• No results found

HERMES PENSIOENFONDS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "HERMES PENSIOENFONDS"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jaarverslag per 31 december 2010

HERMES

PENSIOENFONDS

Belgisch Pensioenfonds

Geen enkele inschrijving mag worden aanvaard op basis van dit verslag. Inschrijvingen zijn slechts geldig als ze worden uitgevoerd op basis van het huidige uitgifteprospectus, samen met het recentste jaarverslag en recentste halfjaarverslag als dat recenter is dan het jaarverslag.

(2)

INHOUDSOPGAVE

1 Organisatie van het pensioenfonds ...3

2 Beheersverslag van het pensioenfonds ...4

2.1 Lanceringsdatum van het pensioenfonds ... 4

2.2 Informatie aan de aandeelhouders ... 4

2.3 Algemeen overzicht van de markten ... 4

2.4 Verslag van de commissaris, erkende revisor ... 8

2.5 Krachtlijnen van het beleggingsbeleid ... 10

2.6 Benchmark ... 10

2.7 Tijdens het boekjaar gevoerd beleid ... 10

2.8 Toekomstig beleid ... 10

2.9 Risicoklasse ... 11

2.10Resultaatverwerking ... 11

3 Balans ... 12

4 Resultatenrekening ... 14

5 Samenvatting van de waarderingsregels ... 16

5.1 Samenvatting van de regels ... 16

5.2 Wisselkoersen ... 17

6 Samenstelling van de activa en kerncijfers ... 18

6.1 Samenstelling van de activa op 31/12/10 ... 18

6.2 Wijzigingen in de samenstelling van de activa van het Hermes Pensioenfonds ... 20

6.3 Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto- inventariswaarde ... 21

6.4 Returns ... 22

6.5 Kosten ... 22

6.6 Toelichting bij de financiële staten ... 23

(3)

1 Organisatie van het pensioenfonds

Maatschappelijke zetel

Jan Van Rijswijcklaan 178 te 2020 Antwerpen Oprichtingsdatum

13 februari 1987 Type van beheer

beheervennootschap

Capfi Delen Asset Management nv, Jan Van Rijswijcklaan 178 2020 Antwerpen Raad van Bestuur

Dhr.Jacques Delen, voorzitter Dhr.Paul De Winter, bestuurder Dhr.Thierry Maertens, bestuurder

Dhr.Michel Vandenkerckhove, effectieve leider Dhr.Patrick François, effectieve leider

Dhr.Antoine de Séjournet de Rameignies, bestuurder Dhr.Philippe de Spirlet, bestuurder

Dhr.Christian Callens, bestuurder Mevr.Monique Leys, bestuurder Dhr.Gregory Swolfs, effectieve leider Dhr.Chris Bruynseels, effectieve leider

Commissaris : Ernst&Young Bedrijfsrevisoren bcbva, vertegenwoordigd door dhr Pierre Vanderbeek

Commissaris, erkende revisor

KPMG, Prins Boudewijnlaan 24 D te 2550 Antwerpen – vertegenwoordigd door Dhr. E.

Clinck.

Financiële groep die de beleggingsvennootschap promoot

Capfi Delen Asset Management nv, Jan Van Rijswijcklaan 178 te 2020 Antwerpen Subdelegatie

Bank Delen N.V., Jan Van Rijswijcklaan 184 te 2020 Antwerpen Bewaarder

Bank Delen N.V., Jan Van Rijswijcklaan 184 te 2020 Antwerpen Financieel portefeuillebeheer

Capfi Delen Asset Management nv, Jan Van Rijswijcklaan 178 te 2020 Antwerpen Administratief en boekhoudkundig beheer

Capfi Delen Asset Management nv, Jan Van Rijswijcklaan 178 te 2020 Antwerpen Financiële dienst

Bank Delen N.V., Jan Van Rijswijcklaan 184 te 2020 Antwerpen Distributeurs

Bank Delen N.V., Jan Van Rijswijcklaan 184 te 2020 Antwerpen Bank J.Van Breda & Co N.V., Ledeganckkaai 7 te 2000 Antwerpen

(4)

2 Beheersverslag van het pensioenfonds 2.1 Lanceringsdatum van het pensioenfonds

Het pensioenfonds werd gestart op 13 februari 1987.

2.2 Informatie aan de aandeelhouders

Hermes Pensioenfonds is een Belgisch gemeenschappelijk beleggingsfonds dat opgericht werd op 13 februari 1987 voor een onbeperkte duur met het oog op het pensioensparen en door de Minister van Financiën erkend op 21 februari 1987. Het Hermes Pensioenfonds wordt beheerd door de naamloze vennootschap “Capfi Delen AM S.A.”, Jan Van Rijswijcklaan 178 te 2020 Antwerpen.

De uitgifteprospectus, het beheersreglement, de halfjaarlijkse verslagen en jaarverslagen zijn verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de beheersvennootschap.

De netto-inventariswaarde, de emissieprijs en de terugbetalingprijs zowel alle berichten aan de houders van de deelbewijzen worden bekendgemaakt in twee Belgische dagbladen zijnde “De Financieel Economische Tijd” en “L’Echo”. Deze gegevens zijn eveneens verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de vennootschap.

2.3 Algemeen overzicht van de markten

Economische context Verenigde Staten

We stelden ons tot eind vorig jaar de vraag of de economie zonder overheidsstimuli op eigen benen kon blijven staan. Men nam in de VS echter het zekere voor het onzekere en bleef dus verder stimuleren om de economie verder op gang te helpen. Dit zorgde ervoor dat we optimistischer werden over de kortetermijnvooruitzichten voor de economie maar pessimistischer over de langetermijnvooruitzichten van de overheidsfinanciën.

De cijferstroom uit de huizenmarkt wijst nog steeds op een fel verzwakte vraag. Aangezien de voorraad aan onverkochte woningen nog steeds op een hoog niveau staat en het hoge tempo van inbeslagnames door banken aanhoudt ziet het er naar uit dat we nog verschillende kwartalen gaan kennen van overaanbod en dus prijsdruk.

Tegen de huidige vraag komt de voorraad aan onverkochte woningen overeen met ca. 8 maanden vraag terwijl 6 maanden eerder als normaal wordt aanzien (een niveau dat we niet meer hebben gezien sinds maart ’06). Met een stabiele werkloosheidsgraad van 9% (dat louter om technische redenen daalde begin 2011) ziet het er niet naar uit dat de terugbetalingscapaciteit van kredietnemers zal toenemen dus ook langs deze zijde valt geen verbetering te verwachten. Het feit dat de Case Shiller index (de index die het prijsniveau meet van de Amerikaanse huizenmarkt) al vanaf maart 2009 aan het uitbodemen is biedt weinig soelaas.

De consensusvisie is dat de werkloosheid slechts langzaam zal dalen en zich slechts binnen enkele jaren opnieuw op een niveau van ca. 5% zal bevinden. Dit zal samen met de noodzaak om de torenhoge consumentenschulden af te bouwen leiden tot druk op de groei.

(5)

Op korte termijn zien we een verderzetting van de sterke expansieve politiek (waardoor er à rato van 100 miljard USD per maand geld wordt gepompt in de economie) zonder dat dit inflatoire spanningen teweeg zal brengen (op dit ogenblik zijn de inflatieverwachtingen genormaliseerd). Er wordt niet meer gesproken over een exitstrategie terwijl de uitgaven op een hoog niveau blijven.

Europa

De markten gaven geleidelijk aan sterkere signalen dat er grenzen zijn aan de mate waarin ze bereid zijn de uitgaven van de overheden te financieren. Met dubbelcijferige begrotingstekorten en overheidsschulden die in steeds meer gevallen het BBP overschrijden wordt steeds meer duidelijk dat de terugbetalingscapaciteit van overheden verslechtert. De overheidsreacties winnen slechts mondjesmaat aan daadkracht en coördinatie naar aloude Europese traditie. De markten zijn echter voldoende gekalmeerd om zich daar op dit ogenblik minder zorgen in te maken.

Griekenland blijft afgesneden van de markten en Ierland heeft zich hier nu bij aangesloten.

Portugal kon tegen nipt aanvaardbare voorwaarden een deel van zijn schulden doorrollen terwijl het ergste gevaar voor Spanje geweken lijkt. De jarenlange saneringen van de begrotingen zullen onvermijdelijk een impact op de groei hebben wat we nu al duidelijk zien in Ierland en Griekenland. Voor de ECB is het dansen op een slappe koord om via obligatie-aankopen de markten te kalmeren terwijl de Europese leiders werken aan een tijdelijk en permanent reddingsmechanisme (resp. de European Financial Stability Facility EFSF & het European Stability Mechanism ESM).

Verenigd Koninkrijk

Na de verkiezingen, die uitzonderlijk leidden tot 2 regeringspartijen, werden gradueel steeds sterkere besparingsplannen aangekondigd. Daarmee werd de speculatie over het verlies van de gekoesterde AAA-rating de kop ingedrukt. De vrees voor deflatie lijkt weg te ebben en plaats te maken voor inflatievrees (en met een inflatie van 3,7% komt de BoE steeds meer onder druk om te verstrakken). Het gat in de begroting (goed voor 11,5% van het BBP) wordt vooral dichtgereden via een combinatie van besparingsmaatregelen (o.a. lonen van ambtenaren) en particuliere belastingen (de verhoging van de BTW en de belasting op de grote vermogens). De vennootschapsbelasting werd daarentegen (verrassend) verlaagd.

Oost Europa

De groei blijft ondermaats voor deze regio hoewel duidelijk wordt dat sommige landen de crisis vermoedelijk versterkt zullen doorkomen. Hongarije blijft afhankelijk van de steun van het IMF en het is in die situatie onrustwekkend dat men steeds weigerachtiger is om strenge besparingsmaatregelen te aanvaarden.

Tsjechië kende een opmerkelijk herstel na een steile correctie. De vraag is in hoeverre dit herstel duurzaam is. Polen bleef sterk doorheen de crisis en kent nu ook een mooi herstel met een BBP-groei van 3,8% (maar de werkloosheid blijft wel op een hoog niveau van 12,3%).

Japan

Japan heeft de twijfelachtige eer dat het recordhouder is op vlak van overheidsschulden.

Gedurende de crisis steeg deze tot boven 200% van het BBP wat een voortdurende rem zal plaatsen op de toekomstige groei. Het deflatiespook blijft rondwaren.

Verre Oosten (excl. Japan)

Na een beresterk eerste kwartaal moest China ingrijpen om de groei wat af te remmen. Zij deed dit krachtdadig door de vastgoedsector strenger te reguleren (de prijzen kenden een te sterke klim om gezond te zijn), de kredietgroei af te remmen (vooral leningen aan lokale overheden blijken een dubieus karakter te hebben) en de deur opnieuw op een kier te zetten voor een opwaardering van de renminbi. We geloven nog steeds dat de genomen maatregelen

(6)

effectief zullen blijken en China op een duurzaam groeipad houden. Ondertussen blijkt het inflatiebeest wel moeilijk tembaar en de financiële markten reageren hier zenuwachtig op.

India blijft problemen hebben om de inflatie (momenteel hoger dan 8%) onder controle te krijgen met de stijging van heel wat voedingsprijzen. De groei blijft onverminderd sterk (de laatste cijfers wijzen op een groei van meer dan 12%) maar met de noodzaak om de rentevoeten te verhogen zou deze onder druk kunnen komen. In 2011 is de nationale index om deze reden al gedaald met 13%. Samen met China verzekeren zij een sterke vraag naar infrastructuurwerken over de volgende jaren en misschien zelfs decennia.

Monetair beleid

In de VS bleef de basisrente in het vorige semester op 0 à 0,25% gezien het slechte economische klimaat. De ECB bleef stabiel op 1%.

Na de crisis begin mei voerde de ECB een beleid van kwantitatieve versoepeling en dit werd met pieken en dalen verder gezet. Het programma is echter veel minder omvattend dan dit van de Federal Reserve en wordt geneutraliseerd (m.a.w. voor elke euro die ze kopen gaan ze deposito’s aantrekken). Het blijft dansen op een slappe koord met een inflatie boven de doelstelling van 2% (waardoor de ECB even wat scherper uit de hoek kwam begin 2011) en het ontbreken van een reddingsmechanisme voor eurolanden met schuldproblemen.

De Bank of Japan hield de rente op 0,10%.

De Bank of England blijft een soepele politiek aanhouden maar we zien een merkbare verschuiving van de aandacht. Nu schenken ze meer aandacht aan de fiscale positie en de noodzaak om het beleid te normaliseren.

De Wisselmarkten

De geloofwaardigheid van de euro kwam sterk onder druk wat leidde tot een sterke stijging van de USD tot onder de 1,20. Toen bleek dat de VS ook geteisterd werd door groeiperikelen en de ongerustheid over de Europese overheidsschulden getemperd werd, corrigeerde de USD echter op enkele weken tot 1,30 (na de eerste jaarhelft) om het jaar af te sluiten op 1,34.

China laat opnieuw wat ruimte om de renminbi te laten appreciëren maar zal dit slechts zeer geleidelijk laten gebeuren. De Aziatische munten hebben de gezondste fundamentals maar er zijn grote verschillen in de regio en de volatiliteit kan de rendementen sterk beïnvloeden. Zo steeg de Indische roepie door de onrust in januari 2011 reeds met meer dan 3%.

De obligatiemarkten

De langetermijnrente in de eurozone veerde op in de tweede jaarhelft tot 2,96% en in de VS steeg de tienjarige rente tot 3,39%. Het is wel zo dat de renteverschillen tussen diverse landen significant verhoogden om rekening te houden met een verschillend risicoprofiel. Zo steeg het renteverschil tussen België en Duitsland boven de 1,5% om af te klokken op 0,97% eind juli.

Eind januari 2011 stond dit renteverschil op 1,10%. Grieks tienjarig papier bood op een bepaald ogenblik bijna 10% extra terwijl het nu nog steeds 8,20% extra biedt.

De markt voor bedrijfsobligaties presteerde goed maar kwam gedurende de crisis in Europa onder druk. Het renteverschil met overheidsobligaties kwam op een iets lager niveau vanaf eind 2010 maar het rendement in vergelijking met andere activaklassen is nog steeds redelijk.

(7)

De aandelenmarkten

Het was een volatiel jaar met een eerste kwartaal gekenmerkt door een verderzetting van het koersherstel maar in het tweede kwartaal volgde dan de ontnuchtering met het uitbreken van de schuldencrisis. In de tweede halfjaar kenden we een volatiele beweging naar boven maar niet voor alle regio’s. Over heel 2010 presteerden Azië en de VS zeer goed en de Europese leidinggevende index kende een daling. Globaal was het een behoorlijk jaar voor aandelen.

Gedurende heel deze periode maakten steeds meer bedrijven en banken gebruik van de relatief gunstige marktomstandigheden om kapitaal op te halen via kapitaalsverhogingen en obligatie- emissies. De IPO-markt kende een vertraging maar qua M&A was er wel wat activiteit.

Kwartaal op kwartaal weten de bedrijven te verrassen met sterke resultaten. De verwachtingen van de markt worden dus ingelost en zelfs overtroffen maar dit zal de komende kwartalen moeilijker en moeilijker worden. Desalniettemin ziet het er naar uit dat bedrijven terug een normaal niveau van rendabiliteit aan het bereiken zijn en dit terwijl de waarderingen nog redelijk zijn in heel wat gevallen.

(8)

2.4 Verslag van de commissaris, erkende revisor

(9)
(10)

2.5 Krachtlijnen van het beleggingsbeleid

De beleggingspolitiek van HERMES PENSIOENFONDS is door zijn aard op de lange termijn gericht :

- Het grootste deel van de activa is belegd in aandelen.

- Een in tijd gespreide obligatieportefeuille.

- Een minimum aan contanten om uittredingen op te vangen.

Sinds de Wet op de Belgische pensioenspaarfondsen van 1 april 2004 gelden volgende regels voor de asset allocatie:

max. 75% obligaties of andere schuldinstrumenten;

max. 75% aandelen;

max. 10% liquiditeiten;

Op het niveau van de aandelen en obligaties zijn er nog extra regels toe te passen:

aandelenportefeuille

max. 70% aandelen met een beurskapitalisatie van meer dan 1 miljard euro (binnen EER)

max. 30% aandelen met een beurskapitalisatie van minder dan 1 miljard euro (binnen EER)

max. 20% aandelen buiten EER obligatieportefeuille

max. 40% schuldpapier in euro of andere munten uit de Europese Economische Ruimte (EER)

max. 40% schuldpapier in andere munten.

2.6 Benchmark

Er wordt geen benchmark gevolgd.

2.7 Tijdens het boekjaar gevoerd beleid

Op 31/12/2010 bevatte Hermes Pensioenfonds 28,42% obligaties, 62,16% aandelen en 9,12%

liquiditeiten. Binnen het aandelengedeelte waren 56,66% aandelen met een beurskapitalisatie van meer dan 1 miljard euro, 23,62% aandelen met een beurskapitalisatie van minder dan 1 miljard euro en 19,72% aandelen buiten de EER.

De netto inventariswaarde van het compartiment evolueerde van 33.640.684,06 euro eind december 2009 tot 39.574.745,33 euro eind december 2010. Het fonds toonde over het boekjaar een positieve return van 9,40%.

2.8 Toekomstig beleid

Terwijl we in 2010 het risico binnen het aandelenluik op een gelijk niveau behouden hebben (rond de 60% van de totale portefeuille bleef belegd in aandelen) zal dit in 2011 wellicht wat verhoogd worden. De reden hiervoor is dat we in 2010 betere rendementsperspectieven zagen in het obligatieluik terwijl die momenteel veel minder aanwezig zijn. Met de mindere prestatie van Azië worden investeringsopportuniteiten daar weerom aantrekkelijker maar we worden wel beperkt wegens wettelijke redenen om hier te investeren (max. 20% van het aandelenluik mag buiten de Europese Economische Ruimte geïnvesteerd worden).

(11)

2.9 Risicoklasse

De risicoklasse geeft een aanduiding van het risico dat is verbonden aan de belegging in een ICB of een compartiment. Er werden 7 risicoklassen gedefinieerd waarbij klasse 0 het laagste risico aangeeft en klasse 6 het hoogste.

Het Hermes Pensioenfonds bevond zich bij de lancering in risicoklasse 3 op een schaal van 0 tot 6. Het bevindt zich per 31/12/2010 in risicoklasse 3.

2.10 Resultaatverwerking

Het resultaat van een pensioenfonds wordt steeds gekapitaliseerd.

(12)

3 Balans

31/12/10 31/12/09 in EUR in EUR Afdeling 1. - Balansschema

TOTAAL NETTO ACTIEF 39.574.745,33 33.640.684,06

I Vaste activa 0,00 0,00

A. Oprichtings- en organisatiekosten

B. Immateriële vaste activa

C. Materiële vaste activa

II Effecten, geldmarktinstrumenen, ICB's en financiële derivaten 35.845.454,20 30.754.017,34

A. Obligaties en andere schuldinstrumenten

a. Obligaties 10.844.046,78 9.481.122,14

b. Andere schuldinstrumenten

b.1. Met "embedded" financiële derivaten

b.2.Zonder "embedded" financiële derivaten

B. Geldmarktinstrumenten 403.528,21

C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren

a. Aandelen 22.683.565,75 19.829.915,50

b. ICB's met een vast aantal rechten van deelneming

c. Andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren

D. Andere effecten 1.547.459,35 1.260.696,04

E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming 366.854,11 182.283,66

F. Financiële derivaten

III

Vorderingen en schulden op méér dan één jaar 0,00 0,00

A. Vorderingen

B. Schulden

IV

Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar 14.407,64 13.295,56

A. Vorderingen

a. Te ontvangen bedragen 14.407,64 13.295,56

b. Fiscale Tegoeden

c. Collateral

d.. Andere

B. Schulden

a. Te betalen bedragen (-)

b. Fiscale schulden (-)

c. Ontleningen (-)

d. Collateral (-)

e. Andere (-) V

Deposito's en liquide middelen 3.610.344,02 2.782.972,59

A. Banktegoeden op zicht 3.610.344,02 2.782.972,59

B. Banktegoeden op termijn

C. Andere

VI

Overlopende rekeningen 104.539,47 90.398,57

A. Over te dragen kosen

B. Verkregen opbrengsten 232.131,55 198.291,14

C. Toe te rekenen kosten (-) -127.592,08 -107.892,57

D. Over te dragen opbrengsten (-)

TOTAAL EIGEN VERMOGEN

39.574.745,33 33.640.684,06

A Kapitaal 36.173.884,87 28.597.295,37

B Deelneming in het resultaat 142.973,19 249.436,64

C Overgedragen resultaat

D Resultaat van het boekjaar (halfjaar) 3.257.887,27 4.793.952,05

(13)

I Afdeling 2. - Posten buiten-balansstelling

Zakelijke zekerheden (+/-) 0,00 0,00

A. Collateral

a. Effecten/gelmarktinstrumenten

b. Liquide middelen/deposito's

B. Andere zakelijke zekerheden (+/-)

a. Effecten/geldmarktinstrumenten

b. Liquide middelen/deposito's

II

Onderliggende waarden van optiecontracten en warrants (+) 0,00 0,00

A. Gekochte optiecontracten en warrants

B. Verkochte optiecontracten en warrants

III

Notionele bedragen van de termijncontracten (+) 0,00 0,00

A. Gekochte termijncontracten

B. Verkochte termijncontracten

IV

Notionele bedragen van de swapcontracten (+) 0,00 0,00

A. Gekochte swapcontracten

B. Verkochte swapcontracten

V

Notionele bedragen van andere financiële derivaten (+) 0,00 0,00

A. Gekochte contracten

B. Verkochte contracten

VI

Niet-opgevraagde bedragen op aandelen 0,00 0,00

VII

Verbintenissen tot verkoop wegens cessie-retrocessie 0,00 0,00

VIII

Verbintenissen tot terugkoop wegens cessie-retrocessie 0,00 0,00

IX

Uitgeleende financiële instrumenten 0,00 0,00

(14)

4 Resultatenrekening

31/12/10 31/12/09 in EUR in EUR Afdeling 3. - Schema van de resultatenrekening

I Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden 2.457.846,59 4.203.325,37

A Obligaties en andere schuldinstrumenten

a. Obligaties -23.004,44 199.253,06

b. Andere schuldinstrumenten

b.1. Met "embedded" financiële derivaten

b.2. Zonder "embedded" financiële derivaten

B Geldmarktinstrumenten -1.189,74

C Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren

a. Aandelen 1.737.293,97 3.884.795,20

b. ICB's met een vast aantal rechten van deelneming

c. Andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren

D Andere effecten 159.707,90 106.886,44

E ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming 14.738,92 28.642,11

F Financiële derivaten

G Vorderingen, deposito's, liquide middelen en schulden

H. Wisselposities en -verrichtingen

a. Financiële derivaten

i. Optiecontracten

ii. Termijncontracten

iii. Swapcontracten

iv. Andere

b. Andere wisselposities- en verrichtingen 570.299,98 -16.251,44

II Opbrengsten en kosten van de beleggingen 1.280.647,74 1.053.851,95

A. Dividenden 946.030,69 799.347,72

B. Interesten (+/-)

a. Effecten en geldmarktinstrumenten 449.538,18 343.854,33

b. Deposito's en liquide middelen 6.808,96 16.350,02

c. Collateral (+/-)

C. Intresten ingevolge ontleningen (-) -7,65

D. Swapcontracten

E. Roerende voorheffingen (-)

a. Van Belgische oorsprong -121.730,09 -105.692,47

b. Van buitenlandse oorsprong

F. Andere opbrengsten van beleggingen

III Andere opbrengsten 0,00 0,00

A. Vergoeding tot dekking van de kosten van verwerving en realisatie van de activa , tot ontmoediging van uittredingen en tot dekking van leveringskosten

B. Andere

IV Exploitatiekosten -480.607,06 -463.225,27

A. Verhandelings-en leveringskosten betreffende beleggingen (-) -96.665,99 -153.922,30

B. Financiële kosten (-) -1,80 -1,95

C. Vergoeding van de bewaarder (-) -42.944,43 -34.633,30

D. Vergoeding van de beheerder (-)

a. Financieel beheer -268.300,24 -214.669,27

b. Administratief- en boekhoudkundig beheer -32.196,02 -25.760,31

c. Commerciële vergoeding

E. Administratiekosten (-)

F. Oprichtings- en organisatiekosten (-)

G. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (-)

H. Diensten en diverse goederen (-) -4.813,79 -4.845,93

I. Afschrijvingen en voorzieningen voor risico's en kosten (-)

J. Taksen -31.659,79 -26.912,55

K. Andere kosten (-) -4.025,00 -2.479,66

Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) 800.040,68 590.626,68

SUBTOTAAL II + III + IV AA 800.040,68 590.626,68

(15)

V Winst (verlies) uit de gewone bedrijfsuitoefening 3.257.887,27 4.793.952,05

vóór belasting op het resultaat

VI Belastingen op het resultaat

VII Resultaat van het boekjaar (halfjaar) 3.257.887,27 4.793.952,05

Afdeling 4. - Resultaatverwerking

I. Te bestemmen winst (te verwerken verlies) -1.882.552,42 -5.283.412,88 a. Overgedragen winst (overgedragen verlies) van het vorige boekjaar -5.283.412,88 -10.326.801,57 b. Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar 3.257.887,27 4.793.952,05 c. Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde 142.973,19 249.436,64

deelnemingen in het resultaat)

II. (Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal 1.882.552,42 0,00

III. Over te dragen winst (over te dragen verlies) 0,00 5.283.412,88

IV. (Dividenduitkering) 0,00 0,00

(16)

5 Samenvatting van de waarderingsregels 5.1 Samenvatting van de regels

De waardering van de activa, passiva en resultatenrekening van de vennootschap, opgedeeld per compartiment, gebeurt volgens het Koninklijk Besluit van tien november tweeduizend en zes op de boekhouding, de jaarrekening en de periodieke verslagen van bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming en wordt als volgt vastgesteld :

a) Voor vermogensbestanddelen waarvoor een actieve markt bestaat die functioneert door toedoen van derde financiële instellingen die een doorlopende notering waarborgen van bied – en laatkoersen, wordt de op die markt gevormde actuele biedkoers weerhouden voor de waardering, voor vermogensbestanddelen die op een actieve markt worden verhandeld zonder toedoen van financiële instellingen wordt de slotkoers weerhouden voor de waardering aan reële waarde;

b) Indien de actuele bied- of laatkoers niet beschikbaar is, wordt de prijs van de meest recente transactie weerhouden voor de waardering aan reële waarde op voorwaarde dat de economische omstandigheden niet wezenlijk zijn gewijzigd sinds de transactie;

c) Indien er voor een bepaald vermogensbestanddeel wel een georganiseerde of onderhandse markt bestaat doch deze markt niet actief is en de koersen die er zich vormen niet representatief zijn voor de reële waarde, of indien er voor een bepaald vermogensbestanddeel geen georganiseerde of onderhandse markt bestaat, wordt voor de waardering aan reële waarde de actuele reële waarde van soortgelijke vermogensbestanddelen waarvoor een actieve markt bestaat weerhouden, mits deze reële waarde wordt aangepast rekening houdend met de verschillen tussen de gelijkaardige vermogensbestanddelen;

d) Indien er geen reële waarde voor een bepaald vermogensbestanddeel bestaat, wordt de reële waarde bepaald a.h.v. andere waarderingstechnieken, mits deze technieken rekening houden met het maximaal gebruik van de marktgegevens, consistent zijn met de algemene aanvaarde economische methodes voor de waardering van financiële instrumenten en op regelmatige basis worden geijkt en de validiteit wordt getest d.m.v het gebruik van prijzen van actuele markttransacties. Tevens dient er rekening gehouden worden met hun onzeker karakter op grond van het risico dat de betrokken tegenpartijen hun verplichtingen niet zouden nakomen;

e) Onverminderd de verwerking van de gelopen intresten worden de volgende activa gewaardeerd tegen hun nominale waarde na aftrek van de daarop toegepaste waardeverminderingen en inmiddels verrichte terugbetalingen:

1) tegoeden op zicht op kredietinstellingen

2) verplichtingen in rekening-courant tegenover kredietinstellingen 3) op korte termijn te ontvangen en te betalen bedragen, andere dan Ten aanzien van kredietinstellingen

4) fiscale tegoeden en schulden 5) andere schulden

f) Vorderingen op termijn die niet belichaamd zijn in verhandelbare effecten of geldmarktinstrumenten, worden gewaardeerd tegen hun reële waarde..

g) Uitstaande optiecontracten op aandelen en op aandelenindexen worden gewaardeerd op basis van de reële waarde van hun premies. De verschillen die voortvloeien uit de waardeschommelingen van deze premies, worden in de resultatenrekening als niet- verwezenlijkte waardevermindering of niet-verwezenlijkte waardevermeerdering geboekt. Bij uitoefening van het optiecontract of warrant worden de premies ingeschreven als onderdeel van de aan -of verkoopprijs van de onderliggende effecten.

Bij aflopen van het contract zonder uitoefening wordt de oorspronkelijke betaalde of ontvangen waarde van de premie als verwezenlijkte waardevermindering of verwezenlijkte waardevermeerdering geboekt.

De onderliggende waarden van optiecontracten en warrants dienen te worden opgenomen in de posten buiten-balansstelling.

(17)

h) Termijncontracten, zoals futures, forward rate agreements en exchange rate agreements, dienen als volgt te worden verwerkt;

De notionele bedragen van deze contracten dienen in de posten buiten-balansstelling te worden opgenomen. Onder notioneel bedrag van een future dient te worden verstaan, de contractgrootte (lotsize) vermenigvuldigd met enerzijds de overeengekomen aan- of verkoopwaarde van het onderliggende instrument en anderzijds het aantal gekochte of verkochte contracten. Dit bedrag wordt aangepast in de posten buiten-balansstelling bij wijziging van het aantal futures-contracten.

De waardeschommelingen (variation margin) worden enerzijds in de resultatenrekening en anderzijds in de balans opgenomen in de desbetreffende posten die onderverdeeld worden in functie van het onderliggende instrument.

De waarborgdeponeringen inzake futures (initial margin) zijn financiële zekerheden en dienen aldus geboekt en gewaardeerd te worden.

Om de waarde van het netto-actief te bepalen, wordt de aldus verkregen waardering verminderd met de verplichtingen van de Vennootschap.

5.2 Wisselkoersen

31/12/2010 31/12/2009

1 EUR 1,3362 USD 1,4406 USD

1,2504 CHF 1,4836 CHF

0,86075 GBP 0,8881 GBP

10,3856 HKD 11,1709 HKD

7,4535 DKK 7,4418 DKK

7,8000 NOK 8,3000 NOK

108,6500 JPY 133,1600 JPY

1,3322 CAD 1,5128 CAD

(18)

6 Samenstelling van de activa en kerncijfers 6.1 Samenstelling van de activa op 31/12/10

A. Obligaties en andere schuldinstrumenten a. Obligaties

Benaming Hoeveelheid Valuta Koers Evaluatie % Portefeuille % Netto-actief

STAATSOBLIGATIES EN OBLIGATIES

GEWAARBORGD DOOR DE STAAT

AQUAFIN NV (EUR) 4% 09-15 29.09 600.000 EUR 102,524 615.144,00 1,72% 1,55%

ASFINAG (EUR) 4,125% 03-13 21.10 350.000 EUR 105,933 370.765,50 1,03% 0,94%

CANADA (CAD) 2% 09-14 01.12 525.000 CAD 99,269 391.204,21 1,09% 0,99%

EIB (EUR) 3.125% 05-15 15.10 350.000 EUR 102,907 360.174,50 1,00% 0,91%

EIB (NOK) 3,125% 10-13 07.01 1.400.000 NOK 100,6096 180.581,33 0,50% 0,46%

EUROPEAN COMMUNITY 3,125% 09-14 03. 500.000 EUR 103,6763 518.381,50 1,45% 1,31%

EUROPEAN COMMUNITY 3,125% 09-15 27. 500.000 EUR 103,2233 516.116,50 1,44% 1,30%

KFW (NOK) 3,375% 10-13 18.01 1.400.000 NOK 101,5682 182.301,90 0,51% 0,46%

KINGDOM OF SWEDEN 3,125% 09-14 07/0 500.000 EUR 104,5628 522.814,00 1,46% 1,32%

KOMMUNEKREDIT (EUR) 4,375% 07-12 02 500.000 EUR 104,8338 524.169,00 1,46% 1,32%

OLO 1992-2012 8% 24.12 500.000 EUR 111,324 556.620,00 1,55% 1,41%

OLO 57 2% 09-12 28.03 500.000 EUR 100,413 502.065,00 1,40% 1,27%

SFEF (EUR) 3,25% 09-14 16.01 500.000 EUR 104,242 521.210,00 1,45% 1,32%

VL.GEMEENSCHAP (EUR) 2,625% 09-13 2 400.000 EUR 101,776 407.104,00 1,14% 1,03%

Totaal 6.168.651,44 17,21% 15,59%

0 0,0000 0,00 0,00% 0,00%

Benaming Hoeveelheid Valuta Koers Evaluatie % Portefeuille % Netto-actief

PRIVE

ASR NEDERLAND (EUR) 10% 09-PERP 26. 250.000 EUR 112,4375 281.093,75 0,78% 0,71%

BELGACOM SA (EUR) 6% 08-13 19.12 150.000 EUR 108,95 163.425,00 0,46% 0,41%

BNG (NLG) 6.125% 97-12 07.05 1.000.000 NLG 106,3975 482.810,81 1,35% 1,22%

BPCE (EUR) 12,5%/Var 06.08.2009-Per 130.000 EUR 111,5833 145.058,29 0,40% 0,37%

ELEC DE FRANCE (EUR) 5,125% 09-15 2 150.000 EUR 109,6522 164.478,30 0,46% 0,42%

ENI SPA (EUR) 5,875% 08-14 20.01 150.000 EUR 109,7534 164.630,10 0,46% 0,42%

GDF SUEZ (EUR) 5% 09-15 23.02 150.000 EUR 109,0242 163.536,30 0,46% 0,41%

GLAXOSMITHKLINE (EUR) 5,125% 07-12 150.000 EUR 106,4278 159.641,70 0,45% 0,40%

IBM CORP (EUR) 6,625% 08-14 30.01 150.000 EUR 112,7967 169.195,05 0,47% 0,43%

NEDERLANDSE GASUNIE (EUR) 6% 08-13 150.000 EUR 110,654 165.981,00 0,46% 0,42%

NOKIA CORPORATION (EUR) 5,5% 09-14 150.000 EUR 108,727 163.090,50 0,45% 0,41%

NYRSTAR (EUR) 5,5% 10-15 09.04 150.000 EUR 103,086 154.629,00 0,43% 0,39%

PARGESA (CHF) 1,75% conv 07-14 15.0 250.000 CHF 97,6463 195.230,13 0,54% 0,49%

PFIZER INC (EUR) 4,75% 07-14 15.12 150.000 EUR 108,3255 162.488,25 0,45% 0,41%

RABOBANK NEDERLAND 4% 06-2012 02/02 1.200.000 NOK 101,561 156.247,69 0,44% 0,39%

ROCHE HOLDINGS (EUR) 4,625% 09-13 0 150.000 EUR 105,7803 158.670,45 0,44% 0,40%

SANOFI-AVENTIS (EUR) 3,5% 09-13 17. 150.000 EUR 103,4296 155.144,40 0,43% 0,39%

SHELL INTL FIN (EUR) 3% 09-13 14.05 150.000 EUR 102,5923 153.888,45 0,43% 0,39%

SIEMENS FINAN (EUR) 5,375% 08-14 11 150.000 EUR 110,1839 165.275,85 0,46% 0,42%

SOCGEN (EUR) Var 04.09.2009-Perp 250.000 EUR 104,6778 261.694,50 0,73% 0,66%

SOLVAY FIN Var 02.06.2006-Perp 250.000 EUR 102,1634 255.408,50 0,71% 0,65%

SWEDISH EXPORT (NOK) 3% 10-13 10.06 1.400.000 NOK 99,5686 178.712,87 0,50% 0,45%

TOTAL CAPITAL (EUR) 3,5% 09-14 27.0 150.000 EUR 104,0658 156.098,70 0,44% 0,39%

UMICORE FINANCE (EUR) 4,875% 04-12 150.000 EUR 102,35 153.525,00 0,43% 0,39%

VESTAS WIND SYS.(EUR) 4,625% 10-15 150.000 EUR 96,9605 145.440,75 0,41% 0,37%

Totaal 4.675.395,34 13,04% 11,81%

B. Geldmarktinstrumenten

Benaming Hoeveelheid Valuta Koers Evaluatie % Portefeuille % Netto-actief

STAATSOBLIGATIES EN OBLIGATIES

GEWAARBORGD DOOR DE STAAT

NORWEGIAN T-BILL (NOK) 0% 10-11 21. 3.200.000 NOK 98,3600 403.528,21 1,13% 1,02%

Totaal 403.528,21 1,13% 1,02%

C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren

a. Aandelen

Benaming Hoeveelheid Valuta Koers Evaluatie % Portefeuille % Netto-actief

ABB LTD NOM. 8.000 CHF 20,83 133.269,35 0,37% 0,34%

ACKERMANS & 16.500 EUR 62,48 1.030.920,00 2,88% 2,60%

AHOLD 47.500 EUR 9,876 469.110,00 1,31% 1,19%

ALIAXIS 40.000 EUR 10 400.000,00 1,12% 1,01%

ALLIANZ SE 2.000 EUR 88,93 177.860,00 0,50% 0,45%

(19)

C.F.E. 18.000 EUR 53,71 966.780,00 2,70% 2,44%

CANAL+ 40.000 EUR 5,02 200.800,00 0,56% 0,51%

CIE DU BOIS 700 EUR 203 142.100,00 0,40% 0,36%

COLRUYT NV 10.000 EUR 38,05 380.500,00 1,06% 0,96%

DANONE 3.500 EUR 47,02 164.570,00 0,46% 0,42%

DELHAIZE GRO 4.000 EUR 55,27 221.080,00 0,62% 0,56%

E.ON AG 30.000 EUR 22,935 688.050,00 1,92% 1,74%

ELIA SYSTEM 7.986 EUR 28,66 228.878,76 0,64% 0,58%

ENI SPA 43.000 EUR 16,34 702.620,00 1,96% 1,78%

ETEX GROUP 103.724 EUR 6,32 655.535,68 1,83% 1,66%

EXXON MOBIL 10.000 USD 73,12 547.223,47 1,53% 1,38%

FRANCE TELEC 32.010 EUR 15,595 499.195,95 1,39% 1,26%

GBL GROUPE B 16.200 EUR 62,93 1.019.466,00 2,84% 2,58%

GDF SUEZ 10.500 EUR 26,85 281.925,00 0,79% 0,71%

GIMV 7.500 EUR 40,87 306.525,00 0,86% 0,77%

GLAXOSMITHKL 42.000 GBP 12,4 605.053,73 1,69% 1,53%

JOHNSON & JO 2.500 USD 61,85 115.719,95 0,32% 0,29%

KINEPOLIS GR 4.924 EUR 50,99 251.074,76 0,70% 0,63%

KRAFT FOODS 15.000 USD 31,51 353.726,99 0,99% 0,89%

LVMH LOUIS V 3.500 EUR 123,1 430.850,00 1,20% 1,09%

MICROSOFT CO 20.000 USD 27,92 417.901,51 1,17% 1,06%

MOBISTAR 6.200 EUR 48,51 300.762,00 0,84% 0,76%

NATIONALE BA 50 EUR 3.485,04 174.252,00 0,49% 0,44%

NESTLE SA RE 10.000 CHF 54,75 437.859,88 1,22% 1,11%

NOVARTIS NOM 20.000 CHF 54,95 878.918,75 2,45% 2,22%

PETROLEO BRA 7.500 USD 37,84 212.393,35 0,59% 0,54%

PFIZER 14.000 USD 17,51 183.460,56 0,51% 0,46%

PHILIPS ELEC 8.000 EUR 22,92 183.360,00 0,51% 0,46%

PRUDENTIAL P 20.000 GBP 6,68 155.213,48 0,43% 0,39%

ROCHE HOLDIN 7.000 CHF 137 766.954,57 2,14% 1,94%

ROYAL DUTCH 36.500 EUR 24,73 902.645,00 2,52% 2,28%

SANOFI-AVENT 16.000 EUR 47,85 765.600,00 2,14% 1,93%

SES FDR 14.000 EUR 17,815 249.410,00 0,70% 0,63%

SIEMENS AG R 3.000 EUR 92,7 278.100,00 0,78% 0,70%

SIPEF NV 14.000 EUR 71 994.000,00 2,77% 2,51%

SOFINA 14.000 EUR 68,79 963.060,00 2,69% 2,43%

SOLVAY A 1.500 EUR 79,75 119.625,00 0,33% 0,30%

SYNGENTA AG 2.000 CHF 273,5 437.460,01 1,22% 1,11%

TELEFONICA C 31.000 EUR 16,965 525.915,00 1,47% 1,33%

TOTAL SA 18.000 EUR 39,65 713.700,00 1,99% 1,80%

UNILEVER NV- 10.000 EUR 23,3 233.000,00 0,65% 0,59%

VAN DE VELDE 5.000 EUR 39,6 198.000,00 0,55% 0,50%

VINCI 11.000 EUR 40,68 447.480,00 1,25% 1,13%

VIVENDI SA 22.000 EUR 20,2 444.400,00 1,24% 1,12%

Totaal 22.683.565,75 63,28% 57,32%

D. Andere effecten

Benaming Hoeveelheid Valuta Koers Evaluatie % Portefeuille % Netto-actief

BASILIX 1.319 EUR 371,0000 489.349,00 1,37% 1,24%

IMMOBILIERE DE BELGIQUE 10.000 EUR 31,5800 315.800,00 0,88% 0,80%

KORTRIJK RING SHOPPING CENTER 200 EUR 434,0200 86.804,00 0,24% 0,22%

LEASINVEST REAL ESTATE 2.000 EUR 63,3600 126.720,00 0,35% 0,32%

WESTLAND 2004 652 EUR 292,0000 190.384,00 0,53% 0,48%

WOLUWE SHOPPING 235 EUR 1.440,0100 338.402,35 0,94% 0,86%

Totaal 1.547.459,35 4,32% 3,91%

E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming niet richtlijn 85/611 EEG - niet CBFA

Benaming Hoeveelheid Valuta Koers Evaluatie % Portefeuille % Netto-actief

HANG SENG H-SHARE INDEX ETF 30.000 HKD 127,0000 366.854,11 1,02% 0,93%

Totaal 366.854,11 1,02% 0,93%

Overzicht

Totaal %

Totaal portefeuille 35.845.454,20 90,58%

R/C bij Bank Delen aan gemiddelde intrestvoet in EUR 0,29% 3.610.344,02 9,12%

Overige vorderingen en schulden 14.407,64 0,04%

Andere 104.539,47 0,26%

Totale netto inventariswaarde 39.574.745,33 100,00%

(20)

Geografische en sectoriële spreiding

Sectoriële spreiding

Bonds 28,42%

Cash 9,42%

Consumption 7,93%

Energy 7,78%

Financial 0,44%

Holdings 9,12%

Funds 0,93%

Industry 12,67%

Insurance 0,84%

Media 1,14%

Pharma 8,38%

Real estate 3,91%

Technology 1,52%

Telecom 4,47%

Utilities 3,03%

100,00%

Geografische spreiding

België 40,87%

Brazilië 0,54%

Canada 0,99%

Denemarken 1,69%

Duitsland 4,82%

Hong Kong 0,93%

Finland 0,41%

Frankrijk 14,58%

Italië 2,19%

Luxemburg 1,02%

Nederland 8,56%

Noorwegen 1,02%

Oostenrijk 0,94%

Spanje 1,33%

Supranationaal 3,98%

U.S.A. 5,33%

Verenigd Koningrijk 2,32%

Zweden 1,77%

Zwitserland 6,71%

100,00%

6.2 Wijzigingen in de samenstelling van de activa van het Hermes Pensioenfonds

omloopsnelheid

Semester 1 Semester 2 volledig boekjaar

Aankopen 6.328.016,79 4.239.792,92 10.567.809,71

Verkopen 4.031.215,74 3.900.986,97 7.932.202,71

Totaal 1 10.359.232,53 8.140.779,89 18.500.012,42

Inschrijvingen 1.452.544,11 2.724.141,92 4.176.686,03

Terugbetalingen 609.405,59 891.106,44 1.500.512,03

Totaal 2 2.061.949,70 3.615.248,36 5.677.198,06

Referentiegemiddelde van

het totale netto-vermogen 34.596.501,72 36.624.068,23 35.610.284,98

Rotatie 23,98% 12,36% 36,01%

(21)

gecorrigeerde omloopsnelheid

Semester 1 Semester 2 volledig boekjaar

Aankopen 6.328.016,79 4.239.792,92 10.567.809,71

Verkopen 4.031.215,74 3.900.986,97 7.932.202,71

Totaal 1 10.359.232,53 8.140.779,89 18.500.012,42

Inschrijvingen 1.452.544,11 2.724.141,92 4.176.686,03

Terugbetalingen 609.405,59 891.106,44 1.500.512,03

Totaal 2 2.061.949,70 3.615.248,36 5.677.198,06

Referentiegemiddelde van het

totale netto-vermogen 34.596.501,72 36.624.068,23 35.610.284,98

Verhouding activa zonder deposito's en liquide middelen tov totale netto-

vermogen

94,32% 90,58% 92,45%

Gecorrigeerde rotatie 22,94% 12,03% 34,40%

De tabel hierboven toont het halfjaarlijkse kapitaalvolume van de in de portefeuille uitgevoerde transacties. Dit volume (verbeterd voor de som van de inschrijvingen en de terugbetalingen) wordt ook vergeleken met het gemiddelde netto-actief (rotatie) aan het begin en het einde van het semester. Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht.

De gedetailleerde lijst van de tijdens het boekjaar uitgevoerde transacties kan gratis worden ingekeken bij Bank Delen N.V. met zetel te 2020 Antwerpen, Jan Van Rijswijcklaan 184, die instaat voor de financiële dienst.

6.3 Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde

Periode Evolutie van het aantal deelbewijzen in omloop

Jaar Inschrijvingen Terugbetalingen Einde periode

Kap. Kap. Kap.

2008 30.644,189 12.489,799 263.490,580

2009 32.604,697 7.811,489 288.283,788

2010 34.107,372 12.398,564 309.992,596

(22)

Periode Bedragen ontvangen en betaald door het compartiment in EUR Jaar Inschrijvingen Terugkopen

Kap. Kap.

2008 3.314.313,68 1.434.300,51 4.748.614,19

2009 3.551.952,10 843.029,23 4.394.981,33

2010 4.176.686,03 1.500.512,03 5.677.198,06

Periode Netto-Inventariswaarde op einde periode in EUR

Jaar van het van één deelbewijs

compartiment kap.

2008 26.137.809,14 99,20

2009 33.640.684,06 116,69

2010 39.574.745,33 127,66

6.4 Returns

1 jaar 3 jaar 5 jaar 10 jaar

Compartiment 9,40% -2,65% 1,98% 3,53%

Benchmark

Rendementscijfers per 31 december 2010.

Het betreft de evolutie van de netto-inventariswaarde op jaarbasis en zonder kosten (van inschrijving en terugbetaling). Rendementen uit het verleden bieden geen enkele garantie voor de toekomst en houden geen rekening met eventuele fusies.

6.5 Kosten

Totale kostenpercentage (TKP): 1.07% over het boekjaar 2010

Bovenstaand percentage wordt berekend op basis van de opgelopen kosten gedurende het boekjaar.

De volgende kosten zijn niet in het TKP opgenomen (Overeenkomstig Bijlage C, Afdeling III van het Koninklijk Besluit van 4 maart 2005 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve beleggingen):

- de transactiekosten

- rentebetalingen op aangegane leningen - betalingen uit hoofde van financiële derivaten

(23)

6.6 Toelichting bij de financiële staten

Buiten het ter zake wettelijke bepaalde, houdt het compartiment geen rekening voor wat betreft sociale, ethische en milieuaspecten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

dokter echt 'away' houdt? Is het een schrikbeeld of een zegen als we met be- hulp van moderne biotechnologie het ge- bruik van milieubelastende bestrijdings- middelen

• VoB wholesale en retail dienen gelijk te worden gereguleerd als overige telefonie. • Differentiatie bij VoB moet consequent worden toegepast bij wholesale

Nadat de Zilvervloot is binnengelopen en de staat zijn aandelen in uitvoerders als KPN, Schiphol en de NS verkocht heeft en de lagere overheden hun aandelen in distributiebedrijven

Er is slechts inzichtelijk gemaakt hoe de kansen en bedreigingen vanuit de omgeving zich verhouden met de sterke en zwakke punten die vanuit de interne analyse naar voren

Om deze heilloze ontwikkeling af te remmen, acht hij het noodzakelijk om een nationale conferentie te organiseren waar onder meer gesproken wordt over de waarschijnlijkheid dat

(hierna: Teunissen + Berendse) tegen Westland Infra Netbeheer B.V. De klacht betreft de hoogte van de vergoeding die Westland in rekening heeft gebracht voor het aanleggen

Bij ‘Besluit mandaat, volmacht en machtiging ACM’ 5 heeft de minister mandaat, volmacht en machtiging verleend aan de ACM tot onder andere het nemen van besluiten die verband houden

Voordat er een specifiek aanbod opgesteld kan worden voor bedrijfsklanten, zal er eerst uitvoerig onderzoek gedaan moeten worden naar de rendabiliteit en behoeften van deze