• No results found

Der vrouwen heimlicheid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Der vrouwen heimlicheid "

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Der vrouwen heimlicheid

MIEKE VAN DOORN & WILLEM KUIPER

Gud gliel'e hem den langhen ween.

Die dit under do,pers hringhen sal.

Dat i(' alfOes dus /wulI'e hal;

(dVH 946-948)

Enige tijd terug vonden wij op de lijst van aanwinsten van het Instituut voor Neer- landistiek de door dr. L. Elaut vervaardigde overzetting in "Nederlands van nu"

van een laat-middeleeuws leerdicht, Del' vrouwen heimlicheid geheten.1 Een intri- gerende titel die bleek te corresponderen met een bijzonder goed verzorgd boekje.

Blijkens een aankondiging in Scriptorium van de hand van F. Masai heeft de uitge- verij E. Story - Scientia een genummerde oplage van dit werk als nieuwjaarsge- schenk voor het jaar 1975 aan zijn clientele gegeven.2 Masai beschrijft in enkele zinnen de inhoud van het boekje en eindigt met het uitspreken van een gelukwens aan het adres van de uitgever "pour cette agreable surprise et pour l'heureuse idee de faire connaitre un ms moyen-neerlandais d'une rarete particuliere." Vanuit de medische wereld is ons geen reactie bekend. WeI verscheen er een bespreking in het tijdschrift Spiegel Historiaef.3 De auteur ervan toont zich bijzonder ingeno- men met dit alleraardigste initiatief - wat het zeker is - maar wij betwijfelen of hij de middelnederlandse tekst naast Elaut's overzetting heeft gelegd voordat hij tot het oordeel een "uitermate goed verzorgde vertaling" kwam.

Nadat we er in het Woord Voorafvoor gewaarschuwd zijn dat hier klare wijn ge- schonken gaat worden, maar dat het absoluut geen boek is dat aileen gelezen mag worden in bibliotheken met minder dan 50 stoelen, laat Elaut een aantal cory- feeen uit de 13e eeuw de revue passeren. Vervolgens geeft hij zowel in fotografie als in typografie de door Jan Frans Willems vervaardigde beschrijving van het handschrift Gent, U B, Ms. 444, die voor in het handschrift is ingebonden. Hij maakt er melding van dat 2 handschriften zij n zoekgeraakt en dat de tekst is uitge- geven.4 Hoewel het handschrift gedateerd is - het werd in 1405..geschreven - belet dat Elaut niet om met de hand op Van Mierlo5 de oorspronkelijke redactie op het eind van de 13e of in het begin van de 14e eeuw te laten ontstaan. Gelukkig kan hij weerstand bieden aan de mogelij kheid dat Jacob van Maerlant de auteur zou zijn;

echter niet zonder op te mer ken dat onze tekst geschreven is in de versmaat die ook deze gebruikte ... Verder noemt hij nog het min of meer overeenkomstige tractaat Del' mannen ende vrouwen heimelijcheit6 en de gedrukte nazaten van dit soort teksten, Den rosegaert van den bevruchten vrouwen, de bewerking van Del' swangeren frawen und hebammen roszgarten. Curieus is het dat Elaut het trac- taat Van smeinscen lede7 verzwijgt, en daarmee zijn dissertatie8, terwijl deze tekst een passage van een I OO-tal versregels haast letterlij k gemeen heeft met Del' vrou- wen heimlicheid. 9

Een van de merkwaardige kanten van Del' vrouwen heim licheid bestaat uit een 20- tal Iyrische intervallen, waarin de auteur het vertoog onderbreekt en zich recht- streeks tot zijn geliefde richt, dan weI zichzelf in een monoloog beklaagt, omdat zij

SpektalOr, 6-9/10,539-551

(2)

540 Mieke van Doorn & Willem Kuiper

zich niets aan hem gelegen laat liggen. Elaut besteedt hier relatief veel aandacht aan, en zet ze achter elkaar als ware het een feuilleton ...

Het is jammer dat Elaut de hele inleiding niet geschreven heeft op het niveau waarop hij bijvoorbeeld de leer der humoren uitlegt; met andere woorden, op het niveau van een kenner van de geschiedenis van de geneeskunde. Zo had hij er ook verstandig aan gedaan zij n vertaling na te laten zien door iemand die het middelne- derlands wei beheerst. Immers, wat te denken van:

Hierna komt Venus haar geweld, (468) die hoer, ze geeft de neus en mond

en voorts de organen van 't geslacht der mensen, [ .. . ]

waar het middelnederlands leest:

Hier na comt Venus ghewout, (484) Die oeren, riase ende mont behout

In den mensche, ende ander lede Van des menschen scamelhede,10

Of deze:

Begrij p goed wat ik zeggen gao (317) De kinderen die maar dertig dagen

in leven blijven, zal men ook maar nauw zeven maanden dragen; zij die veertig dagen leven, zullen na zeven maand geboren worden.

Wie meer dan vijfenveertig dagen in leven blijven, zullen niet meer dan negen maanden mogen wachten voordat zij op de wereld komen.

Zoiets kan toch niet. Het staat er ook niet:

Verstaet wat ic u segge meer, (328) Die kinder die leven Ie .xxx. daghen

En sal men maer .vij. maenl draghen, Ende die Ie .xl. daghen lijf ontfaen Moeten in die. vij. maent voert gaen, Ende die te .xlv. daghen rueren En selen over .ix. maenl niet dueren, Sij en selen ter werelt com en.

Bedoeld wordt, dat kinderen die 30 dagen na de bevruchting de ziel en daarmee het leven ontvangen korter worden gedragen dan kinderen die met 40 of 45 dagen tot leven komen.

Het is ook niet eenvoudig zich een voorstelling van het volgende te maken:

Is 't kindshoofd buitenmate groot, (832) men zal de moeder bidden rustig

(3)

Der vrouwen heimlicheid

te blijven, en meteen haar troosten.

Dan houde een andre vrouw het kindshoofd tegen, terwijl de vroedvrouw met

de hand het kind ter we reid haalt.

541

Een andere vrouw moet het hoofd van het kind niet tegenhouden, de kraamvrouw moet het hoofd van een andere vrouw vasthouden! I I

Eist dat kint hevet 't hoeft te groet, (857) Men sal der moeder te zulker noet

Maken een bede, dat saehte sal wesen;

Oee moet zij haer troesten in desen, Ende sal houden, des gheloeft, Eener andere vrouwen 't hoeft, Ende die heef moeder zij sal 't Kint mellen hande voert halen al.

Mag men het Elaut kwalijk nemen dat hij uitglijdt over bede in vers 859? (Het is een verschrijving, bedoeld wordt bedde.) Ja, dit is de passage die voorkomt in het al eerder genoemde Van smeinscen lede, en in zijn dissertatie verwijst Elaut naar Der vrouwen heimlicheid, omdat in Van smeinscen lede het bed juist hard moet zijn.12

Waar het middelnederlands aid us adviseert:

Hevet 't hoeft oee verkeert, (888) Die heeftmoeder saelt te reehte keeren, Ende bi den seouderen, alse wi leeren, Sal zijt ghemaekelije uut halen,

- het gaat hier over de mogelijkheid van een onjuiste ligging van het kind c.q. het hoofd - leest men tot zijn ontzetting bij Elaut:

En staat het hoofd soms ook verkeerd, (861) de vroedvrouw zal het juister zetten

Oat menstruatiebloed een gevaarlijk goedje is, wordt aan het eind van Der vrou- wen heimlicheid uitvoerig uit de doeken gedaan. Ook hier is de overzetting be- paald niet smetteloos.

Die haer name uut eens wives poert, (1588) Ende maket nat in menstrua voert,

Ende leit onder mes daer naer, Ende liet daer lieghen .i. jaer,

Ende ghinghe meere toe dan, men soude vinden daer Een groet serpent, dat's waer.

Geparafraseerd: wie schaamhaar van een vrouw neemt en dat in menstruatie- bloed doopt, het onder mest legt en een jaar laat liggen, vindt daar een grote slang.

Elaut maakt er dit van:

(4)

542 Mieke van Doorn & Willem Kuiper

En wordt met maandvocht van de vrouw (1539) een mes bevochtigd dat daarna

een heel jaar lang onaangeroerd en ongezien zal blijven liggen, dan vindt men na dat jaar een slang!

Dit zij n maar een paar voorbeelden. De overzetting telt meer grotesken en wemelt van de onnauwkeurigheden.

Bij deze constatering zouden wij gebleven zijn, was niet onze belangstelling ge- wekt in het rebus-achtige slot van de tekst:

Explkckt sfcrftxm mxlkfrks

j ' f, .. ,( t

"

t

~l- ... .:

,

(f'~h1'

~.!-M .

Jan Frans Willems geeft de oplossing aan het slot van zijn beschrijving van het handschrift: "P.S. De raedselachtige eindregel op bladz. 87 is Explicit Secretum mulieris." Maar waarom staat dat er dan niet? Waarom staat er wat er staat?

Was het de bedoeling van de auteur het boekje met behulp van dit explicit uit de handen van onbevoegden te houden? Alchemistische tractaten, die niet in ver- keerde hand en mochten vallen, werden in een mengelmoes van Latijn en volkstaal geschreven. Dat lijkt ons een veiliger methode. Kennelijk is dit boekje niet voor een geleerde bestemd, maar voor een 'leek', en iedereen die lezen kan, kan het lezen. Daar doet het raadselachtige explicit - hoe onbegrijpelijk het ook voor sommigen mag zijn - niets aan af.

Wij zien dit vermomde explicit in het verlengde van de Iyriek waarmee de tekst ge- lardeerd is. Deze lyrische intervallen, doorgaans korter dan 10 versregels, worden in de marge met een paragraafteken gemarkeerd en gaan altijd aan een lombarde vooraf. Bovendien bevatten de laatste regels van elk interval in tegenstelling tot het gebruikelijke gepaarde rijm een vierrijm, wat inhoudt dat we hier met poezie te maken hebben. Het voorkomen van deze lyrische intervallen is niet uniek voor Der vrouwen heimlicheid. Van Mierlol3 noemt een fragment van een Physiolo- gusl4 die dezelfde hebbelijkheid vertoont. Wat hij nalaat te vermelden is dat een van die intervallen in beide teksten nagenoeg gelijk is.IS

(5)

Der vrouwen heimlicheid 543 De lyriek geeft meer sfeer dan verhaal. De dichter die om wille van zijn jonk- vrouwe aan dit werk begon, is door de keuze van zijn onderwerp bij haar uit de gra- tie geraakt. Aan het slot van de tekst, als hij haar ervan heeft kunnen overtuigen dat het nooit zijn bedoeling is geweest haar geheim te grabbel te gooien, wordt hij weer in genade aangenomen. De zin van deze hoofse poezie is het aanstootge- vende karakter van de materie te verbloemen en de tekst te verheffen tot het ni- veau waarop een hoofse jonkvrouw zich beweegt. 16

Wie weet dat in het middeleeuwse alfabet de i gelijk is aan dej, dat het zelfde geldt voor de u en de v, en dat de w geen letterwaarde heeft, kan het geheimschrift ont- raadselen:

Explkckt sfcrftxm mxlkfrks Explicit secretum mulierisl7

Er is sprake van een regelmatige verschuiving. In het eerste woord zijn er 2, in het tweede en derde woord respectievelijk 3 en 4 letters opgeschoven. We gaan ervan uit dat er opzet in het spel is, omdat alle klinkers veranderd zijn, behalve de Evan Explicit. 18 Wat zouden de getallen 2,3 en 4 kunnen representeren? De som ervan:

2 + 3 + 4 = 9 is gelijk aan het aantal maanden van de zwangerschap. Het product is minder makkelijk te duiden: 2 x 3 x 4 = 24. Toch moet ook dit getal een betekenis hebben, want het kan ook op een andere wijze worden afgeleid. Het explicit be- staat namelijk uit 3 woorden van 8 letters elk, en 3 x 8 = 24. Dat betekent dat de au- teur / componist met opzet het enkelvoud secretum heeft gebruikt. Het latijnse tractaat waarnaar een groot gedeelte van dit leerdicht is bewerkt, heeft in aile edi- ties het meervoud "De secretis mulierum"19, en Der mannen ende vrouwen heime- lijcheit eindigt met "Expliciunt secreta mulierum".

Minder zeker is de volgende mogelijkheid. In aile drie de woorden is de vijfde en de zevende letter veranderd. In het tweede woord ook de tweede letter, en in het derde woord de tweede en de vierde letter. Tellen we in elk woord afzonderlijk de letterplaatsen op, dan ontstaat de reeks 12, 14, 18. Het volgende getal kan 24 zijn.

(Misschien gaan we te ver als we de getallen 5 en 7 in verband willen brengen met de passage 262-282, waar wordt uitgelegd hoe in 5 perioden van 7 dagen elk de vrucht zich tot een volledig kind ontwikkelt.)

Der vrouwen heimlicheid wordt gestructureerd door 24 lombarden. Ze zijn alle rood. Vier ervan zijn voorzien van een bloemetje.

Dat voert ons naar de oplossing:

Die menstrua, dat zijn de bloemen, (78) Die t'elker maent voert comen

En in Der mann en ende vrouwen heimelijcheit lezen we:

So heeft 1 purgatie geset, Die men menstrua doet noemen Ende die men gemeinlike heet bloemen, Want gelijc alse men siet

(1061)

(6)

544 M ieke van Doorn & Willem Kuiper

(7)

Der vrouwen heimlicheid

Oat de bloeme en draget niet Sonder bloyen, dat verstaet, Diegelike so ne ontfaet

Oat wijf sonder bloeme geen kint,20

545

Het kan niet anders of de vier gebloemde lombarden representeren de vier men- struatie dagen. Het getal 24 verbeeldt de overige, 'vruchtbare' dagen van de peri- ode.

Zetten we de lombarden achterelkaar met de initiaal M voorop, dan blijken we met een acrostichon te maken te hebben (we verdelen maar meteen in woorden):

MARGARHTA GOOEVARTSE WT VDlM

Aileen de zevende letter, de H klopt niet. De versregel in kwestie luidt: "Het's goet dat ic voert ontbinde" (323). Moeten we er zwaar aan tillen? Met prokope van de H is deze ongerechtigheid gemakkelijk te herstellen.

Wie is Margareta Godevartse uit Udim? Is het de opdrachtgeefster, of is het boek aan haar opgedragen? Moeten we de Iyriek dan toch serieus nemen? Oat zal onge- twijfeld de bedoeling van de auteur zijn geweest, maar het Brussels (en Ouden- aards21 ) fragment en de traditionele elementen binnen de Iyriek pleiten voor een li- teraire interpretatie.

Verklaart dit acrostichon ook het enkelvoud mulieris, waar soortgelijke teksten steevast mulierum hebben staan, wat zonder nadelige gevolgen voor de getalsym- boliek had gekund? En waar ligt Udim? Binnen de Nederlanden hebben we het niet op de kaart kunnen vinden. In het Klevisches Heberegister wordt in hetjaar 1318 de plaats Udem genoemd.22

De initiaal Men 210mbarden - respectievelijk een E en een M - zijn met een rood golflijntje versierd. In het geval van de beide Ms staat het er horizontaal onder.

Bij de E staat het er verticaal rechts naast. Omdat het de initiaal, de middelste lom- barde en de laatste lombarde betteft, gel oven wij dat er ook hier opzet in het spel is. Wij interpreteren de E als een gekantelde M22a dat wil zeggen als een hom- mage aari Maria, de parel der vrouwen, aan Margaretha van Antiochie, een bij- zonder populaire heilige die als noodhelpster zwangere vrouwen tijdens de be- valling bijstond, en niet in de laatste plaats aan Margareta zelf. Het kan geen toeval zijn dat met de E het onderdeel verloskunde begint.

Van Der vrouwen heimlicheid zijn 3 handschriften bekend: Ie het Gentse; 2e het handschrift dat in het bezit van Hoffmann von Fallersleben was en dat hij noemt in zijn Horae Belgicae23 ; en 3e exemplaar dat volgens Sanderus in 1639 toe be- hoorde aan Joannes Gislenus Bultel uit Ieper.24 Uit de gave symboliek zou men op kunnen maken dat het Gentse handschrift een archetype is. Het is immers moei- lijk voorstelbaar dat in een kopie een dergelijke gekunstelde constructie in tact blijft. Toch pleiten er een aantal argumenten voor het tegendeel. Het Gentse handschrift is op papier geschreven en de schrijver ervan maakt veelvuldig ge- bruik van allerlei abbreviaturen. Naarmate het einde nadert steeds meer, terwijl zijn schrift verkrampt. Oit lij kt ons in strijd met het karakter dat wij aan het arche-

(8)

546 Mieke van Doorn & Willem Kuiper

type van Der vrouwen heimlicheid toedichten. Een boekje met een acrostichon, besteld door dan wei bestemd voor de genoemde Margareta zal gezien de betrek- kelijk geringe omvang ongetwijfeld op perkament zijn geschreven. Het zou ook minder afkortingen moeten bevatten om het Margareta mogelijk te maken - als zij er niet uit voorgelezen wordt -er zelfin te lezen. Het zou moeten lijken op het al eerder genoemde fragment van de Physiologus, een 'mooi' boekje, op perkament geschreven in een duidelijk lees bare letter, dat nauwelijks afkortingen telt. Wat dat betreft komt het exemplaar van Johannes Gislenus Bultel, dat inderdaad op perkament geschreven is, eerder in aanmerking. We hopen het ooit nog eens te achterhalen.

Een ander argument tegen het Gentse handschrift als archetype is de aanwezig- heid van nog 3 andere teksten in het handschrift. De laatste twee staan qua inhoud volledig los van de eerste twee. Het tweede gedicht, dat in de handboeken is opge- nomen onder de door Blommaert bedachte titel Gelaet-en karakterkunde, wordt in Der vrouwen heimlicheid als voigt aangekondigd:

Want ic sal scriven in corter uren (638) Ghemeenlijc alder complexien nature,

Hoe men an elken mensche mach kinnen Wat complexien hi hevet binnen, Oft wat natueren, als men hem ansiet.

En even verder nogmaals:

Om dat complexie ter ander stat (708) H ier na sal volghen vele bat

Het slot van Gelaet-en karakterkunde is wat hoofs-Iyrische sfeer betreft niet iden- tiek - het vierrijm ontbreekt - maar wei in overeenstemming met Der vrouwen heimlicheid. In een epiloog die te uitvoerig is om hier te citeren kondigt de auteur zijn jonkvrouwe en zichzelf af, waaruit wij - zij het met tegenzin - opmaken dat beide teksten bij elkaar horen. Na deze twee teksten volgen nog een geestelijk ge- dicht en een raadsel.25 De variaties in het schrift zijn te gering om een andere hand te veronderstellen. Ais dit boekje inderdaad voor Margareta was bestemd en aan haar werd gegeven, hoe komen deze bladvullingen, want dat zijn het ongetwijfeld, er dan in?

Ais Udim inderdaad in de buurt van Kleef ligt, zou het handschrift dat aan H off- mann von Fallersleben toebehoorde'dan het archetype zijn? Het is volgens zijn ei- gen zeggen in het Rijnlands geschreven, al is dat niet het dialect van de proloog die hij gedeeltelij k geeft. 26 Zelf noem t hij het archetype Belgisch (Brabants - Vlaams27) en verwijst hij naar het door Sanderus beschreyen Ieperse handschrift.

Van het bestaan van het Gentse handschrift was hij klaarblijkelijk destijds niet op de hoogte.

Zoals Hoffmann von Fallersleben het incipit geeft, kan zijn exemplaar het arche- type niet zijn, omdat het acrostichon erdoor verstoord zou zijn. Daar komt nog bij dat ook dit handschrift op papier is geschreven.

(9)

" ,.

'. :

'.

:

.,

.4

,

\

~ ~ 4hW1-~'

mann.,..

li~

~ ~~~,",-de-1ij" '"

~

em

mme-f)td ¢lit 4n~ifu

,.., atl~~4t~"'~~

4 Ub 4l~ ad, ~""4Ht.rl¢Om

~ 4Ctb\\t,Uae·\Hlt'J.,anr

~ ~4tetC6J1Utt~ "Ant"

.fF' ~ U"1V1dw~~ t.~

JMJI

~ ,~~, tttfcnu!tl ~4U

f'"1i '~~,\'~dll..'-~I14~~

~ od) ""lHtC-S1!l't,~m-ftiW"'-- t6

..

ct\"~lijil ,

"" I~l-~b;'-'C" 4)7 o~

"~~b~~~41l )

~aI1Ctt--4.'tl.'-~\W7J 1'A

"'1)

{lJ.~t-4,at"&Y a-0~ ~tWUt1 ,

~

tC

111 ~ ~"~1W."1U)1J~

~ ... .c1IU b44,~b¢n Cl'm~

' .

~ "U,~.".~)¢ll ~au

....,. Ma'" " ...

~~~

«" ..

utu

,AI ~"1,C"~cm aubn'1J,nnl4tt7'

''''

r? tJ ~ ..., ..., ~

a s::

;t

;:s ~

;:s-

~ §,

" -

~.

;:s-

~

is:

,~

I ~

"

.

~

I

(10)

548 Mieke van Doorn & Wi/lem Kuiper

De verwarring rond het dialect is er de oorzaak van geweest dat dit handschrift sinds 1830 'zoek' was. Hoffmann von Fallersleben had het incipit namelijk 'ver- taald'. Met behulp van dr. Jean Deschamps zijn we erin geslaagd het boekje terug te vinden als Ms. germ. oct. 187 van de Deutsche Staatsbibliothek, nu berustend in de Staatsbibliothek Preussischer Kulturbesitz.28 Aan de hand van de microfilm

(11)

Der vrouwen heimlicheid 549

die men zo vriendelijk was ons toe te zenden, konden wij vaststellen dat Hoff- mann von Fallersleben's exemplaar inderdaad geen archetype is. Het is een af- schrift van een ander handschrift dan het Gentse. Het acrostichon is zwaar ver- minkt. Hoewel de tekst toch met een initiaal M begint, is er weinig van overge- bleven:29 MARNIDMDVAGNRZLEDUNINADHD. Het aantal klopt, de eer- ste drie ook nog. Toch is de afwijking minder groot dan men hieruit zou vermoe- den. De Duitse tekst is door elkaar gegooid, waardoor een aantallombarden van plaats zijn veranderd. 'Pikant is wei dat het gemiddelde aantal versregels per bladzijde rond de 24 schommelt.30 De grootste afwijking ten opzichte van het Gentse handschrift is het ontbreken van de Iyriek. Er is geen Iyrisch interval te bekennen, terwijl de tekst toch nergens een verminkte indruk maakt (de afwij- king in de volgorde even buiten beschouwing gelaten).31 Dit betekent dat er twee redacties van Der vrouwen heimlicheid moeten hebben bestaan: een 'didactische' en een 'idyllische'.

Het gehele geheim hebben we niet kunnen ontsluieren, en zullen we - tenzij het exemplaar van J oannes Gislenus Bultel wordt terug gevonden -nooit kunnen ont- sluieren. Zeker is dat er vanaf ca. 1350 tractaten voor handen waren die in de volkstaal gynaecologische en obstetrische onderwerpen behandelden. Omstreeks die tijd zal er ook een 'Vrouwen heimlicheid' geschreven zijn, voor een deel een vertaling/ bewerking van De secretis mulierum, voor een deel een afschrift/ be- werking van tractaten als Van smeinscen lede, Der mannen ende vrouwen heim- licheit, de Physiologus en mogelijk andere, niet bewaard gebleven teksten (een middelnederlandse vertaling/bewerking van de Trotula bijv.). Van deze didac- tische 'Vrouwen heimlicheid' werd voor ene Margareta Godevartse uit Udim een 'idyllische' redactie gecomponeerd. Het Gentse handschrift is hier een afschrift van. Of is het toch ...

I!xplicil elc

Noten

* Te laat om nog in het betoog verwerkt te k unnen worden kwamen wij er achter dat wij niet de eer- sten waren die het acrostichon ontdekten. In zijn artikel 'Kanttekeningen bij de lectuur van "Der vrouwen heimelijkheid", dichtwerk der XIVe eeuw', verschenen in Album prof dr. Frank Baur, Antwerpen enz. 1948, p. 176-181, komt K. Deleu tot de gedeeltelijke oplossing MARGARETA' GODEVARTS. De overige lombarden' beschouwt hij als betekenisloos. Volgens hem is GODE- VART de dichter van het voor MARGARETA bestemde boekje.

** Onze hartelijke dank gaat uit naar prof. dr. Albert Derolez, conservator van de Afdeling handsch- riften en kostbare werken van de Centrale Bibliotheek der Rijksuniversiteit Gent, voor zijn gastvrij- heid en belangstelling; en naar mevr. prof. dr. Ria Jansen-Sieben die, nadat zij vernomen had dat wij met een artikel bezig waren over Ms. 444, afzag van haar plannen aan dit handschrift een pub li- catie te wijden.

Del' vrouwen heimlicheid. Een middeleeuws leerdicht over gynekologie en verloskunde. In het Ne- derlands van nu gezet en ingeleid door L. Elaut. [met een Woord Voorqldoor Marcel Grypdonck]' Illustraties van F. Zenner. Gent enz. [E. Story-Scientia] 1974.

2 ScriplOrium XXX (1976) fasc. I, p. 178.

3 Spiegel HislOriael 10 (1975), all. 4, p. 250.

(12)

550 Mieke van Doorn & Willem Kuiper

4 Der vruuwen heimelykheid, Dichtwerk der XIVe eeuw. [Vanwege de Maetsehappy der Vlaemsehe Bibliophilen uitgegeven door Ph. Blommaert]. Gent [1846].

5 Mierlo, J. van. De letterkunde van de middeleeuwen. Tweede herziene en verrneerderde druk met een inleiding van Fr. Baur. 's-Hertogenbosch 1949. p. 331.

6 Brussel, K.B., Hs. 15.624-11. Beschrijving in Deschamps, J. Middelnederlandse handschriflen uil Europese en Amerikaanse bib/iotheken. tweede herziene druk. Leiden 1972. catalogusnum- mer 95, p. 261-264; Jansen-Sieben, Ria. De naluurkunde van hel geheelal, Een 13de-eeuws mid- delnederlands leerdicht. Brussel 1968, deell, p. 131-142. De tekst werd uitgegeven door Nap. de Pauw in diens Middelnederlandsche Gedichten en Fragmenten. Deel I. Gent 1893, p. 121-190.

7 Brussel, K.B., Hs. 19.308.

8 Elaut, L. Van smeinscen lede. Een middelnederlands geneeskundig geschrift. Zijn betekenis in het raam van de medische literatuur der dertiende eeuw. Gent 1956. diss. R.U. Gent.

9 De verzen 1580-1680 van Van smeinseen lede zijn nagenoeg identiek aan de verzen 824-925 van Del' vruuwen heill7licheid.

10 Wij citeren de editie-Blommaert.

II Door het hoofd van een andere vrouw vast te houden kan de kraamvrouw zich beter op de beval- ling concentreren. Bovendien leidt zij zichzelf en de pijn af door juist dat vast te houden wat haar dwars zit. Verloppt dit ritueel goed, dan houdt de vrouw wier hoofd werd vastgehouden er een bar- stende koppijn ~an over. Immers, de pijn is uit het lichaam van de kraamvrouw via handoplegging in haar hoofd getrokken.

12 Van sl1leinseen lede, vers 1614, p. 149 editie-Elaut.

13 Zie noot 5.

14 Brussel, K.B., Hs. 19.571. Uitgegeven door Willem de Vreese in het T.N.T.L. II (1892), p. 63-71, en door Nap. de Pauw in zijn Middelnederlandsche Gediehlen en Fragmenten. Deell. Gent 1893, p.

191-202.

15 Maer die mijn herle hee/i gewont I Dier willie eer bidden genade lAy, ionevruuwe, en dunke u niet te spadel Ie wille geme almine mesdadel Bell'en na ulI'es selves radel ed. De Vreese, 15-19, p. 65.

Maer eerie iet daer a/beghillnel Willie der liever, die ie minne/OetJlJoedelike bidden ghenadel Ay, en dueht u niet te spadel Ie wille gemealmine l1Iesdadel Beteren, na uus ze!js radel ed. Blommaert,

123-129, p. 5.

16 Ook in de officiele medische literatuur onderkent men het mogelijk provocerende karaktervan het onderwerp en acht men zich genoodzaakt zijn goede bedoelingen te demonstreren. Vergelijk Daems, W.F. Boec van medicinen in dietsche. Een middelnederlandse compilatie van medisch- farmaceutische literatuur. Leiden 1967. diss. R.U. Leiden: Want vrouwen vele crancker sijn dan die manne van naluren, ende die vrouwen in haerre dracht menighen anxt ende noet liden, daer om hebben si menigherhande ziechede. Ende sfmderlinghe bi dien leden, die die naluur ler drachlen ghevoecht heefi ende hem die ziecheit in hemeliken leden aencoeml, dat si van scaemten gheen me),ster ontdecken en darren. Daer om heefi mi ont/armt haer scamelheyt, dat ic hebbe ghemaect een buel' allen vrouwen mede te helpen in haren ziecheden. hoofdstuk 141, p. 179.

Deze zelfde opmerking geeft Der mannen ende vrouwen heimelijcheit in de verzen 1020-1040, ter- wijl een nog duidelijker excuus te vinden is in de Pseudo- Trowla, Kopenhagen, K.B., GKS 1657:

A lien vrouwen ende Jof/rouwen die dit lesen selen oft hoeren biddic dat sij my niet en willen vloe- ken noch in enegher manieren begripen want dit Secreet niet en es gheordeneert noch ghemaect tot harer scanden maer ten orbore ende pro/ijte van allen vrouwen die des te doen selen hebben ofi mughen in wat manieren dat sijn sal. Geciteerd naar Bibliutheca Neerlandica Manuscripta, tref- woord "heimelijcheit".

17 Vert. Hier eindigt het geheim van de vrouw.

18 Het veranderen van klinkers in de eerstvolgende medeklinker was het meest gebruikelijke ge- heimschrift in de middeleeuwen. V gl. Reusens Elements de Pateographie. Bruxelles 1963. reprint Louvain 1899, p. 161-163.

19 Een anoniem geschrift; in de middeleeuwen ten onrechte aan Albert us Magnus toegeschreven. H ij- zelf wordt daarin een paar keer als auctoritas geciteerd.

20 Ed. Nap. de Pauw. Vgl. ook Boec van medicinen:daerom heefi dienawur-om diehe{{e tehouden staende - die vrouwen tallen maenden een re)'nieheit betekent te hebben bij eenre vloet, diem en

(13)

Der vrouwen heimlicheid 551

heel menSlruum of, inf ghemene bloell7en. Wanf gelije dal die boell/e sonder bloell7en geen vruehl en winnen, alsoe werden die vrouwen beroe/i van/werre drachl, als si sonder purgac), sijn. hoofd- stuk 142, p. 180. Overigens vertonen de hoofdstukken 141-143 van het Boec vanll7edicinen een frap- pante gelijkenis met de verzen 1020-\095 van Der l11annen ende vrouwen heil11elijc:heit.

21 Een verloren gegaan fragment, waarvan aileen een afschrift is bewaard gebleven. Het is door Nap.

de Pauw tegelijk met het Brusselse fragment van een Physiologus uitgegeven.

22 Tegenwoordig heet het Uedem. Zie; Oesterley, H. Historisch-geographischer Worterbuch des DeUlschen Miffelaifers. Aalen 1962, p. 702.

22aDeze suggestie danken 'we aan Bob Stumpel, kandidaat-assistent middeleeuwen IvN.

23 Hoffmann Fallerslebensis, H. Horae Belgicae. Pars prima. Yratislaviae 1830, p. 120-122.

24 Sanderus. BibliOfheca Belgic:a ManuscripfO. T. I, p. 286. Bruxellis 1972, reprint 1641.

25 De drie teksten, die na het tractaat Der vrouwen heill7licheidvolgen, zijn eveneens door Ph. Blom- maert uitgegeven in Oudvlaemsche gedicl1fen der XI/e, XI//e en XI Ve eeuwen. Deel2. Gent 1841.

p. 60-64.

26 Hoffman von Fallersleben, o.c. p. 121.

27 .. Voc:abula, ul ghenOfen (caire), vede (Ie ViI), mile (id.), el sill/ilia palrialJl poelae signi/icanf, Bra- banfiam el Flandriam." o.c. p. 121

28 Beschrijving in: Degering, Hermann. Kurzes Verzeiehnis der Germanisehen Handsc:hri/ien der Preussisehen Slaafsbibliolhek. T. 3. Leipzig 1932, S. 61.

29 Onze hartelijke dank gaat uit naar dr. Peter Jorg Becker die ons op zeer korte termijn enke!e loto- kopieen en microfilm toezond, waardoor wij in staat waren de tekst te identificeren en een aantal vragen te beantwoorden.

30 Wij houden het voorzeer goed mogelijk dat het archetype 24 regelsop een bladzijde had. Ygl. Duin- hoven, A. M. De verdwaalde verzen in de Theophilus. TNTL 85 (1969), p. 81-104. Duinhoven ver- klaart het verdwalen van de 54 verzen door ervan uit te gaan dat ze op I blad stonden, d.w.z. 27 (3 x 3 x 3) op I bladzijde. Het getal 3 functioneert heel duidelijk binnen die tekst.

31 Wij vragen ons af aan wie de 'verstoorde' volgorde te wijten is, aan de kopiist of aan de legger. De vertaling is getrouw en geeft in een aantal gevallen een betere lezing dan het Gentse handschrift. De kopiist was echter niet deskundig blijkens verschrijvingen als I1wlerie voor malrix.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op grond hiervan meent de Orde te mogen stellen, dat zij - werkend naar haar beste weten en kunnen, voor zichzelf zowel als voor anderen - het recht heeft zich te noemen: één der

Waar de keus staat tussen helemaal niet vechten en ten onder gaan en vechten en het kwaad hebben, dan zullen de meeste mensen vechten kiezen, omdat ze nog steeds denken dat

In huisvestingssystemen met dieren op strooisel (en productie van vaste mest) wordt nog maar circa 85% van het totale N-verlies door ammonialc veroorzaakt. Van-

Another group member said, “The lecturer expected a lot from the students to come up with the best ideas possible.” One student mentioned that the lecturer was engaging and

In tabel 17 staan de resultaten van de scenarioanalyses zoals uitgevoerd voor Nederland. De aanvrager heeft grotendeels dezelfde analyses uitgevoerd voor België, alleen de

PRECISIESPUIT IN TOMATEN OP SIDE CROP VIEWER Voor de bestrijding van Botrytis in tomaten is een precisie spuit ontwikkeld opgebouwd op een autonoom. bewegende

Gleich zu Beginn seines bekannten Essays formuliert Berlin Sätze, die denen Evgeny Morozovs, und so auf bemerkenswer- te Weise solchen aus Netzkritik-Debatten, ähneln: „Wo

When trying to give meaning to what a sustainable building actually means, most aspects mentioned by the real estate evaluators are related to the design and