• No results found

In die tijd was er immers geen koning in Israël, iedereen deed wat hem het beste leek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "In die tijd was er immers geen koning in Israël, iedereen deed wat hem het beste leek"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

[Uitzending 313: Rechters 17:1 t/m 21:25]

Met Rechters 17 zijn we aangekomen bij het derde en laatste hoofddeel van het Bijbelboek Rechters. Dit laatste hoofddeel bevat 2 gebeurtenissen die aantonen hoezeer de tijd van de richters wordt gekenmerkt door godsdienstig en geestelijk verval. De neergaande lijn die het tweede deel van het Bijbelboel Rechters al liet zien zet zich in het laatste deel door. De beide gebeurtenissen uit het slot van Richteren kunnen het beste aan het begin van de tijd van de rechters worden geplaatst, niet al te lang na de dood van Jozua.

De beide gebeurtenissen vertonen onderling overeenkomsten en beginnen en eindigen met een kenmerkende zin: In die tijd was er immers geen koning in Israël, iedereen deed wat hem het beste leek (Rechters 17:6 en 21:25). Alles bij elkaar wordt in het Bijbelboek Rechters 7x beschreven dat Israël de HERE verliet. Steeds is er in grote lijnen dezelfde cyclus van afval en opleving. Het is een les voor alle mensen, volken en natiën. Ieder volk dat ten onder is gegaan vertoont sporen van dezelfde elementen. Na een geestelijk verval (wij kunnen het zelf en hebben God niet nodig) volgt er een morele verwording (iedereen doet wat hem of haar het beste lijkt) en daarna komt de politieke wanorde (het land is niet meer te besturen en valt uiteen of er breek een burgeroorlog uit). De afval en ontaarding begint in de tempel, daarna in de huizen en gezinnen en ten slotte werkt het door in de natie.

Rechters 17 vers 1 en 2:

In de bergen van Efraïm woonde een man die Micha heette.

Op een dag zei hij tegen zijn moeder: Die 1100 zilverstukken waarvan u dacht dat ze waren gestolen en waarbij u toen over de dief een vloek hebt uitgesproken, heb ik gestolen! De HERE zegene je, omdat je dat hebt bekend, antwoordde zijn moeder.

1100 zilverstukken is een gigantisch bedrag, zo’n 100 x een jaarloon. Waarschijn- lijk is het die bijzonder royale bruidschat die de moeder van Micha bij haar huwe- lijk heeft ontvangen als een soort levensverzekering. Het is niet te vergelijken met een kind dat geld steelt uit de portemonnee van zijn moeder.

(2)

De moeder van Micha had de dief vervloekt (zij wist toen niet wie de dief was).

Een dergelijke vervloeking lijkt op wat Jozua deed, hij vervloekte de man die Jericho zou herbouwen (Joz.6). Micha bekent de diefstal. Waarschijnlijk vanuit de angst dat de vervloeking hem zal treffen. Berouw tegenover de HERE of zijn moeder wordt niet genoemd. Volgens Lev.6 had Micha zijn schuld moeten belijden, voor de HERE en een schuldoffer moeten brengen, waarna de priester verzoening over hem doet. Maar het komt helemaal niet ter sprake. Zijn moeder feliciteert hem met de bekentenis. Direct neutraliseert zij de vloek door een zegening van de HERE over haar zoon uit te spreken.

Rechters 17 vers 3:

Daarop gaf hij haar het geld terug. Ik wijd hierbij dit geld aan de HERE ten behoeve van jou, zei ze. Ik zal daarvoor een houten beeld laten snijden en dat met zilver laten bekleden.

Als Micha zijn moeder het geld teruggeeft, zeg ze het aan de HERE te wijden en er afstand van te willen doen omwille van haar zoon. Ze bedoelt hiermee niet dat het naar de tabernakel in Silo wordt gebracht (dat zou te verwachten zijn), maar ze wil er een afgodsbeeld van laten maken. De godheid die uitgebeeld wordt, is blijkbaar de HERE Zelf. Van andere goden is in de tekst geen sprake en Micha gelooft dat de HERE hem zal zegenen (vs.13). Maar, dit druist in tegen het tweede gebod en herinnert aan het moment bij de Sinaï, toen Israël bijna werd vernietigd omdat zij de HERE wilde uitbeelden als een gouden kalf. De HERE is niet uit te beelden en vast te leggen in een beeld.

Rechters 17 vers 5 en 6: Micha had namelijk in zijn eigen huis een tempel voor God ingericht waar hij ook een efod en enkele terafim had, één van zijn zonen had hij tot priester gewijd. In die tijd was er immers geen koning in Israël, iedereen deed wat hem het beste leek.

In een paar regels lezen we dat Micha een aantal dingen heeft gedaan die met heel wat voorschriften van de HERE niet stroken. Micha had een efod gemaakt (prachtige priesterkleding; Ex.28) en een aantal terafim (huisgoden; ze werden gebruikt bij waarzeggerij; Zach.10:2).

(3)

Micha had in zijn huis een tempel voor God ingericht, maar dat mocht niet want de HERE had Silo als plaats van Zijn heiligdom aangewezen. Om het compleet te maken had Micha ook nog één van zijn zonen tot priester gewijd. Terwijl de priesteraanstelling alleen aan Aäron en zijn nakomelingen was voorbehouden.

Rechters 17 vers 7 t/m 10:

Op een dag kwam een jonge Levitische priester uit de stad Bethlehem in Juda naar dit gebied van Efraïm, op zoek naar een geschikte plaats om te wonen. Hij kwam in het gebergte van Efraïm bij het huis van Micha aan.

Waar komt u vandaan?, vroeg Micha. Ik ben een Levitische priester uit Bethlehem in Juda’, antwoordde hij, en ik zoek een geschikte plaats om te wonen. Blijf bij mij wonen, zei Micha, dan kunt u mijn priester zijn. Ik zal u jaarlijks een vergoeding geven van tien zilverstukken en u voorzien van voedsel en kleding.

Een jonge leviet betekent hier toch wel tenminste 30 jaar (de minimumleeftijd voor levieten in functie). De jonge leviet is op zoek naar werk en inkomen. Micha vraagt hem te blijven. Inkomen en levensonderhoud zijn gewaarborgd.

Rechters 17 vers 11 t/m 13: De Leviet besloot daar te blijven en werd

behandeld alsof hij Micha’s eigen zoon was. Micha wijdde hem tot priester en hij nam bij hem zijn intrek. Nu weet ik zeker dat de HERE mij zal zegenen, riep Micha uit. Want nu heb ik hier een echte Leviet als priester.

Micha bedoelt het oprecht, zoals zijn moeder oprecht meende de HERE te moeten eren door een beeld van Hem te maken.

Maar, hij beseft niet dat hij bezig is de HERE te manipuleren. Micha plaatst de HERE op één lijn met de afgoden. Micha dient de HERE niet volgens de door de HERE gegeven voorschriften maar op een manier die hem het beste lijkt. In zo’n geval draait een mens de zaken om. Het schepsel dient en vereert Zijn Schepper en niet andersom. De godsdienst van Micha is een eigenmachtige godsdienst.

Zijn geschiedenis laat zien hoe heidens de omgang met de HERE, de God van Israël is geworden. Ook vandaag kan een mens de HERE niet dienen naar eigen inzichten maar naar de richtlijn van Zijn Woord, de Bijbel. Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad (Ps.119:105).

(4)

Rechters 18 vers 1:

Ook de volgende geschiedenis had plaats in de tijd dat er geen koning in Israël was. De mannen van de stam Dan zochten nog steeds een plek waar zij zich definitief konden vestigen, want hun was nog geen eigen grondge- bied toegewezen zoals aan de andere stammen van Israël.

Hoofdstuk 18 beschrijft de migratie van de stam Dan. Vanuit het zuiden van het beloofde land verhuizen zij naar het noorden en nemen daar grondgebied in bezit. Volgens Joz.19 is hun wel grondgebied toegewezen. Hun gebied ligt tussen Juda en Efraïm, ten westen van Benjamin. Maar, het is nog nooit in bezit genomen. Een eerdere poging was mislukt, waarna de Danieten zelf zijn

verjaagd. Ze zoeken een oplossing. Vanuit Sora en Estaol (2 steden waaruit ze niet zijn verjaagd) worden 5 mannen uitgezonden ter verkenning. Op weg naar het noorden trekken zij door Efraïm en overnachtten bij Micha.

Rechters 18 vers 3 en 4:

Het viel hun op dat de jonge Leviet een accent had. Daarom namen zij hem apart en vroegen: Wie heeft u hierheen gebracht en wat doet u hier eigen- lijk? De jongeman vertelde hun van zijn afspraak met Micha en dat hij bij hem in dienst was als priester. De Danieten horen de Leviet uit Bethlehem uit, zij hebben hem herkend aan zijn accent. Uit Rechters 12:6, weten we dat er in Israël verschillende dialecten bestonden.

Rechters 18 vers 5 en 6:

Dat komt goed uit, zeiden de spionnen. Vraag God of we op deze tocht succes zullen hebben. Ja, trek gerust verder, antwoordde de priester, want de tocht die u maakt is naar de wil van de HERE.

Een eerlijke priester had geantwoord: de HERE heeft al bepaald waar jullie je moeten vestigen. Maar deze priester is diplomatiek en dubbelzinnig. In de Hebreeuwse grondtekst zegt hij letterlijk: ga in vrede, uw weg is tegenover de HERE. Dat is geen regelrechte goedkeuring, maar wordt wel zo opgevat door de Danieten. Vol goede moed trekken de mannen noordwaarts tot in Laïs.

(5)

Ze zien dat de bevolking er ongestoord en onbekommerd leeft, vredig zoals de Sidoniërs. Terug thuis vertellen de mannen enthousiast over wat ze hebben gezien. Rechters 18 vers 8:

Toen de spionnen bij hun stamgenoten in Sora en Estaol waren terugge- keerd, vroegen de mensen: Vertel eens, wat hebben jullie gezien?

De 5 verkenners sporen hun stamgenoten aan om het gebied van Laïs in het hoge noorden in bezit te gaan nemen. De mensen die er wonen verwachtten geen aanval. Met 600 gewapende mannen trekken de Danieten in noordoostelijk richting. Ze houden halt bij Kirjat-Jearim op de grens van Juda en Benjamin.

Van daar trekken ze naar de bergen van Efraïm en passeerden onderweg het huis van Micha. Rechters 18 vers 14: De 5 spionnen zeiden tegen de andere mannen: Wist u dat zich in dat huis een efod, terafim en nog een ander beeld bevinden? Het is duidelijk wat ons te doen staat!

Micha, wordt beroofd van zijn beeld, priesterkleed en terafim. Tegen de priester zeggen ze: Houd uw mond en ga met ons mee. Wees onze priester.

Het is toch beter priester te zijn van een hele stam in Israël dan van slechts één man en zijn familie? (vs.19). En het antwoord van de priester? Vers 20: Dat vond de jonge priester een prachtig idee… en voegde zich bij de rest van de groep. In de verzen 21 t/m 26 lezen we dat Micha nog een poging doet om zijn spullen en de priester terug te krijgen maar dat lukt niet. Daarna maakt Micha rechtsomkeert en gaat naar huis, inclusief de groep buren die hij had

meegenomen. Hij zag dat zij (de mannen van Dan) sterker waren dan hij.

Rechters 18 vers 27 en 29 t/m 31:

Daarna kwam de stam van Dan met Micha’s goden en zijn priester bij Laïs aan en zij overvielen de stad. Na de verovering gingen de Danieten er zelf wonen.

Ze noemden de stad Dan, naar hun stamvader, een zoon van Jacob, maar vroeger heette de stad Laïs. Zij zetten daar de afgodsbeelden neer en stel- den Jonathan (de zoon van Gersom en kleinzoon van Mozes) en zijn zonen tot priesters aan.

(6)

Deze familie bleef priester tot het volk in ballingschap werd gevoerd. Zo werden Micha’s afgodsbeelden door de stam van Dan vereerd, zolang de tabernakel van God in Silo stond.

De wetteloosheid in Rechters 17 wordt in Rechters 18 overtroffen met een nog grotere wetteloosheid. En, het einde is nog niet in zich, dat blijkt uit de laatste episode in het Bijbelboek Rechters.

Rechters 19 vers 1 t/m 3:

In die tijd – er was toen nog geen koning in Israël – woonde een man van de stam Levi diep in de bergen van Efraïm. Hij had uit Bethlehem in Juda een vrouw als bijvrouw meegenomen. Zij werd hem echter ontrouw en liep van hem weg, terug naar het huis van haar vader in Bethlehem. Na 4 maanden ging haar man, met een knecht en twee ezels, haar achterna om haar over te halen terug te komen.

De afgoderij van de Danieten illustreert het godsdienstig verval in Israël. In Rechters 19 zet het verval zich door en zien we de totale morele verwording toegespitst op de stam van Benjamin. De gebeurtenissen vormen een zeer zwarte bladzijde in de geschiedenis van Israël. Heel het volk is erbij betrokken.

De geschiedenis in Rechters 19 geeft de aanleiding voor de nationale crisis die in Rechters 20 losbarst. De gebeurtenissen lijken op die van Sodom en Gomorra, maar dan met verkrachtingen en zonder engelen om in te grijpen. Het gevolg is een nationale crisis, met vreselijke gevolgen.

Rechters 19 begint met de geschiedenis van een Leviet en zijn bijvrouw. De bijvrouw loopt bij hem weg en gaat terug naar Bethlehem, naar het huis van haar vader. Na 4 maanden reist hij haar achterna om haar zover te krijgen dat ze weer terugkomt.

Hij wordt vriendelijk ontvangen en blijft een tijdje logeren, langer dan hij van plan was (dat komt door de gastvrijheid van de vader van zijn bijvrouw). Uiteindelijk vertrek hij toch (samen met zijn bijvrouw) en bereikt hij bij zonsondergang Jeruzalem (dat toen nog Jebus heette) vs.10.

(7)

Rechters 19 vers 11: Zullen we daar overnachten? Zei zijn knecht. Nee, zei zijn heer, ik wil niet overnachten in een stad waar geen Israëlieten wonen.

Laten we verder trekken naar Gibea of Rama en daar overnachten. Zo reisden zij verder. Zij overnachtten een nacht in Gibea, een stad in Benjamin.

Een oude man, die uit het gebergte van Efraïm kwam en in Gibea woonde, had hen uiteindelijk onderdak aangeboden. Want niemand nodigde hen uit binnen te komen (vs.15). De oude man had gezegd: Mijn vrede zij met u, ik zal voor u zorgen (vs.20), u bent mijn gasten, want u moet niet hier op het plein blijven.

Maar ‘s avonds, toen zij gezellig bij elkaar zaten, kwamen mannen van de stad naar het huis en vroegen de oude man zijn gast naar buiten te brengen zodat zij geslachtsgemeenschap met hem konden hebben (vs.22). Nee, beste mensen, doe toch alstublieft niet zoiets schandelijks met de man die mijn gast is, smeekte hij. Neem mijn dochter die nog maagd is, en de bijvrouw van deze man. Maar zij wilden niet naar hem luisteren. Daarop duwde de Leviet zijn bijvrouw naar buiten waarop de mannen haar verkrachtten en de hele nacht met haar bezig zijn. De vrouw kan nog net het huis bereiken maar blijft bij de deur liggen. Niemand biedt hulp, want blijkbaar slapen de gastheer en de leviet. Pas

’s morgens vroeg bij het openen van de deur zag hij haar liggen. De leviet toont geen sprankje emotie, hij beveelt haar zelfs op te staan. Omdat er geen antwoord komt ontdekt hij dat zijn bijvrouw is overleden. Hij legt haar op een ezel en

vertrekt naar huis. Dan doet hij iets gruwelijks, 12 lichaamsstukken stuurt hij door heel Israël. Een niet mis te verstane oproep om zich acuut te verzamelen voor de strijd. Hij wil wraak tegen Gibea, neemt het recht in eigen handen en heel Israël raakt erbij betrokken. Het effect blijft niet uit: overal zijn mensen geschokt en sporen elkaar aan in actie te komen (vs.30). Zo’n vreselijke misdaad is er nog nooit gepleegd sinds Israël uit Egypte is vertrokken!

Rechters 20 vers 1:

Het hele volk van Israël kwam naar Mispa. In totaal 450.000 man voetvolk, allemaal mannen die het zwaard konden hanteren. Eensgezind verzamelden zij zich daar voor de HERE.

(8)

In Mispa wordt een militaire vergadering gehouden waar de leviet zijn verhaal doet voor de oudsten en het volk. Maar, hij maakt er een dubieus verhaal van, dat niet strookt met de werkelijkheid. De bedoelingen van de Gibeonieten worden anders voorgesteld. De leviet zegt dat ze hem wilden doden en vertelt niet dat hij het zelf was die zijn bijvrouw naar buiten duwde.

Hij werpt zich op als onschuldig slachtoffer van de leiders van Gibea die het (volgens hem) op levieten hebben gemunt. Na het verslag van de leviet is het oordeel al geveld: wij zullen Gibea verwoesten en… het land onder ons verdelen.

In de verzen 12 t/m 17 wordt informatie gegeven over het leger van Israël.

Zonder de strijders van de stam van Benjamin telde het leger 400.000 man.

In het vervolg lezen we dat de Benjaminieten (na eerst Israël 2 nederlagen te hebben toegediend) worden verslagen. In vers 35 lezen we: De HERE hielp Israël Benjamin te verslaan en zij doodden die dag 25000 en 100 Benjamin- ieten. En in vers 47: Slechts 600 mannen wisten in de woestijn naar de rots Rimmon te ontkomen, waar zij 4 maanden bleven.

In vers 18 lazen we al dat Israël de HERE raadpleegde. Daarbij is het niet de vraag of er moet worden aangevallen (daartoe had Israël al besloten) maar wie als eerste de aanval moet inzetten. Er is een gruwel gepleegd die Israël blootstelt aan de woede van de HERE.

Israël had de Kanaänieten moeten verdrijven. Maar, de laatste veldslag die beschreven wordt is de vernietiging van de stam Benjamin. De veldslagen tegen de Kanaänieten waren bij lange na niet zo massaal, vastberaden en daadkrachtig als die tegen de Benjaminieten. Het is, bitter genoeg, Israëls grootste militaire succes uit het Bijbelboek Richteren. Israël had een moeilijke taak uitgevoerd, het geschonden recht is hersteld. Maar, daarna gaat Israël verder dan de HERE heeft geboden. Zij moorden alle vrouwen, kinderen en ouderen uit die in de steden van Benjamin zijn achtergebleven en de steden worden verbrand.

Zij slaan het gebied en de hele stam van Benjamin met de ban.

(9)

De ban had toegepast moeten worden op de Kanaänieten, maar nu wordt de ban rigoureus toegepast op eigen volksgenoten, van wie het merendeel part noch deel heeft aan het gebeuren te Gibea. Uit Rechters 21 blijkt dat Israël pas achteraf is gaan nadenken over de gevolgen van de woeste verbranding van Benjamin. Want, de slachting onder de Benjaminieten veroorzaakt in Israël een nieuw probleem.

Bijna de hele stam van Benjamin was er niet meer en de andere stammen hadden beloofd hun dochters niet met de overgebleven Benjaminieten te laten trouwen.

Rechters 21 vers 6: De Israëlieten hadden nu diep medelijden gekregen met hun broederstam Benjamin. Hoe moet dat groepje overlevenden nu vrouwen vinden? Toen herinnerden zij zich de eed die ze hadden gezworen: degene die weigerde naar Mispa te komen om mee te vechten zou worden gedood. Na onderzoek blijkt dat de mannen van Jabes in Gilead zijn weggebleven. Daarom stuurde het volk 12.000 van de beste soldaten naar Jabes in Gilead om de bevolking te doden. Alle jonge meisjes van huwbare leeftijd die nog maagd waren, werden gespaard. Het bleken er 400 te zijn en zij werden naar de legerplaats in Silo in Kanaän gebracht (vs.12).

Deze meisjes werden de vrouwen van 400 overgebleven Benjaminieten. Maar, dat was niet genoeg. Dan volgt de roof van de maagden van Silo (vs.19 t/m 24).

Het Bijbelboek Rechters eindigt met een geschiedenis waarin de leiders van Israël de rechtspraak hebben uitgeschakeld. Uitgerekend op een feest van de HERE, vlakbij Zijn heiligdom. Rechters 21 sluit af met de klacht dat er geen koning is in Israël en iedereen deed maar wat hem het beste leek. Een goede koning zou dergelijke praktijken nooit hebben toegestaan!

In de volgende uitzending gaan we een begin maken met het lezen van het Bijbelboek Ruth.

(10)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de Bijbel vinden we niet alleen de maatstaven voor een echte moraal, in plaats dat we het zouden moeten stellen met sociologische gemiddelden, maar we krijgen ook inzicht om

eigen kring, mensen die succes kennen of de aandacht naar zich toezuigen, … Voor anderen ligt het veel moeilijker: mensen die anders zijn, die ons blijken nodig te

Knelpunten die de gemeenten nog willen oplossen zijn: mati- ge uitstroom naar reguliere wo- ningen, waardoor opvang ver- stopt raakt; voor eenouderge- zinnen,

„(2a) Von den in Absatz 1 Satz 1 Nummer 1 bis 3 be- zeichneten Voraussetzungen kann abgewichen werden, wenn der Ausländer rechtswidrig mit Gewalt oder Dro- hung mit einem

Sommige katten willen het liefst een mandje waarin ze zich geheel kunnen verstoppen, andere hebben een voorkeur voor een dekentje.. En sommige katten vinden de trui van de baas,

De drie adviseurs voor de groene ruimte die Boomzorg raadpleegde over het begrip klimaatboom, zijn er eenstemmig over: ‘Steeds zieltogende bomen vervangen kan goed zijn voor

Ze was heel misselijk, had braakneigingen, diarree, en ze had gebeld omdat ze slecht was, ze zei dat ze drie keer op het belletje had moeten drukken eer er iemand kwam en bomma

‘Alles was klaar: de begrafenis geregeld en de afscheidsbrieven