• No results found

Oplegger bij de consultatie van de concept MRA agenda 2.0 met de Raden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Oplegger bij de consultatie van de concept MRA agenda 2.0 met de Raden"

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MEMO

Oplegger bij de consultatie van de concept MRA agenda 2.0 met de Raden

Algemeen

Aan Colleges gemeenten in de regio Gooi en Vechtstreek

Van Rowena Kuijper

Datum 25 oktober 2019 Verspreiden Ja

Kenmerk 19.0014482 Beste colleges,

Op 25 oktober is rechtstreeks via het MRA bureau de concept MRA agenda 2.0 uitgestuurd naar alle Colleges, Raden- en Statenleden van de MRA partijen. Hierbij ontvangt u een oplegger met informatie over de ondersteuning van de bespreking van deze concept agenda met de Raden. Het gaat om een consultatieronde met de Raden, niet om vaststelling van de agenda. Definitieve vaststelling volgt begin 2020 door de colleges.

In zowel het PFHO fysiek domein als in het AB is afgesproken dat de Regio de colleges ondersteund in dit proces en dat er één gezamenlijke reactie vanuit de deelregio Gooi en Vechtstreek uit zal gaan na de consultatieronde.

Proces consultatie Raden tussen 25 oktober en 27 december

In de periode na 25 oktober vindt de consultatie met de Raden plaats. Vanuit de Regio is een voorstel uitgewerkt voor reactie op de concept MRA agenda 2.0 (zie bijlage 1). De bouwstenen voor deze reactie zijn ook afgestemd in het AB van 17 oktober jl., gebaseerd op de ‘voorlopige concept agenda’.

Na de bestuurdersconferentie van 18 oktober is laatste input verwerkt waarbij momenteel de ‘concept agenda’ voor ligt. In de consultatieronde met de Raden kunnen Raadsleden aangeven of zij zich hierin kunnen vinden en eventuele aanvullende input meegeven. Nogmaals: de bespreking met de Raden zijn ter consultatie, niet ter vaststelling!

De Regio ondersteund waar gewenst colleges bij de bespreking met de Raden. Per gemeente is er een apart moment gevonden om de Raadsleden te consulteren, vaak in een commissievergadering of rondetafelgesprek. (Zie bijlage 3 voor het schema zoals deze is afgestemd met de verschillende gemeenten).

Indien gewenst kan tijdens deze bespreking meer worden toegelicht over de MRA, naast de MRA agenda 2.0. Let op: het traject voor de MRA evaluatie loopt anders en wordt niet in de consultatie meegenomen. Wel kan desgewenst over dit traject een korte toelichting worden gegeven. Daarnaast zit bij dit memo in bijlage 2 een Q&A over de MRA waar ook informatie over de evaluatie governance is opgenomen. Geadviseerd wordt deze Q&A mee te sturen via de colleges naar de Raden vooraf aan bespreking met de raadsleden.

Na de consultatie in de Raden over de MRA agenda 2.0 wordt hierover vervolgens teruggekoppeld in het PFHO van 12 december en in het AB op 19 december. Het AB besluit op 19 december over de uiteindelijke reactie die namens deelregio Gooi en Vechtstreek wordt aangeleverd bij de MRA.

(2)

Pagina 2 van 2

In de tussentijd kunnen Raadsleden ook meer informatie opdoen over de MRA agenda 2.0 tijdens een raads- en statenconferentie op 1 november die vanuit de MRA wordt georganiseerd.

Vaststelling definitieve agenda

De agendacommissie van de MRA bepaald na 27 december hoe de input uit de consultatieronde bij de Raden en Staten wordt verwerkt tot de definitieve versie van de MRA agenda. Vervolgens zal begin 2020 de definitieve versie van de MRA agenda 2.0 worden voorgelegd aan alle colleges van de MRA partners ter vaststelling. Tijdens een MRA congres rond april 2020 zal de MRA agenda 2.0 officieel worden gelanceerd.

Bijlagen:

1. Voorstel reactie deelregio Gooi en Vechtstreek op de MRA agenda 2.0 2. Q&A MRA

3. Schema consultatie per gemeente

(3)

Regio Gooi en Vechtstreek | Postbus 251, 1400 AG Bussum

Burgemeester de Bordesstraat 80, 1404 GZ Bussum | T: (035) 692 64 44 | info@regiogv.nl

Datum 25 okt-27 dec. 2019 MRA Bureau

T.a.v. stuurgroep MRA agenda Strawinskylaan 1779

1077 ZZ Amsterdam

Kenmerk 19.0014483

Inlichtingen R. Kuijper Telefoon (06) 528 41 172

Onderwerp Zienswijze Gooi en Vechtstreek op de MRA agenda 2.0

Geachte dames, heren,

Dank voor het verzoek om zienswijze op de ontwerp MRA agenda 2.0. De Regio Gooi en Vechtstreek neemt namens de gemeenten Blaricum, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren, Weesp en Wijdemeren deel aan de MRA samenwerking. Afgelopen weken hebben wij de ontwerp MRA agenda voorgelegd aan de gemeenteraden met het verzoek om zienswijze uit te brengen. De lokale zienswijzen hebben wij gebundeld tot één zienswijze vanuit deelregio Gooi en Vechtstreek.

Tot het komen van de ontwerp agenda die nu voorligt, is al veel voorwerk gedaan. Dank voor alle inzet die door u en de verschillende partners is gedaan om te komen tot deze agenda. Wij voelen ons goed

betrokken bij de totstandkoming van de agenda en kunnen ons dan ook in grote delen van de agenda vinden. Er zijn ook drie aandachtspunten die wij graag meegeven:

1. breng meer focus aan;

2. zorg voor samenhang;

3. ga uit van een evenwichtige verdeling.

Aandachtspunt 1 Breng meer focus aan

Wij adviseren u meer focus aan te brengen door de MRA agenda:

- te richten op de toekomstbestendige metropool;

- meetbaar te maken;

- te beperken tot de inhoud (het wat).

De toekomstbestendige metropool

U introduceert twee leidende principes voor deze MRA agenda: een toekomstbestendige metropool en een evenwichtige metropool. Wij staan achter het principe van een toekomstbestendige metropoolregio.

In het toevoegen van het principe van een evenwichtige metropool aan de MRA samenwerking kunnen wij ons niet vinden. Wij vinden de MRA geen passende schaal voor de maatschappelijke opgaven die u hier noemt. Deze opgaven pakken wij op gemeentelijk niveau of op de schaal van Gooi en Vechtstreek aan.

Wij willen ervoor waken dat het vergroten van de inzet op een evenwichtige metropool ten koste gaat van de focus en inzet op een toekomstbestendige metropool.

Meetbare ambities

De MRA samenwerking richt zich wat ons betreft op het zijn en blijven van een internationale

economische top regio. Wij vragen dan ook om deze ambitie in de agenda om te zetten naar meetbare

(4)

Pagina 2 resultaten. Bijvoorbeeld behoud van de Europese economische top vijf positie met duurzame en breed gedeelde groei.

Wonen verdient een eigen uitvoeringslijn in de agenda, daar staan we zeker achter. De manier waarop deze uitvoeringslijn wordt omschreven moet naar ons inzien minder ambitieus dan momenteel is geformuleerd in de agenda. Wij staan achter een sterk stimulerende en faciliterende rol, echter regie voeren via de schaal van de MRA niet. Formele samenwerking dient te blijven lopen via de huidige bestuurlijke besluitvormingsprocessen en kan zijn plek vinden binnen het traject van de

verstedelijkingsstrategie.

Wij zijn tevreden dat landschap inmiddels sterker is opgenomen in de ontwerp agenda. Zoals u weet hebben wij hier afgelopen periode vanuit onze deelregio sterk voor gepleit. Goed dat dit onderwerp aparte aandacht krijgt en een eigen uitvoeringslijn toebedeelt heeft gekregen onder opdracht 2. Landschap is een ‘unique selling point’ voor onze metropool wat het extra aantrekkelijk maakt om hier te vestigen, de kwaliteit van onze leefomgeving borgt en bijdraagt aan de gezondheid van onze inwoners.

Inzet op versterking van OV knooppunten en de samenhang tussen OV knooppunten zien ook wij als een belangrijke ontwikkeling. Daar mag nog meer aandacht naar uitgaan dan nu is opgenomen in de agenda.

Eventueel kan ook hier een aparte uitvoeringslijn aan worden toebedeeld.

Beperk de agenda tot de inhoud

Voor ons staat de inhoud en niet de vorm van samenwerking voorop in de MRA agenda. Wij stellen voor om opdracht 0 ‘de samenwerking verder te versterken’ te schrappen. Zaken die hier genoemd staan zijn randvoorwaardelijk en geen doel op zichzelf. Daarnaast dient de uitkomst van de MRA evaluatie nog een plek te krijgen. Deze plek ligt wat ons betreft in het MRA convenant en niet in de agenda.

Aandachtspunt 2 Zorg voor samenhang

Wij kunnen ons goed vinden in het werken met drie inhoudelijke opdrachten (werk, wonen en mobiliteit).

Ook het opnemen van uitvoeringslijnen in plaats van actielijsten vinden wij een goed initiatief. Door de agenda programmatisch op te stellen houden we goed overzicht en bieden we tegelijk voldoende ruimte voor nadere uitwerking en invulling.

Een overkoepelende (verstedelijkings)strategie

Wel vragen wij aandacht voor de samenhang tussen de drie opdrachten. Het ontbreekt aan een

overkoepelend perspectief: waar werken we in de MRA naartoe? Ook de MRA evaluatie geeft aan dat er behoefte is aan een overkoepelende visie. Een visie is wat ons betreft niet het juiste document en geeft te weinig richting in een brede netwerksamenwerking als de MRA. Wij denken dat de gezamenlijke MRA verstedelijkingsstrategie het overkoepelende verhaal kan zijn waar we behoefte aan hebben. Wij geven meer om de ontwikkeling van de verstedelijkingsstrategie boven/vóór de drie programma’s in plaats van deze op te nemen in één van de programma’s. De ontwikkeling van een gedeelde strategie is nodig om de samenwerking op alle programma’s inhoudelijk goed te kunnen laden.

Aandachtspunt 3 Ga uit van een evenwichtige verdeling Zet in op het spreiden van wonen, werk en onderwijs

Onze inzet is om met elkaar te werken aan een metropoolregio met een evenwichtige en duurzame spreiding van wonen, werk en onderwijs over de sterke en bereikbare deelregio’s die onze metropoolregio rijk is. De kracht en identiteit van de diverse deelregio’s dient wat ons betreft veel meer centraal te staan in de MRA samenwerking. Door van deze kracht uit te gaan kunnen we het vestigingsklimaat van de MRA als geheel duurzaam versterken. Het evenwichtig spreiden van wonen, werken en onderwijs over de

(5)

deelregio’s draagt in onze ogen duurzaam bij aan het leefbaar houden van de MRA. Door de deelregio’s te verbinden met een hoogwaardig en duurzaam mobiliteitsnetwerk kan de potentie van het geheel worden benut. Het is juist de enorme diversiteit binnen relatief korte afstanden die de MRA voor veel mensen zo aantrekkelijk maakt. Ons advies: versterk deze diversiteit door in de samenwerking wonen, werk en onderwijs zo te verdelen dat de potentie van de deelregio’s optimaal wordt versterkt. Deze ambitie zou wat ons betreft in alle drie de opdrachten expliciet terug mogen komen.

In de uitwerking van de schaalsprong OV binnen opdracht 3 vragen wij aandacht voor een schaalsprong voor de gehele metropoolregio. Er ligt nu veel focus op Amsterdam. Ook vragen wij u meer aansluiting te zoeken met buurregio’s, zoals Utrecht, om dit netwerk goed aan te laten sluiten. Bij de ambitie voor het

‘verbeteren van de '30-minuten-bereikbaarheid' voor inwoners van de metropoolregio Amsterdam (bereikbaarheid van banen, onderwijs, voorzieningen) is deze schaalsprong noodzakelijk, naast meer spreiding van functies over de regio onder opgave 1. Ook draagt een schaalsprong OV bij aan een verduurzaming van de Metropool Amsterdam.

Zorg voor een goede vertegenwoordiging in alle opdrachten

De MRA heeft een divers palet aan deelregio’s. Er is wat dat betreft niet één regionale identiteit. Het is juist de diversiteit die het verschil maakt en waarde toevoegt. Het is daarom van groot belang dat alle deelregio’s in alle opdrachten en uitvoeringslijnen vertegenwoordigd te zijn. Daarom adviseren wij u te borgen dat alle deelregio’s in alle bestuurlijke overleggen direct zijn vertegenwoordigd, zodra de

uitvoering van de nieuwe MRA agenda start. Wij vragen u in dat kader vooral aandacht te hebben voor de vertegenwoordiging van de deelregio’s in de agendacommissie en het platform mobiliteit waar dit momenteel ontbreekt. Verder stellen wij voor om de huidige regiegroep en agendacommissie samen te voegen.

Samenwerking met Utrecht

De verbinding tussen de MRA en de regio Utrecht is van cruciaal belang voor de duurzame economische ontwikkeling van de Noordvleugel. Afstemming met de regio Utrecht vraagt in onze ogen meer aandacht in de MRA agenda. Regio Gooi en Vechtstreek kan en wil daarin een verbindende rol vervullen. Wij werken samen in beide regio’s. Nu wordt de U10 als één van de regio’s benoemd in een rijtje met vele andere gebieden. De relatie met regio Utrecht is van groter belang. Niet alleen tussen deze regio’s, maar ook de steden Amsterdam en Utrecht zelf (met de grootste woon-werk pendel tussen deze steden). Een voorbeeld is dat bij het uitwerken van het regionaal toekomstbeeld OV de afgelopen periode zeer weinig afstemming is geweest tussen de MRA en de regio Utrecht.

Wij kijken uit naar een vervolg van de samenwerking in MRA verband de komende jaren met deze nieuwe agenda en dragen graag ons steentje bij in de uitwerking van deze agenda zowel ambtelijk als bestuurlijk.

Daarbij nemen we vanuit deelregio Gooi en Vechtstreek van harte trekkerschap op ons voor een aantal uitvoeringslijnen.

Met vriendelijke groet,

Namens de gemeenteraden en het bestuur van de Regio Gooi en Vechtstreek

Pieter Broertjes

(6)

Q&A –Samenwerking Metropoolregio Amsterdam

1. Met wie en waarom werken we samen binnen de Metropoolregio Amsterdam (MRA)?

De Metropoolregio Amsterdam is het samenwerkingsverband van de provincies Noord- Holland en Flevoland, 32 gemeenten en de Vervoerregio Amsterdam. Er wordt op informele basis samengewerkt aan ontwikkelingen die de gemeente- en provinciegrenzen overstijgen.

De kracht van de MRA is de diversiteit, zowel economisch als stedelijk en landschappelijk.

Prioriteit heeft het aanjagen van de economie, het verbeteren van de bereikbaarheid en het bouwen van woningen. Elke gemeente en deelregio brengt kwaliteiten in die het totaal versterken.

2. Organisatiestructuur MRA samenwerking a. Wat is de MRA Regiegroep?

Dit is het bestuurlijk overleg met vertegenwoordigers uit iedere deelregio, provincie en de Vervoerregio. De Regiegroep behartigt het regionale belang en komt tweemaal per jaar bijeen om de voortgang van de samenwerking te monitoren en te evalueren.

b. Wat is de Agendacommissie?

De Agendacommissie wordt gevormd door twee bestuurders uit ieder platform en draagt zorgt voor de integrale coördinatie van de samenwerking.

c. Welke MRA Platforms zijn er en wat is de functie?*

De MRA telt drie platforms: Ruimte, Economie, Mobiliteit. Deze zijn samengesteld uit wethouders en gedeputeerden. Onder het platform Ruimte vallen de portefeuillehouders overleggen Wonen, Duurzaamheid en Landschap. Op basis van de MRA Agenda en werkplannen bepalen de platforms welke acties de MRA oppakt, wie hierbij optreedt als bestuurlijk trekker en welke ambtelijke ondersteuning hiervoor noodzakelijk is.

*Zie laatste pagina van deze Q&A voor het organogram.

3. MRA agenda 2.0

a. Waarom ligt er een concept MRA agenda 2.0 voor?

De huidige MRA agenda loopt af. Acties die zijn geformuleerd in deze agenda zijn inmiddels grotendeels uitgevoerd. De doelstelling van de MRA is het versterken van een

toekomstbestendige economische ontwikkeling en hoogwaardige leef kwaliteit van de MRA;

een regio waar het goed wonen en werken is en waar de mobiliteit op orde is. Met de nieuwe MRA agenda bepaalt de MRA waar zij zich op wil richten de komende vier jaar.

b. Wat zijn de grootste verschillen in vergelijking met de huidige MRA agenda?

De vele acties uit de huidige agenda worden verminderd. Daarnaast wordt voorgesteld te gaan werken met uitvoeringslijnen, welke vallen onder 3 opdrachten. Elk jaar komt er een jaarplan, waarin concrete acties worden benoemd die vallen onder deze uitvoeringslijnen.

Verder wordt voorgesteld om in de MRA agenda 2.0 sociaal inclusief een plek te geven.

c. Wat zijn de opdrachten die centraal staan binnen de MRA agenda 2.0?

De concept MRA agenda 2.0 bevat de volgende drie inhoudelijke opdrachten:

Opdracht 1: Werk maken van een veerkrachtige, inclusieve en schone MRA-economie Opdracht 2: Bouwen voor de woningbehoefte en met groei de leef kwaliteit van het geheel versterken

Opdracht 3: Versterken van het metropolitaan mobiliteitssysteem

(7)

Daarnaast is een ‘Opdracht 0’ geformuleerd die gaat over het versterken van de

samenwerking. Ons voorstel richting de MRA is om deze opdracht uit de agenda te halen en vervolgafspraken over samenwerking na het hebben doorlopen van het traject van de governance evaluatie de uitkomsten hiervan vervolgens in het convenant een plek te geven.

d. Hoe verhoud de governance evaluatie zich tot de uitvoering van de MRA agenda 2.0?

De uitkomsten van de governance evaluatie wordt meegenomen voor de definitieve

besluitvorming over de uitvoeringsstructuur van de MRA agenda 2.0. Besluitvorming hierover zal naar verwachting voorjaar 2020 plaatsvinden. Zie onder vraag 4b meer uitleg over de governance evaluatie.

e. Hoe kunnen Raads- en Statenleden input meegeven op de MRA agenda 2.0?

Op 11 april is namens de MRA agendacommissie de discussienotitie MRA agenda 2.0 verstuurd aan Raden en Staten. Hierover is gesproken o.a. tijdens een deelregionale bijeenkomst tijdens het regiopodium van 13 mei. De afgelopen periode is de agenda verder uitgewerkt. Op de concept agenda die inmiddels gevormd is kunnen Raads- en Statenleden via een consultatieronde input meegeven tussen 25 oktober en 27 december.

De concept MRA agenda 2.0 is op 25 oktober rechtstreeks via de MRA aangeleverd.

Per gemeente in onze deelregio vindt een moment plaats (commissievergadering, rondetafelgesprek of andere vorm) in november of december waar een

conceptreactie namens deelregio Gooi en Vechtstreek voor ligt ter bespreking. Het gaat om een consultatie, niet om een vaststelling. Vervolgens wordt alle input meegenomen uit deze bijeenkomsten en besproken in het Algemeen Bestuur op 19 december. Binnen onze deelregio is afgesproken dat er één gezamenlijke reactie uit zal gaan richting de MRA. Het AB stelt de gezamenlijke reactie vast op 19 december, waarna deze namens alle gemeenten uit de deelregio Gooi en Vechtstreek wordt aangeleverd bij de MRA.

Op vrijdag 1 november 2019 vindt de MRA Raads- en Statenleden Conferentie plaats in het KAF in Almere Centrum. Dit is een moment voor uitwisseling tussen Raads- en Statenleden in de MRA. Tijdens deze conferentie voor alle Raads- en Statenleden uit de gehele Metropoolregio Amsterdam staat het concept van de MRA Agenda 2.0 centraal.

f. Wanneer wordt de MRA agenda 2.0 definitief vastgesteld?

De agendacommissie van de bepaald na 27 december hoe de input uit de consultatieronde bij de Raden en Staten wordt verwerkt tot de definitieve versie van de MRA agenda.

Vervolgens zal begin 2020 de definitieve versie van de MRA agenda 2.0 worden voorgelegd aan alle colleges van de MRA partners ter vaststelling. Tijdens een MRA congres rond april 2020 zal de MRA agenda 2.0 officieel worden gelanceerd.

4. Welke MRA trajecten lopen er nog meer naast de vorming van de MRA agenda 2.0 ?

a. Verstedelijkingsstrategie MRA

Gewerkt wordt aan een visie voor de Verstedelijking van de MRA (Verstedelijkingsstrategie) die samen met het Rijk wordt gevormd. De uitgangspunten hiertoe worden op 20 november 2019 tijdens het BO MIRT besproken tussen MRA regio en Rijk. Vervolgens wordt de

Verstedelijkingsstrategie het komende jaar verder uitgewerkt waar de verschillende MRA

platformen bij betrokken zijn.

(8)

b. Evaluatie governance MRA

Recent is er een evaluatie uitgevoerd over de MRA bestuurlijke samenwerking. In 2017 is een MRA-convenant ondertekend door alle partijen. Hierin staat vermeld dat er in principe na vier jaar een evaluatie zal plaatsvinden of eerder wanneer de MRA Regiegroep dat wil. De

evaluatie zou dus in beginsel in 2020 gaan plaatsvinden. De MRA Regiegroep heeft er op 10 oktober 2018 voor gekozen om eerder te willen evalueren.

Redenen hiervoor zijn:

- Diverse burgemeesters hebben zelf aangegeven de samenwerking gebaseerd op het convenant te willen evalueren. Dit om te onderzoeken hoe de MRA samenwerking versterkt kan worden.

- Bestuurders hadden vragen over de verhouding tussen de Regiegroep, Agendacommissie, de Platforms en de vertegenwoordiging daarin.

- Ook bestond de wens om beter in beeld te brengen hoe het gaat met het betrekken van raden en Staten bij de MRA.

a. Wat is het traject van de Evaluatie geweest en wat zijn de uitkomsten?

Begin 2019 is er een evaluatietraject MRA-samenwerking gestart door een onafhankelijke evaluatiecommissie. In het evaluatierapport “Meer richting en resultaat” deelt de commissie bevindingen over de huidige stand van zaken in de MRA samenwerking. Op 29 juli is het rapport op de MRA website (www.metropoolregioamsterdam.nl) geplaatst. De

evaluatiecommissie – bestaande uit Staf Depla, Hannie te Grotenhuis en Ralph Pans – heeft het rapport geschreven op basis van gesprekken met ruim 60 bestuurders, raadsleden en ambtenaren van de MRA. Ook zijn er ruim 20 externen gesproken en zijn relevante documenten en onderzoeken bestudeerd.

De hoofdlijn van het rapport is dat er sprake is van te veel papier en praten en te weinig richting en resultaat vinnen de MRA samenwerking. De huidige resultaten staan onvoldoende in verhouding tot de bestuurlijke drukte en de uitdagingen waarvoor de regio gesteld is.

De kern van het advies van de evaluatiecommissie is als volgt samen te vatten:

- Ontwikkel een breed gedragen regionale visie;

- Formuleer op basis daarvan een beperkt aantal krachtige en goed geïnstrumenteerde uitvoeringsprogramma’s.;

- Stroomlijn de governance zodanig dat realisatie van maatschappelijke resultaten voorop staat en elk gremium (alleen) dat doet waar het voor is;

- Breng de Vervoerregio op de schaal van de MRA en maak de Amsterdam Economic Board belangrijk voor de strategische ontwikkeling van de MRA;

- Zet de luiken naar kennisinstellingen, bedrijfsleven en het Rijk structureel open

- Neem als centrumgemeente Amsterdam volop de leiding in de samenwerking; geef als leden van de Regiegroep support aan de voorzitter, en vraag je als deelregio’s steeds af:

‘Wat kunnen wij doen om de ontwikkeling van de MRA maximaal te faciliteren?’

b. Wat wordt gedaan met de uitkomsten uit deze evaluatie?

Vanuit deelregio Gooi en Vechtstreek is een reactie opgesteld over onze standpunten t.o.v. deze uitkomsten die zijn gedeeld met de MRA, o.a. tijdens de MRA Regiegroep van 18 oktober 2019.

Tijdens deze MRA Regiegroep zijn de uitkomsten van de evaluatie besproken onder leiding van de

MRA voorzitters Femke Halsema, Arthur van Dijk en Franc Weerwind. Daar zijn de volgende

afspraken gemaakt over (inhoudelijke) vervolgstappen naar aanleiding van het rapport:

(9)

- Er moet op een hoger abstractieniveau een regionale visie worden opgesteld voortbouwend op de evaluatie. Gekozen is dat te laten doen door een externe partij. Geplande oplevering is eind februari 2020. Onderdelen: identiteit van de regio; kracht van de variatie (o.a. landschap, grote/kleine gemeenten);

-Leiderschap Amsterdam: de kritiek die in de evaluatie hierover naar voren is gekomen heeft Amsterdam zich aangetrokken. Het college wilt zich hier meer op in gaan zetten. "Gaat om kracht, niet om macht"; inzet op gezamenlijk enthousiasme kweken en samenwerking faciliteren en aanjagen;

-Samenwerking versterken: Een eerste afspraak is de samenwerking met de Vervoerregio

Amsterdam te versterken. CdK Arthur van Dijk gaat een verkenning hiernaar trekken. Een tweede afspraak is de samenwerking met de Amsterdam Economic Board te versterken met het doel daarmee de rol van het bedrijfsleven binnen de MRA een betere positie te geven.

-Governance: Versterken onderlinge vertrouwen; samenwerking versterken zonder formalisatie en institutionaliseren van de MRA. Het gaat om gezamenlijke kracht. Er wordt een werkgroep

gevormd die een voorstel gaat ontwikkelen voor eerste stappen in het verder bestendigen van de

governance en het versterken van de samenwerking. Doel oplevering van dit advies is eind februari

2020.

(10)

Bijlage 1

Organogram MRA

(11)

MRA agenda concept

25 oktober 2019

Metropoolregio Amsterdam Internationale topregio met hoge leefkwaliteit

Agenda voor een toekomstbestendige

en evenwichtige metropool

(12)

Pagina 2 MRA Agenda 2020-2024 - Concept 25 oktober 2019

Voorwoord bij de

concept-MRA agenda 2.0

Mensen en bedrijven trekken zich niets aan van ge- meente- of provinciegrenzen. Daarom werken we als gemeenten en provincies samen aan de Metropool- regio Amsterdam. Sinds 2016 doen we dat op basis van de MRA Agenda. De huidige agenda loopt tot februari 2020, daarom is de afgelopen tijd gewerkt aan een nieuwe agenda. Een MRA Agenda 2.0 die rekening houdt met de veranderde dynamiek in de regio en de vraagstukken die daaruit voortkomen.

Een agenda die voortbouwt op wat we de afgelopen jaren in gang hebben gezet. En een agenda die, als inhoudelijke basis voor de samenwerking, de samen- werking versterkt en bijdraagt aan goede verant- woording naar raden en Staten.

De afgelopen maanden zijn bij de platforms en in de deelregio's signalen opgehaald over de wensen en ver- wachtingen ten aanzien van de nieuwe agenda. Een be- langrijke stap daarbij was de Discussienotitie: op weg naar de MRA Agenda 2.0, die dit voorjaar uiteindelijk in totaal met zo’n driehonderd raads- en Statenleden en bestuurders is besproken. Ook vanuit derden is op de discussienotitie gereageerd, zoals door de Amsterdam Economic Board en door ORAM, de koepelorganisatie van bedrijven- en ondernemersverenigingen in de regio Amsterdam. Dit heeft een enorm rijke oogst opgele- verd.

Waar de MRA Agenda de inhoudelijke basis is voor sa- menwerking, staat in het Convenant de organisatie en werkwijze van de MRA beschreven. Hierin staat hoe

de MRA-deelnemers met elkaar vergaderen en tot af- spraken komen en wanneer en hoe de raden en Sta- ten worden betrokken. Onlangs is dit convenant door een commissie geëvalueerd en de komende maanden worden hun adviezen uitgewerkt. Dit biedt een uitge- lezen kans om de MRA-samenwerking slagvaardig te herijken. Vorm en inhoud van regionale samenwerking gaan immers hand in hand. Bij het schrijven is dan ook nadrukkelijk naar het evaluatierapport en de aanbe- velingen gekeken. In de concept-agenda is rekening gehouden met de bevindingen waar deze de inhoud raken en zijn haakjes opgenomen om verder uitwerking te kunnen geven aan de adviezen van de commissie.

Tot slot zijn er de lopende programma's en activiteiten van de MRA. Hoe borgen we de inspanningen en resul- taten tot nu toe, hoe gaan we door met die activiteiten die succesvol zijn en wat kunnen we leren van de erva- ringen die zijn opgedaan? Met alle programmatrekkers is uitvoerig gesproken over hun ideeën daarover.

Vanuit deze drie invalshoeken is er gewerkt, met de concept-MRA Agenda 2020-2024 als resultaat. Ik nodig u van harte uit om deze in uw colleges, raden en Staten te bespreken en uw reactie uiterlijk 27 december 2019 schriftelijk aan ons kenbaar te maken.

Namens de MRA Agendacommissie, portefeuillehou- der MRA Agenda 2.0

Maaike Veeningen

(13)

Inhoudsopgave

1. De basis voor samenwerking 4

• De Metropoolregio Amsterdam

• We staan voor urgente, grote en complexe opgaven

• Samen bepalen we de toekomst

• De meerwaarde van MRA-samenwerking

• Ambitieuze samenwerking

• Democratische legitimiteit

2. Werken aan de Metropoolregio Amsterdam 8

• Twee leidende principes: toekomstbestendige metropool en evenwichtige metropool

• Vier bestuurlijke opdrachten

• Opdracht 0: De samenwerking verder versterken

• Opdracht 1: Werk maken van een veerkrachtige, inclusieve en schone MRA-economie

• Opdracht 2: Bouwen voor de woningbehoefte en met groei de leefkwaliteit van het geheel versterken

• Opdracht 3: Vaart maken met het metropolitaan mobiliteitssysteem

• Overzicht opdrachten en uitvoeringslijnen en samenhang lopende programma's

3. Werkwijze MRA Agenda 26

4. Over de MRA en de 7 deelregio's 29

(14)

Pagina 4 MRA Agenda 2020-2024 - Concept 25 oktober 2019

1. De basis voor samenwerking

De Metropoolregio Amsterdam

In het dagelijks leven houd je geen rekening met gemeentegrenzen. Je woont bijvoorbeeld in Amstel- veen, werkt in de binnenstad van Amsterdam, fietst in het weekend langs de Amstel naar Uithoorn, voet- balt zondag uit tegen Almere City, gaat in de zomer naar Wijk aan Zee en bezoekt je familie in Purme- rend. En als je in het buitenland met vakantie bent en mensen vragen waar je in Nederland woont, dan zal je al snel de naam Amsterdam gebruiken.

Rondom Amsterdam ontwikkelt zich een metropool van formaat, die zich uitstrekt van Zandvoort tot Lely- stad, van Heemskerk tot Hilversum en van Beemster tot Haarlemmermeer. Een stedelijke regio die functioneert als één grote stad met 2,5 miljoen inwoners, 300.000 bedrijven en 1,5 miljoen banen. Een regio die een van de economische groeimotoren en belangrijkste sociale knooppunten van Nederland is en die meedoet in de internationale top.

De verbondenheid van de regio is niet nieuw. Wie rond 1650 de Zaanstreek bezocht, zag een landschap van honderden molens, ontstaan doordat steden als Am- sterdam en Edam machinaal houtzagen tegenhielden.

Een inwoner van het Gooi was al even bekend met Am- sterdam: rijke regenten als Cornelis Tromp bouwden hier hun buitens en in het gebied verschenen overal vaarten als gevolg van de zandwinning voor de Am- sterdamse stadsuitbreiding. Achterkleinkinderen van deze generatie zagen de verbindingen tussen de ver- schillende gemeenten letterlijk versterkt worden. In de 19e eeuw verbindt de eerste spoorlijn van Nederland Amsterdam en Haarlem. Ook hoeven schepen uit Am- sterdam niet meer helemaal langs Den Helder. Zij varen nu langs Velsen en IJmuiden door het Noordzeeka- naal. Naast nieuw water, werd overal in de regio nieuw land aangelegd om daarmee ruimte te bieden aan een

groeiende bevolking en aan de groei van landbouw en industrie; eerst de Beemster, later de Haarlemmer- meerpolder en meer recent de Flevopolder.

Ook de regionale samenwerking kent een lange geschiedenis. Al zeker sinds de 17e eeuw werken de overheden in het gebied met elkaar samen aan vraag- stukken die de gemeente- of provinciegrens overstij- gen. Sinds de jaren '90 van de 20e eeuw gebeurt dat onder de vlag van de Metropoolregio Amsterdam.

We staan voor urgente, grote en complexe opgaven

De metropoolregio omspant het daily urban system van Amsterdam, ruwweg het gebied waarbinnen het mees- te dagelijkse woon-werkverkeer plaatsvindt. Binnen dit gebied zijn er op allerlei terreinen – bereikbaarheid, arbeidsmarkt, woningmarkt – onderlinge afhankelijkhe- den. Wat de ene gemeente doet, heeft invloed op de andere.

Het internationale succes van de stad Amsterdam – die tegenwoordig steevast hoog op de lijstjes van 'global cities' prijkt – zorgt voor groei van werkgelegenheid waar de hele regio van profiteert. Tegelijkertijd ver- sterkt dit succes een aantal grote en complexe opgaven waar de metropoolregio voor staat. De woningmarkt staat onder hoogspanning, de tekorten op de arbeids- markt lopen op, op diverse plekken zet toerisme de leefbaarheid onder druk, het mobiliteitssysteem heeft haar grenzen bereikt en de sociaaleconomische ver- schillen binnen de regio groeien. Daarbovenop komen nog de transitieopgaven, die net zo urgent, complex en omvangrijk zijn.

De bevolking van de MRA groeide de afgelopen jaren met 20.000 tot 25.000 inwoners per jaar, waarbij het

(15)

1. De basis voor samenwerking

grootste deel voor rekening van Amsterdam kwam. De druk op de Amsterdamse woningmarkt beïnvloedt de regionale woningmarkt en leidt tot verdringingseffecten die ook elders in de regio voelbaar zijn. Er is een pro- ces van uitsortering gaande, waarbij in sommige gebie- den sprake is van een hoge concentratie van kwetsbare huishoudens en weinig verbinding met de regionale dynamiek. De groei van werkgelegenheid concentreert zich ook in Amsterdam en draagt bij aan een groeiend aantal verkeersbewegingen van en naar Amsterdam.

Zodanig, dat grote knelpunten in de regionale bereik- baarheid ontstaan. Het fenomeen 'overtoerisme' wordt met 25 miljoen overnachtingen per jaar op steeds meer plekken in de regio voelbaar. De hoge leefkwaliteit van de regio staat onder druk en daarmee uiteindelijk ook de internationale concurrentiepositie. De geschetste ontwikkelingen vragen op meerdere facetten een soort schaalsprong, om meer spreiding van dynamiek en om meer integratie van de regio als geheel.

Daarbij komt dat klimaatverandering, met het vaker voorkomen van extreem weer en sneller dan voorspel- de stijging van de zeespiegel, steeds tastbaarder wordt.

De eerder geformuleerde ambitie van de MRA-samen- werking om te werken aan de Metropoolregio Amster- dam als duurzame hotspot waar nationale ambities worden geconcretiseerd, wordt steeds minder vrijblij- vend. We moeten nu forse stappen zetten om de ener- gietransitie, de circulaire economie en klimaatadaptatie waar te maken. Alleen dan is een klimaatneutraal en klimaatbestendig Nederland met een volledig circulaire economie in 2050 een reëel perspectief.

Tot slot vormen technologische innovaties en digita- lisering een uitdaging. Om het economisch succes te bestendigen, moet de regio op dit vlak koploper zijn.

Ondanks de goede uitgangspositie van de regio, staat het succes onder druk. De regio zal werk moeten ma- ken van een toekomstbestendige arbeidsmarkt, waarin werkenden snel nieuwe kennis en vaardigheden kunnen ontwikkelen. Tegelijkertijd brengen technologische in- novaties een grote mate van onzekerheid met zich mee en vraagt dit wendbaarheid en flexibiliteit van over- heidsbeleid.

De Metropoolregio Amsterdam gedijt in een internati- onale dynamiek. De bevolkingsgroei wordt momenteel

veroorzaakt door buitenlandse migratie. De economie draait op de internationale positie van de regio, die in belangrijke mate wordt bepaald door de mainports Schiphol, de haven en het digitale knooppunt AMS- IX. Hoe het met de regio gaat, is zodoende in grote mate afhankelijk van nationaal beleid ten aanzien van immigratie en buitenlandse handel. Daar kunnen we als regio nog enige invloed op uitoefenen. Niet beïnvloed- baar zijn (plotselinge) veranderingen in de geopolitieke context en economische conjunctuur. Gezien recente ontwikkelingen zijn dergelijke veranderingen een reëel scenario waar we rekening mee moeten houden.

Samen bepalen we de toekomst

Veel uitdagingen waar de Metropoolregio Amsterdam voor staat, vragen om een regionale aanpak. Alleen samen kunnen we ze het hoofd bieden. De complexi- teit van de uitdagingen is groot en de reikwijdte van de uitdagingen is regionaal. Zo functioneren woning- en arbeidsmarkt regionaal. Binnen de regio is sprake van onderlinge afhankelijkheid en verwevenheid. Onze geschiedenis leert dat het succes van de regio altijd een samenspel van meerdere kernen is geweest. Ook nu heeft het internationale succes van Amsterdam haar weerslag op de regio en wordt de aantrekkingskracht van Amsterdam voor een groot deel bepaald door een goed functionerend omliggend gebied. De MRA is meer dan de som der delen. Het succes van de regio wordt bepaald door de functionele, culturele én institu- tionele samenhang.

Zorgen voor een goed functionerende metropoolregio is zodoende een gedeelde verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die niet licht is, gezien de opga- ven waar we voor staan en het grote nationale belang van de Metropoolregio Amsterdam. Het is een van de economische groeimotoren en sociale knooppunten van Nederland. Hoe het de regio vergaat, is in grote mate bepalend voor de nationale welvaart.

De MRA-samenwerking is de regionale samenwerking tussen overheden, waar momenteel 32 gemeenten, de provincies Noord-Holland en Flevoland en de Ver- voerregio Amsterdam aan deelnemen. Als overheden kunnen we met regionale samenwerking het verschil

(16)

1. De basis voor samenwerking

Pagina 6 maken, maar we hebben daar wel anderen bij nodig.

Samen met het bedrijfsleven, maatschappelijke orga- nisaties, kennisinstellingen, sociale ondernemers en inwoners van de Metropoolregio Amsterdam bepalen we de toekomst van onze regio. Ook het Rijk en de wa- terschappen zijn onmisbare partners in het behalen van de doelstellingen voor de regio.

De meerwaarde van MRA-samenwerking

Met de MRA-samenwerking bundelen we de over- heidskracht binnen de regio en zijn we samenwerkings- partner voor partijen op gemeentegrens-overstijgende

onderwerpen die raken aan de internationale concur- rentiepositie en leefkwaliteit van de regio. Daarbij zijn economische ontwikkeling, ruimtelijke ordening en mo- biliteit voor de hand liggende onderwerpen, net als de met deze onderwerpen verweven thema's als wonen, landschap, energietransitie, circulaire economie, kli- maatadaptatie, toerisme, cultuur en voorzieningen.

Op deze thema's hebben gemeenten, provincies en de Vervoerregio wettelijke taken en verantwoordelijkhe- den. In MRA-verband werken we samen om de slag- kracht van de afzonderlijke deelnemers te versterken.

Onze regionale samenwerking kan verscheidene func- ties vervullen.

* partners zijn andere overheden – zoals het Rijk, waterschappen of andere stedelijke regio's – bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties, etc.

Functie Doel

Lobby Beleid van andere partijen beïnvloeden

Analyse, visie en

strategiebepaling • Via onderzoek en monitoring, nieuwe opgaven en oplossingsmogelijkheden in beeld brengen

• Gezamenlijke koers als basis voor lokaal/provinciaal beleid

• Afspraken maken met partners* op basis van gedeelde agenda's Netwerken, kennisuitwisseling

en afstemming • Partijen bijeenbrengen en verbindingen leggen

• Kennisuitwisseling om op basis van vrijwilligheid gelijke koers in te zetten

• Kennisuitwisseling met partners* t.b.v. vergroten efficiëntie MRA- samenwerking en afzonderlijke deelnemers

Incubator

(financiering, investeringsfonds, launching customer)

• Gewenste ontwikkelingen aanjagen

• Als afnemer van producten/diensten gewenste ontwikkelingen aanjagen

Uitvoering en realisatie

• Zorgen voor voldoende kennis en capaciteit voor ingewikkelde en bovenlokale opgaven

• Met gezamenlijke marketing & acquisitie investeringen en/of specifieke doelgroepen aantrekken, mogelijkheid om brede palet van de MRA onder de aandacht te brengen

• Aanpak ontwikkelen als basis voor lokaal beleid/uitvoering

(17)

1. De basis voor samenwerking

Ambitieuze samenwerking

De deelnemers van de MRA-samenwerking zien het belang in van ambitieuze regionale samenwerking, een samenwerking die meer is dan een optelsom van lokale belangen. De huidige uitdagingen vragen op diverse onderwerpen een heldere gezamenlijke koers. In het dagelijks werk van regionale samenwerking betekent dit dat soms moeilijke keuzes aan bod komen. Dat kan gaan over het inperken van de eigen beleidsvrijheid door regionaal afspraken te maken of over hoe ontwik- kelingen en investeringen in de regio neerslaan.

Ook in de samenwerking met partners als het Rijk, wa- terschappen, bedrijfsleven, kennisinstellingen en maat- schappelijke organisaties willen we een stap voorwaarts zetten. Met de agenda wordt ingezet op gezamenlijk optrekken met partners waar mogelijk, aangezien dit de slagkracht vergroot. Dit uit zich erin dat activitei- ten die de we als MRA ondernemen in veel gevallen samenwerkingen met partners zijn. Zo kan een activiteit een coproductie zijn, kan de MRA opdrachtgever zijn of participeert de MRA in een brede coalitie. De Am- sterdam Economic Board speelt hierbij, als verbinder tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden, een belangrijke rol.

Veel van de opgaven waar de regio voor staat zijn niet alleen van toepassing op de Metropoolregio Amster- dam, maar ook op andere stedelijke regio's. Bovendien is de MRA geen eiland en staan we in verbinding met de ons omringende regio's. Ontwikkelingen die daar spelen, kunnen ook effect hebben op onze regio en andersom. Daarom kan samenwerking met de Metro- poolregio Rotterdam-Den Haag (MRDH), Brainport en Metropoolregio Eindhoven, U10 (regio Utrecht) en zelfs internationale uitwisseling tussen de MRA en andere stedelijke regio's relevant zijn.

Democratische legitimiteit

De MRA-samenwerking is een bestuurlijke samen- werking. Dat betekent dat gezamenlijke inspanning plaatsvindt op basis van bestuurlijke instemming van de afzonderlijke deelnemers. Deze bestuurders worden gecontroleerd door gemeenteraden en Provinciale Sta- ten. De democratische legitimiteit van de samenwer- king wordt zodoende geborgd door verantwoording van de activiteiten van de MRA-samenwerking aan de gemeenteraden en Provinciale Staten.

(18)

Pagina 8 MRA Agenda 2020-2024 - Concept 25 oktober 2019

2. Werken aan de

Metropoolregio Amsterdam

Met deze agenda werken we als overheden aan het versterken van de Metropoolregio Amsterdam als een internationale economische topregio met hoge leefkwaliteit. Dat doen we door te investeren in een toekomstbestendige en evenwichtige metropool.

Twee leidende principes

De MRA staat voor urgente, grote en complexe opga- ven die de positie van de regio als internationale eco- nomische topregio en de hoge leefkwaliteit onder druk zetten en daarmee het welvaarts- en welzijnsniveau van de mensen die hier wonen en werken. Om de opgaven met het oog op de langere termijn van een passend antwoord te voorzien, hanteren we twee leidende prin- cipes: de toekomstbestendige metropool en de even- wichtige metropool.

Toekomstbestendige metropool

Een regionale economie die op de langere termijn internationaal succesvol is, is een schone economie.

Daarnaast vraagt het waarborgen van een veilige leef- omgeving met hoge leefkwaliteit dat we ons wapenen tegen klimaatverandering en dat we het gebruik en de inrichting van onze leefomgeving verduurzamen. De stedelijke regio is het schaalniveau om de nationale am- bitie om in 30 jaar klimaatneutraal, volledig circulair en klimaatbestendig te zijn, te concretiseren en daadwer- kelijk te realiseren. Zodoende speelt de MRA-samen- werking een cruciale rol.

Met de inzet van de MRA-samenwerking dragen we bij aan de omschakeling naar een circulaire economie, de energietransitie, klimaatadaptatie en biodiversiteit. In de activiteiten van de MRA zal dit betekenen dat we een omslag maken van duurzame dingen doen naar din-

gen duurzaam doen, dat we inzetten op innovatie en de juiste randvoorwaarden om de genoemde transities te versnellen – zowel in de ruimtelijke ordening als op het gebied van mobiliteit en economie – en dat we werken aan een arbeidsmarkt die in staat is de transitieopgaven te verwezenlijken. Bovendien zorgen we ervoor dat we tijdig en krachtig kunnen inspelen op nieuwe ontwik- kelingen. Toekomstbestendig zijn verlangt immers ook wendbaarheid en flexibiliteit.

Evenwichtige metropool

Een evenwichtige metropool is een regio zonder grote sociaaleconomische verschillen tussen gebieden, waar sprake is van kansengelijkheid en hoge leefkwaliteit. De relatieve sociaaleconomische gelijkheid en hoge leef- kwaliteit zijn belangrijke kwaliteiten van de Metropool- regio Amsterdam. Kwaliteiten waar het economisch succes van de regio bij gebaat is, maar ook kwaliteiten die onder druk staan. Vermogenden en hoogopgelei- den bewegen zich makkelijk in de samenleving, terwijl het voor mensen met lage (midden)inkomens en prak- tisch geschoolden moeilijker is geworden om werk en woning te vinden en in hun bestaan te voorzien. Aan de onderkant van de arbeidsmarkt is er voor veel men- sen bovendien sprake van een onzeker toekomstper- spectief. En dat terwijl we met de tekorten op de ar- beidsmarkt iedereen nodig hebben. In de woningmarkt zijn verdringingseffecten te zien, op de arbeidsmarkt is sprake van concentratie van groei van werkgelegen- heid. Met deze dynamiek worden de sociale en eco- nomische verschillen tussen gebieden binnen de MRA scherper en dreigt dit de kracht van regionale diversi- teit te ondermijnen.

Met inzet op het gebied van ruimtelijke ordening, eco- nomie en mobiliteit kan de MRA bijdragen aan een evenwichtige metropoolregio. Door met oog voor de

(19)

2. Werken aan de Metropoolregio Amsterdam

kwaliteiten en eigenheid van de verschillende gebieden te zorgen voor nabijheid van werk en voorzieningen, een goede mix van mensen (woningsegmenten) in de

regio en binnen de deelregio's en beschikbaarheid van mobiliteit.

Vier bestuurlijke opdrachten

Met vier bestuurlijke opdrachten werken we aan de op- gaven waar de regio voor staat. De opdrachten geven richting aan de activiteiten van de MRA-samenwerking en zorgen voor samenhang. Zo bewaken opdrachten 1, 2, en 3 de samenhang binnen respectievelijk de the- ma's economie, ruimte en mobiliteit. De samenhang tussen deze thema's wordt bewaakt met Opdracht 0 De samenwerking verder versterken.

Binnen elke opdracht is op basis van specifieke uitda- gingen een ambitie geformuleerd en aangegeven wat

daarvan het beoogd effect is. De ambitie is vervolgens uitgewerkt naar een beperkt aantal uitvoeringslijnen waarvan de doelen zijn omschreven. In de jaarlijkse werkplannen van de MRA worden de uitvoeringslijnen uitgewerkt in concrete acties, resultaten, organisatie en benodigde middelen. Daarbij wordt ook beschreven met welke specifieke samenwerkingspartners aan die acties wordt gewerkt.

De bestuurlijke opdrachten geven een helder kader voor de gezamenlijke inzet en bieden tegelijkertijd ruimte om jaarlijks bij te sturen.

(20)

2. Werken aan de Metropoolregio Amsterdam

Pagina 10 MRA Agenda 2020-2024 - Concept 25 oktober 2019

Opdracht 0

De samenwerking verder versterken

Zorg – met een samenbindende visie op de regio – voor versterking van de samenwerking, op het vlak van de ‘interne samenwerking’ (MRA-deelnemers on- derling), de samenwerking met niet-overheden (be- drijfsleven, maatschappelijke organisaties, etc.) en de samenwerking met ‘Den Haag en Brussel’ (lobby, bekostiging van investeringen, etc.).

Karakteristiek

De manier waarop we regionaal volgens het polder- model samenwerken – en de rol van het maatschap- pelijk middenveld daarin – is internationaal bezien een kernkwaliteit. Dankzij de polycentrische opzet van de metropoolregio en onderlinge afhankelijkheden kent de samenwerking een lange geschiedenis. De basis voor de huidige samenwerking is in 2016 gelegd. De MRA beslaat een gebied van 32 gemeenten en de deel- nemers zijn die gemeenten plus de twee betreffende provincies en de Vervoerregio Amsterdam. We werken samen op basis van de MRA Agenda en in de uitvoering werken we steeds vaker samen met het Rijk, de water- schappen en niet-overheidspartners in de regio. De sa- menwerking is uitgegroeid tot een waardevol regionaal netwerk, van waaruit tevens verbindingen worden ge- legd met andere stedelijke regio's.

Wat is er aan de hand?

Toenemend belang de krachten te bundelen Het afgelopen decennium kenmerkt zich door een bre- de beweging van decentralisatie van verantwoorde- lijkheden van het Rijk naar provincies en gemeenten.

Van taken op het gebied van economie en ruimtelijke ordening tot decentralisaties in het sociaal domein. De verantwoordelijkheid voor de opgaven van de ener- gietransitie, klimaatadaptatie en de omschakeling naar een circulaire economie ligt nu ook in belangrijke mate bij gemeenten en provincies. Deze opgaven overstijgen echter voor een groot deel gemeente- en provincie- grenzen. Bovendien vragen de transitieopgaven nieu- we expertise, waarbij met name kleinere organisaties moeite hebben de benodigde expertise op te bouwen.

Rijk-regiosamenwerking noodzakelijk

Het Rijk draagt mede de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de regio. Zij richt zich op nationale belangen als versterking van de economie, een goed functionerende woningmarkt, de hoofdnetwerken van wegen, spoor en vaarwegen, de energie-infrastruc- tuur, waterveiligheid en kwaliteit van water, bodem en lucht. Het Rijk is zodoende een belangrijke partner in de MRA-opgaven. Dit komt tot uiting in programma’s, overleggen en subsidies.

Kansen samenwerking met andere regio's en EU De opgaven en belangen van de stedelijke regio's ken- nen veel gemene delers, waardoor uitwisseling en ge- zamenlijk optrekken met andere stedelijke regio's zeer relevant is. Dat geldt landelijk, maar ook internationaal.

Als vierde bestuurslaag is de EU een belangrijke part- ner. Europees beleid raakt stedelijke regio's als de MRA en biedt kansen voor cofinanciering van innovatieve projecten op regionale schaal.

Cruciale rol niet-overheden

De ontwikkeling van de Metropoolregio Amsterdam is vooral het resultaat van de inzet van een veelheid aan partijen van buiten de overheid. Het succesvol identifi- ceren en adresseren van strategische opgaven vraagt daarom ook betrokkenheid en inzet van belanghebben- den als bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en bewoners. In de werkzaamheden van de MRA zullen op zowel strategisch als uitvoerend niveau dan ook meer verbindingen met niet-overheidspartners moeten worden gelegd.

Belang van visie en adaptief bestuur

Overheidsbeleid kan een succesfactor van regionale ontwikkeling zijn. Voorwaarde is een alerte overheid die

(21)

2. Werken aan de Metropoolregio Amsterdam

tijdig kansen signaleert, een visie heeft hoe daar slim op in te spelen, partijen uitdaagt en meebeweegt met de omstandigheden. Dergelijk adaptief bestuur vraagt om behendigheid, wendbaarheid en het vermogen draag- vlak te creëren. Het vraagt ook een verbindende over- heid met overtuigingskracht. Om regionale partners te mobiliseren, maar ook om te zorgen voor lokaal draag- vlak als er scherpe keuzes moeten worden gemaakt.

Netwerksamenwerking

In de afgelopen jaren zijn meerdere onderzoeken en adviezen verschenen over hoe het best regionaal sa- men te werken.1 Lichte en open vormen van samenwer- king worden daarbij aangeprezen. Vormen die het mo- gelijk maken om per opgave, op het juiste schaalniveau een gelegenheidscoalitie te smeden en waarbij ook op een later moment nieuwe partners kunnen aansluiten.

Partners kunnen tevens niet-overheden zijn, denk aan bedrijven en onderwijspartijen. Een regionaal platform dat dient als netwerk waarin uitwisseling plaatsvindt en van waaruit samenwerkingen kunnen ontstaan is daarbij cruciaal. Met dat netwerk kan de MRA – in samenwer- king met de Amsterdam Economic Board – ook een rol spelen als verbinder van overheden, bedrijven, ken- nisinstellingen, maatschappelijke organisaties, onder- nemers en inwoners.

Bekostiging

De opgaven waar de MRA voor staat, vragen forse in- vesteringen. Of het nu gaat over investeringen in mo- biliteit, de energietransitie, landschap of cultuur. De mogelijkheden voor de overheid om de investeringen te bekostigen zijn tanende, mede als gevolg van de politieke keuzes van het afgelopen decennium. Diverse structurele financieringsmogelijkheden hebben plaats- gemaakt voor tijdelijke regelingen met bijkomende onzekerheid en administratieve lasten. De weg weten in diverse mogelijke financieringsmogelijkheden vanuit het Rijk of de EU is inmiddels een discipline op zich. In deze context gaat ook steeds meer aandacht uit naar alternatieve en innovatieve bekostigingsmogelijkheden waarbij uitdrukkelijk ook wordt gekeken naar de rol van de markt.

Verantwoording en transparantie

Cruciaal voor de regionale samenwerking is draagvlak voor de doelen en agenda van de MRA bij inwoners, bedrijven en ondernemers van de regio. Dit draagvlak begint bij volksvertegenwoordigers en vraagt trans- parantie en goede verantwoording. In 2017 zijn door de ondertekening van het MRA Convenant afspraken gemaakt over de invulling van de verantwoording naar gemeenteraden en Provinciale Staten. Hoewel continu wordt gewerkt aan verbetering van de kwaliteit van de verantwoording, is structurele verbetering wenselijk.

Studiegroep Openbaar Bestuur, Maak Verschil, krachtig inspelen op regionaal-

Onze ambitie | Bespreekpunten bestuurlijke tafel

Waar zetten we op in?

• We hebben een aansprekende visie op de regio en de samenwerking, die uitnodigt om met de MRA samen te werken. In deze visie komen de lange ter- mijn ambities op het vlak van economie, verstedelij- king en mobiliteit samen

• We bewaken de samenhang tussen de verschillende activiteiten van de MRA

• We coördineren onze samenwerking met het Rijk en de EU en ook lobby- en fondsenwervingsactiviteiten

• We hebben actueel inzicht in de ontwikkeling van de Metropoolregio Amsterdam

• We versterken de netwerkvorming met bijeenkom- sten en goede communicatie

• We stellen concrete en meetbare doelen vast en

zorgen ervoor dat deze worden gehaald

• We zorgen voor helder overzicht in de activiteiten in de MRA en goede verantwoording en transparantie Beoogd effect

• Goede bekendheid van de Metropoolregio Amster- dam en de MRA-samenwerking bij raads- en Staten- leden en (potentiële) partners van de MRA

• Samenhang tussen de verschillende activiteiten van de MRA

• Goede samenwerkingsrelatie met het Rijk, de EU en partners in de regio

• Agenda's van het Rijk en de MRA zijn op elkaar af- gestemd

• Succesvolle fondsenwerving

(22)

2. Werken aan de Metropoolregio Amsterdam

Pagina 12 MRA Agenda 2020-2024 - Concept 25 oktober 2019

• Actueel inzicht in de ontwikkeling van de Metro- poolregio Amsterdam

• Overzichtelijk MRA-netwerk

• Toegankelijke website waarop de ontwikkelde ken- nis in MRA-activiteiten wordt ontsloten

• Overzichtelijke verantwoording MRA-activiteiten

Hoe gaan we dat doen? | Uitvoeringslijnen

1. Samenbindende visie op de regio en de samenwerking

Doel: Een integrale gezamenlijke visie op de regio en de MRA-samenwerking, die richting geeft aan het handelen van de MRA en die partners enthousiast maakt om met de MRA samen te werken.

• Inhoud geven aan de samenbindende visie op de regio, samen met partners

• Bewaken van de samenhang tussen de MRA-activiteiten en hun bijdrage aan de visie

• Uitdragen van de visie (promotie)

• Actualiseren van de strategische agenda in 2024, of eerder als daartoe aanleiding is 2. Samenwerking Rijk en EU

Doel: Goede en vruchtbare samenwerking met het Rijk en de EU.

• Coördineren van contacten en samenwerkingen met het Rijk en de EU gerelateerd aan de MRA-opgaven

• Voeren van een gezamenlijke (internationale) lobbyagenda en daarbij coalities binnen de regio ontwikkelen waar kennisinstellingen en bedrijfsleven onderdeel van kunnen zijn

• Zorgen voor de randvoorwaarden binnen de MRA, zoals een juridische basis, expertise, capaciteit en pro- cesafspraken, waarmee de kansen op het verkrijgen van fondsen van het Rijk en Europa voor MRA-opgaven wordt vergroot

3. De MRA als netwerkorganisatie

Doel: De kracht van het MRA-netwerk vergroten en beter benutten, en sterkere verbindingen tussen het MRA-net- werk en partners (andere overheden zoals het Rijk en de waterschappen, Amsterdam Economic Board en ook breder het bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties, etc.).

• Verder ontwikkelen van de MRA als netwerkorganisatie door overzichtelijke communicatie over activiteiten, contactpersonen per onderwerp, netwerkactiviteiten als congressen en/of thematische bijeenkomsten

• Vanuit de MRA-activiteiten netwerken opbouwen in en tussen de deelregio's

• Gericht ontwikkelen van relaties met andere stedelijke regio's op basis van gedeelde opgaven en belangen 4. KennisHuis MRA

Doel: Inzicht bieden in relevante ontwikkelingen in de Metropoolregio Amsterdam en ontsluiten van binnen de MRA beschikbare kennis en expertise.

• Zorgen voor duiding van ontwikkelingen binnen de MRA, waarbij jaarlijks belangrijke ontwikkelingen en trends met het netwerk worden gedeeld, in samenwerking met regionale en nationale kennisinstellingen

• Zorgen voor goede ontsluiting van de binnen de MRA beschikbare kennis en expertise, uitgevoerde onder- zoeken en ontwikkelde handreikingen

5. Verantwoording

Doel: Degelijke verantwoording van de MRA-activiteiten en transparantie.

• Zorgen voor heldere en overzichtelijke verantwoording van de activiteiten van de MRA aan gemeenteraden en Provinciale Staten

• Zorgen dat de verantwoording tijdig plaatsvindt en dat informatie online goed vindbaar is

(23)

2. Werken aan de Metropoolregio Amsterdam

Opdracht 1

Werk maken van een veerkrachtige, inclusieve en

schone MRA- economie

Versterk de internationale concurrentiepositie van de Metropoolregio Amsterdam door werk te maken van een veerkrachtige, inclusieve en schone econo- mie in de MRA. Zorg voor economische versterking van de verschillende deelregio's buiten de kernstad Amsterdam, geef richting aan de transitie van de ar- beidsmarkt en jaag innovatie aan op het gebied van circulaire economie en energietransitie.

Karakteristiek

De Metropoolregio Amsterdam huisvest 300.000 bedrij- ven die goed zijn voor 1,5 miljoen banen. Het is een van de Europese economische topregio's. Internationaal blinkt de regio uit in een hoogwaardige diensteneco- nomie en aantrekkelijke stedelijke voorzieningen en de regio kenmerkt zich door een sterke specialisatie in creatieve industrie, financiële dienstverlening, tech, life sciences & health en hoogwaardige logistiek. De posi- tie van Amsterdam als internationale datahub, Schiphol en de haven spelen hierbij een cruciale rol. De MRA is internationaal de meest concurrerende regio van het land en kent al jaren een bovengemiddelde economi- sche groei ten opzichte van het landelijk gemiddelde.

Daarmee is de MRA een belangrijke economische mo- tor van Nederland.

Wat is er aan de hand?

Conjunctuur en veerkracht

De Metropoolregio Amsterdam is een belangrijke mo- tor van de Nederlandse economie en tijdens de econo- mische crisis is de MRA ook de meest schokbestendige regio gebleken. Tegelijkertijd zijn er binnen de regio grote verschillen in de conjunctuurgevoeligheid en economische veerkracht. Sommige gebieden hebben specialisaties die conjunctuurgevoeliger zijn dan ande- re, denk aan industrie, bouw en uitzendbranche. In die gebieden gingen tijdens de crisis veel banen verloren, terwijl Amsterdam goed bleef presteren. Kijken we naar de toekomst, dan vraagt de toekomstbestendigheid van diverse specialisaties binnen de regio om aandacht.

Zo verandert de financiële sector snel door automati- sering, heeft internet veel invloed op ontwikkelingen in de mediasector en zullen de transitie naar een circulaire economie en de energietransitie van grote betekenis zijn voor de huidige activiteiten in het Noordzeekanaal- gebied.

Ruimte voor werken

De agglomeratievoordelen die de regio worden toe- gedicht, komen vooral tot uiting in Amsterdam. Daar

concentreren zich de activiteiten die het meeste baat hebben bij de voordelen van nabijheid (kennisintensie- ve en consumptiegerichte sectoren). Bij het huidige, gunstige economische tij neemt de druk op de kernstad momenteel echter zodanig toe, dat de voordelen drei- gen om te slaan in nadelen: ruimtegebrek voor wonen en werken en hoge vastgoedprijzen. Dure kantoren en winkels en het feit dat het voor sommige groepen te duur wordt om dicht bij werk te wonen, kunnen Am- sterdam en regio minder aantrekkelijk maken. Om de druk op ruimte te verlichten, wordt gestreefd naar ef- ficiënter ruimtegebruik en transformatie van extensief gebruikte gebieden. Ook de regio kan een rol spelen in het verlichten van de druk. De vraag is hoe de druk op Amsterdam kan worden gebruikt om de andere gebie- den in de MRA structureel economisch te versterken en de bereikbaarheid van werk te vergroten.

Circulaire economie, energietransitie en digitalisering Een toekomstbestendige economie is een innovatieve en schone economie. De MRA heeft wat betreft dat laatste een grote opgave met de haven die gespeciali- seerd is in overslag van fossiele grondstoffen en zware

(24)

2. Werken aan de Metropoolregio Amsterdam

Pagina 14 MRA Agenda 2020-2024 - Concept 25 oktober 2019

industrie en de grote afhankelijkheid van de luchtvaart.

Bovendien betekent de omschakeling naar een circulaire economie extra groei in de behoefte aan bedrijventerrei- nen. Maar er zijn ook kansen. Met de schaalgrootte van de MRA kunnen regionale grondstofstromen worden aangepakt en kunnen gemeenten door gezamenlijk in te kopen massa maken om de circulaire economie aan te jagen. De regio biedt op diverse plekken, zoals met Flevokust Haven, ruimte voor de transitie naar een circu- laire productie-economie. Ook heeft de regio met haar positie als een van de Europese digitale hubs een troef in handen om als innovatieve regio voorop te blijven lo- pen. Digitalisering vraagt echter ook verdere groei van de digitale infrastructuur (datacenters en digitale net- werken als 5G en glasvezel) en dat betekent tevens een groeiende energiebehoefte. Het huidige elektriciteitsnet is daar niet op berekend, bovendien ligt er al een grote opgave in het voorzien in duurzame energie voor de hui- dige behoefte. Daarnaast hebben de aanleg van 5G en datacenters een grote ruimtelijke impact.

Transitie van de arbeidsmarkt

Met digitalisering, technologische innovatie en de tran- sitieopgaven verandert de vraag naar arbeid. Er zijn an- dere vaardigheden (skills) nodig en in vakgebieden als de energiesector en IT groeit de behoefte aan arbeids- krachten. Deze ontwikkelingen maken dat blijvend in- zetten op de ontwikkeling van kennis en competenties van de beroepsbevolking een belangrijk aandachtspunt is. Digitalisering en flexibilisering zorgen er verder voor dat de arbeidsmarkt polariseert. Waar door automati- sering banen in het middensegment verdwijnen, groeit de werkgelegenheid aan de bovenkant en onderkant van de arbeidsmarkt. Aan de bovenkant van de arbeids- markt zijn tekorten, waardoor de lonen stijgen. Aan de onderkant is juist een overschot, waarbij middelbaar opgeleiden laagopgeleiden verdringen. Door dit over- schot en flexibilisering van de arbeidsmarkt (flexwerk) komen de lonen hier nog meer onder druk.

Krapte op de arbeidsmarkt

De recordkrapte op de arbeidsmarkt remt de econo- mische groei en is daarnaast ongunstig voor (publieke)

sectoren als onderwijs en zorg. De mismatch op de ar- beidsmarkt is een van de oorzaken van de krapte. Vraag en aanbod sluiten niet op elkaar aan, vooral aan de on- derkant van de arbeidsmarkt. Waar de ene sector te maken heeft met overschotten, kampt de andere met tekorten. Tekorten in sectoren als techniek, zorg en on- derwijs zullen de komende jaren met vergrijzing verder oplopen. In antwoord op de tekorten wordt ingezet op bijscholing en omscholing, het aantrekken van buiten- landse werknemers en verdere automatisering.

Stagnatie onderkant arbeidsmarkt

Aan de onderkant van de arbeidsmarkt is sprake van een hardnekkige dubbele mismatch, tussen vraag en aanbod én tussen beschikbaarheid en bereikbaarheid van werk. De doelgroep woont vaak in de periferie met matige openbaar vervoerverbindingen en de kos- ten om naar het werk te komen zijn voor hen relatief hoog (vervoersarmoede). Daarbij komt dat banen die nu nog bestaan, aan het verdwijnen of sterk aan het veranderen zijn en het werk dat er is, is veelal van tij- delijke aard (onzekerheid). Regionaal zijn er verschillen in bevolkingssamenstelling en het opleidingsniveau van de beroepsbevolking. De dreigende stagnatie aan de onderkant van de arbeidsmarkt verscherpt zodoende ook de regionale disbalans op de arbeidsmarkt.

Internationalisering

De Metropoolregio Amsterdam is internationaal de meest concurrerende regio van Nederland. Dat uit zich in een groeiend aantal multinationals en buitenlandse werknemers in de regio. Met de werving van buiten- landse werknemers worden moeilijk te vullen vacatures gevuld. Internationalisering vraagt een toegankelijke woningmarkt en goede voorzieningen voor buitenland- se werknemers, zoals meertaligheid in het openbaar vervoer en internationaal onderwijs. Tegelijkertijd is het een uitdaging om nadelige effecten van internationali- sering, zoals opdrijving van vastgoedprijzen, het hoofd te bieden. Met internationalisering neemt, tot slot, de afhankelijkheid van geopolitieke ontwikkelingen toe, net als die van nationaal beleid ten aanzien van immi- gratie en buitenlandse handel.

(25)

2. Werken aan de Metropoolregio Amsterdam

Onze ambitie | Bespreekpunten bestuurlijke tafel

Waar zetten we op in?

• Met een gezamenlijke economische strategie zorgen we voor spreiding van economische dynamiek en economische versterking van de deelregio's buiten de kernstad Amsterdam. De strategie gaat specifiek in op de opgave van transformatie van werklocaties in de regio en is sturend voor:

- lokaal beleid op het gebied van werkmilieus en de kantoren- en bedrijvenmarkt

- activiteiten op het gebied van marketing en acquisitie

• We zetten in op gezamenlijke (internationale) marketing en acquisitie voor de gehele MRA

• We bepalen gezamenlijk de speerpunten voor het regionale onderwijs-arbeidsmarktbeleid met oog op de transitie van en de mismatch op de arbeidsmarkt en de transitieopgaven

• Met een gezamenlijk investeringsfonds jagen we innovatie ten behoeve van de transitieopgaven aan

• We willen, met partners, werken aan een duidelijk en duurzaam toekomstperspectief voor Schiphol en de haven/het Noordzeekanaalgebied

• We zorgen voor een gezamenlijke visie op het toekomstperspectief van datahub AMS-IX en voor zorgvuldige en verantwoorde ontwikkeling van de data-infrastructuur in de regio

• We voeren regie op de regionale energie-infra- structuur om ervoor te zorgen dat deze – met

het oog op energietransitie, verstedelijking, toename van datacenters en klimaatverande- ring – toekomstbestendig is

• We zetten stevig in op samenwerking met part- ners zoals het Rijk, bedrijfsleven en kennisinstel- lingen (via de Amsterdam Economic Board) ten bate van de regionale economische strategie en uitvoering

Beoogd effect

• Versterking van het economisch profiel van de afzonderlijke deelregio's en de MRA als geheel

• Groei werkgelegenheid in afzonderlijke deelregio's

• Verlichten druk op de kantoren- en bedrijven- markt in deelregio Amsterdam en tegengaan leegstand commercieel vastgoed in de deelre- gio's buiten Amsterdam

• Transformatie van voor transformatie aange- merkte werklocaties

• Tegengaan tekorten en mismatch op de arbeids- markt en mobiliseren onbenut arbeidspotentieel

• Groei arbeidsaanbod ten behoeve van de tran- sitieopgaven

• Voorkomen van knelpunten in de energievoor- ziening en in de data-infrastructuur

• Groei initiatieven die bijdragen aan circulaire eco- nomie, energietransitie en klimaatbestendigheid

• Goed functionerende triple-helix-samenwerking voor het werken aan de regionale economie

Hoe gaan we dat doen? | Uitvoeringslijnen

1. Regionale economische strategie

Doel: Een gezamenlijke koers voor de inzet van de MRA en afzonderlijke deelnemers op economische ontwikkeling in de regio (inclusief onderwijs-arbeidsmarkt en innovatiebeleid), algemene promotie in lijn met deze strategie.

• Inhoud geven aan de regionale economische strategie voor de Metropoolregio Amsterdam, in nauwe samen- hang met de verstedelijkingsstrategie en de lange termijn strategie voor het mobiliteitssysteem

• (Inter)nationale promotie van de economische kracht van de regio en deelregio's

• Monitoren van de regionale economische strategie voor de MRA 2. Werkmilieus (Plabeka)

Doel: Ontwikkeling van werkmilieus in de MRA in lijn met de regionale economische strategie, profilering en ac- quisitie in lijn met de regionale economische strategie en goede begeleiding van bedrijfsverhuizingen binnen de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer recente en historische gegevens specifiek voor een bepaalde vissoort worden opgevraagd om in de databank te kunnen inbrengen, kunnen andere fiches worden gebruikt waarop ook

Op deze manier bieden wij substantiële steun ook aan gezinnen die normaal snel weer uit beeld zouden verdwijnen (wegens hun eigen weerstand tegen hulp, óf omdat ze steeds

Vernieuwende initiatieven die tijdens de lockdown ontstonden, waren ener- zijds initiatieven die naar verwachting vooral bruikbaar zijn in crisistijd. Anderzijds ontstonden

Doel: Een gezamenlijke strategie voor de schaalsprong in het mobiliteitssysteem en de uitvoering daar- van met bijzondere aandacht voor de samenhang met ontwikkelingen op het gebied

Doel: Een gezamenlijke strategie voor de schaalsprong in het mobiliteitssysteem en de uitvoering daarvan met bijzondere aandacht voor de samenhang met ontwikkelingen op het gebied

In de annex bij dit hoofdstuk Staat van een 24-tal kleinere, voor het merendeel ärmere landen aangegeven welke de groei van het bruto binnenlands produkt (BBP) is ge- weest,

Het bevat een brede waaier aan rechten die vaak al in andere mensenrechtenverdra- gen voorkwamen, maar die nu voor het eerst met een specifi eke focus op personen met een

Gebruik en beleving van natuur van niet-westerse allochtonen 3.1 Participatie in het bezoek aan het groen in en buiten de stad 3.2 Gebruik van groen in de stad 3.3 Gebruik