• No results found

HOVON 133 MCL TRIANGLE:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "HOVON 133 MCL TRIANGLE:"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

bevattende inductietherapie voor behandeling van mantelcellymfoom – een gerandomiseerde studie van het Europese MCL netwerk.

Officiële titel: Autologous transplantation after a rituximab/ibrutinib/ara-c containing induction in generalized mantle cell lymphoma – a randomized European MCL network trial

Inleiding

Geachte heer, mevrouw,

Wij vragen u vriendelijk om mee te doen aan het hierboven genoemde medisch-wetenschappelijk onderzoek.

Het universitair ziekenhuis in München heeft, als studie sponsor, namens het Europese Mantelcellymfoom Netwerk een klinisch onderzoek opgezet voor patiënten die dezelfde ziekte hebben als u. Deze internationale studie wordt verricht door artsen die gespecialiseerd zijn in uw ziekte. De hoofdonderzoeker is Prof. Dr. Martin Dreyling (Klinikum der Universität München, Duitsland).

In Nederland wordt het onderzoek uitgevoerd door de stichting HOVON (Hemato-Oncologie voor Volwassenen Nederland). De Nederlandse studiecoördinator is Dr. J.K. Doorduijn (Erasmus MC, Rotterdam).

Dit onderzoek wordt financieel ondersteund door o.a. Janssen Pharmaceutica NV. Dit

farmaceutisch bedrijf is de producent van Ibrutinib, het geneesmiddel dat in deze studie onderzocht wordt. Janssen Pharmaceutica NV levert dit onderzoeksgeneesmiddel gratis voor dit onderzoek.

Wij vragen u mee te doen aan dit onderzoek omdat u een mantelcellymfoom heeft. Het onderzoek zal in een groot aantal ziekenhuizen in Nederland en België en andere studiecentra wereldwijd worden uitgevoerd. In totaal zullen 870 patiënten meedoen.

U beslist zelf of u wilt meedoen. Voordat u de beslissing neemt, is het belangrijk om meer te weten over het onderzoek. Lees deze informatiebrief rustig door. Bespreek het met uw partner, vrienden of familie. Algemene informatie over meedoen aan medisch wetenschappelijk onderzoek vindt u op de website van de Rijksoverheid: www.rijksoverheid.nl/mensenonderzoek. Heeft u na het lezen van de informatie nog vragen? Dan kunt u terecht bij uw arts of de andere artsen die in bijlage 1 vermeld staan.

1. Wat is het doel van het onderzoek?

Wij vragen u mee te doen aan dit onderzoek omdat u een mantelcellymfoom (MCL) heeft. Het mantelcellymfoom is een subtype van non-Hodgkin lymfomen (NHL). Non-Hodgkin lymfomen zijn kwaadaardige lymfeklieraandoeningen die over het algemeen goed reageren op chemotherapie (celdodende medicijnen, cytostatica).

Mantelcellymfoom is moeilijk te genezen. Bij de meeste patiënten is het mogelijk om een flinke afname van het tumorweefsel te bereiken, maar meestal komt de ziekte later weer terug. Daarom bestaat de standaardbehandeling uit twee delen: de eerste behandeling (inductiebehandeling) om

(2)

de ziekte zoveel mogelijk terug te dringen, en een tweede behandeling om het bereikte effect te handhaven (consolidatiebehandeling).

De standaardbehandeling voor mantelcellymfoom bestaat uit een inductiebehandeling met afwisselend kuren R-CHOP en R-DHAP. In deze behandeling wordt chemotherapie (CHOP of DHAP) gecombineerd met immunotherapie (rituximab, anti-CD20 antilichamen). Hierna volgt het tweede therapiedeel: de consolidatie. Hierbij wordt een hoge dosis chemotherapie (BEAM kuur) gegeven, gevolgd door een autologe stamceltransplantatie. Bij deze laatste stap krijgt u stamcellen die eerder bij u worden afgenomen weer terug.

Omdat mantelcellymfoom nog niet te genezen is, en bij bijna alle patiënten vroeg of laat weer terugkomt, en omdat een recidief (teruggekeerde ziekte) in het algemeen slecht te behandelen is, wordt geprobeerd de eerstelijns behandeling te verbeteren.

2. Welk(e) geneesmiddel/behandeling wordt onderzocht?

Ibrutinib is een nieuw geneesmiddel dat effectief is bij de behandeling van een recidief

mantelcellymfoom en ook bij chronische lymfatische leukemie. Ibrutinib remt een eiwit dat groei en overleving van sommige cellen beïnvloedt. De mantelcellymfoom cellen hebben dit eiwit. Door dit eiwit te remmen zouden lymfoomcellen worden gedood.

In deze studie wordt het effect van ibrutinib gecombineerd met de R-CHOP kuren onderzocht. Ook wordt naar het effect van een onderhoudsbehandeling met ibrutinib gekeken. Tot slot wordt

onderzocht of door het toevoegen van ibrutinib aan de behandeling de consolidatiebehandeling (hoge dosis chemotherapie met autologe stamceltransplantatie) kan worden weggelaten.

3. Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd?

Voor de start van de behandeling zullen een aantal onderzoeken worden verricht die ook worden verricht als u niet zou meedoen aan deze studie. Dit zijn lichamelijk onderzoek, bloedonderzoek, beeldvorming (CT-scan van het gehele lichaam), hartfilmpje, hartfunctieonderzoek (echo van het hart om de werking van de hartkamer vast te stellen) en een beenmergpunctie.

Om zeker te zijn van de diagnose zal een eerder afgenomen weefselbiopt opnieuw worden

beoordeeld door een panel van pathologen die gespecialiseerd zijn in lymfomen. Deze pathologen hoeven niet werkzaam te zijn in het ziekenhuis waar u wordt behandeld.

We vragen u ook om deel te nemen aan een biologische studie op bloed, beenmerg en tumor monsters. Een belangrijk onderdeel van deze biologische studie is de bepaling van kleine hoeveelheden restziekte/lymfoomcellen (MRD) die na de behandeling nog aanwezig zijn. Meer uitleg hierover vind u in de aparte informatiebrief die uw arts met u zal bespreken.

Uw arts heeft u verteld waar u aan moet voldoen om aan deze studie deel te nemen. Het is van belang dat u eerlijk en volledig antwoord geeft op vragen over symptomen, ziekten en huidige behandelingen of behandelingen in het verleden.

In dit onderzoek wordt de huidige standaardbehandeling vergeleken met de twee nieuwere

behandelingen. Om vooroordelen bij het samenstellen van de patiëntengroepen zoveel mogelijk uit

(3)

te sluiten maken we gebruik van loting door een computer. De initiatiefnemer van dit onderzoek, u als patiënt en uw arts hebben geen invloed op de loting. De uitslag van de loting wordt aan u beiden bekend gemaakt.

De 3 behandelmogelijkheden in deze studie zijn:

 Arm A – Standaardbehandeling:

U krijgt afwisselend 3 kuren R-CHOP en 3 kuren R-DHAP (totaal 6 kuren), gevolgd door hoge dosis chemotherapie (BEAM kuur) en een autologe stamceltransplantatie. Na de stamceltransplantatie krijgt u een onderhoudsbehandeling met rituximab. (Deze onderhoudsbehandeling is volgens nationale richtlijnen en is geen onderdeel van de studiebehandeling.)

Registratie

3 keer R-CHOP & 3 keer R-DHAP

afwisselend

Hoge dosis chemotherapie (BEAM) + autologe

transplantatie

Onderhouds- behandeling (rituximab)

Observatie

OF

 Arm A+I – Onderzoeksbehandeling:

U krijgt afwisselend 3 kuren R-CHOP met ibrutinib en 3 kuren R-DHAP (totaal 6 kuren), gevolgd door hoge dosis chemotherapie (BEAM kuur) en een autologe

stamceltransplantatie. Na de stamceltransplantatie krijgt u onderhoudsbehandeling met ibrutinib. (Naast de onderhoudsbehandeling met ibrutinib krijgt u ook een

onderhoudsbehandeling met rituximab. Deze onderhoudsbehandeling is volgens nationale richtlijnen en is geen onderdeel van de studiebehandeling.)

Registratie

3 keer R-CHOP + ibrutinib & 3 keer R-

DHAP afwisselend

Hoge dosis chemotherapie (BEAM) + autologe

transplantatie

Onderhouds- behandeling (ibrutinib en rituximab)

Observatie

OF

 Arm I – Onderzoeksbehandeling:

U krijgt afwisselend 3 kuren R-CHOP met ibrutinib en 3 kuren R-DHAP (totaal 6 kuren), gevolgd door onderhoudsbehandeling met ibrutinib. (Naast de onderhoudsbehandeling met ibrutinib krijgt u ook een onderhoudsbehandeling met rituximab. Deze

onderhoudsbehandeling is volgens nationale richtlijnen en is geen onderdeel van de studiebehandeling.)

Registratie

3 keer R-CHOP + ibrutinib & 3 keer R-

DHAP afwisselend

Onderhouds- behandeling (ibrutinib en rituximab)

Observatie

(4)

Inductiebehandeling

De inductiebehandeling bestaat uit 6 kuren, afwisselend R-CHOP en R-DHAP (3 kuren van elk type). De start van een kuur is steeds 3 weken na start van de voorgaande kuur. Deze fase duurt in totaal ongeveer 5 maanden.

Rituximab wordt voor de chemotherapie gegeven, via een infuus gedurende ongeveer 3 tot 5 uur.

CHOP bestaat uit cyclofosfamide, doxorubicine, vincristine en prednison. De eerste 3 middelen worden ook via een infuus toegediend. Dit kan in het algemeen tijdens een dagopname. De in uw ziekenhuis geldende richtlijnen voor toediening zullen worden gevolgd. De prednison wordt in tabletvorm gegeven, en zult u steeds de eerste 5 dagen van de R-CHOP kuur moeten innemen.

Bij de DHAP kuur worden cisplatinum en cytarabine ook via een infuus toegediend. Voor deze kuur zult u opgenomen moeten worden, omdat cisplatinum in 24 uur inloopt op dag 1, en de cytarabine op dag 2 in de ochtend en in de avond moet worden toegediend. De dexamethason gedurende dag 1-4 wordt via een infuus toegediend, maar kan eventueel de laatste dag ook als tablet ingenomen worden.

Patiënten in arm A+I en arm I, krijgen tijdens de R-CHOP kuren (kuur 1, 3 en 5) ibrutinib capsules.

Deze moeten vanaf dag 1 t/m 19 dagelijks worden ingenomen (4 capsules/dag, elke dag op ongeveer dezelfde tijd).

Voor elke kuur zult u worden onderzocht en zal bloed worden afgenomen voor controle. Tijdens de eerste R-CHOP kuur en de eerste R-DHAP kuur wordt u 1 keer per week (op dag 8 en 15) extra poliklinisch gecontroleerd, met bloedafname.

Twee weken na de vierde kuur van de inductiebehandeling zult u een eerste medische evaluatie ondergaan om tussentijds te bepalen of er al afname van de tumor is bereikt. Bij deze evaluatie zal bloedonderzoek, lichamelijk onderzoek en een CT-scan van het gehele lichaam plaatsvinden. Als de ziekte in het beenmerg aanwezig was, zal ook weer een beenmergpunctie worden gedaan.

Indien uw ziekte voldoende op de behandeling heeft gereageerd zult u volgens plan de andere R- CHOP kuur en R-DHAP kuur krijgen.

Drie weken na de laatste inductiekuur zult u een volledige evaluatie ondergaan om te zien hoe uw ziekte heeft gereageerd op de inductiebehandeling. Er zal bloedonderzoek, lichamelijk onderzoek en een CT-scan van het gehele lichaam verricht worden. U hoeft alleen een beenmergpunctie te ondergaan als er vóór start van de behandeling lymfoomcellen in het beenmerg waren gevonden en/of als u toestemming heeft gegeven voor de aparte biologische studie.

De twee hierboven beschreven evaluaties, na kuur 4 en kuur 6, zijn standaardevaluaties die ook plaatsvinden indien u niet aan de studie deelneemt.

Consolidatiebehandeling

Als uit de uitslagen blijkt dat uw lymfoom voldoende heeft gereageerd op de inductiebehandeling, en u behandeld wordt in arm A (standaard) of arm A+I, dan zal na de laatste inductiekuur de afname van stamcellen plaatsvinden. Als u in arm I behandeld wordt, dan kan het zijn dat uw

(5)

behandelend arts de afname en opslag van stamcellen voor mogelijk later gebruik met u zal bespreken.

Bij een stamcelafname worden in het bloed circulerende stamcellen uit uw lichaam gehaald. Het bloed gaat van de ene ader in de arm naar een soort “hemodialysemachine” (cellenscheider), waarbij de stamcellen door middel van een centrifuge van de rest van het bloed worden

gescheiden. De stamcellen worden vervolgens verzameld in een zak, waarna uw bloed via een tweede ader in de arm terug naar uw lichaam gaat. De stamcellen die werden afgenomen, worden ingevroren voor later gebruik. De procedure neemt verscheidene uren in beslag en zal worden uitgevoerd gedurende 1 tot 3 opeenvolgende dagen. Als u in arm A of arm A+I behandeld wordt, volgt daarna de opname voor de hoge dosis chemotherapie en autologe stamceltransplantatie.

De afname van stamcellen, hoge dosis chemotherapie en autologe stamceltransplantatie zijn standaardbehandelingen. Hieronder staat een korte beschrijving. Uw arts kan u in detail uitleggen wat het precies inhoudt.

Voor de stamceltransplantatie van uw eigen stamcellen moet een hoge dosis chemotherapie worden toegediend om de resterende lymfoomcellen te doden. Er zijn verschillende combinaties van geneesmiddelen die kunnen worden gebruikt voor een hoge dosis chemotherapie. De geneesmiddelencombinaties die wereldwijd het meest worden gebruikt voor de behandeling van mantelcellymfomen zijn het “BEAM”-regime en het “THAM”-regime. De BEAM-behandeling is meest gebruikte behandeling in Nederland. Dit regime zal voor u worden gebruikt. Het BEAM-regime bestaat uit de volgende stoffen: BCNU, cytosine-arabinoside, etoposide en melphalan. In totaal duurt de infusie van deze middelen zes dagen.

Na de hoge dosis chemotherapie wordt er een dag rust ingebouwd, waarna de eerder ingevroren bloedstamcellen worden ontdooid en via een infuus teruggegeven.

De toediening van de hoge dosis chemotherapie en autologe stamceltransplantatie gebeuren in het ziekenhuis. De totale opnameduur is in het algemeen 3-4 weken.

Drie tot vijf weken na de transplantatie zult u weer een volledige evaluatie ondergaan om te zien hoe uw ziekte heeft gereageerd. U ondergaat deze evaluatie ook indien u in arm I wordt behandeld en geen stamceltransplantatie heeft gehad. Er zal bloedonderzoek, lichamelijk onderzoek en een CT-scan van het gehele lichaam verricht worden. Als u toestemming hebt gegeven voor de afzonderlijke biologische studie voor de bepaling van minimale restziekte (MRD, zie eerder), dan wordt er op bepaalde tijdstippen een beenmergpunctie uitgevoerd zoals beschreven in de aparte informatiebrief. Dit staat los van of er vóór start van de behandeling wel of geen lymfoomcellen in uw beenmerg zijn gevonden.

Onderhoudsbehandeling

Indien u heeft geloot voor arm A+I of arm I, dan zal de onderhoudsbehandeling met ibrutinib worden gestart indien het mantelcellymfoom gedeeltelijk of compleet heeft gereageerd op de voorgaande behandeling. De ibrutinib capsules moeten dagelijks worden ingenomen, totaal 560 mg, dat zijn 4 capsules, gedurende maximaal 2 jaar.

(6)

Gelijktijdig met de start van de onderhoudsbehandeling met ibrutinib, of na de autologe stamceltransplantatie indien u heeft geloot voor arm A, zal er ook gestart worden met

onderhoudsbehandeling met rituximab. De rituximab zal 1 keer per 2 maanden worden toegediend gedurende maximaal 3 jaar. Deze onderhoudsbehandeling is standaard en is dus geen onderdeel van de studie.

Als het lymfoom onvoldoende heeft gereageerd op de eerder gegeven behandeling, dan zal uw arts het verdere beleid met u bespreken. U zult worden gecontroleerd tot de studie is afgelopen. U mag een andere behandeling krijgen als dat nodig is.

Observatie

Als u geen behandeling meer krijgt, omdat de behandeling is afgerond, of omdat de behandeling voortijdig is gestopt vanwege bijwerkingen, dan zal u in de studie vervolgd worden tot het

mantelcellymfoom verergert (progressieve ziekte).

U wordt 2 keer per jaar gecontroleerd, waarbij bloedonderzoek en lichamelijk onderzoek worden gedaan. Als het lymfoom niet toeneemt (progressie), blijft u in de studie vervolgd worden tot maximaal 10 jaar. Als progressie is vastgesteld, worden er geen studie specifieke onderzoeken uitgevoerd, maar worden er enkel gegevens m.b.t. overleving geregistreerd tot het einde van deze studie.

4. Wat wordt er van u verwacht?

Tijdens het onderzoek vragen wij u de voorschriften van uw arts goed op te volgen. Het is voor uw veiligheid van belang, dat u zich niet zonder medeweten van uw arts ergens anders laat behandelen (behalve bij een noodgeval). Als u wordt behandeld door andere artsen, moet u hen op de hoogte brengen van uw deelname aan dit onderzoek. Tijdens het onderzoek moet u de arts ook op de hoogte brengen van alle ziekenhuisopnames en medische behandelingen die u elders krijgt. Start niet met nieuwe medicijnen zonder dit met uw arts te overleggen en gebruik geen

kruidengeneesmiddelen of homeopathische middelen.

U krijgt voor dit onderzoek, als u geloot heeft voor ibrutinib, de ibrutinib capsules mee naar huis. Het is voor het onderzoek van belang dat u de eventuele niet geslikte ibrutinib en de lege verpakkingen mee terug brengt bij uw volgende bezoek aan het ziekenhuis.

Ook moet u de capsules veilig bewaren, zodat kinderen of anderen ze niet kunnen bereiken, en de capsules niet aan anderen geven.

Het is belangrijk de instructies voor inname van het medicijn goed op te volgen: de capsules in zijn geheel inslikken, niet kauwen en niet oplossen in water. Als u bent vergeten een capsule in te nemen, dan kunt u deze later op de dag alsnog innemen. De volgende dag moet u geen extra capsule innemen als u ze de dag tevoren vergeten bent.

In de hele periode dat u ibrutinib slikt, mag u geen grapefruit of zure sinaasappel eten of het sap ervan drinken (inclusief elk product waarin deze vruchten zitten, zoals bepaalde marmelades en jams), omdat ze een ongunstig effect kunnen hebben op de vertering en daarmee de werking van ibrutinib.

(7)

5. Wat is meer of anders dan de reguliere behandeling(en) die u krijgt?

Indien u loot voor arm A+I, dan krijgt u tijdens de inductiekuren met R-CHOP 19 dagen ibrutinib en 2 jaar onderhoudsbehandeling met ibrutinib.

Indien u loot voor arm I, dan krijgt u geen hoge dosis chemotherapie en autologe

stamceltransplantatie, maar wel de ibrutinib tijdens de inductiekuren met R-CHOP en 2 jaar onderhoudsbehandeling met ibrutinib.

De meeste onderzoeken worden als onderdeel van de standaardbehandeling verricht. In vergelijking met de reguliere behandeling moet u na de eerste en tweede kuur extra naar het ziekenhuis komen voor controle en bloedafname. Afhankelijk van de standaard in uw ziekenhuis kan dit vaker zijn dan wanneer u niet aan dit onderzoek zou meedoen.

Tijdens de onderhoudsbehandeling en/of observatieperiode wordt tot 30 maanden na start van de behandeling elke 6 maanden een CT-scan gemaakt, om de reactie op de behandeling te

beoordelen. Daarna zal er jaarlijks een CT-scan worden gemaakt. Deze scans zijn geen onderdeel van de standaardbehandeling, maar worden in het kader van dit onderzoek extra uitgevoerd.

6. Wat zijn de andere mogelijke behandelingen?

Uw arts zal u vertellen welke andere mogelijke behandelingen er zijn.

7. Welke bijwerkingen kunt u verwachten?

Niet alle bekende bijwerkingen staan hier vermeld. Het is ook niet zo dat alle genoemde bijwerkingen met zekerheid bij elke patiënt zullen optreden. Daarnaast is het mogelijk dat er

bijwerkingen optreden die nog niet bekend zijn. Wanneer u klachten krijgt vragen wij u dit altijd aan uw arts te melden. Ook als u zelf denkt dat het geen bijwerking van het onderzoek is. Bij ernstige klachten moet u onmiddellijk contact opnemen met uw arts. Uw behandelend arts zal bedacht zijn op deze risico’s en ze proberen te vermijden of verminderen.

Daarnaast zal tijdens uw bezoek op de polikliniek regelmatig gevraagd worden of u klachten heeft gehad en zo ja, in welke mate. U moet bijkomende geneesmiddelen (zelfs vrij verkrijgbare

geneesmiddelen) melden die u hebt genomen, ook nadat u dit met de onderzoeksarts hebt besproken.

Chemotherapie

De medicijnen in de CHOP en DHAP kuren worden al vele jaren gegeven en de bijwerkingen zijn bekend:

- Haaruitval, vooral op het hoofd. Zodra de behandeling beëindigd is, begint het haar meestal opnieuw te groeien.

- Misselijkheid en braken tijdens en/of na de behandeling kunnen voorkomen. U zult preventieve geneesmiddelen krijgen om deze bijwerkingen tot een minimum te beperken, meestal met goed effect.

- Een snelle daling van het aantal kankercellen in het bloed kan leiden tot abnormaal hoge spiegels van ongewone chemicaliën afkomstig van de kankercellen. Dit wordt

tumorlysissyndroom genoemd en kan leiden tot een verandering van de nierfunctie, een onregelmatige hartslag of epileptische toevallen.

(8)

- Bij zowel mannen als vrouwen kan chemotherapie leiden tot een verminderde

voortplantingscapaciteit of vruchtbaarheid en zelfs tot steriliteit. Voor mannen is het mogelijk sperma in te vriezen. Voor vrouwen is vruchtbaar blijven minder gemakkelijk. Bespreek met de onderzoeksarts als u advies van een gynaecoloog nodig hebt om mogelijke opties te bespreken.

- De behandeling van een kwaadaardige ziekte kan verscheidene jaren na de behandeling een tweede kwaadaardige ziekte veroorzaken (bijvoorbeeld een tumor of leukemie). Dat wordt een “secundaire neoplasie” genoemd. Uit lange termijn onderzoeken na intensieve behandelingen blijkt dat het risico op secundaire neoplasie 1 tot 5% bedraagt.

- Na elke kuur zullen uw bloedcelwaarden enkele dagen onder het normale peil zakken.

Wanneer het aantal witte bloedcellen afneemt, bent u vatbaarder voor infecties. Mogelijk krijgt u een virale, bacteriële of schimmelinfectie. Als bloedarmoede ontstaat (tekort aan rode bloedcellen) kan een bloedtransfusie nodig zijn.

- Tintelingen en doof gevoel in de vingers of voeten kunnen ontstaan tijdens de kuren met CHOP.

- Veranderd ontlastingspatroon: obstipatie (verstopping) kan optreden ten gevolge van CHOP, diarree vaker tijdens DHAP.

- De doxorubicine in CHOP kan leiden tot hartfalen, vooral bij hoge dosis. De dosering die u krijgt in deze studie is veel lager; toch zal om deze reden voor start van de behandeling uw hartfunctie worden beoordeeld.

- Tijdens de kuren met DHAP kan een pijnlijke ontsteking van de slijmvliezen optreden, huiduitslag ontstaan en bij patiënten met suikerziekte kan de bloedsuiker stijgen. Extra controle van de bloedsuiker is tijdens deze kuur nodig.

- De dexamethason in DHAP kan leiden tot maagontsteking (gastritis) en zelfs tot een maagzweer. U zult dus als voorzorg een maagbeschermend medicijn voorgeschreven krijgen.

- De cisplatinum in DHAP kan oorsuizen of gehoorverlies veroorzaken. Indien u hier last van krijgt, kan de cisplatinum in een volgende kuur worden vervangen door oxaliplatin.

- Cisplatinum kan ook de nierfunctie verslechteren. In dat geval zal ook cisplatinum worden vervangen door oxaliplatin.

Rituximab

Rituximab versterkt de bijwerkingen van de chemotherapie niet. De meest voorkomende bijwerkingen treden op tijdens de infusie (toediening via een infuus in een ader) en zijn koorts, rillingen, hoofdpijn, moeheid, soms jeuk en tijdelijke roodheid van de huid, het gevoel dat de tong opgezwollen is of opzwelling van de keel, keelirritaties en rinitis (loopneus).

Soms treden benauwd gevoel, kortademigheid, bloeddrukdaling en misselijkheid op.

Deze bijwerkingen zijn voor een groot deel te voorkomen door het infuus langzaam te laten lopen, en verminderen als het infuus langzamer wordt gezet of gestopt. Om de bijwerkingen te voorkomen wordt voor de toediening paracetamol en een anti-allergisch medicijn toegediend. Dit kan

slaperigheid veroorzaken, dus u mag niet zelf naar huis rijden na het rituximab infuus. Twaalf uur voor het rituximab infuus moet u geen bloeddrukverlagende medicijnen innemen.

Tijdens en de eerste 6 maanden na rituximab mag u sommige vaccinaties niet krijgen. Als u vaccinaties moet krijgen, moet u daarom vermelden dat u rituximab heeft gebruikt.

Risico op progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML)

(9)

PML is een ernstige infectie in de hersenen door JC-virus reactivatie bij patiënten met sterk verminderde weerstand. In sommige patiënten kan dit tot de dood leiden.

Een paar patiënten die behandeld werden met rituximab, en die tevoren met andere medicijnen die de weerstand verminderen, werden behandeld, hebben PML ontwikkeld. PML is ook wel

beschreven na chemotherapie zonder rituximab, en na stamceltransplantatie. De kans op PML bij patiënten met een lymfoom is niet goed bekend, maar wordt geschat op kleiner dan 1 op 10.000 patiënten.

Symptomen van PML ontstaan geleidelijk: moeilijker lopen, gevoelsstoornissen,

gedragsstoornissen, geheugenverlies. Bij twijfel zal uw arts een MRI van de hersenen en ruggenprik doen om te controleren of u het JC-virus heeft.

Ibrutinib

Veel gevonden bijwerkingen bij patiënten die ibrutinib kregen in klinische studies zijn:

Bij tenminste 1 op de 5 patiënten: diarree, skelet- en spierpijn, laag aantal witte bloedcellen (cellen die helpen een infectie te bestrijden, neutropenie), bloedingen, huiduitslag, misselijkheid, koorts.

Bij 1 op de 10 patiënten: zweertjes in de mond, lage aantal bloedplaatjes, obstipatie, zwelling van handen of voeten, huidinfecties, hoofdpijn, verminderde eetlust, hoge bloeddruk (hypertensie), ontsteking van longen (pneumonie), gewrichtspijn (artralgie), braken,

spierkrampen (spierspasmen), perifere neuropathie (zwakte, tintelingen, gevoelloosheid en pijn als gevolg van zenuwbeschadiging, meestal in handen en voeten).

De meeste bijwerkingen zijn mild tot matig ernstig, maar soms wel ernstig. Soms heeft dit geleid tot het stoppen van de studiemedicatie, of verlaging van de dosis, of tot ziekenhuisopname en zelden tot overlijden.

U moet uw arts alle bijwerkingen die u opmerkt vertellen. Uw arts kan dan zo nodig medicatie voorschrijven om de bijwerkingen te behandelen, of om te voorkomen dat ze verergeren. Ook kan uw arts zo nodig de dosis ibrutinib verminderen, of tijdelijk de medicatie onderbreken.

In bijlage 3 worden de minder vaak optredende bijwerkingen genoemd, en kunt u een uitgebreide uitleg lezen over de volgende bijwerkingen die in verband kunnen staan met ibrutinib: lymfocytose en leukostase, bloedingen, effecten op het hart, infecties, verlaagd aantal bloedcellen, allergische reacties, uitslag, huidkanker en andere vormen van kanker, tumorlysissyndroom, hypertensie, leverfalen, interstitiële longziekte en interacties met andere medische producten.

Hoge dosis chemotherapie met autologe stamceltransplantatie (alleen in studiearmen A en A+I)

Algemene complicaties en bijwerkingen

Hoge dosis chemotherapie volgens het BEAM-regime zal worden toegediend voor de autologe stamceltransplantatie. De algemene complicaties en bijwerkingen genoemd bij de inductietherapie zijn ook hier van toepassing. Specifieke bijwerkingen worden hieronder beschreven.

Na de hoge dosis chemotherapie met autologe stamceltransplantatie is er een langere periode met een lager aantal lage witte bloedcellen dan bij andere chemotherapieën. Het risico op ernstige infecties is dan ook hoger. De tijd die de bloedcellen nodig hebben om te herstellen is 10 dagen tot 3 weken. Gedurende die tijd werkt uw afweersysteem bijzonder slecht en moet u in het ziekenhuis worden opgenomen, zodat u kunt worden bewaakt. Op die manier worden ernstige infecties

(10)

voorkomen of kunnen ze onmiddellijk met antibiotica worden behandeld. Na een week of drie kunt u meestal worden ontslagen, maar vaak duurt het nog eens enkele weken voordat u volledig hersteld bent.

Na de autologe stamceltransplantatie moet u speciale hygiënemaatregelen in acht nemen. U zult een tijdje geneesmiddelen krijgen die infecties helpen voorkomen.

Na een hoge dosis chemotherapie is één van de verwachte bijwerkingen (>10%) een ontsteking van het mond- en/of darmslijmvlies (mucositis). Uw behandelteam zal u instructies geven over uw mondzorg. Dat kan betekenen dat u voeding moet krijgen via infusen. Indien nodig zult u pijnstillers krijgen.

Bij een hoge dosis chemotherapie met autologe stamceltransplantatie is het risico op fatale complicaties groter dan bij een minder intensieve behandeling met chemotherapie. Het risico is kleiner dan 5%. In sommige zeldzame gevallen kunnen zich tot tien jaar later secundaire tumoren ontwikkelen.

BEAM-regime

De BCNU-medicatie die wordt gebruikt in het BEAM-regime kan in bepaalde zeldzame gevallen ernstige en zelfs fatale schade veroorzaken aan de longen ten gevolge van chemisch geïnduceerde ontsteking en littekenvorming. U moet absoluut stoppen met roken voordat u met de behandeling start, want hierdoor wordt het risico op ernstige bijwerkingen aanzienlijk verkleind. In geval van een normale longfunctie voor de behandeling is het risico op ernstige schade op lange termijn kleiner dan 5%. Na hooggedoseerde behandelingen kan zich een acute vochtophoping in de longen voordoen (afhankelijk van mogelijke eerdere schade aan het hart); dit kan meestal goed onder controle worden gehouden met vochtafdrijvende medicatie; in bepaalde zeldzame gevallen (<5%) kan intensieve medische behandeling of zelfs kunstmatige beademing (<1%) nodig zijn.

Melfalan wordt gebruikt in het BEAM-regime en kan nierschade veroorzaken.

Schade voor het (ongeboren) kind

Bent u een vrouw en bent u zwanger, of geeft u borstvoeding? Dan mag u niet aan dit onderzoek meedoen.

Bent u in de vruchtbare leeftijd? Dan moet u voorkomen dat u tijdens het onderzoek zwanger wordt.

U moet 2 betrouwbare anticonceptiemethoden gebruiken tijdens de gehele behandeling, tot tenminste 12 maanden na de laatste rituximab toediening, of tenminste 3 maanden na de laatste ibrutinib (wat de langste periode is).

Twee betrouwbare anticonceptiemethoden houdt in dat u het gebruik van een spiraaltje of een anticonceptiepil bestaande uit twee hormonen of sterilisatie van de partner of anticonceptie implantaten of 3-maandelijks injecties combineert met gebruik van een latex mannelijk dan wel vrouwelijk condoom of diafragma. Het is namelijk mogelijk dat sommige anticonceptiepillen niet goed werken bij het gebruiken van bepaalde medicijnen of als u last heeft van braken of diarree.

Mocht u vragen hebben, stel deze dan aan uw dokter.

Bent u een man? Dan mag u tijdens dit onderzoek geen kind verwekken. U moet een effectieve anticonceptiemethode gebruiken, en uw partner ook.

8. Wat zijn de mogelijke voor- en nadelen van deelname aan dit onderzoek?

De initiatiefnemer van dit onderzoek (ook wel sponsor genoemd) en het Europese

Mantelcellymfoom Netwerk verwachten twee mogelijke voordelen voor deze studie: de inductie- en

(11)

onderhoudsbehandeling zullen mogelijk meer succes hebben om de lymfoomcellen uit uw lichaam te verwijderen en kunnen mogelijk voorkomen dat de ziekte terugkomt, maar zeker is dit niet. We hopen dat de nieuwere therapie beter is, maar het kan zijn dat er meer bijwerkingen optreden dan wanneer u behandeld zou worden met de standaardbehandeling. Daarnaast kan de informatie die uit dit onderzoek verkregen wordt in de toekomst bijdragen aan een betere behandeling voor patiënten met mantelcellymfoom.

Indien u loot voor arm I, dan krijgt u geen autologe stamceltransplantatie, dus geen opname van 3 tot 4 weken. Indien u loot voor een van de armen met ibrutinib (arm I of arm A+I), dan moet u na de inductie/consolidatie behandeling nog 2 jaar dagelijks de ibrutinib capsules innemen.

Om te beoordelen hoe uw ziekte reageert op de behandeling, zal er op vaste momenten een CT- scan worden gemaakt. De straling die gebruikt wordt voor de CT-scan, kan schade aan genetisch materiaal in de cellen veroorzaken, wat het risico verhoogt op het ontstaan van een andere kwaadaardige ziekte. Het risico is laag. De totale natuurlijke straling in Europa is gemiddeld 2,1 milliSievert per jaar. De gemiddelde stralingsdosis van een CT-scan is tot 7-18 milliSievert per scan.

Een CT-scan hoort bij de standaard controle van uw ziekte, ook als u niet in een studie wordt behandeld. De CT-scans die gepland zijn tijdens de onderhoudsbehandeling en observatieperiode zijn wel extra voor het onderzoek. De eerste 2 jaar wordt 2 keer per jaar een CT-scan verricht, daarna 1 keer per jaar. Als het lymfoom niet toeneemt, blijft u in de studie vervolgd worden tot maximaal 10 jaar.

9. Wat gebeurt er als u niet wenst deel te nemen aan dit onderzoek?

U beslist zelf of u meedoet aan het onderzoek. Deelname is vrijwillig. Als u besluit niet mee te doen, hoeft u verder niets te doen. U hoeft niets te tekenen. U hoeft ook niet te zeggen waarom u niet wilt meedoen. U krijgt dan de behandeling die u anders ook zou krijgen (de standaardbehandeling, zoals in arm A).

Als u wel meedoet, kunt u zich altijd bedenken en toch stoppen, ook tijdens het onderzoek.

Wat u ook besluit, het zal geen gevolgen hebben voor uw behandeling en uw verzorging.

Als u tussentijds wilt stoppen, geef dit dan wel aan bij uw arts, zodat u het gebruik van de geneesmiddelen op een veilige manier kunt afbouwen of stoppen.

Als u tussentijds stopt kan het voor de onderzoeker nuttig zijn om te weten waarom u zich

terugtrekt, bijvoorbeeld omdat u het onderzoek te belastend vindt. Maar als u dat niet wilt, hoeft u niet te zeggen waarom u stopt.

10. Wat gebeurt er als het onderzoek is afgelopen?

Het onderzoek is voor u afgelopen als u de onderzoeksbehandeling gehad heeft en als de daarop volgende controlevisites afgelopen zijn. In het kader van dit onderzoek zult u tot 10 jaar na het starten van de behandeling onder controle blijven.

Het kan ook zijn dat uw arts uw behandeling eerder stopt, bijvoorbeeld omdat u te veel last heeft van bijwerkingen. Ook de stichting HOVON kan besluiten om het onderzoek te stoppen, omdat er nieuwe informatie bekend wordt over uw ziekte of de behandeling.

(12)

11. Bent u verzekerd wanneer u aan het onderzoek meedoet?

Voor iedereen die meedoet aan dit onderzoek is een verzekering afgesloten. De verzekering dekt schade als gevolg van het onderzoek. Dit geldt voor schade die naar boven komt tijdens het onderzoek, of binnen vier jaar na het einde van het onderzoek. In bijlage 3 vindt u de verzekerde bedragen, de uitzonderingen en de adresgegevens van de verzekeraar.

12. Wordt u geïnformeerd als er tussentijds voor u relevante informatie over het onderzoek bekend wordt?

Het onderzoek zal zo nauwkeurig mogelijk volgens plan verlopen. Maar de situatie kan veranderen.

Bijvoorbeeld door de manier waarop u op de behandeling reageert, of door nieuwe informatie. Als dat zo is, bespreekt uw arts dat direct met u. U beslist dan zelf of u met het onderzoek wilt stoppen of doorgaan. Als uw veiligheid of welbevinden in gevaar is, stoppen we direct met het onderzoek.

13. Gebruik en bewaren van uw gegevens en lichaamsmateriaal

Voor dit onderzoek worden uw persoonsgegevens en lichaamsmateriaal verzameld, gebruikt en bewaard. Het gaat om gegevens zoals uw naam, adres, geboortedatum en om gegevens over uw gezondheid. Het verzamelen, gebruiken en bewaren van uw gegevens en uw lichaamsmateriaal is nodig om de vragen die in dit onderzoek worden gesteld te kunnen beantwoorden en de resultaten te kunnen publiceren. Uw medische gegevens zullen tot 10 jaar na start van uw behandeling worden verzameld.

Wij vragen voor het gebruik van uw gegevens en lichaamsmateriaal uw toestemming.

Vertrouwelijkheid van uw gegevens en lichaamsmateriaal

Om uw privacy te beschermen krijgen uw gegevens en uw lichaamsmateriaal een code. Uw naam en andere gegevens die u direct kunnen identificeren worden daarbij weggelaten. Alleen met de sleutel van de code zijn gegevens tot u te herleiden. De sleutel van de code blijft veilig opgeborgen bij de onderzoeker in uw ziekenhuis. Alleen de onderzoeker en medewerkers van het ziekenhuis, die de onderzoeker helpen bij de uitvoering van het onderzoek, weten welke code u heeft. De gegevens en lichaamsmateriaal die naar de opdrachtgever (sponsor) worden gestuurd bevatten alleen de code, maar niet uw naam of andere gegevens waarmee u kunt worden geïdentificeerd.

Ook in rapporten en publicaties over het onderzoek zijn de gegevens niet tot u te herleiden.

Toegang tot uw gegevens voor controle

Sommige personen kunnen op de onderzoekslocatie toegang krijgen tot al uw gegevens. Ook tot de gegevens zonder code. Dit is nodig om te kunnen controleren of het onderzoek goed en

betrouwbaar is uitgevoerd. Personen die ter controle inzage krijgen in uw gegevens zijn: de

commissie die de veiligheid van het onderzoek in de gaten houdt, een kwaliteitscontroleur die voor de sponsor van het onderzoek werkt, een kwaliteitscontroleur van het ziekenhuis en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Zij houden uw gegevens geheim. Wij vragen u voor deze inzage toestemming te geven.

Bewaring en gebruik van gegevens en lichaamsmateriaal

(13)

Uw gegevens moeten 15 jaar worden bewaard op de onderzoekslocatie en 15 jaar bij de

opdrachtgever. Uw lichaamsmateriaal wordt onmiddellijk nadat de studie is afgelopen vernietigd, tenzij u toestemming geeft voor bewaring voor ander onderzoek (zie hiervoor de aparte

informatiebrief).

Het weefselbiopt, waarop de diagnose mantelcellymfoom gesteld is, zal ook door een onafhankelijk panel van gespecialiseerde artsen (pathologen) worden onderzocht. Dit wordt centrale review genoemd. Hiervoor wordt het weefselbiopt verzonden naar de “HOVON Pathology Facility and Biobank” in het VU Medisch Centrum te Amsterdam.

Voor het aanvullende laboratorium onderzoek met uw lichaamsmateriaal dat bij dit onderzoek hoort (zoals beschreven in de aparte informatiebrief over het verzamelen van lichaamsmateriaal) wordt uw bloed en beenmerg verstuurd naar een hiervoor aangewezen immunologisch laboratorium (Sanquin te Amsterdam of Erasmus MC te Rotterdam). U kunt hier voor toestemming geven met de aparte informatiebrief.

Bewaring en gebruik van gegevens en lichaamsmateriaal voor ander onderzoek

Uw gegevens en lichaamsmateriaal kunnen na afloop van dit onderzoek ook nog van belang zijn voor ander wetenschappelijk onderzoek op het gebied van uw aandoening en/of van de verdere ontwikkeling van het product/de behandelmethode. Daarvoor zullen uw gegevens 15 jaar worden bewaard. Voor het bewaren van uw lichaamsmateriaal voor ander onderzoek kunt u toestemming geven op de aparte informatiebrief. Indien u hier niet mee instemt kunt u gewoon deelnemen aan het huidige onderzoek.

Informatie over onverwachte bevindingen

Tijdens dit onderzoek kan er bij toeval iets gevonden worden dat niet van belang is voor het onderzoek maar wel voor U. Als dit belangrijk is voor uw gezondheid, dan zult u op de hoogte worden gesteld uw behandelend arts. U kunt dan bespreken wat er gedaan moet worden. Ook hiervoor geeft u toestemming.

Als er, in een uitzonderlijke situatie, een toevalsbevinding aan u wordt gemeld, kan dit wel consequenties hebben voor verzekeringen en medische keuringen en dient u dit mogelijk wel te melden. U kunt voor eventuele vragen hierover terecht bij uw behandelend arts.

Intrekken toestemming

U kunt uw toestemming voor gebruik van uw persoonsgegevens altijd weer intrekken. Dit geldt voor dit onderzoek en ook voor het bewaren en het gebruik voor het toekomstige onderzoek. De

onderzoeksgegevens die zijn verzameld tot het moment dat u uw toestemming intrekt worden nog wel gebruikt in het onderzoek. Uw lichaamsmateriaal wordt na intrekking van uw toestemming vernietigd. Als er al metingen met dat lichaamsmateriaal zijn gedaan, dan worden die gegevens nog wel gebruikt.

Meer informatie over uw rechten bij verwerking van gegevens

Voor algemene informatie over uw rechten bij verwerking van uw persoonsgegevens kunt u de website van de Autoriteit Persoonsgegevens raadplegen.

(14)

Bij vragen over uw rechten kunt u contact opnemen met de verantwoordelijke voor de verwerking van uw persoonsgegevens. Voor dit onderzoek is dat:

Klinikum der Universität München en UMCG. Zie bijlage 1 voor contactgegevens en website.

Bij vragen of klachten over de verwerking van uw persoonsgegevens raden we u aan eerst contact op te nemen met uw onderzoekslocatie. U kunt ook contact opnemen met de Functionaris voor de Gegevensbescherming van UMCG of de Autoriteit Persoonsgegevens. Zie bijlage 1 voor

contactgegevens.

Registratie van het onderzoek

Informatie over dit onderzoek is ook opgenomen in een overzicht van medisch-wetenschappelijke onderzoeken namelijk www.ClinicalTrials.gov en www.hovon.nl. Daarin zijn geen gegevens

opgenomen die naar u herleidbaar zijn. Na het onderzoek kan de website een samenvatting van de resultaten van dit onderzoek tonen. U vindt dit onderzoek onder HOVON 133 NHL.

14. Wordt uw huisarts en/of behandelend specialist en apotheker geïnformeerd bij deelname?

Indien u een huisarts en/of behandelend specialist heeft, informeert uw arts hen schriftelijk dat u meedoet aan het onderzoek. Dit is voor uw eigen veiligheid. U geeft hiervoor toestemming op het toestemmingsformulier. Als u geen toestemming geeft, kunt u niet meedoen aan het onderzoek.

15. Zijn er extra kosten/is er een vergoeding wanneer u besluit aan dit onderzoek mee te doen?

Aan deelname aan dit onderzoek zijn voor u geen extra kosten verbonden. Dat wil zeggen dat er geen extra kosten voor u of uw zorgverzekeraar zijn bovenop de kosten van de reguliere

behandeling die u zou krijgen als u niet meedoet aan het onderzoek. Alleen de onderdelen van de behandeling in dit onderzoek die hetzelfde zijn als een reguliere behandeling worden bij uw zorgverzekering gedeclareerd, zoals dat anders ook zou gebeuren. U krijgt geen vergoeding voor deelname en reiskosten.

16. Welke medisch-ethische toetsingscommissie heeft dit onderzoek goedgekeurd?

De Medische Ethische Toetsingscommissie van het Erasmus MC in Rotterdam heeft dit onderzoek goedgekeurd. Algemene informatie over de toetsing van onderzoek vindt u op de website van de Rijksoverheid: www.rijksoverheid.nl/mensenonderzoek.

17. Wilt u verder nog iets weten?

Natuurlijk heeft u tijd nodig om erover na te denken of u aan dit onderzoek wilt meedoen. Ook zult u er waarschijnlijk met anderen over willen praten. Hiervoor krijgt u uiteraard de gelegenheid.

Mocht u verdere vragen hebben, dan kunt u die voorleggen aan uw arts of andere artsen in dit ziekenhuis.

(15)

Als u voor of tijdens het onderzoek vragen heeft die u liever niet aan uw arts stelt, kunt u contact opnemen met een onafhankelijke arts, die zelf niet bij het onderzoek betrokken is.

Als u niet tevreden bent over het onderzoek of de behandeling, dan kunt u een klacht indienen.

In bijlage 1 vindt u alle contactgegevens en kunt u vinden waar u een klacht kunt indienen.

Als de resultaten van het hele onderzoek bekend zijn, wordt hierover een artikel geschreven en gepubliceerd via de patiëntenorganisatie Hematon (zie ook www.hematon.nl).

Ondertekening toestemmingsverklaring

Als u besluit om aan het onderzoek mee te doen, vragen wij u het toestemmingsformulier te

ondertekenen. Door ondertekening van deze toestemmingsverklaring stemt u in met deelname aan dit onderzoek.

U kunt altijd nog beslissen om met deelname te stoppen.

Uw arts zal het formulier eveneens ondertekenen en bevestigt daarmee dat u bent geïnformeerd over het onderzoek en dat u deze informatiebrief heeft ontvangen.

*Bijlagen:

1. Contactgegevens

2. Uitgebreide uitleg bepaalde onderwerpen i.v.m. ibrutinib 3. Informatie over de verzekering

4. Toestemmingsverklaring

(16)

Contactgegevens

Meer informatie

U kunt meer informatie over het onderzoek krijgen bij de onderzoeker:

Dr. T. van Meerten Telefoonnummer 050-36120777

Onafhankelijk arts

Als onafhankelijk arts kunt u raadplegen:

Prof.dr. J.A. Gietema, medisch oncoloog Telefoonnummer 050-3612821

Functionaris voor de gegevensbescherming

De functionaris voor de gegevensbescherming in uw ziekenhuis is:

Mw B.M.Y. Sieperda Telefoonnummer 050-3614836

Klachten

Een klacht kunt u indienen bij

de onafhankelijke klachtencommissie via telefoonnummer 050-3613300.

Stichting HOVON

Voor meer informatie over de stichting HOVON kunt u ook kijken op de website: www.hovon.nl.

Voor vragen aan Stichting HOVON over uw rechten bij verwerking van de persoonsgegevens kunt u contact opnemen met het HOVON Data Centrum, telefoonnummer: 010 7041560.

Klinikum der Universität München

De sponsor (Klinikum der Universität München) is verantwoordelijk voor de verwerking van uw persoonsgegevens. De persoon hiervoor verantwoordelijk is het hoofd van het studiecentrum voor hematologie:

Naam: Dr. Michael Unterhalt*

Adres: Study Center for Haematology Medical Clinic and Polyclinic III University Hospital of Munich Marchioninistr. 15

81377 Munich, Germany Tel: +49 89 4400 74900 /-01 E-mail: Studyce@med.uni-muenchen.de

*Indien het hoofd van het studiecentrum veranderd dan zal de opvolger verantwoordelijk zijn voor de verwerking van persoonsgegevens.

Functionaris voor gegevensbescherming van de sponsor:

Naam: Gerhard Meyer*

Adres: Univeristy Hospital of Munich Pettenkoferstr. 8

80336 Munch, Germany

E-mail: datenschutz@med.uni-muenchen.de

*Indien de functionaris voor gegevensbescherming van de sponsor veranderd dan is de opvolger verantwoordelijk.

(17)

Uitgebreide uitleg over bijwerkingen bij gebruik ibrutinib

Een opsomming van minder vaak optredende bijwerkingen die zijn beschreven bij gebruik van ibrutinib:

Bij meer dan 1 van de 100 patiënten: duizeligheid, urineweginfectie, wazig zien, abnormale hartslag, huidkanker, lage witte bloedcellen met koorts, longontsteking, verhoogde urinezuurspiegels in het bloed (hyperurikemie), roodheid van de huid (erytheem), het breken van de nagels, ontsteking in de longen welke kan leiden tot permanente schade, ernstige infectie door het hele lichaam (sepsis), luchtweginfectie.

Bij minder dan 1 van de 100 patiënten: toename van witte bloedcellen, tumorlysissyndroom (vrijkomen van stoffen door vernietiging van een groot aantal tumorcellen in korte tijd), jeukende uitslag, panniculitis (ontsteking van het vetweefsel onder de huid), gezwollen gezicht, angio-oedeem (gezwollen gezicht, lippen, mond, tong of keel), hoog aantal witte bloedcellen met abnormaal

klonteren welke kunnen leiden tot bloedingen, ernstige uitslag met blaren en vervellende huid (voornamelijk rond de mond, neus, ogen en geslachtsdelen), leverfalen, ventriculaire

ritmestoornissen (abnormaal snel en onregelmatig hartritme dat begint bij de lagere kamers (ventrikels) van het hart).

Nadere uitleg over sommige bijwerkingen van ibrutinib:

Lymfocytose en leukostase

Soms neemt na start van ibrutinib het aantal lymfocyten (een soort witte bloedcellen) in het bloed toe. Dit betekent niet dat de ziekte ernstiger wordt. Na een paar weken tot maanden daalt het aantal lymfocyten in het bloed weer.

Als het aantal witte bloedcellen erg hoog wordt, kan de bloedstroom veranderen, wat kan leiden tot bloedingsneiging of verstopping van de bloedvaten (leukostase).

Het aantal witte bloedcellen en lymfocyten wordt door uw arts regelmatig gecontroleerd.

Bloedingen

Mogelijk ervaart u hematomen of bloedingen tijdens de behandeling met ibrutinib. Ernstige interne bloedingen, zoals bloedingen in de maag, darmen, de hersenen of aan de buitenkant van de hersenen, doen zich zelden voor.

Tijdens gebruik van ibrutinib kan er een bloeding tijdens een operatie ontstaan. Tenminste 3-7 dagen voor en na een operatie moet ibrutinib gestopt worden, afhankelijk van het type operatie.

Indien u geopereerd moet worden, moet u dit met uw dokter bespreken.

Als u andere geneesmiddelen of voedingssupplementen neemt die het risico op bloedingen verhogen, zoals aspirine ibuprofen en andere niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) of geneesmiddelen die worden gebruikt ter voorkoming van bloedklonters of beroertes, kan ibrutinib het risico daarop verhogen. Bloedverdunners zoals warfarine of andere vitamine K- antagonisten mogen niet samen met ibrutinib worden genomen. Voedingssupplementen zoals vitamine E-supplementen, visolie en andere supplementen waarin omega-3-vetzuren zitten, moeten worden vermeden tijdens de behandeling met ibrutinib.

(18)

Neem contact op met de onderzoeksarts, of indien nodig buiten kantooruren met de dienstdoende arts, als u tekenen of symptomen van een ernstige bloeding vertoont, zoals bloed in de ontlasting of urine, of bloedingen die lang duren en niet te stelpen zijn.

Effecten op het hart

Abnormaal snel en onregelmatige hartritme (boezemfibrilleren en/of boezemflutter, ventriculaire tachyaritmie) werd waargenomen bij patiënten die werden behandeld met ibrutinib. De hartslag kan snel of onregelmatig zijn en symptomen veroorzaken zoals hartkloppingen, duizeligheid, zwakte, sufheid, kortademigheid, pijn op de borst of flauwvallen. U moet onmiddellijk contact opnemen met de onderzoeksarts als u één van deze symptomen ervaart tijdens uw behandeling met het

experimentele geneesmiddel.

Infecties

Mogelijk hebt u virale, bacteriële of schimmelinfecties. Deze infecties leiden soms tot ziekenhuisopname of overlijden. Raadpleeg uw arts als u koorts, koude rillingen, zwakheid, verwardheid, pijn in het lichaam, verkoudheid- of griepsymptomen, overgeven, geelzucht,

vermoeidheid of kortademigheid of andere tekenen of symptomen hebt die mogelijk op een infectie wijzen.

Een zeldzame en meestal dodelijke virale hersenziekte, progressieve multifocale leuko- encefalopathie (PML), werd waargenomen bij patiënten die werden behandeld met ibrutinib in combinatie met Rituximab (een ander, vergelijkbaar soort antilichamen) en bij patiënten die voordien werden behandeld met Rituximab. Ondervindt u symptomen zoals zwakte, verlamming, gezichtsverlies en/of moeilijkheden met spreken? Breng dan onmiddellijk de onderzoeksarts op de hoogte.

Verlaagd aantal bloedcellen

Ernstige ziektes van de witte bloedcellen, de rode bloedcellen en bloedplaatjes (neutropenie, anemie en trombocytopenie) werden gerapporteerd bij patiënten die werden behandeld met

ibrutinib. Als u symptomen ervaart zoals koorts, zwakte of snelle vorming van blauwe plekken en/of bloedingen, moet u onmiddellijk contact opnemen met de onderzoeksarts.

Allergische reacties

Sommige mensen reageren allergisch op geneesmiddelen. Ernstige allergische reacties kunnen levensbedreigend zijn. Als u allergisch reageert op ibrutinib merkt u mogelijk uitslag,

ademhalingsmoeilijkheden, fluitende ademhaling, plotse lage bloeddruk met duizeligheid, zwelling in de mond, keel of ogen, hartkloppingen en/of zweten.

Voordat u het experimentele geneesmiddel begint te nemen, moet u de onderzoeksarts op de hoogte brengen van allergieën die u hebt voor medische producten. U moet de onderzoeksarts onmiddellijk op de hoogte brengen als u één van bovengenoemde allergische symptomen ervaart.

Uitslag

Een maculopapulaire uitslag (platte, rode vlekken op de huid met kleine bobbeltjes) werd vaak waargenomen bij patiënten die werden behandeld met ibrutinib alleen of in combinatie met andere geneesmiddelen. De meeste uitslag is mild tot matig qua uitzicht en begint 2 tot 3 weken (of langer) na start van de behandeling met ibrutinib.

(19)

Er zijn enkele meldingen geweest van ernstige uitslag (over meer dan 50% van het lichaam) of uitslag met blaren en loskomende huid, en sommige gevallen van open zweren of aften in de mond en andere zones (syndroom van Stevens-Johnson). Dit kan levensbedreigend zijn. Breng de onderzoeksarts onmiddellijk op de hoogte als u uitslag hebt die zich snel verspreidt, of als u merkt dat uw huid loskomt, met of zonder zweren of aften in de mond.

Huidkanker en andere vormen van kanker

Basaalcelcarcinoom en plaveiselcelcarcinoom zijn vaker gerapporteerd en zijn misschien

gerelateerd aan ibrutinib. Andere vormen van kanker werden gerapporteerd, zoals vaste tumoren en kwaadaardige bloedziektes (leukemie). De relatie met ibrutinib is niet bekend. Neem contact op met uw onderzoekerarts als u tijdens uw deelname aan dit onderzoek een nieuwe kanker

ontwikkelt.

Tumorlysissyndroom

Ten gevolge van een massale afbraak van lymfoomcellen kunnen er ongewone concentraties van chemicaliën in het bloed terechtkomen. Dit kan leiden tot veranderingen in de nierfunctie, een onregelmatige hartslag of toevallen. Uw onderzoeksarts kan mogelijk bloedtesten doen om het bloed na te kijken op tumorlysissyndroom.

Hypertensie

Hypertensie wordt ook wel hoge bloeddruk genoemd en wordt vaak gerapporteerd bij patiënten die behandeld zijn met ibrutinib. Soms hebben mensen met een hoge bloeddruk last van hoofdpijn, duizeligheid, nervositeit, zweten, slaapproblemen, blozen in het gezicht en bloedneuzen. In sommige gevallen zullen er geen symptomen zijn waardoor de hoge bloeddruk onopgemerkt blijft.

Na het starten met ibrutinib zal de onderzoeksarts mogelijk uw bloeddruk regelmatig controleren. U wordt gevraagd uw onderzoeksarts te informeren wanneer een of meerdere symptomen van hoge bloeddruk opmerkt. Dit kan inhouden dat u een hoge bloeddruk heeft ontwikkelt of dat u hypertensie verslechtert. Uw onderzoeksarts kan bestaande anti-hypertensie medicatie aanpassen of starten met anti-hypertensie behandeling.

Leverfalen

Zeldzame gevallen van leverfalen werden waargenomen bij patiënten die werden behandeld met ibrutinib. Symptomen van leverfalen zijn: het geel worden van de ogen en/of huid, jeuken van de huid, donker gekleurde urine, grijs of grijsgekleurde ontlasting, verwardheid, misselijkheid, verlies van eetlust, vermoeidheid en diarree. Wij vragen u uw onderzoeksarts onmiddellijk te informeren wanneer u één van deze symptomen heeft welke mogelijk wijzen op leverziekte. Uw onderzoeksarts zal dan een diagnose geven en van medische zorg voorzien.

Interstitiële longziekte

Interstitiële longziekte is een groep van longaandoeningen waarbij het longweefsel ontstoken raakt en beschadigd kan raken. Dit zijn longabnormaliteiten die niet gepaard gaan met infecties (bijv.

bacteriën, virussen, schimmels) en werden gemeld bij patiënten die werden behandeld met ibrutinib.

Wij vragen u uw onderzoeksarts te informeren wanneer u last heeft van de volgende symptomen:

hoesten of enig teken van nieuwe of verergerende respiratoire symptomen, zoals kortademigheid of ademhalingsproblemen.

(20)

Interacties met andere medische producten

Sommige voedingsmiddelen, zoals grapefruitsap en bittere sinaasappelen, of producten waarin deze vruchten zitten, evenals sommige geneesmiddelen, kunnen de manier waarop uw lichaam ibrutinib verwerkt beïnvloeden. Dit kan leiden tot een hogere of lagere hoeveelheid ibrutinib in uw lichaam dan verwacht. Uw experimentele geneesmiddelen in combinatie met uw gewone medicatie en/of voedingssupplementen, zoals visolie, vitamine E of andere vitamines, kunnen ook het effect van uw gewone geneesmiddelen of voedingssupplementen veranderen. Het is dan ook belangrijk dat u grapefruitsap en bittere sinaasappelen vermijdt en de onderzoeksarts op de hoogte brengt van alle medicatie, voedingssupplementen of kruidengeneesmiddelen, zoals sint-janskruid, die u tijdens dit onderzoek neemt. Indien u bijwerkingen opmerkt dan moet u dit onmiddellijk aan uw

onderzoeksarts vermelden.

(21)

Informatie over de verzekering

Voor iedereen die meedoet aan dit onderzoek, heeft HOVON een verzekering afgesloten. De verzekering dekt schade door deelname aan het onderzoek. Dit geldt voor schade tijdens het onderzoek of binnen vier jaar na het einde ervan. Schade moet u binnen die vier jaar aan de verzekeraar hebben gemeld.

De verzekering dekt niet alle schade. Onderaan deze tekst staat in het kort welke schade niet wordt gedekt.

Deze bepalingen staan in het 'Besluit verplichte verzekering bij medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen 2015'. Dit besluit staat in de Wettenbank van de overheid

(https://wetten.overheid.nl).

Bij schade kunt u direct contact leggen met de verzekeraar.

De verzekeraar van het onderzoek is:

Naam: HDI Global SE, the Netherlands Adres: Postbus 925, 3000 AX ROTTERDAM Telefoonnummer: 010 - 40.36.100

E-mail: info@nl.hdi.global

Onderzoek: HOVON 133 MCL TRIANGLE

Contactpersoon: Dhr. M. Wijnsma, kantoor Amsterdam 020 - 56.50.654

De verzekering biedt een dekking van € 650.000 per proefpersoon en € 5.000.000 voor het hele onderzoek.

De verzekering dekt de volgende schade niet:

 schade door een risico waarover u in de schriftelijke informatie bent ingelicht. Dit geldt niet als het risico zich ernstiger voordoet dan was voorzien of als het risico heel onwaarschijnlijk was;

 schade aan uw gezondheid die ook zou zijn ontstaan als u niet aan het onderzoek had meegedaan;

 schade door het niet (volledig) opvolgen van aanwijzingen of instructies;

 schade aan uw nakomelingen, als gevolg van een negatief effect van het onderzoek op u of uw nakomelingen;

 schade door een bestaande behandelmethode bij onderzoek naar bestaande behandelmethoden.

(22)

Toestemmingsverklaring

Voor deelname aan het wetenschappelijk onderzoek:

HOVON 133 MCL TRIANGLE: Autologe stamceltransplantatie na rituximab/ibrutinib/ara-C bevattende inductietherapie voor behandeling van mantelcellymfoom – een

gerandomiseerde studie van het Europese MCL netwerk

Ik heb de informatie voor de proefpersoon gelezen. Ik begrijp de informatie. Ik kon aanvullende vragen stellen. Mijn vragen zijn genoeg beantwoord. Ik had genoeg tijd om te beslissen of ik meedoe.

Ik weet dat mijn deelname helemaal vrijwillig is. Ik kan op ieder moment beslissen om toch niet mee te doen, zonder dat ik daarvoor een reden hoef te geven.

Ik geef toestemming om mijn huisarts en specialist(en) die mij behandelen te vertellen dat ik meedoe aan dit onderzoek.

Ik weet dat sommige mensen mijn gegevens kunnen inzien. Dit zijn de mensen die vermeld staan in de informatiebrief.

Ik geef toestemming om mijn gegevens te verwerken voor de doelen zoals die in de informatiebrief staan.

Ik geef toestemming om mijn gegevens gedurende maximaal 15 jaar na afloop van het onderzoek te bewaren.

Ik ben bereid om mee te doen aan het onderzoek.

Naam patiënt:

Handtekening: Datum : __ / __ / __

--- Ik verklaar hierbij dat ik deze patiënt volledig heb geïnformeerd over het genoemde onderzoek.

Als er tijdens het onderzoek informatie bekend wordt die de toestemming van de patiënt zou kunnen beïnvloeden, dan breng ik hem/haar daarvan tijdig op de hoogte.

Naam onderzoeker (of diens vertegenwoordiger):

Handtekening: Datum: __ / __ / __

--- Aanvullende informatie is gegeven door (indien van toepassing):

Naam: Functie:

Handtekening: Datum: __ / __ / __

---

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De controle die uitgevoerd werd op basis van uw boekhoudkundige stukken heeft geen te veel ontvangen toelagen aan het licht gebracht. Controle van de financiële steun van

BIJLAGE 4: CONTROLE VAN DE SUBSIDIES DIE WORDEN TOEGEKEND IN HET KADER VAN DE WET VAN 26/05/02 MET BETREKKING TOT HET RECHT OP MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE – PERIODE 2011

De controle van uw stukken bracht een te veel ontvangen toelage aan het licht. U vindt een gedetailleerde beschrijving van de te veel / eventueel te weinig ontvangen

Wanneer een OCMW zijn beslissing tot herziening van een dossier met terugwerkende kracht aan de POD Maatschappelijke Integratie meedeelt, wordt automatisch overgegaan tot

uitgevoerd Bijlage 3: Controle van de sociale dossiers voor MI 4 Recht op Maatschappelijke Integratie:.. boekhoudkundige controle 2013 Bijlage 4: Controle van de subsidies

Dankzij de controle kon er worden vastgesteld dat de uitgaven die door het OCMW werden voorgesteld voor het gecontroleerde jaar inderdaad in aanmerking kwamen –

Voor de medische kosten (wet van 02/04/1965) heeft uw OCMW voor 85,62 euro te veel aan toelagen ontvangen voor de gecontroleerde periode.Het te veel uitgekeerde bedrag zal

Uw centrum heeft de procedure met betrekking tot het recht op maatschappelijke integratie nageleefd en heeft de wetgeving voor de gecontroleerde sociale dossiers op een