• No results found

Dorpshuizen van de gemeente Het Hogeland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Dorpshuizen van de gemeente Het Hogeland"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Offerteaanvraag voor een onderzoek naar

Dorpshuizen

van de gemeente Het Hogeland

De nieuwe Rekenkamercommissie Het Hogeland heeft een gesprek gehad met de Audit-commissie.

In dat gesprek is een aantal onderwerpen naar voren gekomen.

Eén van de onderwerpen was interesse in een onderzoek naar de dorpshuizen in de gemeente Het Hogeland.

De vier fusiegemeenten hebben hoogstwaarschijnlijk onderling verschillend beleid gehad ten aanzien van dorpshuizen. De vertegenwoordigers van dorpshuizen, hierna de vertegenwoordigers, zelf hebben ook weer verschillende manieren om met de gemeente om te gaan. Het is dus aannemelijk, dat het voor de gemeente Het Hogeland niet eenvoudig is om in de nieuwe gemeente op prettige wijze contact te leggen met de dorpshuizen. Uit de literatuur is ook bekend dat fuserende

gemeenten vaak veel aandacht hebben voor de eigen organisatie, waardoor externe contacten het kind van de rekening zijn (Fraanje, et al., 2008; Schaap & Van den Dool, 2014; Lunsing & Herweijer, 2014). Het is niet onwaarschijnlijk, dat dit in een gemeente met zeer veel kernen sterker speelt dan in gemeenten die na een herindeling maar een beperkt aantal kernen hebben.

Het onderwerp is in de oude gemeenten niet onderzocht. Tijdens een onderzoek in 2008 naar sturing van subsidiestromen is er wel aandacht geweest voor een beperkt aantal subsidieontvangers in de gemeenten De Marne, Eemsmond en Winsum. Door de focus te leggen op de dorpshuizen, wordt vergeleken bij de eerdere onderzoekers de focus meer gericht op de dorpshuizen en

dorpsverenigingen.

Dorpshuizen in de gemeente Het Hogeland delen dus de problematiek van in heringedeelde gemeenten.

1. Contacten met de gemeente tenderen te verslechteren.

2. Door de hoge kosten van een herindeling, harmonisering van beleid en de verplaatste ambities van de heringedeelde gemeente dalen subsidies vaak (Allers & Geertsema, 2014).

Dorpshuizen op het Hoogeland hebben te maken met twee bijzondere problemen.

3. Net als in andere perifere gebieden van Nederland, is er sprake van een zekere afname van het aantal inwoners en een toename van het percentage mensen met een hogere leeftijd door het wegtrekken van jongeren. Deze twee trends worden in de volksmond samengevat onder de noemer krimp.

(2)

4. Het tweede probleem is specifiek voor de aardgasregio – waarvan het oosten van de gemeente Het Hogeland ook deel van uitmaakt. Verwacht mag worden dat dorpshuizen schade oplopen van gasbevingen en onderdeel uitmaken van de versterkingsoperatie.

Tegelijk zijn er vanuit verschillende leefbaarheids- en compensatieprogramma's veel middelen beschikbaar zijn voor de verbetering van de leefbaarheid van de aardgasregio. Dit betekent dat dorpshuizen met een complex bouwdossier te maken kunnen krijgen, waarin ze de gemeente (naast een serie andere publieke en private organisatie zoals de NCG en het CVW) in verschillende rollen, zoals subsidieverstrekker, vergunningverlener en adviseur tegen kunnen komen. Het gaat er de Rekenkamercommissie overigens niet om, om de aandacht volledig op de dorpshuizen in de aardgasregio te richten. Overmatige aandacht voor een deel van de dorpshuizen betekenen, dat dat de dorpshuizen buiten de aardgasregio te weinig aandacht krijgen.

De Rekenkamercommissie Het Hogeland (RHH) stelt de volgende centrale vraag voor:

Hoe is de verhouding tussen de dorpshuizen en de gemeente?

Binnen deze centrale vraag zal de focus worden gericht op een aantal deelaspecten die voor de raad van belang zijn.

1) Wat is het gemeentelijk beleid ten aanzien van de dorpshuizen?

Het gaat hier om de vraag of de gefuseerde gemeente er al in is geslaagd één beleid te formuleren, of dat nog steeds sprake is van vier vormen van beleid.

Als er beleid is geformuleerd, dan gaat het om de vraag welke doelen de gemeente met dat beleid heeft geformuleerd.

Ook gaat het om de middelen die in het beleid voor de totstandkoming van het beleid zijn ingezet. Het kan hier gaan om faciliteren van dorpsverenigingen ten behoeve van de

leefbaarheid van de dorpen. Dit kan bestaan uit het ter beschikking stellen van gemeentelijk vastgoed (dorpshuizen), door het leveren van diensten of door het verlenen van subsidies.

Het kan ook dat de gemeente bepaalde bevoegdheden geeft aan alle of een deel van de vertegenwoordigers van de kernen.

2) Hoe zijn de contacten tussen dorpshuizen en gemeenten georganiseerd?

Hier gaat het om de vraag of de gemeente in haar beleid heeft geformuleerd hoe de relaties tussen vertegenwoordigers van dorpshuizen en de gemeente zijn gelegd. Is het duidelijk voor vertegenwoordigers waar ze voor eventuele problemen kunnen aankloppen? Zijn er

contactpersonen en is de gemeente onderverdeeld over regio’s waar wethouders eerste

(3)

3) Op welke wijze houdt het dorpshuizenbeleid rekening met de gasbevingsproblematiek?

Ondersteunt de gemeente de dorpshuisbesturen in het proces van schadeherstel,

bouwkundige versterking en het toekomstbestendig maken van dorpshuizen, of blijft dit de verantwoordelijkheid van de vertegenwoordigers? In hoeverre heeft de gemeente oog voor de kansen die de middelen uit compensatieprogramma's aan de besturen van dorpshuizen bieden en als dat het geval is, op welke wijze worden zij ondersteund bij het benutten van de kansen?

4) Op welke wijze houdt het dorpshuizenbeleid rekening met de krimpgebieden binnen de regio?

Op welke wijze benut de gemeente de besturen van dorpshuizen bij het aanpakken van de krimp-problematiek en de bijbehorende vergrijzing?

5) In hoeverre worden beleidsdoelen bereikt dan wel bevorderd door de beleidsmaatregelen?

Wat is de effectiviteit van het beleid met betrekking tot dorpshuizen?

Aanpak

Om de bovengenoemde onderzoeksvragen te beantwoorden verricht de Rekenkamercommissie in het voorgenomen onderzoek verschillende activiteiten:

1. Analyse van het dorpshuizenbeleid: doelen, verwachte prestaties, transparantie en meetbaarheid, onderbouwing door budget;

Verkennend interview met Vereniging Groninger Dorpen;

Enquête onder besturen dorpshuizen;

2. Verdiepende interviews met een aantal vertegenwoordigers van dorpshuizen;

Interviews met dorpscoördinatoren;

Zo nodig nadere interviews met vertegenwoordigers van andere partijen die ook van invloed zijn op de verhouding tussen gemeente en besturen van dorpshuizen – afhankelijk van verwachtingen van de genoemde besturen – gedacht kan worden aan de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), Nationaal Programma Groningen (NPG), Economic Board Groningen (EBG)).

3. Rapportage van de onderzoeksresultaten;

Het betrekken van de raad tijdens het onderzoek is een pre. Daarbij kan gedacht worden aan de verwachtingen van de raad of een analyse van standpunten van de raad ten opzichte van het dorpshuizenbeleid.

De Rekenkamercommissie verwelkomd eigen inbreng in de opzet en uitvoering van het onderzoek.

(4)

Offertevereisten en planning

De offerte bevat een helder overzicht welke activiteiten u denkt dat nodig is voor het uitvoeren van het onderzoek. Ook bevat de offerte de wijze waarop u tot criteria komt, dan wel de criteria waar u het beleid aan verwacht te gaan meten. De offerte bevat verder een tijdschema en de prijs.

Daarnaast bevat de offerte een opgave van eventuele werkzaamheden die uw kantoor voor de gemeente Het Hogeland, of voor de gemeenten Bedum, De Marne, Eemsmond en Winsum heeft gedaan.

Wij verzoeken uw offerte voor donderdag 12 december om 24.00 uur aan ons te verzenden. We vragen u rekening te houden met de mogelijkheid dat we u uitnodigen voor een mondelinge toelichting op onze vergadering woensdag 18 december. We willen dan graag diegenen spreken die het onderzoek uitvoeren.

Het onderzoek wordt afgerond voor de zomer van 2020. Het doel is dat het rapport voor het zomerreces aan de raad kan worden gepresenteerd.

Interne organisatie

De Rekenkamercommissie Het Hogeland bespreekt als collectief de voortgang en inhoudelijke resultaten van het onderzoek. Binnen de Rekenkamercommissie is commissielid Jan R. Lunsing verantwoordelijk voor de inhoudelijke begeleiding van de onderzoekers en secretaris Agnes Penninga voor de procedurele begeleiding. Zij zijn de eerste aanspreekpunten voor de onderzoekers.

Als contactpersoon binnen de Rekenkamercommissie Het Hogeland fungeert Jan R. Lunsing.

De rekenkamercommissie is op dit moment nog bezig met het ontwikkelen van een

onderzoeksprotocol. Voor het onderzoeksbureau is van belang te weten dat gewerkt wordt met een startbijeenkomst, een mondeling ambtelijk wederhoor en een bestuurlijk hoor. Bij de

startbijeenkomst wordt kennis gemaakt met ambtenaren die de contacten met de onderzoekers zullen onderhouden. Het mondeling ambtelijk wederhoor betekent dat nadat de RHH het

feitenrelaas heeft geaccepteerd dit aan de ambtelijke organisatie zal worden verzonden. Vervolgens wordt een afspraak gemaakt met ambtenaren, onderzoekers en de RHH om het feitenrelaas te bespreken en de feiten vast te leggen.

Daarna wordt het feitenrelaas aangevuld met conclusies en aanbevelingen gezonden aan de griffie en het college. Het college wordt gevraagd om een bestuurlijke reactie op de aanbevelingen te geven. RHH behoudt zich het recht voor om re reageren op de bestuurlijke reactie.

Contactgegevens

Jan R. Lunsing janrlunsing@home.nl / 06-23560140 / 050- 5717895 Agnes Penninga-Huisman rekenkamercommissie@hethogeland.nl / 06-22917388

(5)

Literatuur

Allers, M., & Geertsema, J. (2014, juni). Geen grotere doelmatigheid door herindeling gemeenten.

ESB, 406-409.

Fraanje, M., Herweijer, M., Beerepoot, R., Assenbergh, A., Brouwer, B., & Heins, H. (2008).

Herindeling gewogen. Groningen: Rug/Berenschot.

Lunsing, J. (2008). Subsidierelaties van de gemeente Eemsmond. Uithuizen: Rekenkamercommissie Het Hoogeland.

Lunsing, J., & Herweijer, M. (2014). Kernen tussen kassen, stand van zaken met betrekking tot de nota Mijn Westland, Ons Westland. Naaldwijk: Rekenkamercommissie Westland.

Praat, P. (2008). Subsidierelaties van de gemeente De Marne. Leens: Rekenkamercommissie het Hoogeland.

Praat, P., & Lunsing, J. (2008). Subsidierelaties van de gemeente Winsum. Wimsum:

Rekenkamercommissie Het Hoogeland.

Schaap, L., & Van den Dool, L. (2014). Evaluatie Súdwest-Fryslân - Herindeling en Bestuurskracht.

Tilburg: PWC/Universiteit van Tilburg.

.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

 Linksaf richting Waldadrift richting rotonde (strooier uit)..  Linksaf Groningerweg

Bij kwaliteit gaan onze gedachten uit naar: juridische houdbaarheid, volledigheid beschikkingen, (inter)actief betrekken van gemeentelijke vakafdelingen. Verzoek is de Kwantiteit

Op grond van de lijst is voor de omgevingsvergunning voor de bouw van een vervangende woning een verklaring van geen bedenkingen vereist.. Inzage

Zo kunnen in het minimabeleid regelingen opgenomen worden ter bevordering van maatschappelijke participatie, het bevorderen van schoolprestaties of het extra ondersteunen van

Naast de reguliere taak (“ondersteuning bieden aan de raad, zijn commissies en leden”) met deeltaken, waar elke raadsgriffie binnen lokale keuzes invulling aan dient te geven, zijn er

En omdat zijn Zoon Jezus Christus onze Grote Broer heeft willen worden.. De gemeente is Gods keus en niet

Wat de timing van de onderhandelingen betreft, pleiten de werkgeversorganisaties – in tegenstelling tot de Britten - voor een status quo transitieperiode die loopt tot de dag van

Aandeel ouderen neemt toe, verwachting voor Bergen in 2040: 45% inwoners is 65 jaar en ouder. Toenemende zorgvraag, zorg dicht bij