• No results found

Waar ken ik u van?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Waar ken ik u van?"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Galerie LUMC

Dagelijks open van 8.00 tot 20.00 uur

Bezoekadres: Albinusdreef 2, Leiden • Telefoon 071-526 31 78 E-mail: kunstzaken@lumc.nl - www.lumc.nl/galerie

Marie Aly, Erzsébet Baerveldt, Hans Broek, Andrew Gilbert, Bernard Heesen,

Michelle McKeown en Hidenori Mitsue Galerie LUMC - 25 april t/m 23 juni 2013

Waar ken ik u van?

(2)

Het verleden is cool. Je hoeft de krant maar open te slaan en de historiser- ende foto’s stralen je tegemoet: recent in NRC Handelsblad het mooie portret van schrijver Arthur Japin met bontkraag - net Erasmus - van F. Franciscus, als eer- betoon aan de Vlaamse ‘primitief’ Hans Memling.

Wat te zeggen van de kostbare onderne- ming in 2011 van Erwin Olaf om, in op- dracht van Museum De Lakenhal en de Universiteits Bibliotheek Leiden, een fotografische versie van een ‘3 October Memorietafel’ te ensceneren ter herdenk- ing van het beleg en ontzet van Leiden in 1574; dat was ter viering van het 125-jarig bestaan van de Historische Vereniging Oud Leiden die meer dan 2000 leden telt! Geschiedenis is cool, getuige ook de massale populariteit van historische kostuumfilms en docudrama’s op tv.

De maakbaarheid van het verleden Vooral in de 19de eeuw zocht en vond men in het verleden de gewenste identiteit voor de op te bouwen Hollandse natie- staat. Onze Gouden Eeuw, ‘Het land van Rembrandt’ werd hèt voorbeeld voor de protestantse natie; de middeleeuwse go- tiek werd inspiratiebron voor de katholieke revival. In de kunsten werd de neiging om voor alles historische voorbeelden te gebruiken meteen zichtbaar. Na dit wijdverspreide historisme – denk aan het neogotische Rijksmuseumgebouw en de discussie erover toen en nu – is in de 20ste eeuw steeds met nieuw elan begonnen met revolutionaire bewegingen in de kunsten. Impressionisme, Expres- sionisme, Fauvisme, Kubisme, Futurisme, De Stijl, Constructivisme en, na WO II, Abstract Expressionisme, CoBrA, Mini-

mal Art: telkens weer gepassioneerde inzet van grote kunstenaars om nieuwe ideeën, vormen en kleuren te ontwikkelen voor een nieuwe (betere) toekomst; in één woord: modernisme. Weg met het oude, leve de toekomst!

De maakbaarheid daarvan lag in onze ei- gen handen, dachten we. Totdat de eerste oliecrises in het begin van de jaren ’70 ons ook de eindigheid der dingen lieten zien.

‘Morgen’ bleek en blijkt afhankelijk van wat we vandaag doen of nalaten. Hoog tijd de aandacht te richten op het heden, het nu en onze eigen positie daarin. Het post- moderne denken neemt dan een aanvang.

De utopie heeft zijn langste tijd gehad.

Persoonlijk expressionisme

Een van de gevolgen is dat, globaal gezien vanaf de jaren ’80, de kunstenaar zijn blik naar binnen richt, wat vele persoon- lijke expressionismes oplevert. Marlene Dumas, René Daniëls en Henk Visch behoren in ons land tot de eersten. Zij zoeken niet meer naar nieuwe stijlen en vormen, maar concentreren zich op hun eigen kunstenaarschap, hun eigen posi- tie in de kunstgeschiedenis, hun eigen commentaar op de gebeurtenissen hier en nu, hun persoonlijke geschiedenis.

Met het heden wordt ook het verleden herontdekt als conceptuele ruimte en oneindige bron van kennis, beeld- (en geluids)materiaal en inspiratie. De bereik- baarheid van steeds grotere databanken op internet speelt daarbij een belangrijke rol.

20e eeuw: herontdekking van het verleden

In tegenstelling tot het 19de-eeuwse his-

torisme is er bij de herontdekking van Bill Viola, The Greeting , video- en geluidin- stallatie, beeld 282x241,3 cm, ed. 5/5, 1995 Jacopo Pontormo, Visitazione, Chiesa

Parrocchiale, Carmignano, Florence het verleden in de avond van de 20ste eeuw nauwelijks sprake van verheerlijk- ing van of nostalgie naar ‘toen’. Vooral de eerste ‘generatie’ van deze postmoderne kunstenaars in Nederland brengt veeleer cultuurkritische kanttekeningen in beeld:

de maakbaarheid van het verleden of wat daarvan is overgeleverd blijkt een fasci- nerend concept.

Minder cultuurkritisch maar wel typerend voor dit nieuwe, ook internationaal ge- worteld historisme en bovendien groots en meeslepend is Bill Viola’s beroemde video-enscenering uit 1995 van de Visita- tie – Maria en Elisabeth ontmoeten elkaar buiten de poort van Jeruzalem, beiden zwanger van respectievelijk Jezus en Johannes de Doper. Letterlijk voorbeeld is het indrukwekkende schilderij van Ja- copo Pontormo van 1528/9 dat zich in de

parochiekerk van Carmignano (boven Flo- rence) bevindt. Viola maakt ons opnieuw getuige van de heilige ontmoeting, dit maal vertraagd opgenomen, als meer dan mansgrote videoprojectie in een mu- seale setting – te zien in museum De Pont in Tilburg - en in een ruimere oplage!

Waar ken ik u van?

De internationaal samengestelde tentoon- stelling ‘Waar ken ik u van?’ in Galerie LUMC laat zien dat de hierboven geschet- ste, kritische aandacht voor het verleden geen eendagsvlieg is gebleken. ‘We her- kennen de portretten en taferelen, die als iconen in ons collectieve geheugen zijn gegrift, maar de manier waarop de kun- stenaars de beelden interpreteren en verbeelden, roept ook verwondering en

(3)

Erzsébet Baerveldt, Groene leeuw I, brons, 115 x 200 x 50 cm., 2000

Erzsébet Baerveldt, Bruine leeuw II, brons, 115 x 200 x 50 cm., 2000

vervreemding op. Door humor en toevoe- ging van ludieke details, wordt soms de grootsheid van het verleden gerelativeerd.

De tentoonstelling sluit aan bij actuele gebeurtenissen zoals de inhuldiging van koning Willem Alexander en de inwijding van de nieuwe paus. Koning en paus, iconen uit ons verleden, leven voort.’ Aldus Sandrine van Noort, adviseur Kunstzaken van het LUMC en curator van deze ten- toonstelling.

Er wordt een beroep gedaan op ons cul- turele geheugen. Maar hoe collectief is dat? Of is dat geheugen inmiddels gefrag- menteerd door de individualisering en de steeds snellere opeenvolging van modes en trends zodat het publiek in talloze klei- nere groepen is opgedeeld met elk een

eigen stijl en bijbehorende iconen? Wie herkent wat?

Zeven kunstenaars laten zien dat het verleden zinvolle handvatten geeft aan hun verbeelding en aan de kijker die zich afvraagt: ‘Heb ik u eerder gezien?’

Identificatie met historische beelden De twee bronzen Sfinxen maakte Erzsé- bet Baerveldt (Nijmegen,1968) in 2000.

Zij boetseerde de half leeuw - half vrouw- figuren in klei, de een liggend in wat ik de Egyptische traditie noem maar met open handen, de ander zittend zoals in de vooral Griekse beeld-overlevering. Beide mythische wezens gaf zij wijde mouwen, mensenhanden en een mensengezicht,

San Fernando Valley, Mulholland Drive, olieverf op doek, 60 x 100 cm, 2005 voor kenners herkenbaar als haar zelf-

portret.

Zoals zij ook eerder deed met de his- torische gravin Erzsébet Bátori – de kun- stenaar veranderde officieel haar naam en liet haar haarlijn aanpassen overeen- komstig met die van de 16de-eeuwse Hongaarse, bekend als ‘de bloedgravin’

- identificeert Erzsébet Baerveldt zich met haar onderwerp: zij wórdt de sfinx, gebiologeerd als de kunstenaar is door de grootse voorbeelden van beeldhouwkunst die het mogelijk maakt mythische dimen- sies zichtbaar te maken. De opvallende combinatie van brons met de aluminium open handen bij de ‘Egyptische’ heeft ook inhoudelijke betekenis, afgezien van de visuele verrassing. Aluminium is een ele- ment, licht in kleur en gewicht en staat in contrast met de samengestelde aard van het zware brons. Zij onderstreept er eveneens mee dat, hoe ‘realistisch’ de

beelden ook ogen, de ware betekenis ligt in de mystiek van het menselijk vermogen tot verbeelden van het nog nooit geziene.

In de natte klei graveerde Baerveldt alche- mistische tekens verwijzend naar de cryp- tische vragen van het mythische wezen, dat zij tegelijkertijd door de ‘menselijke’

maat en de persoonlijke trekken tastbaar dichtbij brengt

Van koele landschappen naar sen- sueel verhaal

Hans Broek (Veenendaal.1965) leeft al ruim 15 jaar in Amerika. Als hij na onge- veer tien jaar in 2005 van Los Angeles naar New York verhuist, laat hij ook in zijn werk het hier en nu van het grootse en koele ‘hard edge’ landschap met zijn scherpe contouren van bebouwing en begroeiing, zo herkenbaar voor de West Coast, achter zich.

(4)

Andrew Gilbert, Andrew on holiday in Afghanistan (The Black watch regiment), aquarel, acylverf en pen op papier, 70 x 100 cm., 2010

geschiedenis, waarvoor hij kennelijk in menig opzicht plaatsvervangende schaamte voelt. Vooral het machtsvertoon heeft zijn kritische aandacht of het nu gaat om de – in Parijs - vaak vernoemde, roem- ruchte slag bij Austerlitz (1805) waarin Keizer Napoleon de Oostenrijkse en Rus- sische legers versloeg of Britse koloniale

‘heldendaden’ in Afrika of India, Andrew Gilbert stelt feilloos en niet zonder humor het pronkzuchtige uiterlijk machtsvertoon – de kleurige uniformen der soldaten en de gepluimde helmen - ‘aan de kaak’ in zijn cartooneske werken.

Deze geschilderde spotprenten staan in groot contrast met de heroïek die in de

‘officiële’ 19de-eeuwse iconen van de

geschiedenis tot uitdrukking komt, onze

‘roemruchte’ geschiedenis, trots van Europa.

“I want to describe a certain feeling, which creeps over me when visiting Euro- pean museums,” zegt Gilbert ergens. Niet zonder cynisme neemt hij – nu de macht van West Europa aan betekenis inboet – het 19de- eeuwse superioriteitsgevoel met alle gevolgen van dien op de hak.

Door zijn vrije associëren en absurdis- tische combinaties laat hij zien hoe het in kleurige uniformen verpakte geweld in wezen niet veel verschilt van de oor- logsattributen van ‘primitieve’ stammen of zelfs van het venijn van de modieuze stilettohak.

Iconische waarden

De Japanse kunstenaar Hidenori Mitsue (Himeji, 1969) leeft en werkt in Neder- land en is gefascineerd door de iconische verbeelding van de Europese (kunst)- geschiedenis. In zijn ‘ode’ aan het ‘Delfts Blauw’ reconstrueert hij met op het eerste gezicht abstracte middelen iconis- che voorstellingen.

Recenter richt hij zich zonder mono- chroom blauwe tussenkomst direct op de elegante, heroïsche thema’s uit de 18de eeuw. Zo herschilderde hij in 2012 portretten van August de Sterke, vorstelijk te paard, Lodewijk Napoleon Bonaparte (korte tijd koning van Holland), maar ook een portret van de kleine, deftige Michiel Pompe van Slingerlandt , compleet met valk en hondje.

Ook de Nederlandse schilderkunst uit de Gouden Eeuw heeft hem als ‘iconisch’

getroffen, getuige zijn winterlandschap met schaatsers naar Averkamps voor- Hans Broek, scetch for ‘Advance’ uit de serie Delacroix makes a movie, olieverf op doek, 2011

Hij introduceert dan in zijn werk niet alleen menselijke figuren maar voegt een nieuwe verhalende dimensie toe, waar- voor hij de conceptuele ruimte van het verleden als bron gebruikt. Hij schildert verhalen uit de geschiedenis die al via de filmindustrie hun eerste revival kenden.

Hij maakt nieuwe scenario’s als om aan de vluchtigheid van het bewegende (film) beeld te ontkomen, getuige titels als Varia- tions on Barry Lyndon of Delacroix makes a movie. In Superiority, ‘installeerde’ hij in het Stedelijk Museum Den Bosch in 2010 een groep schilderijen die tezamen zijn eigen verhaal verbeelden dat hij herkende in Stanley Kubrick’s film Eyes wide shut dat zelf o.a. geïnspireerd was door schil- derijen en schetsen van Gustav Klimt.

Broek paart zijn persoonlijke herinner- ing enerzijds aan collectieve (film)-

geschiedenis en mythologie, waarvan talloze beeldfragmenten mede dankzij internet en Wikipedia volop beschikbaar zijn. Met zijn fantasie en virtuoze, sensuele schildertechniek stapelt hij zijn eigen ‘ver- haal’ op de toch al gelaagde filmbeelden van een vermeende werkelijkheid. Zo ontstaat een weliswaar herkenbaar (droom)beeld, maar met onbereikbare verten. Those were the days?

Politiek correcte spot

Veel minder romantisch is geschiedenis voor Andrew Gilbert (Edinburgh, 1980).

Het verleden is eerder een rijke bron voor zijn visuele commentaar, maar dan in de traditie van de spotprent. Hij legt een voorkeur aan de dag voor onderwerpen uit de Europese (lees Britse) politieke

(5)

Marie Aly, atelier met links Bonny, 2012;

midden: Lagonegro, 2012

Michelle McKeown, Madre Diosa, Nymphal- lis Antiopa (Mourning Cloak), olieverf op doek, 70 x 130 cm, 2010

aanwinsten tentoonstelling van Galerie LUMC: ‘En daar hangt de kop van de zanger Willy DeVille – dat kan niet missen.

Hij is het, ook al is hij niet meer.’ Herken- ning biedt troost. Maar hoe collectief is ons collectieve geheugen? Voor mij is de zanger nu pas beroemd geworden!

Het schilderkunstig proces moet wel volgens een vooraf bepaald scenario verlopen, want het beeld is vrijwel geheel terug te ‘lezen’ doordat Marie Aly de vaak transparante kleuren laag over laag zet.

De kleurvormen die zo ontstaan zet zij zonder overgangen ‘hard’ tegen elkaar aan, hetgeen het ‘primitief’ iconische effect versterkt. Zij verstaat de kunst niet karikaturaal te worden.

Mysterieuze iconen met heroïsche al- lure

De website van de van oorsprong Ierse Michelle McKeown (N. Ierland, 1979) opent met The Seeress uit 2013: de zieneres staat afgebeeld tegen een sterrenhemel, met hennarode krulpruik, goudzwarte kraag en grote goudgele pof- mouwen, aan de pols afgezet met kant.

Hoewel het kostuum vrij geïnterpreteerd

is en historisch niet correct is weerge- geven, is de associatie met 16de-eeuwse, koninklijke kringen, meer in het bijzonder met Elisabeth I, onontkoombaar. Haar rechterhand rust op een deel van een kristallen bol, in haar linker hand houdt zij een soort plumeau. De ‘bijna symmetrie’

valt op, evenals het accent op de 2-di- mensionale patronen.

The Seeress hoort bij een groep portretten van vrouwenfiguren in historische kos-

Hidenori Mitsue, The Floating Feather, olieverf op doek, 160 x 120 cm, 2012

Marie Aly, Der Fürst, olieverf op doek, 60 x 50 cm., 2011

beeld of de herschepping van de Honde- coeter’s pelikaan uit het Rijksmuseum, zoals hier afgebeeld.

Tegen een vaag gehouden achtergrond

‘boetseert’ hij zijn onderwerp met losse toets, de natte verf soms ook spetterend in actie, maar altijd trefzeker. Het is alsof hij met de camera inzoomt op de details van de stofuitdrukking die van dichtbij verf blijkt te zijn. Dit ‘inzoomen’ geeft een ruimtelijk effect dat hij nog versterkt door toevoeging van de slagschaduw veroorzaakt door een afwezige lichtbron. De geleende heroïek blijft overeind door zijn heroïsch gevecht met de verf dat hij altijd wint.

Historisch primitivisme

Marie Aly (Berlijn, 1980) volgde vanaf 2001 een waarlijk Europese opleiding:

achtereenvolgens in Hamburg, Dresden, Barcelona, Parijs, Dresden en Amster- dam (2008-2010 bij de Ateliers). Histo- riserende, iconische portretten schildert zij, maar dan ‘primitief’, in de betekenis van de Vlaamse primitieven of de vroege Italiaanse Renaissance portretten, getuige een portret van Lorenzo Lippi zelf uit 2010.

De frisheid hiervan combineert zij met een naïeve stijl die meer doet denken aan de schilderkunst van Henri Rousseau, Le Douanier (1844-1910).

Haar schilderkunstige vrijheid is eclec- tisch wat stijl betreft – zij ontleent ele- menten uit allerlei cultuurperioden – maar ook haar onderwerpen behelzen zowel actuele als historiserende thema’s. De ge- schilderde figuren appelleren in de verte maar onmiskenbaar aan een collectief geheugen zoals blijkt uit een fragment uit een bericht uit het Leidsch Dagblad van 23-2-2013 naar aanleiding van de recente

(6)

Bernard Heesen, Etagère, glas, 2013 tuums, getiteld The realm of the moth-

ers. Door bijzondere patronen, technieken en symmetrie maar ook door gebruik te maken van iconische, historische voor- beelden die in ons collectieve geheugen zijn gebrand, weet zij de verschijnings- vormen zo te bewerken dat ze de his- torische individualiteit ontstijgen en tot mysterieuze iconen worden met behoud van de heroïsche allure.

Barokke pracht

‘Encyclopaedische gewrochten’ noemt Bernard Heesen (Leerdam 1958) zijn groep glaswerken waarvoor hij voor- beelden vond in talloze historische hand- boeken en verzamelwerken.

Het gaat hem niet om exacte kopieën van de originelen. Eerder de rijke fan- tasie en versierdrift van zijn voor- lopers geven voer aan zijn eigen fantasie in de glaskunst en aan zijn virtuoze beheersing van het materiaal die hem letterlijk met de paplepel is ingegoten.

Sedert 1995 zwaait hij de scepter over de glasblazerij De Oude Horn die in 1977 werd opgericht door zijn vader Willem.

De vrijheid waarmee hij verschillende onderdelen op elkaar stapelt en ‘oneigen- lijke’ elementen combineert tot barokke, veelkleurige of juist waterwitte construc- ties en elegante bokalen grenst aan anar- chie. Wat het ‘gewrocht’ bijeenhoudt is de glastraditie zelf die hij wel naar eigen hand zet.

De 20ste eeuw is waarlijk voorbij!

April, 2013

Jetteke Bolten-Rempt Kunsthistoricus

Met dank aan de volgende galeries voor hun medewerking aan deze tentoonstel- ling:

Tegenboschvanvreden, Amsterdam (Marie Aly)

Galerie Gerhard Hofland, Amsterdam (Hans Broek)

Galerie Jaap Sleper, Utrecht (Hidenori Mitsue)

Galerie Justin ten Haaf, Amsterdam (Andrew Gilbert)

Marian Cramer, Amsterdam (Michelle McKeown)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Vogelaar krijgt veel bezoek van andere scholen die willen weten hoe het komt dat alle leerlingen van deze school bovenge- middeld scoren.. Hendriks wil

Je bent als huisdier bezitter volgens de Wet Dieren verplicht om de juiste verzorging, voeding, huis vesting en medische zorg te bieden.. Wanneer je dit niet kan bieden aan

Het liftbord wordt door middel van een kabel vanaf het "gemeenschappelijk"-bord.. De schetsen van de verschillende uitrustingen, buisleidingen, kokers, enz... opgegeven

Voor een westers iemand kan dat zijn: “Ik wil niet bedlegerig zijn, iets kunnen doen, hobby’s kunnen uitoefenen, naar buiten kunnen gaan.” Terwijl een patiënt met

‘Wanneer er nu nieuwe iepen worden geplant, bijvoorbeeld in een nieuwbouwomgeving, is dat vaak een nieuwere soort, niet geënt en resistent tegen de iepenziekte. Niet alle

De verschillende uitvoerings– en detailplannen van de installatie of onderdelen ervan vóór uitvoering (in drievoud). De leveringen van plannen en documenten van

Niet veel later ging ik weer naar buiten om dezelfde straten voor een tweede keer te doorzoeken, om niet veel later terug naar huis te gaan in de hoop dat Piet nu wel thuis zou

Gedurende de 19de eeuw werden dan ook veel initiatieven genomen om vaccinatie te veralgemenen, maar pas in 1911 werd een nieuwe wet voor- gesteld in België (doch niet goedgekeurd