I
Arrestnummer
c/ Jo'S /2015
Repertorlumnummer
2015/
Datum van ultspraak
4 februarl 2015
Rolnummer
1996/CO/13
Notlenummer parket-generaal
1996/PGA/707 1996/VJ11/707
ufeam.jJbt Hof van beroep Antwerpen
Arrest
twaalfde kamer
correctionele zaken
COVER Dl^D0DD0DfllJ40B-D0Dl-QD12-Dl-Q2.-l—1
01000000224030001001230211
* Hof van beroep Antwerpen - 1996/C0/13 - p. 2
1996/PGA/707 - 1996/VJ11/707
Het OPENBAAR MINISTERIE
en
De GEMEENTE
vertegenwoordigd door haar college van burgemeester en schepenen,
Gemeentehuis, te
burgerlijke partij
vertegenwoordigd door meester A. Meeusen, advocaat bij de balie van Antwerpen
tegen
elektricien
geboren te ■ op
wonendete Schilde, thans wonende te
Belg
beklaagde
vertegenwoordigd door meester L. Leysen, advocaat bij de balie van Antwerpen
en inzake
r~ PACE 01-0Qd0QQfl4M[]3-0QD3-0[]]ii-01-ni-ir”|
L J
' Hof van beroep Antwerpen - 1996/CO/13 - p. 3 M
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VAN DE GEMEENTE!
Gemeentehuis te
eiser tot herstel
vertegenwoordigd door mr. August Meeusen, advocaat bij de balie van Antwerpen
en inzake
DE STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR
aangesteld voor het grondgebied van de provincie Antwerpen met zetel te 2018 Antwerpen, Lange Kievitstraat 111-113 bus 55
eiser tot herstel
vertegenwoordigd door mr. Johan Claes, advocaat bij de balie van Antwerpen
1. Ten laste gelegde feiten
te:
Bij inbreuk op de artikelen 44,64,65 en 69 der wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, gewijzigd bij artikelen 4,20,21 en 25 der wet van 22 december 1970, zonder voorafgaande schriftelijke en uitdrukkelijke vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen, als eigenaar die de opstelling van een vaste of verplaatsbare inrichting heeft toegestaan of gedoogd, die tot de werken opdracht heeft gegeven;
op het onroerend goed gelegen te ,
gekadastreerd als
met een globale oppervlakte van 358 m2,
r
PAGE Dl-DDDDDOfl4M03-DD03-QQliS-Dl-01-llnL J
' Hof van beroep Antwerpen -1996/00/13 -p. 4
eigendom van I (° ;)
de hiernavermelde werken in art. 44 omschreven,
van 20 augustus 1990 tot 17 april 1994
te hebben instandgehouden,
een houten chalet met lichthellend zadeldak, het welk permanent bewoond wordt.
Gezien het bewijs van overschrijving van de beklaagden door de bewaarder der Hypotheken Antwerpen, dd. 7 juni 1995 boek 1747, deel 5
het onroerend goed toebehorend aan ! krachtens een akte van aankoop
ontvangenop 'door notaristel
2. Bestreden beslissing
Er werd hoger beroep ingesteld:
op 29 mei 1996 door de beklaagde tegen aide beschikkingen
op 30 mei 1996 door het Openbaar Mirtisterie tegen al de beschikkingen op strafrechtelijk gebied
tegen het vonnis, op tegenspraak gewezen op 15 mei 1996 door de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen, kamer 26, waarbij beslist werd:
De vordering tot oplegging van een bevel tot staken van de permanente bewoning kan niet worden toegestaan;
Beklaagde wordt hiervoor niet vervolgd en kan hiervoor ook - in casu - niet vervolgd worden;
f™1 PAGE 01-0DDDD0fiM403-DD0M-0012-01-Dl->T^
’ Hof van faeroep Antwerpen - 1996/CO/13 - p. 5
VEROORDEELT
beklaagde hoofdens de bewezen verklaarde feiten voor een periode van: 15.2.1993 tot 17.4.1994:
tot een geldboete van TWEEHONDERDVIJFTIG FRANK
Verpllcht veroordeelde tot het betalen van een bijdrage van 10,- frank en tot de kosten van het geding belopend op 1.638frank;
Verplicht veroordeelde tot betaling van een vergoeding van 1.1 i>-frank;
Zegt dat de geldboete van 250 frank vermeerderd wordt met 1490 decimes per frank en de bijdrage van 10 frank vermeerderd wordt met 1990 decimes per frank zodat die geldboete 37.500 frank en die bijdrage 2000,- frank bedragen;
Bepaalt de duur van de gevangenisstraf waardoor de geldboete vervangen worden, bij gebrek aan betaling binnen een termijn vermeld in artikel 40 van het strafwetboek, op twee maanden;
Beveelt dat de plaatsen in hun vroegere staat zullen hersteld worden binnen een termijn van ZES MAANDEN te rekenen vanaf heden, nl. door de sloping van de constructs zoals aangehaald in de dagvaarding, en dat de gemachtigde ambtenaar of het College van Burgemeester en Schepenen, in geval het vonnis niet wordt ten uitvoer gelegd, van ambtswege in de uitvoering ervan kan voorzien;
Onder verbeurte van een dwangsom van TWEEDUIZEND FRANK per dag vertraging, bij niet uitvoering van de bevolen herstelmaatregel binnen de gestelde termijn;
Machtigt de gemachtigde ambtenaar of het College van Burgemeester en Schepenen de van de herstelling van de plaats afkomende materialen en voorwerpen te verkopen, te vervoeren, op te slaan en te verriietigen op een door haar gekozeh plaats;
Zegt voor recht dat de veroordeelden in solidum gehouden zljn alle uitvoeringskosten, verminderd met de opbrengst van de verkoop der materialen en voorwerpen, te vergoeden
op vertoon van een staat, begroot en invorderbaar verklaard door de beslagrechter;
| PAGE 01-OOOaDgflMM03-QOOS-001S-Dl-01-4~1
L ■ J
’ Hof van beroep Antwerpen -1996/CO/13 - p. 6
RECHTDOENDE OP DE VORDERING DER BURGERLIJKE PARTIJ, DE GEMEENTE
i
Verklaart de vordering ohtvankelijk en in de hiemavolgende mate gegrond;
Veroordeelt beklaagde pm aan de burgerlijke partij te betalen als schadevergoeding ten provisionele titel de sorri van EEN FRANK PROVISIONEEL hoofdens morele schade, te vermeerderen vanaf heden met de gerechtelijke intresten en de kosten;
Machtigt de Gemeente van ambtswege zelf in de uitvoering van de bevolen herstelmaatregel, nl. de sloping van de houten chalet zoals in dagvaarding aangehaald, te voorzien en bovendien te zeggen voor recht dat beklaagde gehouden is alte uitvoeringskosten, verminderd met de opbrengst van de verkoop van de materia len en voorwerpen te vergoeden op vertopn van een staat;
Dit alles onder verbeurte van een dwangsom van TWEEDUIZEND FRANK per dag, bij niet- uitvoering van de bevolen herstelmaatregel binnen de gesteldetermijn;
3. Rechtspleging voor het hof
De zaak werd behandeld op de openbare zitting van 7 januari 2015.
Gelet op de gewijzigde samenstelling van de zetel van het hof werd de behandeNng van de zaak in zijn geheel hernomen op 7 januari 2015.
De burgerlijke partij DE GEMEENTE werd gehOord in haar middelen, ontwikkeld door mr. August Meeusen, advocaat bij de balie te Antwerpen; de dpor deze partij neergeiegde conclusie werd in het beraad betrokken,
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VAN DE GEMEENTE komt vrijwillig tussen als eiser tot herstel; deze partij werd gehoord in haar middelen, ontwikkeld door mr. August Meeusen, advocaat bij de balie te Antwerpen; de door deze partij neergeiegde conclusie werd in het beraad betrokken.
I"" PA6E qi-OGODQOaVMDa-DDDb-DOlB-Ol-Ol-iI™1
vHof van beroep Antwerpen-1996/CO/13 - p. 7
DE STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR VOOR DE PROVINCIE ANTWERPEN komt vrijwillig tussen als eiser tot herstel; deze partij werd gehoord in haar middelen, ontwikkeld door mr.
Johan Claes, advocaat bij de balie te Antwerpen.
Het Openbaar Ministerie werd gehoord in zijn uiteenzetting van de zaak en in zijn vordering,
De beklaagde ~ werd gehoord in zijn middelen van Verdediging, ontwikkeld door zijn raadsman, voornoemd.
4. Beoordeling
4.1. Ontvankelijkheid van de hogere beroepen
Het hoger beroep van beklaagde, in zover het gericht is tegen dat onderdeel van het bestreden vonnis waarbij de vordering tot oplegglng van een bevel tot staken van de permanerite bewoning niet wordt toegestaan, is niet ontvankelijk bij gebrek aan belang.
De hogere beroepen van de beklaagde voor het overige en van het Openbaar Ministerie, naar vorm en termijn regelmatig, zijn ontvankelijk.
4.2. Actualisering van de feiten der tenlastelegging
Met ingang van 1 September 2009 maken de feiten een inbreuk uit op het artikel 4.2.1.!° a) van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (V.C.R.O. - Besluit van de Vlaamse regering houdende codrdinatie van de decreetgeving op de ruimtelijke ordening d.d. 15 mei 2009, B.S. 20.08.2009); het past om de omschrijving van de aan de beklaagde ten laste gelegde feiten dan ook als dusdanigte actualiseren.
De feiten zelf, voorweip van de strafvordering, blijven hierdoor ongemoeid en beklaagde werd daarvan in kennis gesteld door de nota van het Openbaar Ministerie zoals aan het strafdossier gevoegd bij kantschrift van 25 September 2014 en beklaagde heeft zich daarop kunnen verdedigen.
4.3. Motivering ten gronde
r"
PAGEOl-D000D0aH4D3-DD07-0012-01-Ol-'rn
■? Hof van beroep Antwerpen -1996/CO/13 - p. 8
4.3.1. Op strafrechtelijk gebied
De beklaagde wordt vervolgd voor feiten van instandhouding te
, van 20 augustus 1990 tot 17 april 1994, van een houten chalet met licht hellend zadeldak.
Dat in de omschrijving van de feiten ook vermeld staat:het welk permanent bewoond wordt" maakt die bewoning zelf niet tot feit/voorwerp van de tenlastelegging en is louter te aanzien als een beschrijvende aanvulling ter definiering van de chalet.
Deze feiten van instandhouding zijn gelegen in een gebied voor verblijfsrecreatie, zijnde een niet ruimtelijk kwetsbaar gebied in de zin van artikel 1.1.2.10* V.C.R.O.
Derhalve geldt voor dergelijke feiten geen strafsanctie meer in overeenstemming met artikel 6.1.1. derde lid V.C.R.O. zodat de beklaagde ; dient ontslagen van verdere rechtsvervolging.
4.3.2. Met betrekking tot de herstelvorderlngen
De herstelvorderingen van zowel HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VAN DE GEMEENTE als van DE STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR zijn geent op de voormelde feiten van instandhouding van handelingen.
In overeenstemming met artikel 6.1.1. laatste lid V.C.R.O. kunnen zodanige herstelvorderingen met ingang van 1 September 2009 niet langer worden ingewilligd aangezien de instandhouding immers op het ogenblik van de uitspraak niet langer meer strafbaar is gesteld.
De vordering van HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VAN DE GEMEENTE als eiser tot herstel tot het betalen van een rechtsplegingsvergoeding wordt niet toegekend, nu een eiser tot herstel in die hoedanigheid geen aanspraak kan maken op enige
rechtsplegingvergoed i ng.
4.3.3. Op burgerrechtelijk gebied
□l^aDDDDDfl4MD3-DDDfl-0D12-ni-Dl-ir"|
Vi* Hof van beroep Antwerpen - 1996/CO/13 - p. 9
Gelet op het ontslag van rechtsvervolging van de beklaagde bevoegd om kennis te nemen van de burgerlijke vordering.
is het hof niet
De burgerlijke partij DE GEMEENTE is niet te beschouwen als een in het gelijk gestelde partij en heeft derhalve geen recht op enige rechtsplegingvergoeding; dat de thans bestaande wettelijke toestand het gevolg is van herhaaldelijke wetswijzigingen, doet aan voorgaande vaststelllng geen afbreuk.
5. Wettelijke bepalingen
Het hof houdt rekening met volgende wettelijke bepalingen, de artikelen:
11,12,14,24,31 tot 37 en 41 van de wet van 15 juni 1935
162, 185, 190, 190ter, 194, 195, 199, 200, 202, 203, 203bis, 210, 211, 212 van het Wetboek van Strafvordering
1,2,3,7 van het Strafwetboek
146 derde en vierde lid van het decreet van 18 mei 1999
6.1.1. derde en vierde lid van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening 2 en 3 van de wet van 26 juni 2000
3 en 4 van de wet van 30oktober 1998
5, 6 en 8 van het decreet van 7 december 2001 3 van de wet van 17 april 1878
6. Beslissing
Het hof,
Na herneming van de behandeling van de zaak in zijn geheel,
Beslist op grand van de hoger vermelde redenen, binnen de perken van de hogere beroepen, zoals hierna bepaald, op tegenspraak.
L J
•> Hof van beroep Antwerpen - 1996/CO/13 - p. 10
*• ■ --- 1 --- — 11
Verklaart het hoger beroep van de beklaagde, In zover het gericht is tegen dat onderdeel van bet bestreden vonnis waarbij de vorderlng tot oplegging van een bevel tot staken van de
permanente bewonirig diet wordt toegestaan, niet ontvankelijk;
Ontvangt de hogere beroepen van de beklaagde voor het overige en van het Openbaar Ministerie;
Verieent akte aan HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VAN DE GEMEENTE en aan DE STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR VOOR DE PROVINC1E ANTWERPEN van hun onderscheiden vrijwillige tussenkomsten als eiser tot herstel;
Wijzigt het bestreden vonnis en opnieuw recht doende;
Op strafrechteliik eebied
Actuallseert de feiten van de tenlastelegging zoals voormeld omschreven (pagina 7);
Stelt vast dat er geen strafsanctie meer geldt en ontslaat de beklaagde i ... van verdere rechtsvervolging;
Met betrekkine tot de herstelvorderineen
Stelt vast dat met betrekking tot de tenlastelegging zoals hierbij geactualiseerd, de herstelvorderingen van HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VAN DE GEMEENTE en van DE STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR VOOR DE PROVINCIE ANTWERPEN niet langer kunnen worden ingewilligd;
Op bureerrechteliik gebied
Verkiaart zich niet bevoegd om te oordelen over de burgerlijke vordering van de burgerlijke partij DE GEMEENTE ;
De kosten
Laat de kpsten van de strafvordering in beide aanleggen ten laste van de Staat;
Verwijst de burgerlijke partij DE GEMEENTE tot de kosten van haar stalling in beide aanleggen, deze voorgeschoten door de openbare partij in totaal begroot op 42,63 euro;
| PAGE D1-DDD0QD64MD3-QD10-0DI2-01-D1-4=1
Hof van beroep.-Antwerpen -1996/CO/13 - p. 11
Verwijst de eiser tot herste! HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VAN DE GEMEENTE tot de kosten van zijn stelling in hoger beroep, deze voorgeschoten door de openbare partij in totaal begroot op 0 euro;
Verwijst de eiser tot herstel DE STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR VOOR DE PROVINC1E ANTWERPEN tot de kosten van zijn stelling in hoger beroep, deze voorgeschoten door de openbare partij in totaal begroot op 0 euro;
F PA6E ai-QD0a0OflM403-0Oll-0Qie-01-02.-,T"I
t
Ol-QOQOODfl44O3-QD12-OO12-03i-0]i-4
J
♦ Hof van beroep Antwerpen - 1996/CO/13 - p. 12
Dlt arrest is gewezen te Antwerpen door het hof van beroep, twaalfde kamer> samengesteld uit:
P. Buyle voorzitter
L Knapen raadsheer
M. Hermans plaatsvervangend raadsheer en in openbare terechtzitting van 4 februari 2015
uitgesproken door voorzitter P. Buyle
in aanwezigheid van advocaat-generaal L. De Mot met bljstand van griffier J. Geysemans
!*1S