• No results found

Verslag technisch vooroverleg 2 oktober 2017

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verslag technisch vooroverleg 2 oktober 2017"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verslag technisch vooroverleg 2 oktober 2017

Technisch vooroverleg opinienota’s: -Herziening Bestemmingsplan Buitengebied Oss en veehouderijen -Ruimtelijke ontwikkelingen en gezondheidsrisico’s rond veehouderijen

Bijlage: -Presentatie ‘Milieuberekeningen MER Buitengebied Oss 2017’

Opinienota: Herziening Bestemmingsplan Buitengebied Oss en veehouderijen

Nr Vraag Antwoord

a. Algemeen

a.1 Er wordt nu weer verschil gemaakt tussen gebieden met beperkingen veehouderij en zonder beperkingen veehouderij. Maar we hadden toch afgesproken dat we dit verschil zouden laten vallen?

In de nu geldende provinciale Verordening ruimte is het gebied ‘Beperkingen veehouderij’ opgenomen.

Die zonering en het beleid hierachter, moet doorwerken in een bestemmingsplan. Via rechtstreeks werkende regels van de Verordening Ruimte geldt dat beleid ook nu al, nu het bestemmingsplan nog niet is aangepast. Het gaat daarbij alleen om het verschil tussen een grondgebonden en een niet- grondgebonden veehouderij. Een grondgebonden agrarisch bedrijf mag in dit gebied geen niet- grondgebonden agrarisch bedrijf worden.

Dit uitgangspunt was al opgenomen in de Nota van Uitgangspunten en is verwerkt in ons bestemmingsplan Buitengebied.

a.2 In de opinienota staat aangegeven dat omschakeling niet vaak plaatsvindt.

Hoe vaak gebeurt dit?

Er vindt vrijwel nooit een gehele omschakeling plaats. Maar als het economisch goed gaat met een bepaalde agrarische sector, zie je op regionale schaal (dus niet persé in Oss) wel volledige

omschakelingen. Het voorstel voor het vastleggen van veetypen geldt echter ook voor gedeeltelijke omschakeling of toevoegen van veetypen. Dit komt vaker voor.

Als het bestemmingsplan veetypen vastlegt, dan regel je hiermee wat voor soort dieren gehouden mogen worden. Als er dan een ander soort veetype (al dan niet hobbymatig) bijkomt dan moet hiervoor een planologische procedure doorlopen worden.

(2)

a.3 Waarom willen wij deze regeling opnemen? Dit kan toch geregeld worden in de milieuvergunning?

Bij de verlening van een milieuvergunning wordt alleen gekeken of de vergunning voldoet aan de individuele normen. Cumulatie van milieueffecten komt daarbij niet aan de orde. Rekening houden met die cumulatie als onderdeel van de toets van een goed woon- en leefklimaat kan en moet bij een omschakelingsregeling via het bestemmingsplan wel.

a.4 Is dit een typisch Osse regeling?

Waarom is dit niet geborgd in

provinciaal beleid? In hoeverre wijken we hierbij af van de Verordening Ruimte?

Cumulatie van milieueffecten zit niet in de Verordening Ruimte. In ruimtelijke procedures moet voldaan worden aan een goed woon- en leefklimaat. De beoordeling van cumulatie van milieuaspecten voor een goed woon- en leefklimaat van omliggende functies kan alleen plaatsvinden bij een ruimtelijke

procedure.

Uit recent onderzoek is gebleken dat verschillende gezondheidsrisico’s samenhangen met verschillende diersoorten. Hier kunnen we grip op krijgen door het vastleggen van veetypen in het bestemmingsplan.

Dit is de keuze die we nu moeten maken.

Gemeente Bergeijk is op dit moment de enige gemeente die we kennen met een regeling in

bestemmingsplan Buitengebied die (alle) veetypen vastlegt. In die regeling zijn hobbymatig gehouden dieren (tot een bepaald aantal) uitgezonderd van het verbod om alleen de aangeduide veetypen te mogen houden.

a.5 Wat willen we vastleggen? De uitvoering van de regeling is nog niet uitgewerkt. We zullen de huidige diertypen vastleggen, zowel de hoofdtak als de neventakken. Dat kan zowel in dieraantallen als in vierkante meters, zoals de Verordening ruimte doet met de geitenhouderijen. Dit is een afweging die in de uitwerking na behandeling in de commissievergadering wordt gemaakt.

b. Algemeen m.b.t. procedure

b.1 In de opinienota staat aangegeven dat het opnemen van een

wijzigingsbevoegdheid als voordeel heeft dat kan worden ingespeeld op nieuwe wetenschappelijke inzichten.

Hoe kan dit als de raad de criteria al heeft vastgesteld?

Het ligt eraan hoe concreet deze beoordelingscriteria in het bestemmingsplan zijn. Er kunnen algemene beoordelingscriteria worden opgenomen zoals bijvoorbeeld: mits milieuhygiënisch aanvaardbaar of mits gezondheidskundig aanvaardbaar.

Bij de toetsing hieraan kunnen nieuwe wetenschappelijke inzichten worden meegenomen. De raad of het college kunnen beleid maken om dergelijke begrippen in te vullen. Dat beleid is makkelijker aan te passen dan een bestemmingsplanregel. Ook jurisprudentie kan nadere invulling geven aan de uitleg en toepassing van de criteria.

(3)

b.2 In de opinienota is aangegeven dat er een verschil is kosten tussen een bestemmingsplanherziening en een bestemmingsplanwijziging. Wat is dit verschil?

Een bestemmingsplanherziening kost circa € 15.000,-, een bestemmingsplanwijziging circa de helft daarvan.

b.3 Wat zijn de consequenties van dit voorstel voor de ondernemer?

Indien na beoordeling blijkt dat (gedeeltelijke) omschakeling naar een ander veetype aanvaardbaar is dan moet een planologische procedure doorlopen te worden. Deze planologische procedure kost tijd en hiervoor brengt de gemeente kosten in rekening.

b.4 Dit lijkt te leiden tot

ingewikkelde/ondoorzichtige

regelgeving. Waar is de ondernemer aan toe?

Indien de commissie zou willen kiezen voor het aanduiden van alle veetypen in het bestemmingsplan dan nemen wij hiervoor een regeling op in het bestemmingsplan. Deze regeling moeten wij nog

uitwerken. Eerst willen we nu een opiniërende uitspraak van uw commissie hierover. Wij moeten er voor zorgen dat dit geen ondoorzichtige regeling wordt, en dat willekeur zo veel mogelijk wordt uitgesloten.

c. Algemeen m.b.t. berekeningen

c.1 Bij de scenario’s worden ook bedrijven meegeteld in de berekeningen die niet meer actief zijn omdat ze weer actief zouden kunnen worden. Wat is de definitie van deze bedrijven? Tot hoe lang terug worden bedrijven

meegenomen? Waarom trekt de gemeente de vergunning niet in? Want dan krijg je toch een reëler beeld?

In de berekening van de huidige situatie is uitgegaan van de vergunde of gemelde situatie. In de praktijk kan het zijn dat er geen dieren meer gehouden worden. De rechten blijven echter wel bestaan.

Daarom zijn deze bedrijven in de huidige situatie meegenomen. Er wordt daarmee een geringe overschatting van de feitelijke emissies berekend.

Voor de scenario’s zijn alle bedrijven meegenomen die nog een agrarisch bouwvlak hebben. Alle

bedrijven die op dit moment niet actief zijn in het houden van dieren, maar wel een agrarisch bouwvlak hebben zijn daarbij meegenomen. Of ze in het verleden al dieren gehouden hebben of niet De bedrijven zijn dus niet allemaal actief, in die zin dat ze nu dieren houden. Maar het bestemmingplan biedt wel de ruimte dat deze bedrijven in de toekomst dieren kunnen gaan houden. Daarom zijn ze meegenomen in de berekeningen. Dit zijn alle bedrijven met een agrarisch bouwvlak, zoals akkerbouwbedrijven ook hebben.

Na een bepaalde periode kunnen milieuvergunningen inderdaad worden ingetrokken. Maar dat geldt

(4)

bijvoorbeeld niet voor meldingsplichtige bedrijven. En het intrekken van een milieuvergunning leidt niet automatisch tot het planologisch wegbestemmen van een agrarisch bouwvlak. Dat kan normaal

gesproken alleen op verzoek van de eigenaar, en niet ambtshalve.

c.2 Voor bedrijven buiten de gemeente is een standstill van de emissie

aangehouden. Is dit reëel?

Dit is inderdaad niet reëel. Wat daarmee beoogd is, is dat de vergelijking van de varianten zuiver blijft.

De effecten buiten de gemeente zouden de effecten vanwege de bedrijven in de gemeente kunnen maskeren. Het bestemmingsplan regelt immers alleen de emissies van de bedrijven in de gemeente Oss en niet daarbuiten.

c.3 Wat zijn de uitgangspunten bij de 2 genoemde scenario’s (maximaal en reëel) waarbij geen omschakeling plaatsvindt?

In deze scenario’s zonder omschakeling wordt uitgegaan van uitbreiding met het bestaande, vergunde veetype. De vergunning wordt hier helemaal mee opgevuld. Indien er feitelijk geen dieren meer aanwezig zijn maar er wel een vergunning voor is, dan is uitgegaan van uitbreiding van het vergunde veetype. Indien het gaat om een akkerbouwbedrijf dan is er geen vee aanwezig en is hier ook geen vergunning voor. Hierbij blijft het scenario dus uitgaan van een akkerbouwbedrijf, en dus niet van een bedrijf met dieren.

C4 Hoe wordt cumulatie van endotoxinen berekend?

De ‘Notitie handelingsperspectieven Veehouderij en gezondheid: endotoxine toetsingskader 1.0’ van november 2016 gaat in op het berekenen van cumulatie van endotoxinen. Uit deze notitie blijkt, samenvattend, dat de berekening van cumulatie op dit moment niet mogelijk is. Er is nog geen modellering voor daadwerkelijk optellen van belastingen bij elkaar zoals wel bij cumulatieve belasting geur kan. In deze notitie wordt hierover het volgende gezegd:

(5)
(6)

Opinienota: Ruimtelijke ontwikkelingen en gezondheidsrisico’s rond veehouderijen

Nr Vraag Antwoord

1 Is een mantelzorgwoning gekoppeld aan een agrarisch bedrijf?

In deze notitie gaat het over een mantelzorgwoning bij een agrarisch bedrijf. In deze gevallen is er bijna altijd sprake van een overbelaste situatie. In andere situaties (bijvoorbeeld een mantelzorgwoning bij een burgerwoning) is er geen sprake van

gezondheidsrisico’s vanuit het eigen agrarisch bedrijf. Voor dit soort situaties is deze notitie niet aan de orde.

2 Is het mogelijk om goed VAB-beleid op te stellen? Flankerend beleid?

De VAB-problematiek staat los van de hier aan de orde zijnde discussie over het toestaan van de genoemde functies bij een agrarisch bedrijf. Het gaat hier nu immers juist om functies bij een agrarisch bedrijf dat nog in werking is. Ook het flankerend beleid van de provincie gaat niet in op de behandelde onderwerpen in deze opinienota.

3 Brengt de toetsing op gezondheid meer kosten met zich mee?

Ja, dat is mogelijk.

4 Een plattelandswoning is op dit moment juridisch toch niet meer mogelijk?

De Wet Milieubeheer zegt dat een plattelandswoning in het kader van de Wet Milieubeheer niet milieugevoelig is ten opzichte van het eigen agrarische bedrijf. Uit jurisprudentie blijkt echter dat een plattelandswoning wel moet voldoen aan de milieueisen voor een goed woon- en leefklimaat. Hierbij gelden dus dezelfde milieueisen als bij de toevoeging van een

burgerwoning in het buitengebied. Bij een plattelandswoning is er eigenlijk altijd sprake van een overbelaste situatie. Op dit moment is het dus moeilijk om een plattelandswoning juridisch en milieukundig goed te onderbouwen.

Gelet op de ontstaansgeschiedenis van de plattelandswoning en de ontwikkeling van de

(7)

jurisprudentie hierover, gaan we in de praktijk tot nu toe soepel om met de toetsing van de plattelandswoning.

Deze notitie stelt dus de vraag in hoeverre we accepteren dat een plattelandswoning overbelast is ten opzichte van het eigen agrarische bedrijf. We kunnen in dit soort situaties dus een hoger geurniveau acceptabel vinden.

5 In de notitie wordt gesproken over toeristische/recreatieve nevenactiviteiten.

Gaat dit over het gehele buitengebied of is hier een zonering in aangebracht?

Deze notitie geldt voor het gehele buitengebied.

In het bestemmingsplan is echter al een zonering opgenomen op grond waarvan er in sommige gebieden (bijvoorbeeld bebouwingsconcentraties) meer mogelijkheden zijn voor nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven dan in andere gebieden (bijvoorbeeld Lithse Polder). De notitie die nu voorligt gaat om de milieukundige toetsing die plaatsvindt indien je de nevenactiviteit in principe wilt toestaan.

Dat staat los van die zonering.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Mail ze dan naar Aduis (info@aduis.nl) en wij plaatsen deze als download op onze web site.. De dieren van

schaap beer stier hengst lam ram haan hen kuiken kalf koe merrie veulen zeug varken. mannetje vrouwtje

Kangoeroe-baby‘s zijn klein en kruipen na de geboorte in de buidel van de moe- der, daar blijven ze 8-9 maanden lang?. In de buidel is het beschermd en kan het ongestoord slapen

Is een kudde antilopen, een kudde zebra‘s, of iets der- gelijks in gevaar, lopen ze in alle richtingen, zodat de vijand in de war raakt.. Als zich bijvoorbeeld een

In 2017 waren dit het surveillance programma voor (hoog-pathogeen) vogelgriep bij dode wilde vogels uitgevoerd met Sovon en het WBVR (4.1.); het reeënsurveillance project

Op vrijdag 9 oktober zal er een besluit genomen worden over alle leerlingen die voor- waardelijk over zijn gegaan!. Er wordt besloten of dat deze leerlingen in de huidige groep

Mezen, mussen, Vlaamse gaai, kleine bonte specht, egel, kikkers, libelles, halsbandparkieten, buurkatten, meeuwen, vleermuizen, gierzwaluw, boomklever, winterkoninkje, katten,

project is onderzocht waar de  meest kansrijke locaties zijn  en welke  herstelmaatregelen