van de betreffende risicobron(nen).

 Bevi-inrichtingen: een maatwerkverantwoording conform artikel 13 van het Bevi;

 Transportroutes: een maatwerkverantwoording conform artikel 8, lid 1 van het Bevt;

 Buisleidingen: een maatwerkverantwoording conform artikel 12, lid 1 van het Bevb.

(53)

5

Het groepsrisico als gevolg van het bedrijf Stahl Europe BV is gedaald tot net onder de

oriëntatiewaarde. Het bevoegd gezag heeft bij verlening van een revisievergunning hieraan de nodige aandacht geschonken en door aanscherping van de uitgangspunten voor het

stikstofpercentage en herstel van een fout in de modellering van de bevolking is het groepsrisico gedaald tot onder de oriëntatiewaarde. Daarnaast blijkt het invloedsgebied aanmerkelijk kleiner dan oorspronkelijk. Het groepsrisico als gevolg van overige risicobronnen ligt in alle gevallen (ruim) onder de oriëntatiewaarde.

Het groepsrisico van de A59 en de N261 zijn gelegen onder de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico. Het hoogste groepsrisico van de A59 ligt ter hoogte van de kern Waalwijk en bedraagt maximaal 0.48 x de oriëntatiewaarde. Het groepsrisico ten aanzien van de N261 bedraagt op basis van het toekomstig vervoer maximaal 0,11 x OW bedraagt. In de overige gevallen ligt het groepsrisico als gevolg van wegen waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt ruim onder de oriëntatiewaarde.

Het plangebied waarop deze standaard verantwoording van toepassing is, ligt op een dusdanige afstand van een risicobron, dat de ruimtelijke ontwikkeling, ook indien sprake is van toename van het aantal aanwezigen, niet leidt tot een relevante toename van het groepsrisico.

Voor de hogedruk aardgas buisleidingen is door de Omgevingsdienst Midden- en West Brabant in 2017 een geactualiseerde kwantitatieve risicoanalyse (QRA) uitgevoerd. Hieruit blijkt dat voor alle aardgasleidingen het groepsrisico is gelegen (ruim) onder de oriëntatiewaarde.

Tegelijkertijd is een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd voor de gehele gemeente. Bij deze berekeningen is binnen het invloedsgebied van deze buisleidingen gevarieerd met

personendichtheden. Uit deze gevoeligheidsanalyse blijkt dat bij een ruimtelijke ontwikkeling op en rond een buisleiding uitgaande van een personendichtheid van 150 p/ha en een oppervlak van 4 ha het groepsrisico niet boven de 0.1 maal de oriëntatiewaarde komt te liggen. Voor één

aardgasleiding gelegen op Haven 1 t/m 6 leidt beschreven ontwikkeling tot het bereiken van de oriëntatiewaarde. Hieruit kan worden geconcludeerd dat ruimtelijke ontwikkelingen in vrijwel alle gevallen niet tot een relevante toename van het groepsrisico (door hogedrukaardgasleidingen) zal leiden met uitzondering van substantiële grote ontwikkelingen op het industrieterrien haven 1 t/m 6.

Bestrijding calamiteit en zelfredzaamheid

Scenario’s

De scenario’s waardoor het plangebied getroffen kan worden, is afhankelijk van de aanwezige risicobronnen. De meest voorkomende scenario’s welke zich kunnen voordoen, zijn hier beschreven.

Toxisch scenario

Dit scenario is van toepassing bij een plangebied dat ligt binnen een giftig (toxisch) invloedsgebied:

Er komt een wolk met giftige stoffen vrij die zich verspreidt in de omgeving. Deze kan ontstaan als gevolg van:

- een brand bij een inrichting met gevaarlijke stoffen (giftige verbrandingsproducten, rookwolk).

- het lekraken ammoniakkoelinstallatie (door uitdamping verspreiding in de omgeving).

- het lek raken van een container/tankwagen/etc. met gevaarlijke stoffen (door uitdamping verspreiding in de omgeving).

Aanwezigen in het plangebied die worden blootgesteld aan de toxische wolk kunnen ernstige gezondheidsschade oplopen en kwetsbare groepen (longpatiënten) kunnen in het ‘worstcase scenario’ overlijden. Overige gevolgen zijn irritatie van de luchtwegen en branderige ogen.

(54)

6 Plasbrand

Een plasbrand ontstaat doordat een tank van een tankwagen of tankwagon openscheurt na bijvoorbeeld een botsing. Hierdoor stroomt een groot deel van brandbare vloeistof (zoals benzine) in korte tijd uit. De brandbare vloeistof verspreidt zich over de grond. Ontsteking van de plas leidt tot een korte hevige brand. De effecten van een plasbrand zijn hittestraling en rook. Hierdoor kunnen slachtoffers, schade en brand in de omgeving ontstaan. Hittestraling is in combinatie met de blootstellingsduur bepalend voor het slachtoffer- en schadebeeld. Dichtbij de bron kunnen personen overlijden en verder van de bron af kan het leiden tot (ernstige) brandwonden.

Incident met brandbare gassen

Dit scenario kan van toepassing zijn bij een plangebied dat ligt binnen de effectafstanden van een explosie: Een explosie kan optreden bij een LPG tankstation, bij een inrichting of bij het transport van onder druk vervoerd gas (weg en water). Door het instantaan falen, bijvoorbeeld als gevolg van een ongeluk, komt de inhoud spontaan en explosief vrij. De stof zal waarschijnlijk ontbranden wat eveneens voor schade zorgt.

Het ‘worst-case scenario’ is dat een tank door een externe brand wordt opgewarmd, waardoor deze door oplopende interne druk faalt. Hierdoor komt de inhoud onder zeer grote druk explosief vrij en ontbrandt direct. De warmtestraling en overdruk in de omgeving is direct dodelijk zowel binnen als buiten gebouwen. Op grotere afstand zullen aanwezigen (brand)wonden oplopen. Daarnaast ontstaat schade aan gebouwen als gevolg van de druk.

Fakkelbrand

Dit scenario is van toepassing bij een plangebied dat ligt binnen de effectafstanden van een fakkelbrand. Dit scenario treedt op bij transportleidingen voor aardgas. Door een lekkage, scheur of volledige breuk van de buisleiding kan het aardgas vrijkomen en tot ontbranding worden gebracht door een ontstekingsbron in de nabijheid. Het vrijgekomen aardgas zal hierbij in brand vliegen wat gepaard gaat met een druk en hevige hitte ontwikkeling in de vorm van een

fakkelbrand. Door de hitte kunnen personen overlijden en/of brandwonden oplopen.

Mogelijk te treffen maatregelen ter verbetering van de zelfredzaamheid

Afsluitbare mechanische ventilatie bij toxisch scenario

De Veiligheidsregio adviseert in nieuwe bouwwerken een afsluitbare mechanische ventilatie toe te passen. Daarnaast wordt aandacht gevraagd voor de detaillering van gevels, ramen en kozijnen, zodat deze goed luchtdicht zijn uitgevoerd. De detaillering van gevels, ramen en kozijnen volgt uit het Bouwbesluit 2012. Belangrijk is het controleren van een juiste uitvoering hiervan tijdens de bouw. Het toepassen van een afsluitbare mechanische ventilatie kan niet middels het Bouwbesluit worden afgedwongen. Om de toepassing hiervan te bevorderen wordt hierover actief

gecommuniceerd met initiatiefnemers van bouwprojecten.

Risicocommunicatie

De Veiligheidsregio adviseert om actief te communiceren met gebruikers/bewoners van het invloedsgebied over de risico’s en mogelijk te nemen maatregelen. Dit vraagt om een actief beleid op het gebied van risico-communicatie. Bij de gemeente is een centraal aanspreekpunt voor vragen die burgers en bedrijven hebben over risico’s. Op het gebied van risicobeheersing stelt de

Veiligheidsregio in haar beleidsplan zich ten doel extra inspanningen te verrichten op het gebied van risicocommunicatie. Samen met de andere Brabantse Veiligheidsregio’s wordt hiervoor een plan ontwikkelt, waarbij gemeenten nadrukkelijk worden betrokken.

De gemeente Waalwijk organiseert jaarlijks in samenwerking met de VGR een

brandpreventieweek, waarbij met name particulieren en instellingen en scholen met beperkt zelfredzame personen de doelgroepen zijn. Daarnaast is via de website van Waalwijk alle noodzakelijke informatie voor zelfredzaamheid op een eenvoudige manier te vinden.

(55)

7

preventieve aanpak (brand voorkomen) gaat, is het belangrijk dat de burgers zelf bewust worden van het gevaar van brand en waar nodig ook de kennis hebben om in te grijpen. De laatste stap in dit proces is het bevorderen van de samenwerking tussen de burgers in geval van allerlei soorten nood, maar in dit project met name gericht op de samenwerking met senioren en minder

zelfredzame mensen met betrekking tot brandveiligheid.

Ontruimingsplan

Het stimuleren van inrichtingshouders om aandacht te besteden aan hun ontruimingsplannen bij externe incidenten draagt bij aan een verhoging van de veiligheid. Instellingen en bedrijven zijn op grond van de Arbo-wet verplicht een risico-inventarisatie uit te voeren. Uit deze inventarisatie volgt of een BHV-organisatie ingesteld moet worden. Door de handhavers wordt hieraan structureel aandacht aan gegeven bij het uitvoeren van hun toezichtstaken. De Veiligheidsregio heeft in samenwerking met de gemeente Moerdijk een alerteringssysteem voor calamiteiten met

gevaarlijke stoffen bij bedrijven ontwikkeld. De Veiligheidsregio past dit systeem (CBIS) inmiddels toe voor de gehele Veiligheidsregio. Toepassing van dit systeem zal bewustzijn van gevaren en communicatie bevorderen. Alle bedrijven binnen de gemeente kunnen zich inmiddels aanmelden voor dit systeem via de website : www.cbisbrabant.nl. De gemeente ondersteunt dit initiatief.

Mogelijkheden voor de rampenbestrijding

Toxisch scenario

Bronbestrijding is bij een toxische vloeistof mogelijk door de vloeistof af te dekken. Hierdoor wordt de verdamping verminderd. Voor toxische gassen kan alleen aan bronbestrijding worden gedaan indien het om een lekkage gaat. De brandweer kan dan proberen om het gat te dichten.

Effectbestrijding is tevens mogelijk door de concentratie te verdunnen, bijvoorbeeld met behulp van een waterscherm. Dit is alleen mogelijk als de brandweer tijdig aanwezig is. Bij een toxisch incident is het belangrijk dat de bestrijding plaatsvindt vanaf bovenwinds gebied (daar waar de wind vandaan komt). Het is daarom belangrijk dat de bron tweezijdig bereikbaar is.

Plasbrand

De brandweer kan eerste hulp verlenen bij redden van slachtoffers. De brandweer beheerst de brand door nathouden/koelen van de omgeving en ontstane branden in de omgeving worden geblust. Tweezijdige bereikbaarheid is belangrijk evenals aanwezigheid van

bluswatervoorzieningen.

Incident met brandbare gassen

Noodzakelijk voor het voorkomen van een explosie is tijdige aankomst brandweer en bereikbaarheid van tankwagens of ketelwagons. Belangrijk is dat voldoende bluswater- voorzieningen aanwezig zijn en dat het gebied tweezijdig toegankelijk is.

Fakkelbrand

Mocht zich een voorval voordoen, dan is het van belang dat de hulpdiensten snel ter plaatse zijn met de juiste hulpmiddelen en blusmiddelen. De werkzaamheden van de brandweer zullen met name gericht zijn op het voorkomen van uitbreiding van de brand. De leidingbeheerder dient de toevoer van het gas af te sluiten bij een incident, er zijn dus geen mogelijkheden tot effectieve bronbestrijding.

Aanrijtijden

In het geval van een incident in het plangebied is de brandweer binnen de bestuurlijke vastgestelde tijden aanwezig (na te gaan via www.brandweermwb.nl/brandveiligheid/

brandweerbereikbaarheid). Indien voor het plangebied of een deel ervan niet kan worden voldaan aan de vastgestelde tijden kunnen, aan de hand van de door de Veiligheidsregio ontwikkelde

(56)

8

toolbox, maatregelen worden getroffen om de veiligheid te verhogen. Belangrijk hierbij is de informatievoorziening richting de gebruikers/bewoners van een gebied waar de aanrijtijden niet worden gehaald. Toepassing van de toolbox kan een middel zijn om de veiligheid, door

zelfredzaamheid en bewustzijn van de gevaren, te verhogen.

Het doel van het project ‘’Brandveilig Leven’’ is om middels een tal van acties en activiteiten een basis te leggen voor een duurzame brandveilige woonomgeving van de burgers van de betrokken gemeenten. Het algemene nut van de toolbox is het bieden van tools om brandgevaarlijke situaties te voorkomen en in geval van een brand, ook tijdig gealarmeerd te worden en te kunnen vluchten.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen maatregelen op korte termijn en maatregelen op lange termijn. Het is ten eerste belangrijk dat de burgers zich meer bewust worden van de oorzaken en gevaren van brand. Bewustwording in de eerste stap in het proces om de brandveiligheid te

verbeteren. Hierna is het van belang dat burgers de zelfredzaamheid bevorderen mocht er toch een brand ontstaan.

WAS (Waarschuwings- en alarmeringsinstallatie)

Binnen de bebouwde kom van de gemeente is de WAS-dekking voldoende. Daarnaast is NL-alert voor het gehele grondgebied operationeel via mobiele telefonienetwerk.

Bluswatervoorziening

Binnen de gemeente is een overzicht beschikbaar van de bluswatervoorziening. De Veiligheidsregio heeft deze (grote) bronnen geïnventariseerd. Op grond van het Bouwbesluit worden eisen gesteld aan benodigde bluswatervoorziening. Op verzoek van de Veiligheidsregio wordt, indien het

plangebied een nieuw uitbreidingsplan, industrieterrein met BRZO-inrichtingen of een grootschalige ontwikkeling betreft, in dit kader advies gevraagd met betrekking tot bluswatervoorziening.

Bereikbaarheid

De gemeente heeft een hoofdwegenstructuur voor de brandweer vastgesteld. Deze hoofdwegenstructuur voldoet aan de eisen die de brandweer hieraan stelt.

Mate van zelfredzaamheid van de aanwezigen

De zelfredzaamheid van aanwezigen in het plangebied hangt van diverse factoren af. In onderstaande tabel is de zelfredzaamheid voor een aantal standaard functies beoordeeld.

Scenario Gebouwtype Afwegingscriteria Fysieke

gesteldheid personen

Zelfstandig heid personen

Alarmerings- mogelijkheden personen en aanwezigen

Vlucht- Mogelijkheden Gebouw &

omgeving

Gevaar- Inschattings- mogelijkheden scenario

Toxisch (giftig)

Woning + + +/- + +/-

Kantoor + + + + +/-

Detailhandel + + + + +/-

Bedrijf + + +/- +/- +/-

Bijzonder Kwetsbaar

- - + + +/-

Explosie

Woning + + +/- +/- +/-

Kantoor + + + +/- +/-

Detailhandel + + + +/- +/-

Bedrijf + + +/- +/- +/-

Bijzonder Kwetsbaar

- - + +/- +/-

Over het algemeen wordt geconcludeerd dat de zelfredzaamheid redelijk tot goed is. Voor bijzonder kwetsbare objecten waar verminderd zelfredzame personen aanwezig zijn (zoals kinderdagverblijf en zorginstelling) is de zelfredzaamheid beperkt.

(57)

9 Conclusie

Op basis van het bovenstaande wordt geconcludeerd dat er personen in het plangebied worden blootgesteld aan externe veiligheidsrisico’s, ook na het treffen van maatregelen. De besproken maatregelen dragen wel bij aan het verminderen van de gevolgen die zich voordoen bij één van de beschreven scenario’s.

De Veiligheidsregio is voldoende ingericht om tijdig de noodzakelijke hulpverleningscapaciteit van de beschreven scenario’s te leveren.

Op basis van de beschouwde scenario’s en het gelijkblijvende groepsrisico acht de gemeente het Wro- of Wabo-besluit verantwoord.

(58)
(59)

10

(60)
(61)

1: Een conserverend plan laat juridisch-planologisch geen nieuwe ontwikkelingen toe. Een beheersverordening behoort hier ook toe. Een conserverend bestemmingsplan waarin wijzigingsgebieden of uit te werken bestemmingen (opnieuw) worden vastgelegd, wordt beschouwd als een ontwikkeling/wijziging. Een legalisatie wordt ook beschouwd als een ontwikkeling/wijziging.

2: Personen zijn zondermeer niet-zelfredzaam wanneer sprake is van ziekenhuizen, basisscholen, kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, bejaardentehuizen, verpleeg- en verzorgingstehuizen en gevangenissen.

3: Bij een standaard verantwoording kan ook altijd het standaardadvies van de Veiligheidsregio worden toegepast.

4: Onder transportroute wordt verstaan: wegen (incl. gemeentelijke wegen), spoorwegen en waterwegen

5: Indien beide vragen met ‘ja’ beantwoord kunnen worden, volg dan ‘ja’. Zo niet, volg dan ‘nee’. Wat de toepassingsvereisten zijn bij een beperkte verantwoording staat verwoord in artikel 8, lid 2 van het Bevt en artikel 12, lid 3 van het Bevb. De motivering in hoeverre de beperkte verantwoording kan worden toegepast, dient te worden opgenomen in het ruimtelijk plan.

6: De OMWB kan een dergelijke verantwoording voor uw gemeente opstellen.

Gele zone

Niet gekleurde zone

Geen

verantwoording

Standaard verantwoording

3

Conserverend

1

Aard van het plan?

Geen

verantwoording

Standaard verantwoording

3

Maatwerk Verantwoording

6

Waar? Grijze zone

Blauwe zone

Gele zone

Niet gekleurde zone

Waar?

Start

Transportroute en/of buisleiding

4

Bevi- inrichting Van welke

risicobron(nen) is de zone afkomstig?

Ja

Nee Geldt een beperkte

verantwoording op basis van het Bevt/Bevb én is sprake van zelfredzame personen

2

?

5

Grijze zone

Blauwe zone

Heeft uw gemeente vragen?

louis.jansen@omwb.nl m.vanderwielen@omwb.nl

Ontwikkeling of wijziging met

toename van meer dan 10 personen of bij niet-zelfredzame

personen

2

Ontwikkeling

of wijziging met toename van max. 10 personen én bij

zelfredzame personen

2

Conserverend

Ontwikkeling Maatwerk

Verantwoording

6

(62)
(63)

Fabriekstraat 34, Tilburg Postbus 3208

5003 DE Tilburg Telefoon (088) 2250100 www.brandweermwb.nl Gemeente WAALWIJK

T.a.v. College van Burgemeester en Wethouders Postbus 10150

5140 GB WAALWIJK

Datum 8 december 2017 Behandeld door Harry Killaars Onze referentie U.018861 Doorkiesnummer 06-53625089

Uw referentie E-mail info@brandweermwb.nl

Uw brief van Onderwerp Standaard advies 2018

Geacht College,

Een deel van uw gemeente is gelegen in het invloedsgebied van één of meerdere Brzo bedrijven en/of van een spoorlijn, autoweg of buisleiding. Uw beleid en de Besluiten externe veiligheid inrichtingen c.q.

buisleidingen en transportroutes verplicht u het groepsrisico te verantwoorden van ieder ruimtelijk besluit dat u in dit invloedsgebied neemt. Verder dient u het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West- Brabant iedere keer in de gelegenheid te stellen om te adviseren inzake de rampenbestrijding en de zelfredzaamheid.

Werkingssfeer advies

Met deze brief voorzien wij u van een standaard advies 2018, voor ruimtelijke ontwikkelingen in het

invloedsgebied van een Bevi inrichting en/of de infrastructuur. U kunt dit standaard advies gebruiken voor de verantwoording van het groepsrisico voor ruimtelijke ontwikkelingen. In tabel 1 kunt u zien wanneer u het standaard advies kunt gebruiken en wanneer u de Veiligheidsregio Midden- en West- Brabant de gelegenheid stelt een maatwerkadvies uit te brengen.

Het beleid van de Veiligheidsregio is dat alle nieuwe bijzonder kwetsbare objecten zoveel mogelijk

ontmoedigd worden binnen de 750 m1 van een niet-categoriale Bevi inrichting en binnen 200 meter van een categoriale Bevi inrichting en/of risicovolle infrastructuur.

Aanvragen voor maatwerk adviezen kunt u richten aan info@brandweermwb.nl.

Bijzonder kwetsbare objecten hebben in de nieuwe Omgevingswet een plaats gekregen en men hanteert de nieuwe term zeer kwetsbare gebouwen.

Maar ook grote groepen mensen in de buitenruimte hebben extra bescherming nodig. De zeer kwetsbare gebouwen zijn in figuur 1 weergegeven.

Figuur 1, Overzicht zeer kwetsbare gebouwen.

(64)

Sector

Risicobeheersing

pagina 2 van 4 Bij het bepalen of het standaard advies kan worden gebruikt, kunt u onderstaande schema hanteren.

Voor het standaard advies zijn bepalend:

De afstand tot de risicobron1 en de mogelijkheid of nieuwe zeer kwetsbare gebouwen en/of grote groepen mensen mogelijk zijn.

Tabel 1

Opkomsttijd

Door het Algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant zijn in het Dekkings- en spreidingsplan 2015-2019 de opkomsttijden voor de brandweer vastgesteld. In onderstaande tabel zijn deze opkomsttijden weergegeven:

Acht minuten Twaalf minuten

woonfunctie voor 2003 woonfunctie na 2003

celfunctie kantoorfunctie

gezondheidszorgfunctie winkelfunctie

logiesfunctie onderwijsfunctie overige

onderwijsfunctie basisonderwijs tot 12 jaar industriefunctie bijeenkomstfunctie kinderdagopvang sportfunctie

woonfunctie voor zorg bijeenkomstfunctie overige overige gebruiksfunctie Tabel 2 opkomsttijden

Wanneer een ontwikkeling plaatsvindt in de donker blauwe gebieden in figuur 2 het overzicht van

opkomsttijden Basis Brandweer eenheid dienen er maatregelen worden getroffen uit de Toolbox die door de Veiligheidsregio MWB is ontwikkeld en bij de AOV-er van uw gemeente bekend is. Te denken valt aan gebiedsgerichte risicocommunicatie, training van de BHV organisaties en het aanbrengen van rookmelders bij bewoners.

1De risicobronnen zijn zichtbaar op de signaleringskaart. Er wordt bij de afstanden onderscheid gemaakt tussen categoriale inrichtingen 200 meter (LPG, PGS loodsen en koel- en vrieshuizen) en niet-categoriale inrichtingen BRZO bedrijven 750 meter.

(65)

pagina 3 van 4 Figuur 2, Overzicht van opkomsttijden Basis Brandweer eenheid.

Bereikbaarheid

De planlocatie dient bereikbaar te zijn voor voertuigen van hulpverleningsdiensten. De eisen ten aanzien van de bereikbaarheid zijn opgenomen in de Beleidsregels Bereikbaarheid en Bluswatervoorziening van de Veiligheidsregio’s Midden- en West-Brabant, Brabant Noord en Brabant Zuidoost. Als de wegen in het plangebied voldoen aan de CROW 165 zijn geen problemen met de bereikbaarheid te verwachten.

Waarschuwings- en alarmeringsinstallatie

Binnen de bebouwde kom is er veelal voldoende dekking van de WAS-installatie daarnaast is NL Alert operationeel voor vele mobiele telefoons. Voor de industriegebieden is Alert4All ontwikkeld en kunnen BRZO bedrijven de overige bedrijven bij incidenten alerteren. Bij ontwikkelingen buiten de bebouwde kom

adviseren wij u na te gaan of de dekking voldoende is. In figuur 3 is een overzicht opgenomen van de dekking van de WAS-installatie in uw gemeente.

Figuur 3, Overzicht WAS-Installaties.

(66)

Sector

Risicobeheersing

pagina 4 van 4 Adequate bluswatervoorziening

Een adequate bluswatervoorziening is een bluswatervoorziening die:

 de mogelijkheid biedt om middels een verbinding met de bluswatervoorziening, binnen drie minuten na aankomst, een tankautospuit van bluswater te voorzien;

 na aansluiting direct en onafgebroken voldoende water uit de bluswatervoorziening kan leveren.

De benodigde bluswatercapaciteit voor de adequate bluswatervoorziening is afhankelijk van de mogelijke scenario’s. In bijlage 1 is dit inzichtelijk gemaakt. Bij grote aanpassingen van het drinkwaternet of bij de afgifte van vergunningen voor zeer kwetsbare gebouwen kunt altijd contact op nemen met de behandelend ambtenaar. De Beleidsregels Bereikbaarheid en Bluswatervoorziening van de Veiligheidsregio’s Midden- en West-Brabant, Brabant Noord en Brabant Zuidoost is door het bestuur van de Veiligheidsregio Midden en West-Brabant vastgesteld.

Zelfredzaamheid

Risicocommunicatie verbetert de zelfredzaamheid van de inwoners van uw gemeente voor wat betreft de inschattingsmogelijkheden van gevaar. Afsluitbare ventilatie en goede detaillering verbeteren de

vluchtmogelijkheden/schuilmogelijkheden. Aandachtspunt zijn bedrijfsloodsen waar meerdere personen verblijven. De eisen voor de luchtdichtheid van loodsen zijn vrij laag, waardoor de luchtkwaliteit gedurende een toxisch scenario niet voor 4 uur is gegarandeerd.

Hoogachtend,

Namens het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, Afdelingshoofd Risicobeheersing,

H. Sijbring

Bijlage 1 Bluswater tabel

(67)
(68)

wijzigingsplan Sasweg 5, Sprang-Capelle

Bijlage 10 Verslag omgevingsdialoog

68 wijzigingsplan "Sasweg 5, Sprang-Capelle" (ontwerp)

(69)

Reactie dialoog beoogde ontwikkeling rundveebedrijf Sasweg 5 te

Sprang - Capelle

Familie Van Riel is voornemens om hun rundveebedrijf richting de toekomst te ontwikkelen.

Derhalve wordt een nieuwe rundveestal aan de oostzijde van het bedrijf beoogd. De nieuw te realiseren rundveestal met een oppervlakte van 1.016 m2 zal aansluitend aan de bestaande rundveestal gerealiseerd worden. Tevens zullen 5 sleufsilo's worden aangelegd, waar nu één

sleufsilo is gelegen. De oppervlakte van 4 van de 5 sleufsilo's zal 450 m2 bedragen en één sleufsilo zal een oppervlakte van 315 m2 hebben. Achter de bestaande loods zal nog een vaste mestopslag van 50 m2 komen te liggen. In de beoogde situatie heeft het bouwvlak een oppervlakte van 1,12 hectare.

Het bedrijf heeft in de bestaande situatie 62 melk- en kalfkoeien, 36 stuks vrouwelijk jongvee, 16 vleesstieren en 12 vleeskalveren vergund. Er zullen in de gewenste situatie 130 melk- en kalfkoeien, 63 stuks vrouwelijk jongvee, 1 vleesstier en 1 vleeskalf gehouden worden.

Omtrent voorgaande dient een dialoog gevoerd te worden met omwonenden. Initiatiefnemer heeft daartoe aan de hand van de tekening de plannen uitgelegd.

Bij deze mijn reactie op de plannen welke fam. Van Riel voornemens is door te voeren op haar bedrijf.

Naam

Adres

-,

Postcode + Woonplaats

6/ 7 k> '

- - _ (1

E-mail

(L

Datum - -

Handtekening

Reactie op de plannen: -

/

Ivan 1

(70)

Reactie dialoog beoogde ontwikkeling rundveebedrijf Sasweg 5 te

Sprang - Capelle

Familie Van Riel is voornemens om hun rundveebedrijf richting de toekomst te ontwikkelen.

Derhalve wordt een nieuwe rundveestal aan de oostzijde van het bedrijf beoogd. De nieuw te realiseren rundveestal met een oppervlakte van 1.016 m2 zal aansluitend aan de bestaande rundveestal gerealiseerd worden. Tevens zullen 5 sleufsilo's worden aangelegd, waar nu één

steufsilo is gelegen. De oppervlakte van 4 van de 5 sleufsilo's zal 450 m2 bedragen en één sleufsilo zal een oppervlakte van 315 m2 hebben. Achter de bestaande loods zal nog een vaste mestopslag van 50 m2 komen te liggen. In de beoogde situatie heeft het bouwvlak een oppervlakte van 1,12 hectare.

Het bedrijf heeft in de bestaande situatie 62 melk- en kalfkoeien, 36 stuks vrouwelijk jongvee, 16 vleesstieren en 12 vleeskalveren vergund. Er zullen in de gewenste situatie 130 melk- en kalfkoeien, 63 stuks vrouwelijk jongvee, 1 vleesstier en 1 vleeskalf gehouden worden.

Omtrent voorgaande dient een dialoog gevoerd te worden met omwonenden. Initiatiefnemer heeft daartoe aan de hand van de tekening de plannen uitgelegd.

Bij deze mijn reactie op de plannen welke fam. Van Riel voornemens is door te voeren op haar bedrijf.

Naam

.

Adres J

Postcode + Woonplaats

-

/

E-mail

1 1

Datum

Handtekening

Reactie op de plannen:

/

:1 van 1

(71)

HI!

greon eon het bestaande bouteolak

232

232 230 229 228

I

NW

N

SITUATIE

w

Kadastrale gemeente: Sprang-Capelle

Sectie/nummer(s): N - 231,232

zw

Schaal: 1:2000 Z

bo,.'v,Aak

bestaande bebouwing

ulborelding rundveastal

erfverharding

rundveesZIl

2 loods

3 bedrijfuwoning

4 sieufslio

5 nieuw te plaatsen 5leLrfSiI0

6 nieuw te plaatsen veste nnestopstag

OPPERVLAKTE BEBOUWING

OMSCHRIJVING OPPERVLAKTE

bestaande dakoppervlakte 1442.3 m'

toename / afname dakoppervlakte 1020.5 n'

TOTAAL 2462.8 m'

0

Bestaande bouwvlak 0,67 ha

157 /167 I '55

Beoogd bouwvlak 1,12 ha

157 1 167

Sasv,e_q 1020

wis

233

I[l

232

231 232 229 228

grens van ne, 009 800wo:ak

SITUATIE

Kadastrale gemeente: Sprang-Capelle Sectie/nummer(s): N - 231,232

Schaal: 1:2000

W VAN SUN ADVIES BV

--. - -

>

äl..~ ~~ ~,v 1

~~ á105~ 1 &

r

partner in het buitengebiec . ' *_ _-

PROJECTNUMMER TEKENAAR DATUM

VeSt9jng Uji•ooler, 12053.003 RoHe 17-08-2020

T. 013 5189458 TEKENING SCHAAL WIJZIGINGEN

Wijziging bouwvlak 1:2000

'Jstjgin9 Someren BLAD

T. 0493 745015 1-01 3.

4.

infovandusadvies.nI ONDERWERP Agrarisch bedrijf aan de Sasweg 5 te Sprang-Capelle

www.voridunadvres. ni

w

(72)

MOTOENDRGWKE

---

zo

4,, , .4 4, .4, ../ ', •. 4, .I' .fr ..fr -

Jf &So45T,SoOML

(73)

Bijlage 11 Nota beantwoording vooroverlegreacties

wijzigingsplan "Sasweg 5, Sprang-Capelle" (ontwerp)

73

(74)

1 van 2

Notitie: Beantwoording vooroverlegreacties Sasweg 5 te Sprang-Capelle

Gilze, 26-7-2021 Ons kenmerk: 12053.003 / Rda

Hieronder worden de reacties van het Waterschap en van de provincie uiteengezet. Er is daarna toegelicht wat er met de reactie is gedaan en hoe dit is verwerkt in het bestemmingsplan.

Waterschap

In 4.2 Waterhuishouding wordt aangegeven dat de b-watergang die over het perceel loopt gedempt en verlegd gaat worden om zo de nieuwe rundveestal te kunnen situeren naast de bestaande stal. Voor de uitbreiding van verhard oppervlak >500 m² waar hemelwater van afkomstig is moet compensatie worden gerealiseerd. Er wordt voorgesteld om deze compensatie te voorzien in de verbreding van de te verleggen b-watergang. Dit is in principe niet toe gestaan. De compensatie van 102 m³ dient los van het watersysteem te worden aangelegd maar mag gedoseerd met behulp van een knijp op de naastgelegen watergangen geloosd worden. U dient hier met de verdere uitwerking van de plannen rekening mee te houden. Aangezien verder de belangrijkste uitgangspunten voor het waterschap naar wens zijn opgenomen in het ontwerp bestemmingsplan geven wij een positief wateradvies onder voorbehoud.

Bij waterschap is nagevraagd of we de retentievoorziening al moeten omschrijven en hoe zij het hemelwater wensen te compenseren. Er is gemaild naar Nancy Vernimmen op 26-7-2021. Daarbij is aangegeven dat we mogen aangeven dat we ergens 102 m² gaan compenseren, mits dit niet in de verlegde b-watergang plaatsvindt. Te denken valt aan een wadi, groen dak met een landbouwkundige afvoer naar een naastgelegen oppervlaktelichaam. Dit is zo opgenomen in de toelichting.

Provincie

Inhoudelijk standpunt

Ten aanzien van de BZV-score heeft de provincie 2 opmerkingen.

-

De aangegeven certificaten zijn niet bijgevoegd. Deze zullen ten tijde van de aanvraag omgevingsvergunning overlegd moeten worden (voorwaardelijke bepaling).

Ten tijden van de aanvraag omgevingsvergunning zullen de stukken worden overlegd. In verband met de bescherming van de privacy worden deze stukken niet aan het bestemmingsplan toegevoegd.

-

Er is geen inzicht gegeven in waarde 48 hectare exact zijn gelegen (overzicht per locatie incl.

fosfaatdepositiegrens). Dat overzicht moet nog worden overlegd. Daarbij verzoekt de provincie om aan te geven wanneer over deze grond kan/kon worden beschikt en dat deze niet is bezwaard door het verlenen van gebruikstoestemming aan derden.

De opgave van de gewaspercelen 2020 zijn als aparte bijlage bij het wijzigingsplan toegevoegd.

Hierin is per locatie een overzicht opgenomen van de ligging van het perceel. De fosfaatdepositiegrenzen van de percelen zijn omschreven in de toelichting BZV die als aparte bijlage bij het wijzigingsplan is toegevoegd. Deze stukken zijn wegens privacyredenen niet aan het wijzigingsplan toegevoegd. Om te kunnen voldoen aan het begrip ‘zorgvuldige veehouderij’

zal initiatiefnemer voldoende grond in bezit moeten hebben, welke niet is bezwaard door het verlenen van gebruikstoestemming aan derden.

Landschappelijke inpassing

Voor wat betreft de landschappelijke inpassing rond het bedrijf Sasweg 5 willen wij nadrukkelijk

adviseren om aan te sluiten bij de groene omsingeling die in de omgeving bij andere bedrijven in de

ruilverkaveling is aangeplant. Het voorstel van initiatiefnemer bestaat uit de aanplant van een

(75)

2 van 2

(voorheen Stika) of Brabants Landschap advies te vragen over soortenkeuze, variatie en breedte van de groenstrook, welke meer passend is in een dergelijk poldergebied.

Het landschappelijke inpassingsplan is hierop aangepast.

Planregels

Voor het borgen dat ter plaatse alléén een zorgvuldige veehouderij is toegestaan zal aan de gebruiksbepalingen (strijdig gebruik) een bepaling toegevoegd moeten worden:

Sub k. Een veehouderij, niet zijnde een ‘zorgvuldige veehouderij’ in de zin van de provinciale Verordening ruimte.

Deze bepaling is toegevoegd aan de regels van het bestemmingsplan.

(76)

wijzigingsplan Sasweg 5, Sprang-Capelle

Bijlage 12 Advies AAB

76 wijzigingsplan "Sasweg 5, Sprang-Capelle" (ontwerp)

(77)

info@AABbrabant.nl www.AABbrabant.nl Op al onze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing Postbus 1153 KvK nummer 41098657 die zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel in Woerden.

5200 BE ’s-Hertogenbosch IBAN NL82ABNA0429952457 Op verzoek wordt hiervan een exemplaar toegezonden.

Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Waalwijk

t.a.v. M. Schuurmans

Beleidsmedewerker/planjurist TREW

(verzonden per e-mail)

Uw kenmerk Ons nummer Datum

e-mail, M. Schuurmans BA 9677 9 september 2021

Behandeld door Onderwerp Bijlage

H. Gerlings/TS

Geacht College,

Naar aanleiding van uw schrijven van 10 juni 2021, inzake het verzoek van de familie van Riel, Sasweg 5 te Sprang-Capelle, delen wij u het volgende mede.

Op basis van overleg met de heer V. van Riel, de door uw gemeente toegezonden stukken en nader onderzoek komt de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen tot de volgende bevindingen.

Bedrijfsbeschrijving

De heer V. (Valentijn) van Riel exploiteert in een vennootschap met zijn broer P. (Pieter) van Riel aan de Sasweg 5 te Sprang-Capelle een melkveehouderijbedrijf. Dit bedrijf is gevestigd op een huiskavel van 19 ha.

De bedrijfsbebouwing dateert uit begin jaren negentig en bestaat uit een bedrijfswoning, een ligboxenstal van 21 x 40 meter en een veldschuur van 10 x 24 meter. Verder wordt de bebouwing omgeven door verharding en voeropslagen. Valentijn van Riel woont bij het bedrijf en is tevens werkzaam bij een accountantskantoor, Pieter van Riel woont elders en is tevens werkzaam bij een installatiebedrijf.

Op het bedrijf aan de Sasweg 5 worden circa 85 melkkoeien en een vijftigtal stuks jongvee gehouden. Het

bedrijf beweidt de melkkoeien en de gemiddelde jaarproductie bedraagt circa 9000 kg melk per koe. De lig-

boxenstal betreft een 2+1-rijïge stal voor een 75-tal stuks grootvee en een vijftigtal stuks jongvee. De stal is

uitgevoerd met een achtstands visgraat melkstal, en is voorzien van een traditionele niet emissie arme rooster-

vloer. Gelet op het bouwjaar van 1993 is de stal uitgevoerd met de destijds meer gebruikelijke spaceboarding als

ventilatiesysteem in combinatie met een zijwandhoogte van drie meter. Inmiddels zijn ook de ligboxen voorzien

van koematrassen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor dat geld koop je niet zomaar een huis, maar vooral een echt nieuw thuis.. De plek waar je fijn kunt wonen en de prettige omgeving hebt die het leven nog net een beetje

- Als blijkt dat voorgestelde maatregel voor lagere uitgaven leerlingenvervoer ten koste gaat van de kwaliteit van het vervoer, deze maatregel niet uit te voeren en middels

“We hebben hier plek genoeg om fijn samen te zijn, maar we kunnen ook de tussendeuren dichtschuiven zodat de kinderen en wij allemaal even ons eigen ding kunnen doen.” Kijk, dat

In overleg met de leerling en zijn ouders wordt er gekeken welke ondersteuningsbehoefte is en wat de school kan bieden. Met de voorwaarde dat de veiligheid van de overige

"De personen die zijn aangewezen voor het opma- ken van de plannen van aanleg houden door bemiddeling van het college van burgemeester en schepenen de door de Vlaamse

Er kan intern gesaldeerd worden (ofwel de stikstofuitstoot van de huidige functie wordt afgetrokken van de nieuwe stikstofuitstoot) en in dat geval is geen sprake van een toename

GeenStijl valt ook na deze subjectieve kennistoets door de mand: GeenStijl wist dat de foto’s illegaal op internet waren gezet nu de foto’s ergens op een dubieuze server

Het CDA, staat daarin nu voor een geweldige uitdaging: aan te tonen dat onze identiteit niet wordt bepaald door de regeringspartner van het moment, maar door een visie op