• No results found

Mechels (BE) dialect

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Mechels (BE) dialect"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Mechels (BE) dialect

Dit woordenboek Mechels (BE) bevat 98 gezegden, 724 woorden en 5 opmerkingen.

98 gezegden

∙ 't is groen hout - ' t is greun aat

∙ daar moet jij u niet mee bemoeien - da gaddau ni aan

∙ dat gaat problemen met zich meebrengen - da koome kwedddele van

∙ dat gaat te ver - tgad ouver z'n haot

∙ dat hij zorgt voor... - dattem zeurgt veu ...

∙ dat is voor straks - das ve fleus

∙ dat ken ik niet - da komt ni veu in moane diksjoneir

∙ De gewoontes van iemand anders aannemen - Wee ba den ont slopt krecht zen vloeje

∙ deur aan deur verkoper - nen tchoektchoek

∙ die kent niets van voetbal - ne racingmarginaal

∙ drie rauwe eieren - drau rau aure

∙ dronken zijn - mê zatte botte loepe

∙ dronken zijn - e stuk in zenne frak emme

∙ een draad door het oog van een naald steken - een neulle vèsseme

∙ een mooi décolleté - ne schoene kommisfeu

∙ een mooi uitgedoste man - ne vakein

∙ een paard heeft een staart - e pjeit ei ne sjeit

∙ een rijkswachter - nen brooder voan leefde

∙ een slag in u gezicht - nen toek oep a bakkes

∙ Een slag in uw gezicht - Een mot oep oe bakkes

∙ een veeg geven - een smeir geive

∙ een week iemand - a ei en ètteke van pontkoek

∙ een zacht iemand - nen bauterkoek

∙ erg dom - te stoem oem 't eulepe dondere

∙ ga slapen! - kreupt in auve nest!

∙ geen mooi persoon - ajei ne poembaksmool

∙ gevallen - oep zoan pattatte gegoan

∙ goedkeuring tonen voor iets moois - sjikke dinges

∙ heel hard regenen - treigert dat git

∙ heel stram en stijf wakker geworden - kém precies onder den troân gelege

∙ het een en ander - ' tzenlappen poepe me ne floore

∙ het een en ander - tzen toere poepe me ne floere (ook: tzen lappe poepe me ne slappe..)

∙ Het heeft geen belang - Toot er ni too

∙ het regent terwijl de zon schijnt - deuvelkes kèrmis

∙ hij heeft veel armoede gekend - ajei veul zwette snee gezeen

∙ hij is dronken - a jei a stuk in zenne kraag

∙ hij is er van onder - èn is schoeppes

∙ hij is gevallen - a leiter

∙ hij is gevallen - a is op zen klos gevalle

∙ hij is groter dan ik - a is grutter as moâ

∙ hij is totaal verarmd - a wét van gien out paole nemie te make

∙ hij is totaal verwonderd - a sta mé zenne mond vol tanne

∙ hij waant zich beter dan iemand anders - a ei det oeg in zenen bol

∙ hoofd intrekken - kop in kas

∙ hou je mond - éfd aven teutter

(2)

∙ hou nu eens je mond! - evt auve kwebbel na is!

∙ hou op met prullen aan de franjes! - stop mé froesjele aan dee frengele!

∙ hou uw mond - haufda bakkes

∙ iemand die vlug van kamp veranderd - ne kazakkendrooier

∙ iemand ziet er voornaam uit - presies nen echte

∙ ik ben het - 't zenne kikke

∙ ik ben het beu - 'kzen 'tmeug

∙ ik ben het echt beu - Kzen t beu gelék kau pap

∙ ik ga slapen - 'k geun ondert meiter platligge

∙ ik laat me niets op de mouw spelden - maon tesse zén toe

∙ ik wil er niets meer mee te maken hebben - ik trek er men anne naf

∙ ik word het beu - 'twèrkt oep moa sisteim

∙ ik zal voor jou eens een varken op een boom jagen - 'k zal veu ou is e verken oep nen boom jagen

∙ in het zand spelen - int jeir speile

∙ je ziet er goed uit - ge komt er zoe goe van achter

∙ kijk niet zo betreuterd - trekt zo gienen toot

∙ lawaai maken - ruzie maken - van uilesen tèppe make

∙ menstrueren - de Russe zèn in'tland

∙ menstrueren - au vodden emme

∙ met iemand zijn voeten spelen - me iemand zen sjokkedaoze speile

∙ mooie schoenen - schoen schoone

∙ naakt lopen - in zaonen bloete loepe

∙ neem een beslissing - oare of joeng

∙ niets doen - ' t plaffon van de groete mèt schildere

∙ onmiddellijk betalen bij de aankoop - bouter ba de vis

∙ op het toilet met buikloop - de pot in de mermer zetten

∙ pak dat niet vast! - bléft da mé ou tengele af!

∙ Ruzie in het huishouden - Tis greun aat

∙ spijbelen - hoegesjoâleke loepe

∙ sterven - zenne keis laate

∙ tegen kind dat zijn eten niet lust - meugdet ni, legt er auve kop dan ma bau

∙ toen zei hij dat hij blut was - toen zeitem dattem giene freng ni mie at

∙ uitvluchten zoeken - da zen truuke van liepe charel

∙ van kleur wisselend snoep - nen toeverbol

∙ verbijsterd reageren op iemands (ongeloofwaardige) uitleg - jatte en talloere

∙ voetbalscheidsrechter, scheldend bedoeld - voâle zwette

∙ voor de gek houden - me zen sjokkedoâze spelen

∙ voorwerp dat er duur uit ziet - das giene kak presies

∙ vreemd gaan - neuffest de pot pisse

∙ vrouw die wisselende stemmingen heeft - z'ij loete

∙ wat zeg je nu eigenlijk - wa zedde nau wee an 't broebele

∙ wie praat tijdens het eten verliest zijn eetlust - as 't schoppeke blèt verliest het zennen beet

∙ ze hebben mij beetgenomen - zemme ne pater oep moa gat geschilderd

∙ ze is platzak - z'is rêuzevêus

∙ zich ferm ergeren over iets - davan kraugek tbroebelschaut

∙ zich rijker voordoen dan men is - verder pisse dan zénne stok lang is

∙ zie dat je geen verkoudheid oploopt - zee da ge gien fleuris oepdoo

∙ zij heeft een grote mond (letterlijk) - die ei nogalis een schuur

∙ Zij heeft mooie benen - Schoen loadinge oender eure poembak

∙ zijn broek is te kort - a lupt oep smirrekes

∙ zijn broek is te kort - er sta water in zoune kelder

∙ zin of geen zin, het moet gebeuren - kak of giene kak, de pot oep

∙ zo meteen heb je het nog aan de stok - sebiet nog ne patat up oawe freiter

(3)

724 woorden

∙ <!--0001-->1 - ien

∙ <!--0002-->2 - twie

∙ <!--0003-->3 - drou

∙ <!--0003-->3 - drau

∙ <!--0004-->4 - veer

∙ <!--0005-->5 - vaof

∙ <!--0007-->7 - zeive

∙ <!--0009-->9 - neige

∙ <!--0010-->10 - teen

∙ <!--0011-->11 - ellef

∙ <!--0012-->12 - twellef

∙ <!--0013-->13 - detteen

∙ <!--0014-->14 - vieteen

∙ <!--0015-->15 - vèfteen

∙ <!--0030-->30 - detteg

∙ <!--0040-->40 - fieteg

∙ Aangezicht - smool

∙ aansteker - allumeur, brikè

∙ aansteker - briké

∙ aap (charlatan) - méttekoo

∙ aardappel - ne patat

∙ aardbei - jeirbees

∙ aarde (grond) - jeir

∙ aarzelen - semmele

∙ academie - kakkemie

∙ achterwerk - schoater

∙ achterwerk - gat

∙ achterwerk - boem

∙ Adegemstraat - Deigemstrèt

∙ adem - aassem

∙ afgegeven - afgeleiverd

∙ afkloven - aoëfsjaoëë

∙ afrikaantjes (bloem) - stinkers

∙ afslaan - inslage

∙ afvalbelt - 't stöt

∙ aktentas, boekentas - kalpei

∙ algemene chef - chef tut

∙ alras - allegau

∙ altijd - altout

∙ anjer (bloem) - zjenoffel

∙ antwoorden - antwore

∙ appendix - appoandissit

∙ armband - branjelet

∙ Asbak - Sandrié

∙ asbak - assenbak

∙ asperge - asperre

∙ Atheneum - Den attenei

∙ auto - otto

∙ auto uitlaat - e chappement

∙ autobestuurder - choffeur

(4)

∙ autobumper - Barschok

∙ azuurblauw - Appelblaut Ziegreun

∙ azuurblauw - bliekblaut appelgreun

∙ baard - baad

∙ baasmaker - chef tut

∙ bakharing - boeksering

∙ bakkebaarden - fabrieje of favoritte

∙ balpen - Ne stylo

∙ balpen - nen bik

∙ bangerik - broekschaoter, schrikkentist

∙ Bassin, zwembad - Basseng

∙ bed - koffer

∙ bed - venger

∙ bedrag - soem

∙ bekeuzeld - bekuizeld

∙ beleg - spaajs

∙ België (figuurlijk) - tland van pattèkes en frut

∙ beneden - benéje

∙ berghokje - het spin

∙ berging - het spin

∙ beroepsmillitair - Boeffer ook gamelleboeffer

∙ beschadigd - geabbumeird

∙ beslissen - dessideire

∙ besmeurd (kleding) - bekeuzeld

∙ betaald - beteuld

∙ bevroren - bevrooze

∙ bewegen - bougjere

∙ bewegend grondvlak (kermisspel) - kakkewalk

∙ BH - Ne sutièn

∙ bij - bao

∙ bij (insekt) - béé

∙ Bij (insekt) - Peewips

∙ bijna - bekan

∙ bijzit - aoënhaager (-haagster)

∙ Bisschop - Buskop

∙ blaadje - bleutsje

∙ bladeren - blaren

∙ blauw oog - blao chik

∙ blindedarmontsteking - appendicite

∙ blootvoets - berrevuts

∙ bocht - droo

∙ boekentas - calpain

∙ boekentas - kalpei

∙ boenen - boemen

∙ Bonheiden - Bonhaoje

∙ boodschappen - kommisses

∙ boodschappentas - kabbas

∙ boom - boem

∙ bord (eetbord) - taloer

∙ borden - taloere

∙ Borst (vrouw) - tèt

∙ boterham - bou

∙ bouwt - bauft

(5)

∙ braken - over zen toeng kakke

∙ braken - spaove

∙ braken - oovergeive

∙ braken - geubelle

∙ Brandweer - Poempiers

∙ Breda - Breidá

∙ broekzak - tès

∙ Brouwer - Brauver

∙ Brouwerij - Brauverau

∙ bruidsjurk - traukliet

∙ bruin brood met krenten / rozijnen - godferdoemmeke

∙ Brusselaar - ne keekefrètter

∙ buikloop - 't vleegend schoat

∙ buikloop - 't loepend schoat

∙ buikloop hebben - kem de platte

∙ buiten - boâte

∙ bumper (auto) - baarchok

∙ bustehouder - kommisveu

∙ bustenhouder - tèttasjeir

∙ Cacao - Kakajau

∙ cafe - stamenee

∙ centrale verwarming - sjoffaazj

∙ chocolade - sjoklat

∙ Chocolademelk - Sjokkolatte kaffe

∙ commissaris - commeseir

∙ continu - ieëlëk hondsgezeek

∙ cowboy - ne kojboj

∙ criminele - crimeneile

∙ dadelijk - rézzekes

∙ de bocht om gaat - afdrooje

∙ de bocht omgaan - afdrooje

∙ De burgemeester - denbeurreger

∙ De Geitenstraat - het strukke van de lijn

∙ de hond - denhont

∙ de Leuvense vaart - de Leuvese vaat

∙ de overloop - den aléé

∙ de politie - de polis

∙ deel - paart

∙ denk - pauz

∙ denken - paose

∙ denneappel - tots

∙ dennenappel - nen tots

∙ Dennenappel - Tots

∙ deur - duir

∙ deur aan deur bellen (kinderspel) - belleketrèk

∙ deurlijst - chambrant

∙ deze - deis

∙ Dijle - Deel / Doâle

∙ doelwachter - képer

∙ donkerhuidige persoon - nen tchoektchoek

∙ dood - doed

∙ door - dui

∙ doorgaan - duigaon

(6)

∙ doosje - doezeke

∙ dorst - deust

∙ drankgelegenheid - stamenei

∙ drie - drau

∙ drieën - drauën

∙ Dronken - E stuk in au kloete

∙ dronken - zat

∙ drukte - begankenis

∙ duivel - Loekendouche

∙ dwaas persoon - lorejas

∙ dwaasheden - follèekes

∙ een - ne

∙ Een aanhangwagen - Ne remork

∙ een aanrijding - ne koekembak

∙ een arme boer - ne keuterboor

∙ een auto - nen ottauw

∙ een bord - een taloer

∙ een donkere herberg - e kabardoesjke

∙ een fiere vrouw - een oevejèrege tik

∙ een fiets - nen euts

∙ een jongen met deugnietenstreeken - ne schoover

∙ een kaars - een keis

∙ een kerkbezoeker - ne pileirenbaoter

∙ een kleine hond - ne knoeselboater

∙ een lied - e lieke

∙ een persoon die steeds tegenstribbelt - ne pètter

∙ een politieagent - ne police

∙ een slordig, onachtzaam persoon - labberlot (labberlottig)

∙ een soort droge, zoute vis - nen bauling

∙ een struik - nen oechel

∙ een tweeledig damespakje - eun deupjéske

∙ een veldwachter - ne sjampetter

∙ een vergiet - nen temst

∙ een vlinder - ne pepel

∙ een vork - e verket

∙ eerlijk - ierlèk

∙ eerlijke - ierlèke

∙ ei - tikkenau

∙ ei, hard gekookt - et gekokt au

∙ eierdop - aurepotteke

∙ eieren - aure

∙ eigenaar - aogenèr

∙ eigenlijk - augelék fautelék

∙ elkaar - mekander

∙ emmer - iemer

∙ enkel (voet) - knoesel

∙ ergens - ieverans

∙ erwten en wortelen - weutele en ijte

∙ eten - frette

∙ eventjes - efkes

∙ fantasietjes - fanterlokskes

∙ feest - fiest

∙ Fiets - Heuts

(7)

∙ fiets - velô

∙ fiets - vélo

∙ fiets - vlo

∙ fietsen - vélorijen

∙ fietsstuur - gedon

∙ fietswiel zonder spaken (speeltuig) - ne riep

∙ fietszadel - sel, zoal

∙ film - fillem

∙ fluiten - flôôte

∙ foefelaar - kweddeleir

∙ fopspeen - tutter

∙ fopspeen - tut(ter)

∙ fouten - faote

∙ friet - ne frut

∙ frunniken - fruschelen

∙ garnalen - gernoot

∙ gauw - e gaa

∙ gebakje - patteike

∙ gedurig aan - aoënéénhatëtig

∙ geen - gien

∙ geen borsten - gien tètte

∙ gehakt - Gekapt

∙ geld - cente

∙ geldbeugel - portemenee

∙ Gelijkaardig - Navenant

∙ gelijkspel - nen drau

∙ gelijktijdig - tegelaok

∙ generatie - generaasse

∙ geruit - karou

∙ geschiedenis - histoure

∙ geslachtsgemeenschap hebben - voagelle

∙ gevangenis - Bak

∙ gevonden - gevonne

∙ gezicht - bakkes

∙ glijbaan - sjchoâvàf

∙ gootsteen - poembak

∙ gordijn - 't gordaon

∙ gordijn - drapperie

∙ graag - geire

∙ Gras - Ges

∙ grasperk - den bloak

∙ gratis - verneet

∙ grondlaag - fundament

∙ grote - groëte

∙ GSM - geejèsemmeke

∙ haar - eure

∙ haar (zij) - huir

∙ haar kapsel - eur kallot

∙ haarknot (haartooi bij vrouw) - nen tots

∙ halen - lange

∙ hand - pol

∙ handen (negatief) - fikke

∙ handtas - chakos

(8)

∙ Hark - Gritsel

∙ hart - èt

∙ heeft - ei

∙ heeft het zin - eiget avans

∙ heilige - haolege

∙ helemaal niet ! - bëlangë nie !

∙ hesp - heps

∙ het geld - de cente

∙ het heilig hart - 't Ouleg èt

∙ Het is een muggenzifter - tis nen échte peezeweever

∙ het is heel eenvoudig - 't is sumpel

∙ het kolenhok - 't koulekot

∙ het nieuws - ' t neefs

∙ Hij begon te wenen met veel lawaai - A zette zaon sirein oep

∙ hij is de dupe - ajei get zitte

∙ hoe ver - oe veir

∙ Hofstade - Ofstoâje

∙ hond - ne keffer

∙ hond (straathond) - nen tij

∙ hoofd - tèppe

∙ hoofd - kop

∙ hoofdkaas - gepeste kop

∙ hoogte - oechte

∙ hoovaardig - oevejeirg

∙ hoovaardige vrouw - die lupt neuffe eur sjchoene

∙ hou je mond - éft auven bebbel

∙ huisraad - pottekarrai

∙ hulp - heullep

∙ iedereen - eederien

∙ iemand - eemand

∙ iemand beetnemen - nen oap oup ze gat schildere

∙ Iemand die veel aandacht vraagt - Plakker

∙ iemand die veel weent - bleitsmoal

∙ iets nemen, iets halen - iets langen

∙ ik ben - ik zen

∙ ik ben platzak - ik ben rêuzeveus

∙ ik dacht - 'k docht

∙ ik denk - k' paus

∙ ik heb - k' hem

∙ ik kan niet alles zien hoor - 'k em gien oege oep me gat zenne

∙ Ik zie het - k'zeent

∙ ikke - ikke

∙ immers - oemes

∙ jas - palto

∙ jas - frak

∙ jasmijn - juzemeen

∙ je - a, oe, ge, gau

∙ jij - gau

∙ jongen - joenge

∙ juist - zjust

∙ jullie - gelle, gaule

∙ juwelen - bijoes

∙ kaars - keis

(9)

∙ kaars - boejee

∙ kaartspelen - mé de kaate speile

∙ kaas - keis

∙ kachel - stouf

∙ kalender - almenak

∙ kamerjas - pinoir

∙ kanarie - korneullevoagel

∙ kanarie - kanarrevoogel

∙ katapult (speeltuig) - mik

∙ kauwen - knauve

∙ kauwgom - nen tuttefrut

∙ kauwgom - langenasem

∙ kauwgom - ne lange asem

∙ kauwgom - tuttefrut

∙ kauwgomballenbak - sjikkelettenbak, sjikkenbak

∙ Kauwgum - Langenasem

∙ keel - peppeke

∙ keel - strot

∙ kerel - keirel

∙ kersenboom - kezzenboâm

∙ kerstboom - kessenboâm

∙ Kerstman - Kèstman

∙ Kerstmarkt - Kèstmèt

∙ Kerstmis - kessemisse

∙ kikker - kikveus of 'veus

∙ kin - knep

∙ kinderen - kadeeje

∙ Kinderstoel - Kakkendoure

∙ kip - kèèke

∙ Kippenvel - Keekevlies

∙ klagen - reklameire

∙ kleiaarde - potjeir

∙ klein - klaon

∙ kleine auto - sardinnedoes

∙ kleinen aap - metteko

∙ kleinkind - klaokind

∙ klimmen - klaevëre

∙ kloten - kloëte

∙ kluis - kloas

∙ knikker - mèrrenbol

∙ Knikker - Merrebol

∙ knikkers - mèrrebolle

∙ knoeien - koefelen

∙ koelkast - ouskas

∙ koffie - kaffe

∙ koffiedik - kaffedrasj

∙ koffiedoorgiet - kaffebeus

∙ koken - zoaien

∙ kolen - hulle

∙ Kolenhok - Ullekot

∙ Kolenleverancier - Ullemarsjant

∙ konijn - kornaun

∙ koning - keuning

(10)

∙ koorts - keuts

∙ kopje - zjat

∙ koprol - toâmeljas

∙ korset - korsee

∙ kotelet - kortelet

∙ krant - gazèt

∙ krassen (auto, vloer) - schaure

∙ krijgen - kroage

∙ krom - kroem

∙ kruiden - kroâje

∙ kruimelen (met eten) - muzzelen, kreumele

∙ kruiwagen - keurrewaggel

∙ kuip - basseng

∙ kuiten - brojen

∙ ladder in een (nylon) kous - lits in a kaus

∙ lam - lemme

∙ lampenkap - abbajoer

∙ lange krullen (haartooi vrouw) - keiskrolle

∙ lange overjas - pardeseu

∙ lange regenjas - eimpermeabel

∙ lastig - ambetant

∙ leelijk - liellèk

∙ lepel - leipel

∙ lever - leiver

∙ liegen - beuzelen

∙ lieveheersbeestje - livraovebiesje

∙ lieveheersbeestje - biesjemeuleke

∙ liezen - ièkenissen

∙ lijn - loân

∙ lijnwaadkast - laovètkas

∙ limonade - lumenaat

∙ lucht - loecht

∙ luchtpijp - kaurepèpeke

∙ lucifers - stekskes

∙ luiaard (persoon) - loojerik

∙ maand - meund

∙ mannentoilet - e pissoun

∙ markt - mèt

∙ masker - moembakkes

∙ Mechelaar - Mècheleir - Maanenblusser

∙ medelijden - kompasse

∙ meisje - mèske

∙ meisje - mokke

∙ melodietje - érreke

∙ mier - meurzoaker

∙ Mieren (insekten) - Miezaukes

∙ minuut - meneut

∙ modder - slauk

∙ moeilijk - moejelèk

∙ mooi - schoen

∙ mooi gekleed - sjik geklied

∙ mooie - schoene

∙ morsen - steutte

(11)

∙ morsen - smosse

∙ motorkap - kapoot

∙ muis - moâs

∙ muis (klein) - jeirdolleke; meuske

∙ Muizen (stad) - Moâze

∙ muts - pots

∙ Muts - Titantolleke

∙ naald - neulle

∙ naar - na

∙ naast - neuffest, neust

∙ naast - nèffest

∙ nachtemmer - pispot

∙ narcis - zomerzot

∙ navel - nagelenboak

∙ Nederland - Olland

∙ Nederlander - keiskop

∙ nederlands - ollands

∙ Nederlandse - Ollandse

∙ Nederlandse - Neïderlandse

∙ nergens - nieverans

∙ nerveus (irritant) persoon - pezewever

∙ neus - nuis

∙ niemand - giene

∙ niet aan prutsen - nie aan moessen

∙ nieuweling - vès vlies

∙ nieuws op tv - gesprôke dagblad

∙ nochtans - pertang

∙ nodig - noedeg

∙ om - oem

∙ onderhemdje - onderlèfke

∙ Ondertussen - swenst

∙ onderzoek - onderzeuk

∙ ongekookt - rauw - rou

∙ onnozelaar - kweddeleir

∙ onnozele (negetief) vrouw - trut

∙ ontvangst - resepse

∙ onvoorzichtige persoon - loemperik

∙ onwaarschijnlijk - onwarschaonlèk

∙ op - oep

∙ op de grond vallen - oemvalle

∙ op iets hard bijten - sjaovë

∙ op tijd - in tets

∙ ophouden - oephaove

∙ opklimmen - opkleddëreë

∙ opnieuw - oepneef

∙ opnieuw - vanneir

∙ opschepper - dikke nak

∙ origineel - orijineil

∙ overgeven - spaaven

∙ overjas - pardesue

∙ paal - pileir

∙ paard - pjeit

∙ paardekop - pjeirekop

(12)

∙ paardenbloem - pisbloem

∙ paardestaart - pjeiresjeit

∙ paasbloemen - zomerzotten

∙ pannenkoek - koekembak

∙ pantoffel - sloef

∙ pantoffels - sloeffe

∙ parkeerplaats - parkeirpleuts

∙ parkiet - pàruch

∙ partij (hoeveelheid) - spausse

∙ Pasen - Posse

∙ peperkoek - schoatkoek

∙ peperkoek - pontkoek

∙ peren - pijre

∙ pessimist - peiseweiver

∙ pesten - kreitë

∙ pesten - traetëre

∙ pester - kreitër

∙ pester - traatër

∙ pijn doen - zier doon

∙ pint bier - pinke beer

∙ pissebed - vérkesbiest

∙ plagen - Treitere

∙ plagen - koejenieëre

∙ plantenaarde - potjeir

∙ plastiek tafelkleed - twalserei

∙ platte muts - tittantol

∙ pleister - plekker

∙ pleister (medisch) - sparradra

∙ plezierig - plesant

∙ plots - inies

∙ politie (agent) - ne pollis

∙ politie (agent) - ne klabak

∙ politie (algemeen) - pollis

∙ Politiecel - Amigou

∙ poort - paut

∙ poort - poât

∙ poot - poet

∙ porselein - pozzelaun

∙ postzegel - tember

∙ potlood - kraion

∙ praline - prannil

∙ prentje - beeleke

∙ problemen - kwèddele

∙ prullen - begeuze

∙ Putte - Pút

∙ pyama - pizjama

∙ raad eens - groâj dis

∙ raadseltjes - gréutselkes

∙ rammenas - rammenèts

∙ regenen - reigere

∙ rem - frei

∙ richting - dirèkse

∙ rij - rou

(13)

∙ rijbewijs - raubewaus

∙ Rijkswacht - shanderm

∙ Rijmenam - Raomenam

∙ rijmpje - remselke

∙ riolering / riool - donderlèkse goat

∙ rommel - begêuze

∙ rubberen schoenovertrekken - galoshen

∙ rugzak - kalpein

∙ schaar - scheir

∙ schaatsen - schofferdaone

∙ schade - schôô

∙ schamel kledingstuk - sjàberreke

∙ scheelziend persoon (man) - sjcheilen otter

∙ schoen - schoon

∙ schoenen - schone

∙ schommel - boesjkameree

∙ schommel - boesjkammerée, wiskammerée

∙ schommel - boesjkammerree

∙ schommel - boeche

∙ Schommel - Boench

∙ schoon - schoen

∙ schouder - schauver

∙ schrift met lijntjes - cajee me lenkes

∙ schroevendraaier - toernevis

∙ seffens - sëbiet

∙ seringen - jozzemeene

∙ sigaret - séchke

∙ sigarettenrook inademen - avaleire

∙ Sint-Katelijne-Waver - Sint-Kateloone-Waaver

∙ Sint-Maarten - Sinttemètte

∙ slaapkleed - robe

∙ slaapt - slopt

∙ slaapvocht in de ogen - prut

∙ Slag in het aangezicht - safflet oep â bakkes

∙ slager - bienauver

∙ slapen - sliep - geslapen - slape - slopte - geslopt

∙ slecht geluimd - moeffen

∙ slenteren - stesselen

∙ slurpen - sloebere

∙ smakkend geluid maken (bij het eten) - smetsë

∙ smerig - sjmèrig

∙ smidse - smis

∙ Snijbonen - Sleumekes

∙ snoepje - bolleke

∙ soldaat - piot

∙ sommige - soemmegste

∙ spade - schup

∙ sparrenboom - késtboem

∙ speelauto - een ziepkist

∙ speelplaats - speëlpleuts

∙ speeltol - nen dop

∙ spelen (kinderen) - ravotten

∙ spiegelei - peirdoeg

(14)

∙ Spiegelei - Pjeiroeg

∙ spiering (vlees) - een krab

∙ spinaziepuree - spineuzestoemp

∙ spoor (trein) - rèlle

∙ spoorweg - rut

∙ spoorweg - den aozere weg

∙ staart - sjeit

∙ station - staasse

∙ steekwagentje - een duveltje

∙ steenkolen - ulle

∙ steenkool - ulle

∙ stelen - pikke, schoeppe

∙ stempelen - oep den dop

∙ step - trottinet

∙ stevig drinken - boemelen

∙ stevig knuffelen - vernebbelen

∙ Stofjas - Kasjpoesjeir

∙ stommeling - onoezel mènekke

∙ stommeling - stoemerik

∙ stoofvlees - stoufkrabbe

∙ stoomstrijkijzer - stoemstraokaozer

∙ stopcontact - pries

∙ straatvoetbal - pottekestamp

∙ straks - sebeet

∙ streken verkopen - fanterlokke

∙ strekenvent - janmenkloete

∙ strijkijzer - straokaozer

∙ struik - oechel

∙ struikelen - stroempele

∙ stuk (vernield) - kappot

∙ Tafelkleed - Ammelake

∙ taget (bloem) - stinker

∙ Tante - Tenke

∙ tas koffie - zjat kaffe

∙ teelballen - kloëte

∙ teelballen - bollewinkel

∙ tegen zich aandrukken - teige zen jilèe trèke

∙ tegenwoordig - serrewoureg

∙ tegenzetten - klagen - roespeteire

∙ tekkertje (kinderspel) - loonandand

∙ tentoonstelling - ekspozzeese

∙ toespijs - baoval

∙ traag gaan, achterblijven - sémmele

∙ treuzelen - taffelen

∙ tuin - nen of

∙ turkoois - appelblauziegreun

∙ turnen - jummenas

∙ tv - tellevése

∙ ui - ajoân / arjoân

∙ uit het hoofd leren - van boâte liere

∙ uurwerk - leuzze

∙ uw oor - ajoer

∙ vagina - ploechen ôôt

(15)

∙ vagina - môôs

∙ Valsspeler - Aaszak

∙ veel - veul

∙ veilig - vaolig

∙ veldwachter - sjampetter

∙ vensterluik - plêffêteur

∙ verbrande steenkool - schrabulle

∙ verhuisd - geveroâst

∙ verkopen - verkoepe

∙ verkopen (goedkoop) - verpatse

∙ verkoudheid - valling

∙ verleden - verleije

∙ verlegen - beschomt

∙ vermoeid - poempaf

∙ verpleegster - neurs

∙ verschillende - tefrente

∙ versieren (bv etalage) - paleire

∙ vervelend persoon - lorejas

∙ verzorgd - gesoigneird

∙ vest - frak

∙ Vlinder - Peipel

∙ vocht - voecht

∙ voetballen - shotten

∙ Voetpad - Trottoir

∙ volle zaal - vollembak

∙ voor - vui

∙ voorbij - gepasseird

∙ voordeur - vuiduir

∙ vork - verkët

∙ vroeg - vreug

∙ vrouw - vrao

∙ vrouw - zjenoffel

∙ vrouwenborst - een tèt

∙ vuil - voâl

∙ waarom - woaroem

∙ waarom - wàveu

∙ waarschuwen - verwittege

∙ waarvan - van waa

∙ waarvoor - veu wà

∙ Wanordelijk - Obbel en sobbel

∙ warme jas - palto

∙ warmer - wèrremer

∙ Washandje - Beuzeke

∙ washandje - beszekke

∙ wastafel - poembak

∙ waterketel - moer

∙ Wc - Pisoun

∙ WC - 't gemak

∙ wc - t'euske

∙ wc - teuske

∙ we hebben - memme

∙ weegschaal - baskul

∙ weegschaal - ballans

(16)

∙ week - weik

∙ weeral - vaneir

∙ weinig - waoneg

∙ wenen - bleite

∙ wenen - sjchrieve

∙ wentelteefje - gewonne broet

∙ werk - wèrrek

∙ wesp - weps

∙ Wesp - Pijweps

∙ wetgeving - justésse

∙ wij - wao

∙ wij - woâle, welle

∙ wijn - woân

∙ wintergerst - schokloen

∙ wol - sajet

∙ wondkorst(-je) - roof, reefke

∙ zaak - affaire

∙ zak - kabas

∙ zakdoek - zaksendoek

∙ zeker - zeikerst

∙ zeker niet - ballangeni

∙ zetel - fotteul

∙ zeveren - zèbbere

∙ ziekenhuis - klinik

∙ zij (enkelvoud) - zao

∙ zij (meervoud) - ze

∙ zij (meervoud) - zoâle, zelle

∙ zijn - zaon

∙ zijn haar - zaon kallot

∙ zijn haar - zen kallot

∙ Zinken wasteil - Basseng

∙ zo meteen - sebiet

∙ zo meteen heb je het nog aan de stok - sebiet nog ne patat up oawe freiter

∙ zodadelijk - sebeet

∙ zoek - zeuk

∙ zomaar - zoema

∙ zonet - justekes

∙ zot - dou

5 opmerkingen

∙ Als er na het sint maartenlied of andere rondgang vb. Oudjaar of driekoningen niets of niet genoeg gegeven werd, zongen de kinderen:' hoeg haos, lieg haos, er zit n gierige pin in haos.' En dan vlug weglopen!

∙ In het Mechels gebruiken wij ook nog dikwijls de tweeledige negatie cfr. oud-Nederlands. Bijv. Kem gienen deust ni mie - Ik heb geen dorst meer.

∙ Sint-Maartenlied, gezongen door kinderen op 11 november, terwijl ze deur aan deur aanbellen en dan na hun zangprestatie, snoep of geld hopen te krijgen.(cfr. Drie koningen - of Nieuwjaar gaan zingen.)

Sint-Maarten: Sinte-Mette int schoen Mechels Sinte-Mette van de Ruggenuchte,

Hàà me zaane graazen baad Juffrake wilde me kabaske is vulle

(17)

En leut ons ni lang nie mie staan Want à-j oest à-j eid 'n valling

Géft em e pastilleke en ‘t zal overgaan Sinte-Mette oep de kruk

Géft nen appel of e stuk Géft 'n peir, of 'n smeir Sinte Mette den beideleir

Ha-j ee zenne mantel deu-gesneeje Oem aan den érreme te geive

à beloufde an z’n vràà dattem koeke bakke zàà Ivo, Ivo dattem koeke bakke zàà

Nederlands

Sint-Maarten van de Ruggenuchte Hij met zijn grijze baard

Juffrouw wil je mijn zakje eens vullen en laat ons niet lang meer staan

want hij hoest hij heeft een verkoudheid geef hem een pilletje en het zal over gaan Sint-Maarten op de kruk

Geef een appel of een stuk Geef een peer of een mep Sint-Maarten de bedelaar

Hij heeft zijn mantel doorgesneden Om aan de arme te geven

Hij beloofde aan zijn vrouw Dat hij koeken bakken zou

Ivo, Ivo dat hij koeken bakken zou

∙ Tantafeir zo klonk het toch als ze het uitspraken. Werd gebruikt op twee manieren: Das nogal nen tantafeir = moeial = in de zin van waar bemoeit hij zich eigenlijk mee? Tantafeir wa sedde ant doon wa sukte (wat zoekt ge)? Iemand is in de kast of lade iets aan het zoeken of prutsen waar hij geen zaken heeft of het duurt te lang... Weeral een woord of zinsnede uit het Frans? Tantafeir - temps de faire - of verkeerd Frans temps à faire - veel tijd te verdoen? Hebt ge niets anders te doen dan u te moeien?

∙ Typisch Mechels is het om te zeggen: mé sonder (met zonder) ipv gewoon zonder vbn. een bloes mé sonder maave mouwloze blouse, broet mé sonder zaut zoutloos brood.

Dit woordenboek 'Mechels (BE)' is samengesteld door bezoekers van www.mijnwoordenboek.nl. Heeft u zelf ook woorden of ziet u fouten? U kunt die dan zelf toevoegen en verbeteren op de website, of laten toevoegen door een handige kennis.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aanduiding Maatregel Uitwerkingsactiviteit(en) Beoogde resultaten Afgerond Actor Toelichting A.1 Op basis van bestaand en/of aanvullend onderzoek zal worden.. bepaald hoe de

Naar aanleiding van de vacature voor een directeur voor opleidingen rechtshandhaving op Sint Maarten heeft de minister desgevraagd door de4. commissie in het videogesprek uitgelegd

Hao Tran heeft samen met bestuurslid Dimitry Melchiors en de ‘coronateams’ veel werk verzet om in het afgelopen najaar onze kerken weer te kunnen openen met alle coronabepalin- gen

Dat we leven van Gods genade en dat de mens door de genadigheid van de aarde wordt uitgenodigd een zorgzame partner te zijn; geen plun- deraar, maar ook geen strijder om haar

50% van 1,6 miljoen euro die gemeenten in totaal ter beschikking stelden via giro 5125 zou worden aangewend voor projecten gericht op structurele wederopbouw op Sint Maarten, Sint

In deze ge- sprekken zijn wij benieuwd naar uw ant- woord op de vragen: welke ideeën en dromen heeft u voor de toekomst van de gemeente Velsen.. Welke uitdagingen

Tijdens het werkbezoek sprak de commissie met de secretaris-generaal van het ministerie van Justitie, enkele MT leden van het korps politie (de korpschef was niet in het land),

Ik ben met mijn ronde langs de locaties gestart. Ik spreek dus weer beheerders “live” en ontmoet vrijwilligers en bezoekers. Het is al eerder gezegd, we betekenen veel voor