• No results found

Nederlanders blij met hun Koning

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Nederlanders blij met hun Koning"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

e 1,95

68

ste

jaargang • nummer 19 • woensdag 8 mei 2013 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

Deze week

De medische vooruitgang roept akelige vragen op

Viktor is in één week tot een BV’tje, een Bekend Vlaminkje, uitgegroeid.

Of hij daar erg gelukkig mee is, mag betwijfeld worden. Viktor was tot kort na Nieuwjaar een heel gewoon 7-jarig jon- getje dat enkele maanden geleden een beetje ziekjes werd. Niets bijzonders, tot ontdekt werd dat hij lijdt aan de bij- zonder zeldzame immuunziekte aHUS.

Daar is weinig kruid tegen gewassen, maar gelukkig toch eentje. Het medicijn heet Soliris en wordt door het farmabedrijf Alexion geproduceerd. Soliris moet zowat het duurste geneesmiddel ter wereld zijn.

Het kost 250.000 euro per jaar.

Dat is een bom geld. Dus moet heel goed worden nagedacht of de gemeenschap die last kan dragen. Vandaar dat het dossier vorige week op de tafel kwam van minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx. Er volgde een parlementair debat, waar de emoties hoog oplaaiden. Tenslotte gaat het over een kind van 7, dat wel of niet gered zou worden.

Komt de ziekteverzekering niet tussen- beide dan lukt het de ouders vanzelfspre- kend niet die 250.000 euro zelf op te hoes- ten.

Zonder farma geen geneesmiddel

Welke politicus durft er in zo’n situatie voor te pleiten die 250.000 euro niet ter beschikking te stellen?

Politici die oorlogen ontketenen waar dui- zenden en zelfs honderdduizenden dode- lijke slachtoffers vallen, komen daar gemak- kelijk mee weg. Ze maken zelfs kans om het tot held te brengen.

Maar één wenend kind, één weesje dat in de kou blijft staan, kan volstaan om een politieke loopbaan te breken. Voor één keer benijden we Onkelinx niet.

In de weekeindeditie van De Standaard stond toevallig een lang vraaggesprek met Etienne Vermeersch.

Hij geeft toe: ‘Als ik oog in oog met Viktor sta, zal ik zeggen dat hij zijn medicijn krijgt.

Maar als ik minister ben, moet ik mijn bud- get respecteren.’ Een zeer zwaar dilemma, dat door Vermeersch scherp wordt gesteld:

‘Als een medicijn zoveel geld kost, bijna anderhalf miljoen euro per jaar, dan moet je de afweging maken: help je die ene jon- gen, of honderd andere kinderen die ook zorg nodig hebben?’

Nu kan iedereen wel een voorbeeld noe- men van een overheidsbesteding die min- der nuttig lijkt dan het redden van het leven van een kind. Het bedrag van 250.000 euro ziet er immens uit in onze particuliere ogen maar het blijft op het totale gezondheids- budget van de sociale zekerheid een peul- schil. Was Viktor een alleenstaand geval, dan was het feit dat het debat gevoerd wordt alleen al stuitend.

Maar zelfs als de zaak-Viktor op een deugdelijke manier wordt opgelost, heeft dat onfortuinlijke jongetje even de sluier

gelicht van wat een steeds prangender maatschappelijk probleem zal worden.

Het succes van de medische wetenschap dreigt een mes op onze keel te zetten.

Het werd weinig opgemerkt in de emo- journalistiek die rond Viktor werd bedreven, maar zonder het farmabedrijf Alexion – dat een hele week werd bedolven onder toe- geschoven zwartepieten – was er niet eens een geneesmiddel om aHUS te behandelen.

Dat er voor Viktor vandaag überhaupt nog een perspectief bestaat, is aan Alexion te danken. Zonder de medische doorbraak die de laboratoria van dat bedrijf konden realiseren, had die kostprijsdiscussie niet eens gevoerd moeten worden.

Kamerleden zoals Maya Detiège hakken, hun socialistische inborst getrouw, graag in op de grijpgrage farmaceutische industrie.

Dat zijn, wordt graag de indruk gewekt, hardvochtige kapitalisten die slechts uit zijn op geldgewin.

Dat is zeker ten dele juist, maar het is die industrie die er in belangrijke mate mee voor zorgt dat we met zijn allen ouder worden en dat vreselijke ziektes nu kun- nen behandeld worden, terwijl ze vroeger fataal waren.

Kiezen wie we genezen

Als we al dat wetenschappelijk onderzoek onder overheidscontrole laten verrichten, zouden er dan evenveel successen geboekt worden?

We durven het betwijfelen, aangezien

vrijwel alle medische doorbraken in pri- vate laboratoria plaatsvinden. Die medi- sche ontwikkelingen zorgen voor de para- doxale toestand dat de gezondheidszorg steeds duurder wordt voor patiënten en de gemeenschap.

Uiteraard is de geneeskundige kost hoger voor iemand die 85 wordt en een reeks ern- stige ziektes heeft kunnen overwinnen dan voor iemand die op de dag van zijn pensi- onering na een gezond leven bezwijkt aan een ongeneeslijke longkanker.

Hoe meer ziektes met succes kunnen wor- den behandeld, hoe duurder de rekening voor de samenleving. De zaak-Viktor lijkt uniek en apart, maar is dat allerminst. Vroe- ger gingen mensen dood omdat er geen remedie tegen de kwaal bestond. Morgen zullen steeds meer mensen overlijden hoe- wel er een remedie bestaat maar de midde- len ontbreken om die in te zetten.

Vanaf welke leeftijd wordt welk medicijn niet meer terugbetaald? Of welke ingreep?

Is een vader van drie kinderen meer maat- schappelijke inzet waard dan een alleen- staande vijftigplussers?

Aangezien er grenzen zijn aan de omvang van de middelen die besteedbaar zijn aan gezondheidszorg, moeten we zeer binnen- kort op die vragen een publiek antwoord geven.

Vooruitgang, zelfs in de medische sec- tor, roept bijzonder akelige vragen op. Er zullen nog veel

Viktors komen.

DE DODE ACTIEVE

WELVAARTSSTAAT 2

PROPAGANDASTEUNPUNT

MEDIA 3

OP DE PRAATSTOEL:

VERKETTERDE WEERMAN 6

MEDIAWAANZIN IN

NEDERLAND 7

LEMAÎTRE, VAN SEVEREN

EN DE OERKNAL 7

HET REQUIEM VOOR DE

MULTICULTUUR 14

Nederlanders blij met hun Koning

MARK GRAMMENS (SLOT) 5

(2)

Actueel

8 mei 2013

2

Uit de smalle beursstraat

De dode actieve welvaartsstaat

Bijna tien jaar geleden haalde de paarse coalitie van Guy Verhofstadt en Steve Stevaert een klinkende verkiezingsover- winning. Economisch zette de premier de lat voor zijn tweede ambtstermijn zeer hoog: de creatie van 200.000 jobs en België moest qua werkgelegenheid een topland worden. Anno 2013 bevindt de werkgelegenheid zich nog altijd onder het Euro- pese gemiddelde.

18 mei 2003 is een datum waar de linkerzijde en de bobo’s van De Morgen, De Standaard, Humo en VRT nog altijd veel heimwee naar heeft. Toen haalden de partijen van de uittredende paarse rege- ring een klinkende verkiezingsoverwinning. Rood en blauw hadden samen bijna een tweederdemeerderheid. De groene partijen, die kort daarvoor uit de regering waren gestapt, werden gedecimeerd.

De CD&V vocht voor haar overleven.

Voor Guy Verhofstadt en co kon de pret niet op. De overwinning was voor hen het bewijs dat België met de door hem (en socialist Frank Vandenbroucke) in het leven geroepen actieve welvaartsstaat wel snor zat. De voluntaristische Guy Verhofstadt stelde in volle paarse euforie een nieuw streefdoel voorop: tijdens zijn tweede legislatuur, tussen 2003 en 2007, niet minder dan 200.000 banen creëren. Daarmee zou België cijfermatig echt kunnen aantonen dat het een Europees topland was.

Het kan geen kwaad naar aanleiding van de tiende verjaardag van de parlementsverkiezingen van 2003 dieper in te gaan op die ambi- tieuze doelstelling. Heeft Verhofstadt zijn doel bereikt? In de eerste legislatuur was de oogst mager, met 100.000 bijkomende jobs. Bekij- ken we de cijfers over de jobmarkt aan het einde van zijn tweede legislatuur, kan er niet ontkend worden dat er in die periode inder- daad 200.000 jobs zijn bijgekomen. Tijdens de grote clash met Yves Leterme in de aanloop naar de parlementsverkiezingen van 2007 heeft de uittredende premier die cijfers met de regelmaat van een klok vermeld. Tot vandaag verwijzen de nostalgici van paars naar dit in hun ogen opmerkelijke resultaat.

Maar is dat wel het geval? Boerde de arbeidsmarkt onder Verhof- stadt II zo goed? We zetten alle feiten en cijfers best eens opnieuw op een rij. In 2003 ging het Planbureau ervan uit dat de verwachte groei tot 2007 in totaal 10 procent zou bedragen. Bij ongewijzigd beleid betekent dit 132.000 extra banen. Maar die jobgroei is een louter conjunctureel gegeven en is niet te danken aan bijvoorbeeld lastenverlagingen voor bedrijven, een flexibelere arbeidsmarkt of het Generatiepact dat mensen ertoe moest aanzetten langer te wer- ken. De jobs die dankzij het regeringsbeleid gecreëerd werden, zijn de echte lakmoesproef. Daaruit blijkt dat een belangrijk deel van de nieuwe banen te danken waren aan het systeem van de diensten- cheques: 61.000 extra jobs tijdens Verhofstadt II. Op zich een goede zaak, maar wel zwaar door de regering gesubsidieerde arbeid. Idem voor de 22.000 banen die er bij de overheid zijn bijgekomen. Een job- creatie die op de overheidsfinanciën een zwaar beslag heeft gelegd.

De overheidsuitgaven stegen onder paars van 43,6 procent van het bbp naar 45 procent van het bbp in 2007. De ex-liberaal Guy Verhof- stadt volgende een keynesiaans beleid. Niet echt duurzaam. De groei werd ondersteund door de overheid, die de portefeuille openhield.

Die paarse regeerperiode wordt door Yves Desmet en co enorm ver- afgood, maar toen is de kans gemist om groeibevorderende maat- regelen te nemen.

Een goed jaar na het einde van paars brak de financiële crisis helemaal los. Het was met de actieve welvaartsstaat, zoals die door Verhofstadt, Vandenbroucke en co gepropageerd werd, defini- tief gedaan. De Belgische arbeidsmarkt bleef een zwak broertje in Europa, al zijn Zuid-Europese toestanden nog altijd veraf. Aanslui- ten bij het Europese toppeloton? Dat is voor België een luchtspiege- ling. De werkgelegenheidsgraad van de 20-64-jarigen ligt met 67,2 procent nog altijd onder het Europees gemiddelde van 68,5 procent.

Om de vergrijzing die volop op gang komt betaalbaar te houden, is er tegen 2020 een werkgelegenheidsgraad van 73,2 procent nodig.

Dat betekent dat er jaarlijks tienduizenden jobs moeten bijkomen.

Een helse opdracht.

Angélique VAnderstrAeten

Delta - EM

bvba

Ingenieursbureau

Detailstudies voor de omzetting van industrieel

afval in energie

info:

nvandendriessche@delta-em.eu tel 0477 723 085 In wat men geneigd is de “halszaak van Aalst”

te gaan noemen, sleepten de regimemedia daar het zoveelste bewijs van aan. Het inhoudelijke van die “halszaak” is bekend. Het bestuursak- koord in de ajuinenstad, gesloten door N-VA- burgemeester Christoph D’Haese met de “part- ners” CD&V en sp.a, oogt “extreem Vlaams”:

geen portretten meer van het koningspaar in het gemeentehuis, nog alleen op 21 juli de tri- colore aan de voorgevel, een loket voor vreem- delingen, voorrang voor Aalsterse gezinnen om een sociale woning te betrekken… Het is

“erover”, zelfs “van God los”, zoals provinciale voorzitster en nochtans notoire atheïste Freya van den Bossche toeterde, in opdracht van sp.a- baas Bruno Tobback.

Het is bekend dat wanneer “links” beveelt, de groenrode “oikofobe” regimemedia in de hou-

ding springen, pink op de naad van de broek, om politiek correct dienstbetoon te leveren.

Mocht een rangorde van oikofobe journalis- ten in Vlaanderen worden opgesteld, heerst er weinig twijfel dat Luc van der Kelen, opinies- cribent van Het Laatste Nieuws, voor een podi- umplaats in aanmerking komt. De conclusie van zijn opiniestuk “Een voorproefje?” dekt als vlag niet alleen de volledige lading duiding over de halszaak van Aalst, in één moeite levert ze het bewijs dat, een jaar voor de verkiezingen, de zware Belgische media-artillerie al schiet op alles wat onder N-VA-vlag beweegt.

Poetin

Bevallen van de opmerking “dat de N-VA het moeilijk schijnt te hebben met de normale regels van de rechtsstaat (sic!)”, verwijst Van

Van oikofobie tot halszaak

In zijn jongste en, helaas voor Vlaanderen, ook laatste “Journaal”, schreef Mark Gram- mens dat Vlamingen aan “oikofobie” lijden. Oikofobie, een uit het Oudgrieks afgeleid begrip, betekent een ziekelijke angst hebben voor het eigene. Alle pubers moeten daar doorheen, aldus Grammens, maar bij te veel Vlamingen blijft het een leven lang duren.

der Kelen naar Aalst waar, volgens hem, “het door N-VA geleide bestuur raadsleden een vorm van kadaverdiscipline wil opleggen door afwijkend stemgedrag te bestraffen”. “Mis- schien”, oppert hij in alle oikofobe rechtlijnig- heid en objectiviteit, “kan Poetin daar eens komen kijken.” (resic!) “Volgend jaar zijn er ver- kiezingen. Is het dat wat Vlaanderen te wach- ten staat onder de knoet van de N-VA?” (rere- sic)

Daags na die bijdrage voor het behoud van

“hogere belangen” in modelstaat België, ston- den in de lezersrubriek van de krant vooral brie- ven met steun voor dat soort taal, niet ver ver- wijderd van opruiend.

Er was zelfs een brief waarin de auteur zei

“dat in Aalst nog enkel een militie ontbreekt van mannen met lange zwarte lederen jassen waarover mensen, diep in de zeventig, wel weten wat hij bedoelt”. Verwijzing nummer elfendertig naar de u-weet-wel-jaren kon niet uitblijven. Het moet zijn dat de censuurregels van de redactie in Kobbegem wat te strikt wer- den toegepast.

De volgende dag verschenen vooral brie- ven met steun aan het gemeentebestuur van Aalst, “een stad met ballen, waarin het interes- sant werd om te wonen, ook al bleef de grote droom van de belgicisten nog altijd een volle- dig verfranst Vlaanderen”. Al werd hij niet bij naam genoemd, dat moeten lezen zal slikken geweest zijn voor Van der Kelen.

Kost wat kost

Het is merkwaardig dat de “Vlaamse” en

“objectieve” journalisten politieke besluitvor- ming in een stad met een nieuw bestuur – het moet niet eens Antwerpen zijn – veel belang- rijker achten dan de onder PS-knoet geruisloos gearrangeerde ommezwaai inzake de begro- ting van de Vlaamse partners in de federale regering.

Ere wie ere toekomt, het was Paul Geudens die het in Gazet van Antwerpen had over de zoveelste knieval van Open Vld, CD&V én sp.a voor de PS van Di Rupo. Toen Laurette Onkelinx als eerste het idee opperde om het begrotings- pad, uitgestippeld door de regering en goedge- keurd door “Europa”, vanwege “andere priori- teiten” toch maar te verlaten, kreeg ze de drie

“Vlaamse” regeermeelopertjes over zich heen.

Om ter luidst toeterden ze dat het ingesla- gen pad nooit verlaten kon worden en kost wat kost diende gevolgd. Als ik me goed herinner, was PS-voorzitter Paul Magnette de volgende om een ballonnetje op te laten.

Vlaamse tegenwind was er nog, maar waaide al minder fel dan de storm die tante Laurette eerder met de glimlach van “ik ben de sterk- ste” had getrotseerd.

Naargelang het lobbywerk van een regering zonder Vlaamse meerderheid vorderde, in ach- terkamertjes van Brussel tot Straatsburg, ging het met het “kost wat kost” voor het behoud van het uitgestippelde begrotingsparcours steil bergaf.

Ook omdat “Europa” zich plots veel minder streng toonde en niet tilde aan een jaar meer voor de regering om in haar begroting orde te scheppen. “De PS heeft het gehaald”, titelde Paul Geudens boven zijn opiniestuk. Hij had er

“zoals altijd” kunnen aan toevoegen.

Het zou goed zijn, mochten de “Vlaamse”

journalisten op zoek gaan naar de machina- ties achter die jongste PS-zege en die publiek maken. Het zal Wallonië niet zijn dat er gebeur- lijk de tol zal voor betalen. Maar verk(n)ocht aan de francofone Belgische dictatuur onder PS-knoet is het opportuner en vooral een stuk makkelijker om af te geven op een stadsbe- stuur dat zich enigszins tracht los te maken van de oikofobie, waaraan te weinig Vlamin- gen zich kunnen of willen onttrekken. Vuren dus, “à volonté”, tot heil en glorie van hun fran- cofone meesters.

d.Mol

193 dagen!

Het is van 20 maart geleden dat we aandacht besteed hebben aan de kloppartij (haha) op Jan Fabre.

Een kloppartij die zich enkel afspeelde in de verziekte geest van Fabre, maar het fantasieverhaal werd door de o zo serieuze media toch maar ruim verspreid. Fabre had immers gewezen naar het rechtse spook - de N-VA - dat door Antwerpen dwaalt en achter de aanslag op zijn leven zat.

Na lang aandringen - van de flikken zelf nota bene - heeft Jan Fabre klacht ingediend bij de politie en die is nu al 193 dagen naarstig naar de daders aan het zoeken.

Fabre heeft het te druk: volgende week start in de Vlaamse Opera zijn avondvullende muziektheatervoor- stelling over Richard Wagner, de geliefde kunstenaar van Fabre. Met ons slecht karakter denken we dan onmiddellijk aan een andere figuur die ook zot was van Wagner. Zouden er nog gelijkenissen zijn? Waar blijft het AFF?

MAGISchE wEkEn

Niemand zegt het met zoveel woorden luidop, maar de CD&V wil de grote vakantie inkorten omdat die lange onderbreking scha- delijk zou zijn voor migrantenleerlingen, offici- eel “zwakke leerlingen” genoemd, omdat het eufemisme “jongeren” in een school natuur- lijk te algemeen is.

Dat plan werd al eerder geopperd, en toen zei men wel openlijk voor welke doelgroep het bestemd was. De Vlaamse scholieren zul- len heel gelukkig zijn als zij een stuk van hun zomervakantie moeten inleveren omwille van de allochtonen.

Die zullen zich dat allemaal niet aantrek- ken. Die zullen toch pas half september – of nog later –van hun jaarlijks familiebezoek aan Marokko of Turkije terugkeren. Die brossen twee of drie weken langer.

Als men écht hoopt dat men met die twee of drie weken extra de desinteresse, de onwil en de diepgewortelde leerachterstand van de migranten kan wegwerken, dan moeten dat echt wel magische weken zijn.

(3)

Actueel 8 mei 2013 3

Denktankwoordvoerder

Mijnheer de vakantie-inkorter,

Moest er een prijs uitgereikt worden om degene te belonen die de goegemeente met enkele zinnen tegen zich in het har- nas kan jagen, dan hebt gij die met voor- sprong verdiend.

Gij kwaamt deze week met een voorstel van uw denktank voor de pinnen. In het kader van ‘Operatie Innesto’ heeft die denk- tank maandenlang de hersens gebroken om iets nieuws, iets origineels te verzin- nen teneinde de CD&V weer ‘in the picture’

te plaatsen.

Dat voorstel is de zomervakantie met maar liefst drie weken in te korten. Gij gaaft daar een schimmige motivatie aan, in de zin van dat het goed is voor het verstan- delijk welzijn van de leerlingen. De beste leerlingen zouden in negen lange weken uitdagingen missen. De zwakste leerlin- gen zouden achterop geraken omdat ze in die tijd zo goed als niks bijleren, omdat hun leerproces de facto veel te lang onder- broken wordt. Goed gevonden, maar totaal ongeloofwaardig. Er zijn betere middelen om leerlingen bij de les te houden. Bijvoor- beeld door de lesdagen met een uurtje of twee uurtjes te verlengen zodat er meer tijd is voor onmiddellijke remediëring en diffe- rentiëring. Het zou het dagschema in een wat rustiger tempo kunnen laten verlopen, in plaats van de huidige hurry-hurry-want- we-hebben-vandaag-maar-weinig-tijd.

In uw voorstel gaat gij voorbij aan de leer- krachten, die alles altijd maar weer in goede banen moeten leiden en na een almaar groeiende planlast, een steeds intensie- vere verantwoordelijkheid in het opvangen van vele maatschappelijke problemen en een steeds minder billijke en steeds veel- eisender onderwijsinspectie blij zijn dat ze er voor een poos de blok op kunnen leg- gen, om te bekomen en verse energie op te doen voor een nieuw schooljaar. Vergeet niet dat steeds minder jongeren een onder- wijsloopbaan nastreven, omwille van de nooit ophoudende en stresserende werk- druk. Als klap op de vuurpijl komt uw denk- tank ook nog eens voorstellen om de vaste

benoeming van de ambtenaren – waar- onder de leerkrachten – af te schaffen.

Erg motiverend is dat allemaal niet in een sector die al overbevraagd wordt. Boven- dien stel ik mij de vraag of gij dat langer en meer werken gaat kunnen betalen. Van- daag wordt als argument voor de relatief bescheiden weddes van onderwijzers altijd gesteld dat de leerkrachten in de lange vakanties gewoon doorbetaald worden. Ik wil maar zeggen: als gij van de leerkrachten drie weken meer effectieve arbeid vraagt, zal daar een vergoeding tegenover moeten staan. We horen uw vrienden van de vak- bonden al afkomen.

Kijk, mijnheer de voorzitter, ik ben de bescheiden mening toegedaan dat gij met deze en nog andere voorstellen van uw den- kende groep de bal compleet misslaat. Of is het uw partij erom te doen ook de leer- krachten en de ambtenaren uit uw kiezers- korps weg te jagen? Het is voldoende dat de Vlaams-nationale partijen het morgen expliciet voor die mensen opnemen, en het is gebeurd. Voor ons niet gelaten. Gij zoudt beter eerst eens zelf nadenken alvorens gij de oekazen van ivoren-toren-denktankers op de samenleving loslaat.

Trouwens, gij hebt er waarschijnlijk niet bij stilgestaan dat in de loop der jaren de vrijetijdssector, de horeca en zelfs de arbeidsmarkt zich aan de vakantieregeling in het onderwijs hebben aangepast. Dat is een ander verhaal, waarover ik nog niet eens wil uitweiden.

Ik kijk al uit naar het najaar wanneer gij een congres gaat houden, met al uw stich- tende en minder stichtende voorstellen. Ik ben ervan overtuigd dat er van hen die gij vandaag zijt komen meedelen, al een pak zullen verdwenen zijn, zodat wij tot de slot- som zullen komen dat uw partij niet meer in staat is iets nieuws en dynamisch voor te stellen dat enige geloofwaardigheid kan hebben.

Ga nog wat nadenken, mijn waarde, maar nu serieus. ’t Zal nodig zijn.

Brief aan Wouter Beke

Geen woorden maar daden!

Sluit aan bij het Vlaams ziekenfonds.

Bel hiervoor ons gratis nummer: 0800-179 75.

Surf voor ons kantorennetwerk naar vnz.be.

Hoofdzetel: Hoogstratenplein 1 - 2800 Mechelen - www.vnz.be

adv58x45pallieter 05-01-2006 14:03

Geen woorden maar daden!

Sluit aan bij het Vlaams ziekenfonds.

Bel hiervoor ons gratis nummer: 0800-179 75.

Surf voor ons kantorennetwerk naar vnz.be.

Hoofdzetel: Hoogstratenplein 1 - 2800 Mechelen - www.vnz.be

adv58x45pallieter 05-01-2006 14:03

Word lid van het Vlaams ziekenfonds.

Bel hiervoor ons gratis nummer: 0800-179 75.

Surf voor ons kantorennetwerk naar vnz.be.

Propagandasteunpunt Media

Verleden week haalde een opmerkelijk bericht de pers: in de aanloop naar de gemeen- teraadsverkiezingen van verleden jaar kwamen Bart de Wever en Filip Dewinter bij de VRT het meest aan het woord. In totaal zou de N-VA, vergeleken met de vorige verkie- zingsuitslag, zelfs sterk oververtegenwoordigd geweest zijn. Ik kan me voorstellen dat menig lezer de wenkbrauwen zal fronsen, maar toch is dit de conclusie van een lang rapport opgesteld door de geleerde bollen van Steunpunt Media.

We plukken enkele zinnen van de web- stek van dat Steunpunt Media: «Het Steun- punt Media is het aanspreekpunt en expertise- centrum voor alles wat met nieuws en media te maken heeft. In opdracht van de Vlaamse Overheid doet het steunpunt wetenschappe- lijk onderzoek naar nieuwsberichtgeving en mediawijsheid in Vlaanderen. De focus van het onderzoek ligt op de volledige nieuwscy- clus: van de nieuwsselectie door de journalist tot de mediakeuze van de mediagebruiker.»

Je vraagt je af, wat kan daar nu verkeerd aan zijn? Zo ongeveer alles, zoals blijkt uit Nieuws- monitor 13.

Schetsen we even de context voor het onderzoek besproken in die Nieuwsmonitor 13. Het was de Vlaamse mediaminister, Ingrid Lieten, die het onderzoek had gevraagd. Rinkelt er een belletje? Werkten, samen met anderen, aan het onderzoek mee: Stefaan Walgrave en Marc Hooghe. Wie nu nog denkt dat het hele onderzoek geen doorgestoken kaart was, om vervolgens alleen enkele «juiste» halve waar- heden rond te toeteren, die moet echt van een heel goed jaar zijn.

Conclusie ≠ inhoud

Wie het rapport opvraagt en vlug doorleest, merkt al snel dat één en ander niet helemaal in verhouding staat tot wat het korte persbe- richt de lezer probeert wijs te maken. Was de N-VA oververtegenwoordigd? De partij kreeg slechts 17,2 procent van de spreektijd op de openbare zender, beduidend minder dan CD&V (20,5 procent), sp.a (19,8 procent) en Open Vld (19,6 procent). Toch concluderen de onder- zoekers een beetje zuur dat «de aanwezigheid van N-VA in de media ver boven het electorale gewicht van de partij bij de vorige lokale ver- kiezingen» lag. Let op: niet een beetje maar ver erboven! Hun verklaring, en hier komt de aap uit de mouw: «Het is duidelijk dat de verdeling van de aandacht ook was gebaseerd op de pei- lingen en op de uitslagen van tussenliggende verkiezingen». Ja, stel je voor zeg.

Op hun eigen manier hebben de onder- zoekers wel gelijk: in 2006 lag het electorale gewicht van de N-VA volgens peilingen ergens rond 8 procent, een pak minder dan die 17,2 procent spreektijd. Maar was het werkelijk ern- stig om in 2012 nog terug te grijpen naar de verkiezingen van 2006 om de spreektijd «eer- lijk» te verdelen, als die partij in 2010 al rond 30 procent scoorde?

Twee maten

Bovendien, waar is hun klacht over de schro- melijke ondervertegenwoordiging van het Vlaams Belang? Die partij kreeg slechts 8,5 procent van de spreektijd toebedeeld, maar zat in 2006 nog aan 21,5 procent. In het rapport blijft het daarover oorverdovend stil. Zou het kunnen dat de auteurs – en vooral de opdracht- geefster – die ondervertegenwoordiging prima vinden? In plaats daarvan zoomde men in op de spreektijd die Filip Dewinter heeft gekregen.

Met zijn 45,1 minuten eindigde hij weliswaar op de tweede plaats, na Bart de Wever, maar naar een andere Vlaams Belanger in de top dertig is het vergeefs zoeken. Ter vergelijking:

in die top dertig figureren wel twee PVDA’ers:

Dirk Tuypens en Peter Mertens, samen goed voor 36,2 minuten spreektijd, dus wel ruim

oververtegenwoordigd.

Mijn conclusie na het doornemen van het rapport: de conclusie die de onderzoekers de wereld instuurden, is op zijn minst tendentieus, om niet te zeggen totaal misleidend. N-VA was in de aanloop naar de gemeenteraadsverkie- zingen helemaal niet oververtegenwoordigd.

En àls ze al oververtegenwoordigd was, dan was Vlaams Belang zo mogelijk nog sterker ondervertegenwoordigd. Hoe men de zaken ook keert of draait, Vlaams Belang was onder- vertegenwoordigd. De focus op de spreek- tijd van Filip Dewinter, zowat de enige Vlaams Belanger die aan bod mocht komen, getuigt niet bepaald van veel goede trouw. Steunpunt Media gedraagt zich als een ordinair propagan- dainstrument in handen van mediaminister Ingrid Lieten. Of kunnen we gewoon stellen dat Steunpunt Media en de mediaminister twee rode handen op één socialistische buik zijn?

Rood troef

Over socialisme gesproken: het rapport vermeldt zijdelings dat PVDA oververtegen- woordigd was, maar gaat er niet verder op in.

Vergeleken met Vlaams Belang en N-VA was de partij vijf tot zes keer oververtegenwoor- digd. Zelfs vergeleken met sp.a en Groen was PVDA tweeënhalf tot drie keer oververtegen- woordigd. Misschien is dat ook de verklaring waarom Groen voor één keer niet sterk over- vertegenwoordigd was.

Mijn lezing van de getallen die Steunpunt Media heeft verzameld, ziet er dan ook een beetje anders uit. Met de verkiezingen van 2010 als ijkpunt was PVDA zeer sterk over- vertegenwoordigd op de openbare omroep.

Daarna volgen Open Vld, sp.a, CD&V en Groen, die onderling min of meer in verhouding op de buis mochten komen. Tegenover die groep van vier was Vlaams Belang duidelijk onderver- tegenwoordigd, N-VA nog meer, en LDD nóg meer. Vergelijken we dat alles met de uitein- delijke uitslag voor de provincieraadsverkiezin- gen, dan verandert het beeld nauwelijks, maar mildert het wel voor Vlaams Belang en PVDA.

Sp.a en Open Vld blijven bij de VRT duidelijk in de bovenste schuif liggen.

De Zevende Dag

Het valt op dat Steunpunt Media inzoomde op de zes weken voor de gemeenteraadsver- kiezingen. Had Ingrid Lieten met de N-VA nog een eitje te pellen? Waarom onderzoekt dat Steunpunt Media nooit eens hoe het zit met de spreektijd van de politici buiten de verkie- zingensperiode? Het antwoord geven ze (onge- wild) zelf: «In de verkiezingsperiode wordt er […] meer gebalanceerd bericht dan in nor- male tijden.» En «buiten de campagneperiode komen regeringspartijen veel en oppositie- partijen weinig aan bod», aldus eerder onder- zoek van henzelf en anderen. Zou het kloppen?

Ik houd al enkele seizoenen bij welke par- tijen hoe vaak bij De Zevende Dag uitgenodigd werden. Voor het huidige seizoen, van 6 janu- ari tot 5 mei, zijn 118 politici aan bod gekomen.

Sp.a staat aan kop, en mocht al vierentwintig keer op zondag naar de studio komen. Ook CD&V (23), Open Vld (21), N-VA (20) en Groen (17) zijn goed vertegenwoordigd. Opnieuw zal de lezer opmerken dat er iets niet klopt.

Waarom staat de grootste partij van Vlaande- ren slechts op de vierde plaats, terwijl het vier keer kleinere Groen bijna op gelijke hoogte op vijf staat? Vlaams Belang werd slechts acht keer uitgenodigd, LDD mocht drie keer komen, PVDA twee keer.

Zondag is bij de VRT daarmee niet alleen de zevende dag, maar vooral ook een groene dag.

De traditionele partijen komen min of meer naar verhouding aan bod, maar LDD, N-VA en Vlaams Belang worden duidelijk stiefmoeder- lijk behandeld. Vergeleken met Groen is N-VA ruim drie keer ondervertegenwoordigd, Vlaams Belang zelfs bijna vier keer. We houden dan niet eens rekening met de spreektijd, om nog maar te zwijgen over de manier waarop de poli- tici behandeld worden.

Belgisch volk

De stelling van Steunpunt Media dat «buiten

de campagneperiode regeringspartijen veel en oppositiepartijen weinig aan bod» komen, klopt niet. N-VA zit alleen in de Vlaamse rege- ring en Open Vld zit alleen in de federale rege- ring, en toch wordt Open Vld relatief gezien veel vaker dan N-VA naar De Zevende Dag uit- genodigd. Het verschil in behandeling is nog groter wanneer we Groen en Vlaams Belang vergelijken, allebei oppositiepartijen. Wie alleen maar naar De Zevende Dag kijkt, zou al snel kunnen denken dat Groen dubbel zo groot is als Vlaams Belang. Met de actualiteit heeft dat niets vandoen, want de scheeftrek- king is een constante van seizoen tot seizoen.

Het is vooral links en Belgisch dat op de openbare omroep ruim aan bod mag komen, campagneperiode of niet. Rechts en Vlaams wordt hoogstens af en toe een beetje geto- lereerd, als het niet anders kan, bijvoorbeeld tijdens een campagneperiode, doch alleen omdat grote scheeftrekkingen dan net ietsje

meer zouden opvallen. FvL

VRIJHEID VAN MENINGSUITING

De Waalse krant La Capitale keek op de dag van de vrijheid van meningsuiting niet alleen naar het buitenland, maar ook naar de toe- stand in België. Uit dat overzicht blijkt dat er zeer veel “verboden meningen” zijn, die niet openlijk verkondigd mogen worden. We som- men er enkele op. Politici zijn corrupt. Immi- granten die zich niet aanpassen, moeten ver- trekken. De islam is een achtergebleven en vrouwvijandige godsdienst. De koning is een idioot. Volgens La Capitale màg dat allemaal niet gezegd of geschreven worden, maar “on ne risque pas grand-chose”. Dat is maar half waar.

Het Vlaams Blok werd erdoor gefnuikt. Salman Rushdie en de Deense cartoontekenaars moes- ten onderduiken. Geert Wilders kwam op een dodenlijst van Al Qaeda. Pim Fortuyn en Theo van Gogh werden vermoord, net als een uitge- ver en een vertaler van Rushdies “Duivelsver- zen”. Inderdaad, de overheid laat hier geen cri- tici vermoorden. De moslims doen dat zelf wel.

(4)

Rake vergelijking

Tante Laurette O, minister van Volksgezond- heid, kwam donderdag zwaar onder druk te staan naar aanleiding van de niet-terugbeta- ling van een duur geneesmiddel ten behoeve van een zevenjarig jongetje met een zeldzame ziekte. Zowat alle partijen – behalve de N-VA, vreemd genoeg – spoorden haar aan drin- gend een regeling te treffen met de fabrikant van het medicijn, of in het kader van de begro- ting toch maar een oplossing te vinden. Bar- bara Pas van het Vlaams Belang maakte een scherpe vergelijking met de lakse vreemde- lingenwet.

Voor dringende medische hulp aan illega- len is er jaarlijks een budget van 35 tot 40 mil- joen euro voorzien. En dringend is nog altijd niet levensnoodzakelijk, meende zij. Omdat volgens de Belgische vreemdelingenwet ille- galen niet teruggestuurd mogen worden als zij in het land van herkomst geen adequate behandeling kunnen krijgen of moeilijk aan medicatie kunnen geraken, vond Pas het wel erg sterk dat Onkelinx niet wil terugbetalen voor onze eigen kinderen.

Het kot was meteen te klein. Apotheker Maya Detiège en Woutertje kaboutertje De Vriendt van Groen konden die kritiek niet prui- men. Nochtans wilde Pas gewoon zeggen dat er veel misbruiken zijn die ons handenvol geld kosten, zoals dringende maar niet levensbe- dreigende hulp als neuscorrecties, in-vitrofer- tilisaties, orthodontische apparatuur, enzo- voort. Anders gezegd: als dat knaapje hier als illegale vreemdeling zou verblijven, zou de terugbetaling wel gebeuren. Begrijpe wie kan.

Schertsvertoning

Er moet binnenkort in de Kamer een Frans- talige rechter in het Grondwettelijk Hof aan- geduid worden.

Hoe objectief en neutraal die rechters moe-

Roddels uit de Wetstraat

Dossier

8 mei 2013

4

ten zijn, bleek toen de voorwaarden om in aan- merking te komen bekend werden gemaakt:

minstens veertig jaar oud zijn en ten minste vijf jaar lid geweest zijn van de Senaat, de Kamer of van een deelstaatparlement.

Dat de zaak binnen de regering al beklon- ken en geregeld is, bleek toen de twee vereiste kandidaturen bekend werden gemaakt: André Frédéric, de PS-bullebak die jarenlang de com- missie-Binnenlandse Zaken voorzat, en Thierry Giet, PS-fractievoorzitter en gewezen PS-voor- zitter. Beiden staan bekend om hun vijandig- heid ten aanzien van de Vlamingen en zeker de Vlaams-nationalisten.

De stemming wordt dan ook een schertsver- toning. Straffer nog: typisch Belgisch.

Op de barricaden?

Patje Dewael is een ervaren rot in het vak.

Hij weet maar al te goed dat hij zijn afglij- dende partij moet helpen om in 2014 groter onheil af te wenden. Eén van die middelen is nu en dan eens een wat rechtser standpunt innemen, om mogelijk wat stemmen af te pik- ken van VB en N-VA. Daarom kwam hij op de proppen met het voorstel de absolute neutra- liteit van ambtenaren die met het publiek in contact komen bij wet op te leggen. In Vlaan- deren en tal van gemeenten is die omfloerste omschrijving beter bekend als het ‘hoofddoe- kenverbod’.

Hij wilde van Di Rupo weten of de rege- ring een dergelijk initiatief overweegt. Het ant- woord was duidelijk: neen. Hij wist dat hij op zijn honger zou blijven. Vandaar dat hij fijntjes meedeelde dat als de regering geen stand- punt heeft, het Parlement vrij is om de zaak naar zich te trekken.

Er kunnen dan wisselmeerderheden ont- staan. In die zin nodigde hij alvast alle frac- ties uit om het debat te voeren. Ook al mis- lukt dat opzet, hij zal dan toch naar de kiezer kunnen gaan met de boodschap dat hij op de

barricaden heeft gestaan. Goed geprobeerd, Patje. Alleen, het is allemaal wat té doorzichtig.

Niet meer wachten

N-VA’er Theo Francken had een leuke vraag aan Heksemie Turtelboom, over het inzage- recht van de koning in geheime documenten van de staatsveiligheid. Hij wilde wel eens weten waarom de koning zo’n inzagerecht moet hebben, terwijl zijn politieke macht offici- eel beperkt is tot het ondertekenen van goed- gekeurde wetten en een regulerende rol bij regeringsonderhandelingen.

Turtelboom sloofde zich uit om de principes van de grondwettelijke democratie uit te leg- gen, om aan te tonen dat het toch wenselijk is dat die documenten worden voorgelegd. Maar een echt fundamentele reden gaf ze niet op.

Volgens Francken is het meer dan ooit tijd naar een zuiver protocollaire, ceremoniële functie te gaan voor de koning, dus een drastische inper- king van diens macht.

Jammer dat hij er de slogan van destijds van Geert Bourgeois niet aan toevoegde: “Monar- chie rijmt niet op democratie!” Hij had dan meteen kunnen pleiten voor het opdoeken van de monarchie, in de geest van de statuten van zijn partij: “In haar streven naar een beter

bestuur en meer democratie kiest de Nieuw- Vlaamse Alliantie logischerwijs voor de onaf- hankelijke republiek Vlaanderen.” Waarop wacht je, Theo? Doen!

Goede manieren?!

Het viel vorige week op in de commissie- Binnenlandse Zaken: als er vragen van Vlaams Belangers moeten behandeld worden, heeft minister Joëlle Milquet het moeilijk. Rita de Bont, rad van tong, maar altijd beleefd en haar tussenkomsten altijd inleidend met de keurige aanspreking ‘mevrouw de minister’, mocht het nog maar eens ondervinden dat de minister haar antwoorden altijd richt aan ‘mijnheer de voorzitter’ van de commissie. Nooit noemt Milquet de naam van de VB-interpellant. Zij lapt dat elke keer, ook in de plenaire vergade- ring. In die commissie stelden meerdere par- lementsleden kritische vragen aan haar. Zij werden telkens wél vernoemd in de antwoor- den van de minister.

Om maar aan te tonen hoe klein de wereld van sommige politici is en hoe bekrompen en rancuneus zij door het leven gaan.

In hetzelfde bedje ziek, zijn Laurette Onke- linx en Elio di Rupo. Maar ja, kan dat nog iemand verbazen?

De Schelde vrij (1)

Het Havenbedrijf organiseert “een waaier aan activiteiten” om de ondertekening op 12 mei 1863 van de afschaffing van de Nederlandse Scheldetol te vieren. Mooi, want het belang van de Antwerpse haven voor Vlaanderen (zelfs voor België) kan nooit onder- schat worden. Toch vind ik dat men ter gelegenheid van die 150ste verjaardag iets te stil blijft over de meer dan 600 jaar dat allerlei Noord-Nederlandse overheden (havenste- den, de Republiek en het latere Nederland) hun best hebben gedaan om die levensader af te snijden of – als het echt niet anders kon – zoveel mogelijk af te knijpen.

Die geschiedenis is een aanmaning om te onthouden dat de Nederlanders voor geen enkel voorwendsel terugdeinsden om de Ant- werpse expansie af te remmen; een constante tot vandaag in de Nederlandse politiek. Geluk- kig heeft het Davidsfonds deze lacune opge- vuld. In de Mechelse bibliotheek staat bij de nieuwe aanwinsten het boek “Strijd om de stroom” van Eric van Hooydonk, een mooie en duidelijke chronologie van de belangrijk- ste historische data uit de geschiedenis van de Schelde.

De Schelde was nooit vrij

Vanaf het moment dat er meer dan één roei- bootje dobberde, is de stroom nooit echt vrij geweest. Zelfs in de middeleeuwen was de Schelde al een bron van inkomsten voor ieder- een die erin slaagde het vrije scheepvaart- verkeer te belemmeren. Theoretisch was vol- gens het Romeins en zelfs het oud-Germaans recht alle verkeer vrij, maar in de praktijk lie- ten vorsten en steden zich de kaas niet van het brood pikken. Gent legde het principe van de lastbreking op. Alle goederen die in Gent arri- veerden richting Antwerpen moesten overge- laden worden op Gentse binnenschepen, die op het vervoer via de stroom het monopolie hadden. In Rupelmonde moest een tol betaald worden aan de Vlaamse graaf. De hertog van Brabant deed er nog eentje bij in zijn eigen Antwerpen. Vooral Middelburg in Zeeland probeerde het stapelrecht op te eisen: zoveel mogelijk goederen voor Antwerpen moesten daar eerst verplicht worden verkocht en anders ingeladen worden op plaatselijke platbodems om de vaart verder te zetten. Al die belastin- gen, tollen en overbodige vervoerkosten ver- oorzaakten dat import en export duur was.

Natuurlijk werd er gesmokkeld, en omkope- rij van bevoegde ambtenaren was één van de

bekende middelen.

De Zeeuwse obstructie

Historisch zijn er twee toegangen tot Ant- werpen. De belangrijkste was lange tijd die via de Oosterschelde (door de Deltawerken defini- tief afgesloten). De Hollandse schepen kozen bijna altijd die vaarweg en werden dan belast aan de beruchte tol van Iersekeoord (tegen- over Bergen-op-Zoom).

De Honte (nu de Westerschelde en vandaag de enige toegang tot Antwerpen) werd eerst echt goed bevaarbaar toen de watersnood van 1375 een flink deel van de landhindernissen opruimde. Typisch voor de tijd: schepen die de Honte verkozen, moesten de tol van Ierseke blijven betalen. Filips de Goede verenigde de Nederlanden in een confederatie, maar ieder van zijn vorstendommen bewaakte jaloers de oude rechten. Geen sprake van één tarief. Hol- landers, Zeeuwen, Brabanders en Vlamingen ruzieden verder. Na weer een overstroming verbreedde de Westerschelde zich nogmaals, wat de Zeeuwen van Walcheren inkomsten scheelde. Ze mochten voortaan hun tol in Ant- werpen innen.

De Mechelse Grote Raad (het hoogste gerechtshof van de Nederlanden) bepaalde zelfs dat Zeeland het recht had alle wijnsche- pen te verplichten hun vaten op Zeeuwse schuiten te doen overladen. Lang voor de Schelde gesloten werd, was er al een perma- nente Zeeuwse obstructie om Antwerpen te saboteren, ten voordele van de eigen kleine havens - Vlissingen, Veere en Arnemuiden - of anders te profiteren van de vaart op Antwer- pen. Antwerpen had al voor de Opstand te wei- nig kaden, en dat schiep problemen. Grote Hol- landse zeeschepen met graan uit Oost-Europa meerden aan in Walcheren om alles over te laden, omdat ze in Antwerpen veel te lang

moesten wachten om te ontladen.

Het drama van Antwerpen

Het drama tijdens de Opstand is goed bekend. In 1572 plaatsten Zeeuwen en Hollan- ders wachtschepen die geld eisten van sche- pen richting Antwerpen, of ze plunderden die.

Zelfs na de Pacificatie van Gent (1576), die de Nederlanden zogenaamd herenigde, bleven de afzetterspraktijken gehandhaafd. Antwerpen probeerde het markizaat Vlissingen en Veere te verwerven toen dat te koop stond, zodat de stad eigenaar werd van de oevers langs de stroom. De vertegenwoordigers van de stad kregen een koude douche toen ze in Amster- dam te horen kregen dat Holland en Zeeland al geld hadden toegeschoven aan Willem van Oranje, die de nieuwe eigenaar werd. Antwer- pen moest wel meedoen met de Opstand, want anders beheerste de vijand de toegang tot de Schelde. Oranje liet op de rechteroe- ver het sterke fort van Lillo bouwen (nu een schamel restje) om de herovering van de stad door de aanhangers van de hertog van Bra- bant (Filips II) te verhinderen. Toen al waar- schuwden sommige Antwerpenaars dat dit fort eventueel tegen de stad en de haven kon gebruikt worden. In 1585 kwam de bekende genadeklap, met de herovering door Farnese voor Filips; te wijten aan de stuntelige leiding van burgemeester Marnix en het gevoel dat Holland en Zeeland bepaald niet tot het uiter- ste gingen om de stad uit de greep van het kleine en uitgeputte legertje van Farnese te houden. Meer dan de helft van de bevolking verliet de stad. Middelburg stelde schepen ter beschikking van Brabantse migranten en hoopte dat ze in de Zeeuwse hoofdstad zou- den blijven, maar het grootste deel koos voor Amsterdam. Met fort Liefkenshoek op de lin- keroever en fort Lillo op de rechteroever als basissen, kon de Hollands-Zeeuwse vloot de Schelde gemakkelijk sluiten en ieder zeeschip de toegang weigeren. De grond was Brabants, maar de Hollanders en de Zeeuwen verbleven er eeuwenlang als bezetters. De internatio- nale handel met Antwerpen, als doorvoerha- ven richting Frankrijk of Duitsland, viel volle- dig stil. De stad werd een binnenhaven. De Schelde was niet meer dan een kanaal. Alleen de importgoederen voor de Zuidelijke Neder- landen arriveerden nog in Zeeland, werden er overgeladen en belast en kregen in Antwerpen

zelf nog eens een tol van de hertog-koning te slikken. Omgekeerd gebeurde hetzelfde. Tapij- ten, schilderijen en boeken van Zuid-Neder- landse origine werden in Antwerpen en Wal- cheren belast en daar op zeeschepen geladen.

Albrecht en Isabella, de nieuwe vorsten van de Nederlanden, onderhandelden met het noor- den over een opening van de Schelde ter gele- genheid van een twaalfjarige wapenstilstand.

De situatie doet een beetje denken aan 2013.

Hollanders en Zeeuwen toonden begrip met woorden. Ze hielden de woordkeuze van de wapenstilstand zo algemeen mogelijk, zodat ze alle kanten op konden. In realiteit gaven ze geen duimbreed toe. De grote Hollandse jurist Hugo de Groot pleitte nauwelijks een jaar na het begin van het bestand voor een vrije toe- gang tot de stromen en de wereldzeeën en dat principe werd in het noorden hartstochte- lijk toegejuicht, zolang die vrije toegang maar niet de Schelde gold. De Antwerpse overheid wees er de Zeeuwen op dat de Vlaamse zee- havens Oostende en Duinkerken niet geblok- keerd waren (al was dat een tijd wel gebeurd) en dat er goederen via het graafschap Vlaande- ren in het zuiden arriveerden die anders mis- schien via de Schelde gekomen waren. Hollan- ders en Zeeuwen haalden hun schouders eens op. In Antwerpen bleef men half naïef, half ide- alistisch op betere tijden hopen. Er ontstond zowaar een nieuw genre in de schilderkunst en in de tapijtweverij. Kunstenaars produceer- den stukken waarop een vrije Scheldevaart te zien was, of eerlang te zien zou zijn. De stad bouwde zelfs een Waterpoort om de vorst te herinneren aan het belang van de Schelde. Ze staat nog altijd op de Gillisplaats, al is ze ook gekend als wandelende poort omdat dit al haar derde verblijfplaats is. De vorst deed niets. Hij vond de vrije uitoefening van het katholicisme in het verloren deel van Brabant (nu Noord- Brabant in Nederland) een compensatie voor de sluiting van de Schelde. De Hollandse en Zeeuwse regenten zagen met lede ogen de veroveringen van stadhouder Frederik Hendrik (Den Bosch, Breda, Maastricht, Sas van Gent en Hulst) aan en vreesden dat hij Antwerpen zou heroveren; een concurrent waar ze geen behoefte aan hadden. Hij stierf voor de Repu- bliek de Vrede van Münster sloot in 1648, die bevestigde dat Antwerpen niet moest hopen.

(Vervolg en slot toekomende week)

Welk vaderland? Welk beleid?

De Debatclub inviteerde drie jonge vrouwelijke politici met talent om hoger te klimmen.

Voor welk vaderland ijveren zij? Het antwoord kan zijn: een unitair België, een confederaal België of een onafhankelijk Vlaanderen. Welk beleid verdedigen zij? Dat kan gaan van blauw tot arbeideristisch.

Zuhal Demir (parlementslid, N-VA), Barbara Pas (ondervoorzitter van Vlaams Belang) en een VLD’ster (gevraagd) debatteren. Meester Ergün Top modereert.

U is welkom op 22 mei in Hotel De Basiliek, Trooststraat, Edegem, om 20 uur.

Toegangsprijs: 5 euro. Voor studenten en kopers van ‘t Pallieterke 3 euro.

Zie ook: www.debatclub.org

(5)

Op de praatstoel 8 mei 2013 5

De beste journalist van België stopt. Mark Grammens heeft talent voor de binnen- landse politiek en talent voor de buitenlandse politiek, een onalledaagse mengeling.

Voor hij Journaal begon, stichtte hij het Tijdschrift voor Diplomatie. Wat denkt Mark Grammens over Europa, de VS, Syrië, Frankrijk, Nederland, de euro en de “neuro”?

De postbode en de lokale krantenwinkel hadden aan Mark Grammens een goede klant. Dagelijks werden in de Stations- straat 200 in Liedekerke vrachtjes kran- ten, weekbladen en tijdschriften geleverd.

Lezen, redeneren en concluderen, dat was de brandstof van Grammens journalistieke verslagen en commentaren.

‘t Pallieterke: de publieke opinie en de partijen in België, en in het buitenland, beginnen zich openlijk “tegen de Euro- pese Unie” te keren, maar ze blijven ijve- ren voor Europa?

Grammens: “Natuurlijk kan men niet

“tegen Europa” zijn. Hoe zou je nu als ver- standig mens tegen een geografisch begrip kunnen zijn. We zijn toch ook niet “tegen Azië” of “tegen Afrika”? Maar de Europese Unie is geen geografisch maar een poli- tiek concept, en dat moet politiek beoor-

Mark Grammens (slot)

“Frankrijk zal de Europese Unie vernietigen”

Wat met Syrië?

Is het Syrische regime des duivels? Mark Grammens: “Syrië is allesbehalve een beminnelijke democratie, maar de rebellen die tegen het regime strijden, zijn nog veel ondemocratischer. Zij willen van Syrië een combattieve moslimstaat maken, wat het thans niet is. Als de rebellen het halen, zal de uittocht van christenen uit Syrië algemeen worden en zal het christendom na 2.000 jaar uit het Midden-Oosten ver- dwijnen, hoewel het ouder is, ook en vooral daar, dan de islam, die er slechts 1.300 jaar aanwezig is. Het is kenmerkend voor onze “seculiere” obsessie dat West-Europa voor het lot van de christenen in het Midden-Oosten onverschillig blijft. Uit Irak zijn, met toelating van Amerika nota bene, al honderdduizenden christenen voor de isla- mitische terreur weggelopen.”

De Vlaamse moslimjongeren die in Syrië vechten, werden prompt, met vooraan in het rijtje Yves Desmet van De Morgen, vergeleken met de Vlaamse vrijwilligers die naar het oostfront trokken in 1940-’45?

Grammens (wrang): “Ja, er werd zelfs lachwekkend gesuggereerd die moslimjon- geren nadien op te vangen en in België herop te voeden. Dat zou ook gebeurd zijn met oostfrontstrijders. Le ridicule ne tue pas. Oostfronters werden bij hun terugkeer in de gevangenis gestopt. Enkelen onder hen werden zelfs gefusilleerd. Dat zal geen islamist, noch in Vlaanderen, noch elders in West-Europa, overkomen.”

De wortels

Mark Grammens was jarenlang uitgever van de handige boekenreeks Aktueel, waaraan journalisten en uitgever meewerkten. De naam en de spirit spraken voor zich. Aktueel 14 was “Herinneringen aan oorlog en repressie” (1985). Daarin schreef Mark Grammens onder meer over zijn vader, Flor Grammens, de merkwaardige taalgrensactivist en politicus: “Mijn vader bezat al de eigenschappen van de revo- lutionaire persoonlijkheid, die geleid werd door een onwrikbare innerlijke zeker- heid, wat Hegel in zijn genuanceerd taalgebruik een Gebot noemt, een bevel waar- aan men niet kan weerstaan en waaraan men ook niet wil weerstaan, dat tot daden inspireert en zo nodig ook tot een uiterst verfijnde vorm van geslepenheid...” En verder: “Zulk een persoonlijkheid kan men afwijzen, en vooral kan men het er niet mee eens zijn, of men kan er zelfs een gevaar in zien, maar men kan er niet aan voor- bijgaan. Het Franstalige elite in België heeft dat juist begrepen: geen Vlaams voor- man heeft zij zozeer met haar haat achtervolgd als mijn vader - hij is vandaag nog voor vele oudere Franstaligen de enige naam uit de Vlaamse beweging die ze zich herinneren - en daar was reden toe ook. Hij toonde aan dat één sterke persoonlijk- heid meer betekent dan een hele partij of een hele beweging.”

Wie de decennialange invloed en inspiratie van Journaal en Mark Grammens wil vatten, moet deze passages overwegen.

deeld worden. Welnu, we zien dat binnen dit concept de economie dienstbaar gemaakt wordt aan de politiek. Het is zoals in de soci- alistische staten van weleer, waar ook de economie ondergeschikt was aan de poli- tiek. Nu blijkt de overschatting van de poli- tiek, die geleid heeft tot de invoering van de euro, en onze welvaart rechtstreeks in het gedrang brengt. Tot de euro behoren niet de staten die er economisch bij horen, maar de staten die er geostrategisch bij moeten horen. Griekenland, Italië, Spanje en Portu- gal waren niet rijp voor de eenheidsmunt, maar werden er door Frankrijk ingeloodst, om de Franse invloed in Europa te verster- ken. Daar betalen wij nu de rekening voor.”

‘t Pallieterke: ziet u de Europese Unie verdwijnen?

Grammens: “Niets van wat mensen doen, bezit eeuwigheidswaarde, ook de Europese Unie niet, maar ze had wel zeer lang kun- nen bestaan als men niet de euro had inge- voerd. Dit was een brug te ver. Men koppelt niet straffeloos de economieën van Noord- Europa aan die van Zuid-Europa, en dat gebeurde alleen maar omdat Frankrijk het eiste, want Frankrijk wilde in de concurren- tiestrijd met Duitsland bondgenoten heb- ben. Was de euro er niet geweest, zou ik, ondanks mijn bedenkingen bij het ondemo- cratische karakter van de Europese structu- ren en beslissingen, Europa kansen hebben gegeven. Met de euro heeft Europa echter zichzelf ten dode opgeschreven, want nu komt Europa niet langer naar voor als een bron van welvaart, maar als de oorzaak van veel armoede en werkloosheid. Frankrijk zal

ondanks zijn ‘esprit’ en handigheidjes de Europese Unie vernietigen.”

‘t Pallieterke: was de stap naar de euro roekeloos en is de euro voorspel- baar tot mislukken gedoemd?

Grammens: “Ik denk het wel. Sommi- gen hebben de situatie van vandaag voor de start van de euro voorspeld. Onder meer professor economie Paul de Grauwe liet voor het lanceren van de euro zijn scepsis publiek blijken.”

‘t Pallieterke: gelooft u in een “neuro”

en een Noord-Europese rest-EU?

Grammens: “Ja, maar vooraf zal de euro moeten kapseizen. En dat moet beheers- baar blijven, zo niet gaan wij in welvaart twee decennia achteruit, terwijl de overige continenten, met krachtige landen als China, Brazilië en Nigeria, de traditionele Euro-

pese voorsprong verder tenietdoen. Vlaan- deren moet kost wat kost ageren om bij die Noord-Europese rest-EU te geraken. Econo- misch kunnen wij daar goed aarden, maar dan moeten wij ons wel van België losha- ken. Het ganse Belgische establishment zal, onder de leiding van PS, cdH en PRL, dit land aan Frankrijk blijven koppelen. Die reeds lang bestaande collaboratie is nefaster voor Vlaanderen dan de collaboratie van Vlamin- gen tijdens de Tweede Wereldoorlog met de Duitsers. Waar zijn bijvoorbeeld de Vlamin- gen in het buitenlandbeleid van België? Ner- gens. Dat is bewust zo gespeeld door PS- premier Di Rupo en zijn kringen.”

‘t Pallieterke: de vaders van de Europese Unie en de euro moet men toch enig gezond verstand en economisch inzicht toedichten. Hebben zij bij de start van de euro machiavellistisch geweten of aangevoeld dat het fout zou lopen en dat hen dat de kans zou geven een meer Europees gecontroleerde begrotingsbe- leid, een bankenunie en een noodfonds te kunnen beginnen?

Grammens: “Dat denk ik niet. Daarvoor is de Europese elite veel te pragmatisch. Het zijn geen grote mensen die Europa sinds de invoering van de euro hebben geleid. Maar het is wel kenschetsend voor een bepaalde mentaliteit dat ze van de nood een deugd proberen te maken, door hun antidemocrati- sche instincten uit te leven en Europa verder uit te bouwen op een moment dat de burger zich van Europa afkeert.”

‘t Pallieterke: een Vlaamse christen- democraat, Herman van Rompuy, leidt

mee de Europese Unie, aan de top. De christendemocratie nam vanaf het prille begin van de Europese Economische Gemeenschap het voortouw bij de con- structie van de unie…

Grammens: “Het was The Economist die ooit geschreven heeft dat de Belgen alleen maar zo’n goede Europeanen zijn omdat zij een vaderland missen dat zij kunnen bemin- nen. België is de enige Europese deelnemer die geen natie is, geen gemeenschap, maar in het beste geval een diplomatieke confe- rentie tussen twee volkeren. Aangezien chris- tendemocraten traditioneel mossel noch vis zijn, behoren Belgische christendemocraten tot de beste verdedigers van Europa. Ze gelo- ven erin, bij gebrek aan enig ander geloof.”

‘t Pallieterke: jaren geleden wees u op het boek van François Duchêne over Jean Monnet, een hoofdvader van Europa. De ex-stafmedewerker toonde overweldi- gend aan dat Monnet op een slinkse, ongecontroleerde wijze - uiteraard, dat zou er nog moeten bijkomen, met de beste bedoelingen - de Europese Eco- nomische Gemeenschap en de Europese Kolen- en Staalgemeenschap tot stand hielp brengen. Monnet werd nooit verko- zen in een openlijke kiesstrijd en gelijkt daarmee op “onze” Herman van Rompuy.

Grammens: “Het boek over Jean Monnet van François Duchêne, gepubliceerd in 1994, is inderdaad één van de meest onthullende en navrante analyses van de geboorte, en de erfzonde, van wat vandaag de Europese Unie is. Die zakenman en bankier uit Cog- nac, met een familiale traditie in dat alcoho- lische streekproduct, werd inderdaad nooit door iemand verkozen.

Hij was nooit lid van een verkozen rege- ring. Hij hield nooit de teugels in handen, zoals dat normalerwijze in een democratie begrepen wordt. Monnet was een slechte publieke spreker, en hij kwam zelden naar buiten. Zijn stem was zwak. Hij bezat niet het talent om een imago op te bouwen. Toch is die Fransman met een apolitiek tempera- ment - niemand heeft hem ooit messcherp in een vakje kunnen stoppen - essentieel geweest voor de Duits-Franse verzoening na 1945, de geboorte van de EGKS en de Europese Gemeenschap. Hij was in de eerste plaats een soort vrij opererende bureaucraat en technocraat. Scherpzinnig was hij wel. Hij zocht bondgenootschappen voor zijn Euro- pese droom bij de vakbonden, die hij idea- listischer en toekomstgerichter vond dan de ondernemers en hun associaties. Politieke actie was voor Monnet een schaakspel en hij liet zich aan de geschiedenis weinig gele- gen. Te veel leunen op en verwijzen naar de geschiedenis, ook die van Europa, was voor hem een kruk voor mensen die histo- ricisme makkelijker vinden dan zelfstandig nadenken en onvervaard handelen. François Duchêne was een Brit, ondanks zijn Franse naam, en tien jaar een directe medewerker van Jean Monnet.

Hij schreef als journalist voor de Manches- ter Guardian en The Economist. Intrigerend aan Monnet vond hij dat de vader, of schep- per, van de Europese Gemeenschap even interessant is als de schepping, en dat boven- dien de band tussen die werker-achter-de- coulissen en zijn kind bizar is.”

‘t Pallieterke: karakteristiek voor uw visie op de internationale verhoudingen is een sterke anti-Amerikaanse gezind- heid?

Grammens (glimlacht): “Mag ik? Er zijn een paar zaken die wij iets te gemakkelijk uit het oog verliezen.

Ten eerste, onder impuls van Roosevelts minister van Financiën, Henry Morgenthau, heeft Amerika tijdens en na de oorlog de Britse economie bewust vernietigd, door in 1945 plotseling geen kredieten meer toe te staan en de terugbetaling van de oor- logsschulden te eisen. De laatste stuip- trekking van Groot-Brittannië als zelfstan- dige natie en als imperium was 1956, toen Britten, Fransen en Israël de Suez-zone bin- nenvielen en op Egypte veroverden. Een laat- ste keer draaide Amerika toen de geldkraan dicht, en Groot-Brittannië capituleerde. Pre- mier Eden trad af in januari 1957 en de Amerikanofiele Harold Macmillan volgde hem op. Ten tweede, alle pogingen van Europa om tot een militaire samenwerking te komen buiten de Amerikaanse supervi- sie, werden door Amerika gesaboteerd. Ten derde, in Europa is “rechts” meer anti-Ame- rikaans dan “links”.

Leidende rechtse politieke heersers, om te beginnen met Hitler, en de culturele wereld, van Evelyn Waugh in Engeland tot Martin Heidegger in Duitsland, verafschuwden Amerika. Het Frankrijk van De Gaulle (en van de gaullist Mitterrand) was steeds zeer anti-Amerikaans. Ten vierde, Amerikanen maken geen onderscheid tussen een alli- antie en een imperium. In de NAVO geven zij, en zij alleen, de bevelen; de Europese inspraak blijft tot een verwaarloosbaar mini- mum beperkt.”

‘t Pallieterke: moet Vlaanderen onder- handelingen durven overwegen, even- tueel plannen, met de micro-Europese unie, met name de Europese Vrijhan- delsassociatie van vier kleine landen, die de basisbeginselen van de Europese Unie deelt maar zonder eenheidsmunt of strak gecoördineerd beleid, en die tot verbazing van velen economisch goed boert?

Grammens: “Dat is voorbarig. Wel moet Vlaanderen de evolutie van de Europese Unie en de euro nauwlettend volgen en han- delen volgens zijn beste belang. Dat kan eventueel ooit een toetreding tot deze alter- natieve Europese organisatie zijn.”

‘t Pallieterke: moeten wij pacifistisch zijn met de daad, door op de IJzerwake te eisen uit de NAVO te stappen en met de Vlaams-nationale partijen in die rich- ting te ageren?

Grammens: “Moeten niet, mogen wel.”

‘t Pallieterke: komt het ooit goed in de Lage Landen, tussen Nederland (Obrigkeitsstaat) en Vlaanderen (klinkt het niet dan botst het maar)?

Grammens: “Mag ik heel brutaal zijn?

Zolang de Waalse socialisten via de sp.a in feite Vlaanderen meebesturen, zal de samenwerking met Nederland op een laag pitje blijven. Het antwoord op uw vraag is:

ja, op voorwaarde dat Vlaanderen uit de greep van de Waalse socialisten losgeraakt, niet eerder.”

Jan RabbiJn

© Foto Wevako

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

Ik vertelde hun van den gelukstaat van Adam en Eva, voor zij Gods Woord hadden versmaad en wat er uit de" zonde was voortgekomen, hetwelk direct te zien was bij Kaïn,

Vanuit de ervaringen van het ‘Ik-Vaderproject’ van Link=Brussel in 2010 geven wij zoveel mogelijk tips voor het organiseren van activiteiten voor vaders in wording of met

Maar dat mijn vader diaken was, speelde zeker geen positieve rol in mijn eigen keuze.. Jarenlang al zie ik van dichtbij dat er veel dingen in de Kerk anders zouden moeten

Mede door zijn politieke enga- gement werd Verdi hét gezicht van de Italiaanse opera.. Som- mige melodieën, zoals het sla- venkoor uit Nabucco, behoren tot het

title: Father, I stretch my hands to thee Charles Wesley, Tune:

Onze Vader, die ons geeft daag’lijks brood en zelfs voor ons stierf de bitt’re dood.. Gij schenkt door Uw gena steeds onze

Als ’k dit wond’re leven eens aan U t’rug moet geven, ben ’k niet bevreesd te sterven, als Gij bij mij zijt.. Dat ’k mag binnenkomen in ’t land van gouden stromen en dat