• No results found

Boeken van nominale waarde van leningen : overgedragen interest inbegrepen of niet ?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Boeken van nominale waarde van leningen : overgedragen interest inbegrepen of niet ?"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BIBF | Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten

INHOUD

p. 1/ Boeken van nominale waarde van leningen : overgedragen interest inbegrepen of niet ?

p. 7/ Is de terugbetaling van het werkelijk bedrag van maaltijdkosten eigen aan de werkgever of vennootschap volledig aftrekbaar ?

Boeken van nominale waarde van leningen : overgedragen interest inbegrepen of niet ?

Schulden moeten op het passief voorkomen aan no- minale waarde (art. 67, § 2 KB/W.Venn.), met andere woorden het terug te betalen bedrag. Dat betekent dat alle verschuldigde bedragen opgenomen moeten worden, inclusief interesten, disconto’s of verschillen tussen aanschaffingswaarde en nominale waarde.

Er bestaan twee verschillende types van leningen en die kennen ook een verschillende boekhoudkundige verwerking. Onder de leningen van het eerste type verstaan we bv. een klassieke hypothecaire lening.

Een lening van het tweede type zal bv. een klassie- ke autofinanciering zijn. Het type lening bepaalt de boekingswijze.

Leningen van het eerste type (bv.

een klassieke hypothecaire lening)

Het betreft investeringskredieten met vaste kapi- taalaflossingen, hypothecaire kredieten of leasing- schulden.

Ook bepaalde investeringskredieten met constante (vaste) periodieke aflossingen vallen hier onder. De interest per periode wordt bij deze laatste kredie-

elke periode. Het contract zelf maakt geen onder- scheid tussen de aanschaffingswaarde van de le- ning (het ontleend bedrag) en het terug te betalen bedrag.

Leningen van het eerste type = eerste boekingswijze

In deze eerste boekingsmethode wordt de financi- ele schuld op het passief geboekt voor de aanschaf- fingswaarde, met andere woorden het ontleende bedrag of «de hoofdsom», uitgesplitst over lange en korte termijn. Elke periode wordt bij de betaling een stuk van het nominaal bedrag van de kortlo- pende schulden afgeboekt. Dit bedrag heeft enkel betrekking op het uitstaand kapitaal.  De interes- ten met betrekking tot de periode worden ten laste genomen van het resultaat.

Voorbeeld

Er wordt op 30 april 2014 een lening aangegaan van 100 000,00  euro, met een jaarlijkse interest van 5,00 %, terug te betalen in 10 semestriële aflos-

(2)

Aflossingtabel :

Semestre Vervaldag Kapitaal (begin per.)

Interest Aflossing Betaling Saldo (einde per.) 1

2 3 4 5 6 7 8 9 10

31/10/2014 30/04/2015 31/10/2015 30/04/2016 31/10/2016 30/04/2017 31/10/2017 30/04/2018 31/10/2018 30/04/2019

100 000,00 90 000,00 80 000,00 70 000,00 60 000,00 50 000,00 40 000,00 30 000,00 20 000,00 10 000,00

2 500,00 2 250,00 2 000,00 1 750,00 1 500,00 1 250,00 1 000,00 750,00 500,00 250,00

10 000,00 10 000,00 10 000,00 10 000,00 10 000,00 10 000,00 10 000,00 10 000,00 10 000,00 10 000,00

12 500,00 12 250,00 12 000,00 11 750,00 11 500,00 11 250,00 11 000,00 10 750,00 10 500,00 10 250,00

90 000,00 80 000,00 70 000,00 60 000,00 50 000,00 40 000,00 30 000,00 20 000,00 10 000,00 0,00

Journaalpost bij het aangaan van de lening :

D 55 Bank 100 000,00

C 17 aan Kredietinstellingen. Schul- den op > 1 jaar

90 000,00 C 423 Kredietinstellingen. Schul-

den op > 1 jaar die binnen het jaar vervallen

10 000,00

(één semestriële aflossing van 10 000,00 euro tij- dens het boekjaar 2014)

Boekingschema :

17 Kredietinstellingen.

Schulden op > 1 jaar 55 Bank

D C D C

90 000,00 100 000,00 423 Kredietinstel-

lingen. Schulden op

> 1 jaar die binnen het jaar vervallen

D C

10 000,00

Journaalpost bij de eerste afbetaling van 10 000,00 euro op 31 oktober 2014 :

D 423 Kredietinstellingen. Schulden op > 1 jaar die binnen het jaar vervallen

10 000,00

D 650 Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden

2 500,00

C 55 aan Bank 12 500,00

(interest van 5 % x 100 000,00  euro x 6/12 = 2 500,00 euro)

Boekingschema :

55 Bank

423 Kredietinstel- lingen. Schulden op

> 1 jaar die binnen het jaar vervallen

D C D C

12 500,00 10 000,00 10 000,00 (opnieuw)

650 Rente, commissies en kosten verbonden

aan schulden

D C

2 500,00

Journaalpost bij de afsluiting van het boekjaar op 31 december 2014 :

D 17 Kredietinstellingen. Schulden

op > 1 jaar 20 000,00

C 423 aan Kredietinstellingen. Schul- den op > 1 jaar die binnen het jaar vervallen

20 000,00

(overboeking van lange naar korte termijn : twee semestriële aflossingen van 10 000,00 euro tijdens het boekjaar 2015)

en

D 650 Rente, commissies en kosten

verbonden aan schulden 750,00

C 492 aan Toe te rekenen kosten 750,00

(interest over de periode 1  november 2014 – 31 december 2014 : 5 % x 90 000,00 euro x 2/12 = 750,00 euro)

(3)

Boekingschema :

423 Kredietinstel- lingen. Schulden op

> 1 jaar die binnen

het jaar vervallen 17 Kredietinstellingen.

Schulden op > 1 jaar

D C D C

20.000,00 20.000,00 90.000,00 (à nouveau)

492 Toe te rekenen kosten

650 Rente, commissies en kosten verbonden

aan schulden

D C D C

750,00 750,00

Journaalpost bij de opening van het boekjaar op 1 januari 2015 :

D 492 Toe te rekenen kosten 750,00 C 650 aan Rente, commissies en

kosten verbonden aan schulden

750,00

Boekingschema bij de opening van het boekjaar op 1 januari 2015 :

650 Rente, commissies en kosten verbonden

aan schulden

492 Toe te rekenen kosten

D C D C

750,00 750,00 750,00

(opnieuw)

Journaalpost bij de tweede afbetaling van 10 000,00 euro op 30 april 2015 :

D 423 Kredietinstellingen. Schul- den op > 1 jaar die binnen het jaar vervallen

10 000,00

D 650 Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden

2 250,00

C 55 aan Bank 12 250,00

(interest van 5% x 90 000,00  euro x 6/12 = 2 250,00 euro)

Boekingsschema bij de eerste afbetaling van 10 000,00 euro op 30 april 2015 :

55 Bank

423 Kredietinstel- lingen. Schulden op

> 1 jaar die binnen het jaar vervallen

D C D C

12 250,00 10 000,00 10 000,00 (opnieuw) 650 Rente, commissies

en kosten verbonden aan schulden

D C

2 250,00

Nadeel van de eerste boekingswijze is dat niet het volledig engagement ten opzichte van de schuldei- ser voorkomt in de balans. Het is dan ook moeilij- ker om de liquiditeitsbehoefte van de onderneming in te schatten.

Leningen van het tweede type (bv. een klassieke autofinanciering)

Het gaat hier over leningen op afbetaling. Deze fi- nancieringen zijn terugbetaalbaar met vaste peri- odieke sommen (meestal maandelijkse sommen, mensualiteiten genoemd), bestaande uit interest en kapitaal, met een maandelijks lastenpercentage dat gedurende de hele duur van de lening wordt toegepast op het oorspronkelijk bedrag van de le- ning. Het financieringscontract maakt een verschil tussen aanschaffingswaarde van de lening (het ont- leend bedrag) en het terug te betalen bedrag (de in- terest zit hier in het nominaal bedrag). Leningen op afbetaling worden vooral aangewend om auto’s of materieel te financieren en als persoonlijke lening op afbetaling.

Ook bepaalde investeringskredieten met constante (vaste) periodieke aflossingen kunnen hier onder vallen. Met name wanneer het maandelijks lasten- percentage gedurende de hele duur van de lening wordt toegepast op het oorspronkelijk bedrag van de lening, of wanneer het contract zelf een onder- scheid maakt tussen de aanschaffingswaarde van de lening (het ontleend bedrag) en het terug te be- talen bedrag.

Leningen van het tweede type = tweede boekingswijze

In deze tweede boekingsmethode wordt de finan- ciële schuld op het passief geboekt voor het totale terug te betalen bedrag (het ontleende bedrag + de totale interestlast), uitgesplitst over lange en korte termijn. Een bedrag gelijk aan de niet-verlopen inte- restlast wordt geboekt op een overlopende rekening van het actief. Elke periode wordt de volledige beta- ling (kapitaal + interest) van de kortlopende schul- den afgeboekt. De interesten met betrekking tot de periode worden ten laste genomen van het resultaat via overboeking van de overlopende rekening.

(4)

Methode van de reële rente op het nog verschuldigde saldo

Krachtens artikel 67, § 2 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 «worden de respectieve bedra- gen van de gelopen rente en het lastenpercentage die in resultaat moeten worden genomen en van de niet gelopen rente en het lastenpercentage die moeten worden overgedragen naar een volgend boekjaar, be- paald door toepassing van de reële rente op het bij het begin van elke periode uitstaande saldo ; deze re- ele rente wordt berekend met inachtneming van de spreiding en de periodiciteit van de betalingen».

De reële rente is de constante interest die, toegepast op het bij het begin van elke periode uitstaande sal- do, het bedrag van het toegepaste lastenpercentage oplevert, rekening houdend met de spreiding en de periodiciteit van de betalingen.

Actuariële methode

De reële rente op actuariële basis, het bedrag van de terugbetaling in hoofdsom en van het lastenper- centage dat in elke termijnbetaling begrepen is, het gecumuleerde bedrag van de terugbetalingen in hoofdsom en in interesten, evenals het uitstaande saldo na elke termijn, kan u berekenen met behulp van een excel-tabel.

Voorbeeld

Er wordt op 30 april 2014 een financiering aange- gaan van 100 000,00  euro met een maandelijkse

interest van 0,45 %, terug te betalen in 24 mensua- liteiten van 4 616,76 euro, vanaf 31 mei 2014.

Totaal terug te betalen = 24 x 4 616,76  euro = 110 802,24 euro.

Boekjaar = kalenderjaar.

Hw = Nominaal bedrag van de lening (ontleend ka- pitaal door de klant) = 100 000,00 euro

Bet = periodieke (constante) terugbetaling = – 4 616,67 euro

Aantal termijnen = aantal periodieke terugbetalin- gen = 24

RENTE = de reële rente = de actuariële rente

RENTE wordt in Excel berekend als volgt :

De actuariële rente bedraagt 0,8372641 % per maand.

De eerste maandelijkse aflossing van 4 616,67 euro bevat dus 100 000,00  euro x 0,8372641 % = 837,26 euro rente en 4 616,67 euro – 837,26 euro = 3 779,41 euro kapitaal.

De aflossingstabel kan worden opgemaakt in Excel :

Maand Vervaldag Kapitaal (begin per.) Betaling Intrest Aflossing Saldo 1

2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

31/05/2014 30/06/2014 31/07/2014 31/08/2014 30/09/2014 31/10/2014 30/11/2014 31/12/2014 31/01/2015 28/02/2015 31/03/2015 30/04/2015 31/05/2015 30/06/2015

100 000,00 96 220,59 92 409,54 88 566,58 84 691,45 80 783,87 76 843,57 72 870,28 68 863,73 64 823,63 60 749,70 56 641,67 52 499,24 48 322,13

4 616,67 4 616,67 4 616,67 4 616,67 4 616,67 4 616,67 4 616,67 4 616,67 4 616,67 4 616,67 4 616,67 4 616,67 4 616,67 4 616,67

837,26 805,62 773,71 741,54 709,09 676,37 643,38 610,12 576,57 542,74 508,64 474,24 439,56 404,58

3 779,41 3 811,05 3 842,96 3 875,13 3 907,58 3 940,30 3 973,29 4 006,55 4 040,10 4 073,93 4 108,03 4 142,43 4 177,11 4 212,09

96 220,59 92 409,54 88 566,58 84 691,45 80 783,87 76 843,57 72 870,28 68 863,73 64 823,63 60 749,70 56 641,67 52 499,24 48 322,13 44 110,04

(5)

15 16 17 18 19 20 21 22 23 24

31/07/2015 31/08/2015 30/09/2015 31/10/2015 30/11/2015 31/12/2015 31/01/2016 29/02/2016 31/03/2016 30/04/2016

44 110,04 39 862,69 35 579,78 31 261,01 26 906,08 22 514,68 18 086,52 13 621,28 9 118,66 4 578,34

4 616,67 4 616,67 4 616,67 4 616,67 4 616,67 4 616,67 4 616,67 4 616,67 4 616,67 4 616,67

369,32 333,76 297,90 261,74 225,27 188,51 151,43 114,05 76,35 38,33

4 247,35 4 282,91 4 318,77 4 354,93 4 391,40 4 428,16 4 465,24 4 502,62 4 540,32 4 578,34

39 862,69 35 579,78 31 261,01 26 906,08 22 514,68 18 086,52 13 621,28 9 118,66 4 578,34 0,00

Journaalpost bij de opname van de financiering :

D 55 Bank 100 000,00

D 490 Over te dragen interesten 10 800,08 C 17 aan Kredietinstellingen. Schul-

den op > 1 jaar 73 866,72

C 423 Kredietinstellingen. Schul- den op > 1 jaar die binnen het jaar vervallen

36 933,36

(Schulden op > 1 jaar = 16 maandelijkse aflossin- gen van 4 616,67 = 73 866,72 euro.

Schulden op > 1 jaar die binnen het jaar verval- len = 8  maandelijkse aflossingen van 4 616,67 = 36 933,36 euro)

Boekingschema :

17 Kredietinstellingen.

Schulden op > 1 jaar 55 Bank

D C D C

73 866,72 100 000,00 750,00 (opnieuw) 423 Kredietinstel-

lingen. Schulden op

> 1 jaar die binnen het jaar vervallen

490 Over te dragen interesten

D C D C

36 933,36 10 800,08

Journaalpost bij de maandelijkse terugbetaling van 4 616,67 euro op 31 mei 2014 :

D 423 Kredietinstellingen. Schulden op > 1 jaar die binnen het jaar vervallen

4 616,67

C 55 aan Bank 4 616,67

Boekingschema :

55 Bank

423 Kredietinstel- lingen. Schulden op

> 1 jaar die binnen het jaar vervallen

D C D C

4 616,67 4 616,67 36 933,36

(opnieuw)

Zelfde boeking maandelijks op 30 juni 2014 tot en met 31 december 2014.

Journaalpost bij de jaarafsluiting 31  december 2014 voor de tenlasteneming van de rente in de af- lossingen tijdens het boekjaar 2014 :

D 650 Rente, commissies en kosten

verbonden aan schulden 5 797,09

C 490 aan Over te dragen interesten 5 797,09

Zie aflossingstabel : 837,26  euro + 805,62  euro + 773,71  euro + 741,54  euro + 709,09  euro + 676,37  euro + 643,38  euro + 610,12  euro = 5 797,09 euro.

Boekingschema :

490 Over te dragen interesten

650 Rente, commissies en kosten verbonden

aan schulden

D C D C

5 797,09 5 797,09

Journaalpost bij de jaarafsluiting 31  december 2014 voor de overboeking van lange naar korte termijn :

D 17 Kredietinstellingen. Schulden

op > 1 jaar 55 400,04

C 423 aan Kredietinstellingen. Schul- den op > 1 jaar die binnen het jaar vervallen

55 400,04

(Zijnde 12 aflossingen van 4 616,67 euro)

Boekingschema :

423 Kredietinstel- lingen. Schulden op

> 1 jaar die binnen

het jaar vervallen 17 Kredietinstellingen.

Schulden op > 1 jaar

D C D C

55 400,04 55 400,04 73 866,72 (opnieuw)

(6)

Journaalpost bij de maandelijkse terugbetaling van 4 616,67 euro in 2015 :

D 423 Kredietinstellingen. Schulden op > 1 jaar die binnen het jaar vervallen

4 616,97

C 55 aan Bank 4 616,67

Journaalpost bij de jaarafsluiting 31  december 2015 : ten laste neming rente in aflossingen boek- jaar 2015 :

D 650 Rente, commissies en kosten

verbonden aan schulden 4 622,79

C 490 aan Over te dragen interesten 4 622,79

Zie aflossingstabel : 576,57  euro + 542,74  euro + 508,64  euro + 474,24  euro + 439,56  euro + 404,58  euro + 369,32  euro + 333,76  euro + 297,90  euro + 261,74  euro + 225,27  euro + 188,51 euro = 4 622,83 euro.

Journaalpost bij de jaarafsluiting 31  december 2015 voor de overboeking van lange naar korte termijn :

D 17 Kredietinstellingen. Schulden

op > 1 jaar 18 466,68

C 423 aan Kredietinstellingen. Schul- den op > 1 jaar die binnen het jaar vervallen

18 466,68

(Zijnde vier aflossingen van 4 616,67 euro)

Journaalpost bij de maandelijkse terugbetaling van 4 616,67 euro in 2016 :

D 423 Kredietinstellingen. Schulden op > 1 jaar die binnen het jaar vervallen

4 616,67

C 55 aan Bank 4 616,67

Journaalpost bij de jaarafsluiting 31  december 2016 : tenlasteneming rente in aflossingen boek- jaar 2016 :

D 650 Rente, commissies en kosten

verbonden aan schulden 380,16

C 490 aan Over te dragen interesten 380,16

Zie aflossingstabel : 151,43  euro + 114,05  euro + 76,35 euro + 38,33 euro = 380,16 euro.

Nadeel van de tweede boekingswijze is dat het ba- lanstotaal kunstmatig wordt verhoogd, dat ook de voorstelling van een gedeelte van de schuld op het actief tegendraads overkomt en dat de financiële ratio’s er door kunnen vertekend worden. Ander- zijds wordt in de tweede boekingsmethode in de balans wel het volledig engagement ten opzichte van de schuldeiser getoond. Het is makkelijker om de liquiditeitsbehoefte en de kasplanning van de onderneming in te schatten.

CBN-advies 137/2

De Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN) beschreef deze werkwijze in haar advies 137/2. Dit advies werd in 2013 wel opgeheven, maar artikel  67, §  2 van het KB/W.Venn. werd (nog) niet aangepast.

Bertin POUSEELE Bedrijfsrevisor

(7)

Is de terugbetaling van het werkelijk bedrag van maaltijdkosten eigen

aan de werkgever of vennootschap volledig aftrekbaar ?

De forfaitaire vergoedingen die een onderneming toekent aan haar werknemers en/of bedrijfsleiders als terugbetaling van verblijfkosten die haar eigen zijn, zijn voor de werknemers en/of bedrijfsleiders niet belastbaar wanneer het bedrag van de ver- goedingen wordt vastgesteld met inachtneming van het werkelijke aantal verplaatsingen en niet hoger is dan de gelijkaardige vergoedingen die de Staat aan zijn personeel verleent (Com.IB 1992, nr. 31/36 voor werknemers en nr. 32/3, tweede lid en nr. 33/26.2 voor bedrijfsleiders).

De bedoelde verblijfkosten zijn de andere kosten dan de eigenlijke verplaatsingskosten (trein, wa- gen, …), namelijk de kosten van maaltijden en dranken ingevolge buiten de onderneming maar voor rekening van deze laatste geleverde presta- ties waarvan de totale duur meer dan vijf uur per dag bedraagt (Com.IB 1992, nr.  53/143, vierde lid).

Voor binnenlandse verplaatsingen bedraagt de ge- lijkaardige forfaitaire vergoeding voor de fede- rale ambtenaren van niveau A4 en A5 momenteel 19,22  euro (art.  2 van van het KB van 24  decem- ber 1964 tot vaststelling van de vergoedingen we- gens verblijfkosten, toegekend aan de leden van het personeel der federale overheidsdiensten). Dit bedrag mag sinds 1  januari 2014 worden betaald aan alle bedrijfsleiders en werknemers, ongeacht de personeelscategorie van de betrokkenen, voor alle verplaatsingen van meer dan vijf uren, middag- uren inbegrepen (Vr. en Antw. Kamer, 2013-2014, nr.  53/131, 274-277 (vraag nr.  387 van 29  april 2013, V.Wouters)).

Voor buitenlandse verplaatsingen zijn de maxi- male bedragen gelijk aan de dagelijkse forfaitaire verblijfsvergoedingen zoals die per land zijn vast- gesteld voor ambtenaren van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelings-

Hoewel deze forfaitaire vergoedingen dus voor het grootste deel een terugbetaling zijn van maaltijd- kosten, is de aftrekbeperking tot 69 % voor restau- rantkosten (art. 53, 8°bis WIB 1992) er volgens de fiscus toch niet op van toepassing (Com.IB 1992 nr. 53/143, derde lid en 53/163, tweede lid). Deze pa- ragrafen van de administratieve commentaar wer- den niet gewijzigd door de circulaire nr. AFZ/2004- 0171 (AFZ 12/2004) van 26  mei 2004 (waarin de administratie commentaar gaf op de verhoging van de aftrek van van 50 % naar 69 % en ook een einde maakte aan de tolerantie om buitenlandse restaurantkosten niet te beperken), en werd ook nog eens bevestigd in een parlementaire vraag van een jaar later (Vr. en Antw. Kamer, 2004-2005, nr. 51/89, 15743-15745, punt 1 (vraag nr. 791 van 11 mei 2005, T. Pieters)).

Aan de minister werd nu gevraagd of hij kon be- vestigen dat de aftrekbeperking evenmin van toe- passing is op de terugbetaling van het werkelijk bedrag van maaltijdkosten die ‘eigen’ zijn aan de onderneming. Concreet : wanneer een werknemer of een bedrijfsleider tijdens een zakenreis een maal- tijd nuttigt waarvan het bedrag niet excessief hoog is, zonder aanwezigheid van klanten, leveranciers of enige andere zakenrelatie, is de terugbetaling van het werkelijk bedrag van deze kost door de werkgever of vennootschap waarin de bedrijfslei- der zijn functie uitoefent, dan volledig fiscaal af- trekbaar ?

De minister antwoordt beknopt. Hij stelt dat als de door een werkgever of een vennootschap ge- dane terugbetaling van het werkelijke bedrag van de restaurantkosten die een werknemer of een bedrijfsleider tijdens een buitenlandse zakenreis heeft gemaakt, als een niet belastbare terugbeta- ling van eigen kosten van de werkgever of de ven- nootschap kan worden aangemerkt, die terugbe- taling niet aan de aftrekbeperking tot 69% wordt

(8)

Noch deze publicatie, noch gedeelten van deze publicatie mogen worden gereproduceerd of opgeslagen in een retrievalsysteem, en evenmin worden overgedragen in welke vorm of op welke wijze ook, elektronisch, mechanisch of door middel van fotokopieën, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie staat in voor de betrouwbaarheid van de in haar uitgaven opgenomen info, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld. Verantwoordelijke uitgever : Jean-Marie CONTER, B.I.B.F. – Legrandlaan 45, 1050 Brussel, Tel. 02/626 03 80, Fax. 02/626 03 90 e-mail : info@bibf.be, URL : http: //www.bibf.be.

Redactie : Jean-Marie CONTER, Gaëtan HANOT, Geert LENAERTS, Xavier SCHRAEPEN, Chantal DEMOOR. Adviesraad : Professor P. MICHEL, Professor Emeritus, Universiteit Luik, Professor C. LEFEBVRE, Katholieke Universiteit Leuven. Gerealiseerd in samenwerking met Wolters Kluwer – www.wolterskluwer.be

de beroepsbehoeften overtreft, wat een feitenkwes- tie is die geval per geval moet worden beoordeeld, wel nog kan verworpen worden op grond van arti- kel 53, 10° en 11° WIB 1992.

De minister bevestigt dus dat het administratieve standpunt dat de aftrekbeperking voor restaurant- kosten niet moet worden toegepast op forfaitaire verblijfsvergoedingen, ook geldt voor de terugbeta- ling van het werkelijke bedrag van verblijfkosten eigen aan de onderneming. Opvallend is wel dat de minister het enkel heeft over de verblijfkosten tijdens een buitenlandse zakenreis, terwijl de par- lementaire vraag en de geciteerde passages uit de administratieve commentaar betrekking hebben op zakenreizen in het algemeen, dus ook binnenland- se. Het antwoord van de minister moet o.i. echter niet zo worden geïnterpreteerd dat de aftrekbeper- king wel van toepassing zou (kunnen) zijn op te- rugbetaling van het werkelijk bedrag van binnen- landse verblijfkosten eigen aan de onderneming.

In wezen gaat het immers om de terugbetaling van hetzelfde soort kosten, of ze nu in het buitenland of binnenland worden gemaakt. Er is m.a.w. geen objectieve reden om de terugbetaling van binnen- landse verblijfkosten anders te behandelen dan de terugbetaling van buitenlandse verblijfkosten.

Bovendien lijkt zo’n verschil in behandeling in te- genspraak met de intenties van de huidige federale regering. Luidens het regeerakkoord gaat deze re- gering immers voor een belastinghervorming ge- baseerd op ‘stabiliteit en rechtszekerheid’ en ‘een- voud en transparantie’, die ‘het vertrouwen tussen de belastingplichtigen en de belastingadministratie moet versterken’ en waarbij o.a. de verworpen uit- gaven ‘hervormd en vereenvoudigd’ zullen worden.

Kortom, we nemen aan dat de administratie wel degelijk aanvaardt dat ook de terugbetaling van het werkelijke bedrag van een maaltijd tijdens een binnenlandse zakenreis 100 % aftrekbaar is, het eventuele onredelijke gedeelte buiten beschouwing gelaten.

Voor zover nodig vestigen we er de aandacht op dat de aftrekbeperking van artikel 53, 8° WIB 1992 in principe wel van toepassing is en blijft op de te- rugbetaalde kosten van een maaltijd die door een werknemer of bedrijfsleider op zakenreis wordt ge- nuttigd samen met klanten, leveranciers of enige andere zakenrelatie.

Felix VANDEN HEEDE Fiscaal jurist

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Veel bestuurders laten zich verlei- den door de grote sommen geld of vrezen anders wel de roep van activistische aandeelhouders als de winsten naar hun smaak niet hoog genoeg

De meeste respondenten kiezen voor trainingen gericht op persoonlijke vaardigheden, technisch inhoudelijke trainin- gen en vaardigheden, technisch inhoudelijke trainingen en

Als u vragen hebt over de manier waarop we uw gegevens verwerken en waarop u uw rechten kunt uitoefenen, kunt u contact opnemen met de functionaris voor gegevensbescherming van de

In dit gesprek zegde de Minister toe 'de gemeente Naaldwijk gedurende eon periode van drie jaar onthef fing te verlenen van de verplichting tot het beschikbaar stel- len

Het betrekken van schuldeisers, het beperken van kredietverstrekking, het afschaffen van loonbeslag (om zo kredietverstrekkers voorzichtiger te maken), het korting geven op

Om duurzame inzetbaarheid in de huidige context van werk in kaart te brengen en om tot aangrijpingspunten voor interventies te komen is een meeromvattend model nodig, waarin

Het gevolg van dat beleid en daarmee van de categorisering van oudere werknemers is wel dat beeldvorming plaatsvindt en de categorie van de oudere werknemers in tegenstelling tot

Deze zeer vJuchtige en voorlopige inventarisatie laat zien dat de norm van het goed werknemerschap aanlmopingspunten biedt voor een nieuwe invulling van de rechten en