• No results found

N.I. Novikov als Vrijmetselaar", De spirituele zoektocht van een Russische schrijver, publicist en uitgever 1744-1818 - Hoofdstuk III NOVIKOV EN HET MAÇONNIEKE OOSTEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "N.I. Novikov als Vrijmetselaar", De spirituele zoektocht van een Russische schrijver, publicist en uitgever 1744-1818 - Hoofdstuk III NOVIKOV EN HET MAÇONNIEKE OOSTEN"

Copied!
131
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

N.I. Novikov als Vrijmetselaar", De spirituele zoektocht van een Russische

schrijver, publicist en uitgever 1744-1818

de Kok, A.C.H.M.

Publication date

2000

Link to publication

Citation for published version (APA):

de Kok, A. C. H. M. (2000). N.I. Novikov als Vrijmetselaar", De spirituele zoektocht van een

Russische schrijver, publicist en uitgever 1744-1818.

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.

(2)

Hoofdstukk HI

NOVIKOVV EN HET MAQONNIEKE OOSTEN

Inleiding g

Inn het oosten komt de zon op en breekt de nieuwe dag aan. In het westenn gaat hij onder en treedt de nacht in. Dit kosmische gegeven wass de natuurlijke context waarin de bouwers van de operatieve loges hunn werk verrichtten en vormde de symbolische en rituele oriëntatie-puntenn voor de magonnieke arbeid in de latere speculatieve loges. In dee loge zetelde de Achtbare Meester in het Oosten om van daaruit de werkzaamhedenn te leiden. In het Westen verrichtten de vrijmetselaars dee arbeid en werd het loon ontvangen. In deze Oost-West-oriëntatie speeldee zich het ma$onnieke leven van Novikov af.

Inn het vorige hoofdstuk is beschreven hoe de vrijmetselarij in Sintt Petersburg en Moskou in de jaren zeventig en in het begin van dee jaren tachtig van de achttiende eeuw zich ontwikkelde. Novikov maaktee deze ontwikkeling mee en tegelijk maakte hij een eigen ont-wikkelingg door. In zijn satirische tijdschriften van zijn voor-magon-niekee periode gaf hij blijk van de christelijk-zedelijke en morele con-textt waarin hij dacht en in 1775 trad hij toe tot de Engelse vrijmetse-larijj op de voorwaarde dat er niets zou zijn 'npoTHBHoe coBecru' [strijdigg met het geweten]. Of Novikov toen de notie 'christelijk' wegliett om bewust alleen over zijn 'geweten' te spreken, is onwaar-schijnlijk,, maar niet zeker. Zeker is dat hij zich tussen 1775 en 1777 opp de theosofisch-gnostische gedachtewereld heeft georiënteerd; dat iss op te maken uit de twee artikelen die hij in 1777 schreef. In die ar-tikelenn worden noch Jezus Christus, noch de bijbelboeken genoemd.

(3)

Tijdenss de oriëntatiefase waarin Novikov zich toen bevond laat hij zich,, zoals bekend, door Von Reichell adviseren die hem op het spoorr zet van de 'ware vrijmetselarij*. Als Schwarz naar Berlijn ver-trektt met de opdracht de ware vrijmetselarij op te sporen, krijgt hij vann Novikov de waarschuwing dat hij eventuele deelname daaraan zall afwijzen in het geval er 'iets' zou zijn 'nporaBHoe XPHCTHHHCKOMV

yneHHK)?'3699 [strijdig met de christelijke leer] Een belangrijk uitgangs-puntt voor dit hoofdstuk is dan ook dat Novikov én bij toetreding tot dee Johannesloge én bij zijn instemming om zich in de theoretische graadd van de rozenkruisers te laten inwijden, de voorwaarde stelde datt er 'niets' mocht zijn in de maconnieke werkwijze dat tegen zijn gewetenn en zijn christelijk geloof in zou gaan. Waren zijn artikelen in 17777 nog theosofisch van aard, nadat hij in 1783 was ingewijd in de theoretischee graad en lid was geworden van een beweging waarin de vereringg van Jezus Christus een grote plaats innam, verscheen zijn artikell over de (religieuze) opvoeding van kinderen. Daarin noemt hij Jezuss Christus en spreekt een christen die pleit voor een inhoudsvolle geloofsbelijdeniss en geloofsbeoefening. Novikovs brief van 1784 aan zijnn Duitse superieur Schroder laat verder geen onduidelijkheid meer overr zijn christelijke oriëntatie. Zijn christen-zijn wordt in 1786 - na hett onderzoek in opdracht van Catharina de Grote - door de aarts-bisschopp Platon bevestigd. Novikov onderschreef alle kerkelijke dogma'ss en ging te biecht en ter communie. Vanaf die tijd staan ook zijnn brieven in het teken van zijn christendom en is Jezus Christus zijnn Verlosser. Zijn levenslange secundaire oriëntatie op vormen van esoterischee kennis blijkt maar één doel te hebben: versterking en ver-diepingg van zijn christelijke geloof en levenshouding. De lijn die No-vikovv met zijn brief aan Schroder trekt, wordt consequent doorge-trokkenn tot zijn gevangenschap in 1792 en daarna, wanneer hij nog vrijwell uitsluitend op zijn landgoed verblijft, tot aan zijn dood in 1818. .

Novikovss gehele denken wortelde in zijn christelijke opvoe-dingg en de vrijmetselarij, ingebed in een samenleving die werd ge-kenmerktt door het orthodoxe geloof, werd voor hem een 'methode' omm zijn christendom verder te verdiepen. Daarom wordt ingegaan op enkelee historische en religieuze aspecten van de Russisch orthodoxie.

(4)

Datt geloof en de mystieke kracht die daarvan uitging, vormden de basiss waarop Novikov als jong mens religie en kerk beleefde en be-paaldenn de sfeer waarin de latere Russische vrijmetselaars waren grootgebracht.. Ook de theologische kwestie van het filioqw komt aan dee orde. Dit geloofspunt was mede bepalend voor de ruimte die al-lerleii sekten voor een eigen geloofsbeleven door de eeuwen heen toeviel. .

Eenn enkel woord zal worden gezegd over de verhouding tus-senn kerk en staat. Deze instituties waren in Rusland niet gescheiden. Dee kroon had in geloofszaken een bijzondere positie en dat was een vann de redenen waarom de kerk zich in relatie tot de Moskouse vrij-metselarijj ogenschijnlijk op de achtergrond hield.

Hett verlichtingsdenken in de achttiende eeuw was een be-langrijkee voorwaarde voor de bloei van de vrijmetselarij in Rusland. Peterr de Grote had zijn land naar West-Europa toegekeerd, de Fran-see encyclopedisten vonden hun weg naar het oosten en de Russische schrijverss werden zich bewust van de nieuwe uitdaging. Catharina II verkreegg het predikaat 'Grote' vanwege haar intellectuele en refor-mistischee intenties en de tolerantie die zij aan de dag legde. De Rus-senn die zich op basis van het verlichtingsrationalisme, los van staats-off kerkelijke structuren, voor de verbetering van de samenleving wil-denn inzetten, bleven echter beperkt in aantal en in mogelijkheden. De samenlevingg was, tot in de hoogste sociale lagen toe, onvoldoende ontwikkeldd om verlichtingsideeën naar waarde te kunnen schatten en dee rede delfde ook in deze tijd van relatieve tolerantie het onderspit. Dee samenleving bleek noch bereid, noch in staat haar binding aan de religieuzee en maatschappelijke tradities aan een kritisch onderzoek te onderwerpen.. Onder degenen die de verlichtingsideeën verwierpen, bevondenn zich echter Russen die zich - net als de verlichtingsratio-nalistenn - ook buiten de structuren van staat en kerk om, voor de verbeteringg van de samenleving wilden inzetten. Deze groep onder leidingg van Novikov en zijn maconnieke vrienden wendde zich niet tott de ideeënrijkdom van de encyclopedisten of de empirische weten-schap,, maar zocht de antwoorden op de vragen van het bestaan bij theosofen,, piëtisten en mystici. De vrijmetselarij was de werkplaats waarinn zij de ideeën van deze denkers verwerkten.

(5)

Achtereenvolgenss wordt ingegaan op de theosoof en mysti-cuss Jakob BÖhme, de Franse theosoof Saint-Martin en de Lutheraan enn piëtist Johann Arndt. Novikov noemt Böhme weliswaar nergens maarr hij moet onder andere door zijn vriend Schwarz met zijn werk kenniss hebben gemaakt.370 Böhme krijgt als eerste aandacht omdat hij eenn spiritueel baken was voor de bovenbouw van de gehele Russische vrijmetselarij.. Het denken van Saint-Martin, door Novikov expliciet genoemdd als van belang voor zijn persoonlijke bezieling, vindt zijn weerslagg in onder andere de genoemde artikelen van Novikov ge-schrevenn in 1777. Het werk van Arndt trok Novikov inhoudelijk het meest.. Arndts piëtistisch denken sloot aan op Novikovs christelijk-orthodoxee gevoelsleven en in de brieven die hij vanaf 1784 schreef, is datt merkbaar. De volgorde van behandeling van de drie denkers wordtt bepaald door het algemene karakter [Böhme] of de specifieke betekeniss voor Novikov: Saint-Martins werk als het ideële, abstracte theosofischee raamwerk en Arndts vroomheid als inspiratie voor de invullingg van Novikovs christelijke geloof. Tegen de achtergrond van hunn denken vormde Novikov zijn ideeën over de religieuze waarden vann het leven. Die ideeën, vervat in de masonniek-religieuze zienswij-zee van Novikov, worden uitvoerig behandeld.

Allereerstt komt aan de orde Novikovs beeld van de Egypti-schee Oudheid en de relatie die hij legt met de vrijmetselarij. Vervol-genss wordt ingegaan op Novikovs perceptie van God, van de mens inn relatie tot God en de schepping, van Jezus Christus, het evangelie, hett gebed, de zonde, de vrije wil en de goddelijke genade. Dit ge-deeltee wordt afgesloten met de weergave van de praktische opvattin-genn van Novikov over goed godsdienstonderwijs en met een korte schetss van zijn relatie met de kerk. Uitvoerigheid is, zoals gezegd, no-digg om te kunnen vaststellen hoe intens Novikov in het magonnieke Oostenn bezig was, maar ook om Novikovs religieuze gevoelsleven te kunnenn toetsen aan de diverse kwalificaties die Russische schrijvers enn onderzoekers hem de afgelopen twee eeuwen hebben verleend. Diee kwalificaties lopen opmerkelijk uiteen: van verlichter, rationalist enn deïst tot mysticus, occultist en obscurantist. De laatste drie kwali-ficatiess werden hem verleend op basis van zijn lidmaatschap van een

1700

Na Novikovs arrestatie in 1792 zijn in zijn boekenkasten werken van BÖhnie ge-vonden,, Craven, p. 401.

(6)

hermetischh georiënteerde organisatie zoals de orde van de Gold-

mdRosen-kmaerwas.kmaerwas. Novikov verankerde zijn bestaan in het mqavnehe Qostm met

eenn onvoorwaardelijke religieuze overgave aan de boodschap van Johan-ness 17, Het Hogepriesterlijk gebed. Daarmee onderstreepte hij dat er op hem maarr één kwalificatie van toepassing was: die van een christen die langs velee wegen op zoek was naar verdieping van zijn geloof.

Hett Oosten

Dee aanduiding Oosten' werd in macpnnieke kring verbonden met de metafoorr van de Tempel van Salomo en de Opperbouwmeester des Heelals.. Men meende dat de tempel van Salomo een oost-west oriëntatie had;; in een versie van de Register House catechismus [1696] wordt onder meerr gevraagd: '..How stands your lodge?(...)East and west as the Temple off Jerusalem(...)Where was the first lodge?(...) In the porch of Solomon's Temple."3711 Ook de operatieve vrijmetselaars in Engeland bouwden hun godshuizenn met het altaar in het Oosten. Niet alleen omdat daar het eerste lichtt verschijnt en uit die richting [uit het (Midden) Oosten] met het Woordd Gods het christendom gebracht werd, maar ook omdat Christus volgenss de overlevering bij het eerste ochtendgloren uit het graf was op-gestaan. .

Williamm Hutchinson schreef in The Spirit cf Masonry, in Russische maconniekee kringen een gezaghebbend werk:

'Ass an emblem of God's power, his goodness, omnipresence, and eternity,, the Lodge is adorned with the image of the Sun; which he ordainedd to arise from the East, and open the day(...)When The worfdd was under the hands of her great Architect she remained dark, butt the divine fiat was no sooner pronounced, than behold there was ligfrtt - creation was delivered from darkness(... )as true Masons, we standd redeemed from darkness, and are become the sons of Ljgfo(.... )and, as the children of Lgfe(...)we have turned our backs

onn works of Darkness, Obscenity and Drunkenness, Hatted and Malice,

SatanSatan and his dominions; preferring Oxtrity, Benevolence, Justice, Tem-perance,perance, Chastity, and Brotherly Lave, as the acceptable service on

whichh the great Master of all, from his beatitude, looks down with approbation.1372 2

'7'' Stevenson, p. 139. Zie ook: 1 Kon. 6-8; 2 Kronieken 3-7:10

J722 Hutchinson, pp. 53,56. Dh wok wend na de eerste uitgave in Engeland (1775) in het Russisch

(7)

Hermess Trismegistus, aan het woord bij Hutchinson, zegt: 'But if thouu wilt see him [God], consider and understand the sun, consider thee course of the moon, consider the order of the stars.'373 Het Oos-tenn beloofde de macpn - in zijn kosmische symboliek - wijsheid, in-zichtt en waarheid waardoor de geestelijk gerijpte vrijmetselaar in staat zouu zijn in dit leven van 'the works of Darkness' afstand te nemen. Hett symbolische Oosten, schrijft Jaspers, doordrong de macon van hett besef van zijn eeuwigheid en oneindigheid Het Oosten inspireer-dee en maakte de vrijmetselaar bewust van zijn 'unieke persoonlijk-heid'' en sociale verantwoordelijkheid. In het licht van het Oosten bewerktee hij zijn ruwe steen in de hoop eens zijn kubieke steen aan dee bouw van de Tempel der Volmaaktheid bij te kunnen dragen. Dit wass immers waar zijn maconnieke bestaan om draaide. Hutchinson spoordee zijn broeders aan tot 'a devout and diligent enquiry into [Gods]] works, and the law by which he governs the natural and moral world'.. Door die aansporing geïnspireerd ging de macon op zoek naarr wat in het verleden over hemel en aarde geschreven was. Im-mers,, 'knowledge and virtue, my brethren, are the objects of our pursuit.'3744 Dat gold ook voor de bezielde Russische vrijmetselaars vann de jaren tachtig van de achttiende eeuw. Eenieder die in de voor-gaandee tweeduizend jaar wijsheid en kennis had uitgedragen kon re-kenenn op hun belangstelling. De Novikov-kring laafde zich aan het gedachtegoedd van apostelen en theologen, ketters en kerkvaders, mysticii en gnostici, theosofen en filosofen, aan iedereen die de weg konn wijzen naar wijsheid, kracht en schoonheid, de weg naar het kennenn van God, de Opperbouwmeester. Novikov zou echter tijdens zijnn levenslange zoektocht bemerken dat de wijsheid van deze den-kerss weliswaar groot was, maar dat ook zij de ware weg naar God niet tonenn konden. Zij konden slechts de richting aangeven waarin ge-zochtt moest worden: het Oosten. Novikov ging in die richting en zouu al vroeg in zijn maconnieke leven vaststellen dat alleen Gods

melddee zijn superieur Schroder, in 1784, in een brief [datum onbekend] dat zij een 'geheime' druk-kerijj hadden opgericht voor het drukken van mystieke boeken en dat op dat moment de eerste tweee boeken gedrukt werden. Een van die twee was Duch Kmunsakstva fflie Spirit of Masonry] vann Hutchinson. Pistoa Mnikout, p. 39. Longinov noemt dit werk voor de Russische vrijmetselaars 'vann bijzondere betekenis'. Longinov, p. 252.

3733 Hutchinson, p. 66. 3744

Hutchinson, pp. 167,168.

(8)

Woordd zoals neergelegd in het evangelie, hem werkelijke kennis en wijsheidd kon bieden.

Hett orthodoxe geloof en de kerk

Inn de Istorija Russkoj cerkui wordt op basis van de Nestor-kroniek uit-voerigg verslag gedaan van de geboorte van de Russisch orthodoxe kerkk in het jaar 986. In dat verslag wordt verteld hoe de Grootvorst Vladimirr in die tijd een bewuste keuze maakte voor de Byzantijnse kerk. .

Dee Kiè'vse vorst ontbood in het jaar 986 een viertal gezanten vann de toen in die regio bekende geloofsrichtingen. Hij, nog heiden, wenstee van de diverse religieuze stromingen kennis te nemen om zich eventueell tot een daarvan te bekeren. Hij ontbood de islamitische, joodse,, roomse en Byzantijnse vertegenwoordigers en nodigde hen uitt om hun geloofsgoed toe te lichten. Niemand kon de vorst echter directt overtuigen van de meerwaarde van zijn godsdienst boven die vann de andere.375 Hij stelde de beslissing uit. Eerst wilde hij nog zijn eigenn mensen laten ervaren hoe de diverse kerken hun erediensten hieldenn en hij stuurde zijn gezanten op onderzoek uit. Toen zij aan hett hof waren teruggekeerd, deden ze verslag van hun bevindingen. Overr de islamitische en joodse eredienst waren ze negatief. De Latij-nenn hielden weliswaar veel erediensten maar, Kpacombi HUKÜKOÜ, [zij blonkenn niet uit in schoonheid]. De Byzantijnse rituelen daarentegen maaktenn een verpletterende indruk en opgetogen meldden zij:

'.... MM iie 3naeM na ne6e AH MW HaxoAHAncb IIAH na 3eMAe, noroMy HTOO na 3CMAe neTTaKoro BIIA» H Kpacoxw, H MM ne B COCTOHIHIH MX onifcan>;; 3HaeM TOAI>KO, HTO THM C AIOAMVUI oöirraeT Iior.. .>376.

[Wee weten niet of we in de hemel waren of op aarde omdat op aardee een dergelijk schouwspel en schoonheid niet bestaat, en

3755

Voor de inhoud van de argumenten van de verschillende gezanten waarom Vla-dimirr voor hun kerk zou hebben moeten kiezen, zie: Makarij, Istorija Russkoj cerkvi, dl.1,, pp. 227, 228; Van den Bereken, pp. 18-22.

(9)

wee kunnen die ook niet beschrijven, we weten alleen dat God daarr onder de mensen woont.]

Dee schoonheid van de eredienst werd ervaren als een voorproef van eenn hemels leven na de dood. Dit euforische verslag deed - volgens dee kroniekschrijver Nestor - de vorst besluiten zich door de Byzan-tijnsee kerk te laten dopen. Nestor geeft aan dat Vladimirs keuze een esthetischee was, een gevoelskeuze en dat andere motieven bij de vorst eenn ondergeschikte rol speelden. Schoonheid was een doorslagge-vendee factor en de kern van die schoonheid was mystiek. Zij kwam tott uitdrukking in de plechtigheden en gezangen en in de ikonen als vensterss op de bovennatuurlijke werkelijkheid. Schoonheid bood de Russischee mens een geestelijk toevluchtsoord in zijn bestaan. Dat was watt de Byzantijnse kerk voor haar Russische gelovigen door de eeu-wenn heen betekende. Zij was de katalysator die het ontwikkelingspro-cess van de Russische ziel bevorderde zonder zelf te veranderen. Deze kerkk had haar wortels in de Griekse Oudheid, werd gevoed door het denkenn van Plato en bleef ook door de eeuwen heen overwegend platoons. .

Naastt het joodse gedachtegoed, waren Plato en zijn leerling Aristoteless voor de ontwikkeling van de christelijke theologie een bronn van ideeën. Na het grote schisma in 1054 ging de rooms-katholiekee kerk een weg op die door Thomas van Aquino aristote-lischh werd gemarkeerd. Hij ontwikkelde de wijsbegeerte van Aristo-teless tot de basis van de roomse theologie.377 Aristoteles was voor Romee interessant omdat zijn geloof in een 'materie-vormende kracht' eenn denkmodel bood waarmee kon worden getracht de relatie tussen Godd en de zintuigelijke werkelijkheid zodanig te omschrijven, dat aan beidenn recht werd gedaan.378 Rome vond het belangrijk dat het geloof -- om zijn %t\oohmardi$eid te vergroten - met behulp van de rede werdd onderbouwd De Russische orthodoxie bleef echter

overwe-1777 In de encycliek Humani Generis (1950) wordt de methode, beginselen en leer van Thomass van Aquino nog steeds als richtsnoer genomen voor de wijsbegeerte en the-ologiee van de rooms-katholieke kerk

3788

De basis van dit streven vormde Paulus' brief aan de Romeinen: Want hetgeen van hem niett gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereldd uit zijn wenten met het verstand doorzien.' [ 20:1]

(10)

gendd op Plato georiënteerd.379 De Russische religieuze mens ontwik-keldee zich in het licht van zijn ideeënwereld Plato's grot-allegorie was eenn symbolische voorstelling van de bovennatuurlijke wereld die de Russischee kerk haar gelovigen in het vooruitzicht stelde. [Hebr. 8:1-5] Platoo had het hemelconcept ontworpen: toen de uitverkoren mens vann zijn ketenen bevrijd werd en de grot der (illusoire) schaduwen verliet,, langs een ruwe, steile weg naar boven', kwam hij van de duisterniss in het licht en aanschouwde de 'echte' wereld, de wereld vann de goddelijke ideeën, een Vereld' van pure schoonheid. Het was metafysischh een kleine stap om zich in dat concept een Schepper te denken.3800 Schoonheid is een van de noties die Plato's gehele denk-werkk doortrekt. Armstrong schrijft dat het platoonse schoonheids-ideee door vele theïsten als God wordt aangeduid. De grotmetafoor is eenn zinnebeeld van de overgang van de Russen naar de oosterse kerk. Inn de vormen van de eredienst zijn schoonheid, mystiek en transcen-dentiee de drie noties die die overgang karakteriseren. Ze zijn door de eeuwenn heen de belangrijkste karakteristieken van het Russische or-thodoxee leven gebleven. De schoonheid van de kerkelijke ritus werd, alss 'ikoon van de hemelse werkelijkheid', in de loop der tijden door dee kerkelijke vaderen met zorg en overtuiging intact gehouden. Juist vanwegee die dierbare en kostbare intuïtieve geloofsbeleving heeft de Russischee kerk in haar geschiedenis niet meegedaan aan diverse leer-stelligee rationalisaties die zich in de christelijke wereld voordeden.381 Zijj heeft zich blijvend gebaseerd op de eerste zeven oecumenische conciliess van de christelijke kerk.382 Door rationalisaties, schreef de

3799 Overigens bleef Plato ook in de katholieke keik velen religieus-filosofisch inspireren. De

Franciscanerr bedelorde was daarvan een voorbeeld

3800 Het neo-platonisme Nverd' christendom door het centrale christelijke dogma dat luidt: liet

Woordd is vlees geworden' [Joh. I: 1-18]. In Gvitas Dei schrijft Augustinus dat Plato het chris-tendomm het meest nabij is gekomen. Evenals de christenen waren reeds de platonici 'God zo e-kend,, boven het stoffelijke uitgestegen.' Augustinus, Cruaas Da, VHI, 5. Vloemans, p. 41.

3811

Aan het schisma van 1054, tussen de oosterse en westerse keiken, lag, zoals gezegd, mede de rationalisatiee in het westerse religieuze denken ten grondslag. Photius (815-898), een hoofdrol-spelerr in relatie tot het latere schisma, zag hoe het rationalisme in het westerse christendom groeide,, hoe het zich aan de letter der leerstukken bond'. Hij beleed de orthodoxe overtuiging datt de kerk door de Geest moest worden geleid en niet door de autoriteit van een vastgestelde leer.. Fetter, p. 43.

3822

Encyclopedie van het christendom, p . 590. D e eerste zeven oecumenische conci-liess of synodes vonden alle plaats voor het jaar 900: Nicaea, 325; Constantinopel, 381;; Ephese, 431; Chalcedon, 451; Constantinopel, 553; Constantinopel, 692; Ni-caea,, 787.

(11)

Russischee filosoof Chomjakov (1804-1860) was de West-Europese theologiee mystiek verarmd.383 Bij de Byzantijnse christenen gingen liturgischee schoonheid en de verkondiging van de heilige boodschap handd in hand. Berdjaev en Armstrong geven aan dat het mystieke ka-rakterr van de orthodoxe spiritualiteit scholastieke godsconcepten, de-finitiess of rationalisaties geen ruimte biedt. Een algemeen aanvaard theologischh systeem was dan ook niet nodig en dat kende de ortho-doxiee ook niet. De God van de Griekse orthodoxie moest boven alle denkenn en voorstelling verheven blijven.384 In het orthodoxe chris-tendomm - schrijft Fetter - is alles vloeiend, er is een oer-vertrouwen inn de heilige kracht der traditie. Zij is de minst normatieve vorm van christendom.. Maximus Confessor (580-662), een van de kerkvaders vann de Byzantijnse theologie, geloofde dat vereniging met God de enigee vervulling van het menszijn kon wezen.385 De hele eredienst, allee aanwezige sacrale symbolen, elk gebaar en ieder voorwerp, had dann ook in zekere zin een relatie met de ware werkelijkheid (de christelijkee hemel) en vormde voor de gelovigen het middel om de zichtbaree werkelijkheid te ontstijgen en binnen te gaan in de wereld vann God. Het wezen van de mens was [en is] in orthodox denken het platoonsee idee. De kerk leerde de mens, zo schrijven de Russische apologeten,, God te zoeken in het binnenste van zijn hart. Zo beleef-denn de gezanten van Vladimir de liturgische glorie in de Hagia Sofia tijdenss hun eerste christelijk-rituele ervaring, zo beleefden de gelovi-genn de eredienst in de achttiende eeuw en zo beleven zij die glorie vandaagg nog. Zij gaf hun het gevoel 'otherworldly™ te zijn. De hele architectuurr en aankleding van de kerk droegen daaraan bij; zij had-denn diezelfde functie. De ikonostase symboliseerde de overgang tus-senn de (illusoire) werkelijkheid van deze wereld en de 'echte' van

3833 Russkaja Filosofija, p. 595. 3844

Armstrong, p. 137. Berdjaev, Slavernij en Vrijheid, p. 89. Overigens was de Russisch orthodoxee kerk voor sommige Russische van de moederkerk afgescheiden oud-gelovigen,, zo goed als aristotelisch:' U,cpKoiuii>ic(...) H na ncfx; CMmpjrr nc c Bepoio, a u ApucixrniAcuww i»para rAfl/vHï...{De dienaren van de (orthodoxe) kerk zien niet naar de hemell in geloof, maar kijken door de poorten van Aristoteles.] Leskov: Zapetcatknnyj

Angd,p.Angd,p. 313.

1855

Armstrong, p. 153. ww Ware, p. 270.

(12)

Godd De ikonen aan de wanden deden hetzelfde.387 De karakteristie-kee koepels, vaak in de kleur van het hemelgewelf, met sterren bezaaid enn met de afbeelding van de Pantokrator,388 belichaamden de icke kosmoss en de hemelse sferen. In de orthodoxe ritus werden sacra-mentenn 'mysteriën' genoemd en door die mysteriën werd het boven-zinnelijke,, ongrijpbare en onbereikbare bereikbaar. De voorsmaak vann eeuwige vreugde gedurende de eredienst, bepaalde voor de or-thodoxee christen de grondstemming bij het ontvangen der sacra-menten.389 9

Dee religieuze mens vond dus in liturgie en religieuze kunst de goddelijkee werkelijkheid. Theologie bleef op de achtergrond; zij was immerss gebonden aan het denken en daarmee een hindernis voor in-dividuele,, vrije, spiritualiteit. De kerk stond daarvoor open. Rosenthal zegtt hiervan: The Orthodox Church did not discourage personal re-ligiouss experience or speculative mysticism', en zij wijst op gnostische elementenn die Griekse kerkvaders al vroeg in de. orthodoxie hebben ingevoerd,3900 In rechtstreeks verband hiermee staat een ogenschijnlijk irrelevantt religieus strijdpunt tussen de roomse kerk en de kerk van Constantinopel.. Het betreft het theologische geschil van het fiUoque waarvann de uitkomst bepalend werd voor de ruimte die allerlei sekten doorr de eeuwen hadden om individueel spiritualiteit te zoeken.

Hett leerstuk van het filioque handelde over de vraag of de Heiligee Geest ook van de Zoon voortkomt, zoals het westerse stand-puntt was, of alleen uit de Vader, waar de orthodoxie door de eeuwen heenn aan vast hield. De onenigheid over deze kwestie, schrijft Arm-strong,, heeft aan het licht gebracht dat de Griekse kerk en de Latijnse kerkk twee verschillende godsvoorstellingen hadden. Volgens Mat-theuss 16:13-20, zou Christus zijn gemeente bouwen op de 'rots'

Pe-3877

Het platoons karakter van de Russisch orthodoxe kerk illustreert Fetter nog eens aann de hand van een preek van vader Dionysius, archimandriet en priester van de orthodoxee gemeente in Den Haag, vlak na de Tweede Wereldoorlog. Deze zei- "Wij gelovenn dat er twee plannen zijn: het plan van de wereld en dat van het Goddelijke enn Eeuwige'. Fetter schrijft: *Hoe platonisch!(... )[in het mysterie van de eucharistie] staatt de mystiek der orthodoxie in nauw verband met het inzicht van Plato: alle din-genn dezer wereld zijn een afspiegeling van de eeuwige ideeën; door symbolen wordt dee geestelijke wereld voor de mensen zichtbaar.' Fetter, p. 171.

Ï MM Zie, bijvoorbeeld, de koepels van de kloosterkerk Troice-Sergieva Lavra'. 3899

Fetter, p. 28 woo Rosenthal, p. 10.

(13)

trus.. Aan die bijbeltekst heeft Rome, op een aantal theologische ter-reinen,, een bijzondere status ontleend Een aspect daarvan is dat de roomsee kerk zich als mystiek lichaam van Christus ook ziet als de in-termediairr tussen de Heilige Geest en haar gelovigen. In de ogen van orthodoxee theologen was in de katholieke kerk pas dan de werking vann de Heilige Geest mogelijk, indien deze bemiddeld werd door de kerk,, haar instituties als Gods genademiddelen, of haar priesters als haarr dienaren. In de Russische orthodoxie daarentegen was de voort-komstt van de Heilige Geest niet aan de hiërarchie gebonden. De Heiligee Geest kon zich overal openbaren en mannen (en vrouwen) rechtstreekss raken en bezielen [Joh. 3:8] waardoor zij tot grote wijs-heidd en heiligheid konden komen. Ware wijst erop dat die wijze man-nenn niet altijd priester of kloosterling waren maar dat ze werden ge-leidd 'by the direct inspiration of the Spirit'.391 De Russische gelovige biechttee bij deze starcy en kwam bij hen om raad. Dat de orthodoxe kerkk de werking van de Heilige Geest direct en onbelemmerd in het individuu mogelijk achtte, schiep in de achttiende eeuw ook voor de mystiekk georiënteerde vrijmetselarij ruimte voor niet kerkelijk gebon-denn spirituele activiteit. Deze vorm van religieuze tolerantie van de zijdee van de orthodoxe keik verklaart mede haar relatief verdraagzame houdingg tegenover de ma^onnieke beweging. De rooms-katholieke kerk, daarentegen,, bestreed de vrijmetselaars met encycliek en banvloek. Aan dee andere kant, echter, was de Russische kerk buitengewoon onver-draagzaamm tegenover de geringste afwijking in het vastgelegde liturgi-schee ceremonieel. Dat bleek onder andere uit de meedogenloze ver-volgingg van de raskolniki [Russische schismatici].

Naastt het leerstuk van het filioque dat de Russische gelovige kerkelijkk niet opgeëiste spirituele ruimte liet, was er nog een geloofs-aspectt dat in de (mystieke) vrijmetselarij een rol speelde en ook onder rozenkruiserss sterk aan de orde zou zijn: het gebed en het daarmee verbondenn verlangen naar vormen van ascese. De Russische vrome gelovigee die ijverig zijn bijbel las, vond daarin op vele plaatsen aan-sporingg tot gebed. Het gebed was voor hem - als zondige, hulpeloze menss - een unieke verbindingsmogelijkheid met zijn Schepper. Vol-hardingg in een oprecht en gelovig gebed kon naar zijn overtuiging leidenn tot een mystiek naderen van God, kon grote steun geven bij 3«Ware,p.39. .

(14)

hett waken aan de persoonlijke heiliging. De stony waren het bewijs vann wat gebed in dat opzicht kon bewerkstelligen. Iedereen zou de krachtt en steun van het gebed kunnen verwerven en het innerlijke lichtt zou iedereen, vroeg of laat, ten deel vallen. In de orthodoxie kon doorr het gebed godskennis worden verkregen. Het strijden tegen de verlokkingg van aardse genoegens was een onontbeerlijke voorwaarde. Deelnamee aan de eredienst en de kracht van het gebed leidden tot de deugdenn van deemoed, liefde en barmhartigheid. Door oefening in diee deugden kon de orthodoxe gelovige komen tot vrijheid van geest, tott lijdensbereidheid en aanvaarding van wat hem door God werd opgelegd.. Zo kon hij de staat van heiligheid benaderen. In de overga-vee van het hart lag de basis van de rede.392 Deze stelling werd in de achttiendee eeuw door vele Russische vrijmetselaars aangehangen en wass de karakteristieke antipode van het verlichtingsdenken.

Dee gerichtheid van de religieuze Rus op het hiernamaals in mystiekk gebed en eredienst liet weinig ruimte voor grote inzet ter vervullingg van de aardse opdracht. Sommige onderzoekers zien daarinn een van de oorzaken voor de maatschappelijke inactiviteit van dee Russische kerk en haar gelovigen door de eeuwen heen. Berdjaev heeftt in zijn werk aan de zin van het menselijk scheppen veel aan-dachtt besteed. De Russische filosoof schrijft - volgens De Graafs weergavee in zijn dissertatie - dat vanuit het centrum van de kerk de scheppendee activiteit van de mens als zondig werd bestempeld. Het hoogstee waartoe de kerk soms kwam, was, dat men deze activiteit als neutraall beschouwde.393 Voor het doorsnee orthodoxe bewustzijn wass de ascese, de verzaking van de wereld in zijn materiële verlokkin-gen,, van een middel tot een doel geworden en als zodanig dus vol-komenn tegengesteld aan alle cultuurscheppen (kunst, wetenschap, li-teratuur,, politiek, sociaal idealisme) en maatschappelijk activisme, zelfss aan morele verbeteringsaspiraties.394 Het resultaat van deze

toe-3922

Russische anachoreten: laat uw rede op uw hart gegrond zijn(... )verdrink uw ver-standd in uw hart'. De Graaf, p. 68.

3»» De Graaf, p. 93. 3944

Sobv'ev verhaak in La Russie et l'Egix LkmrsSe [kwolsky] over een oude Russische leg-endee van Sint Nicolaas en Sint Gassianus. Op zekere dag, toen ze langs een landweg liepen zagenn ze een kar en een paard die in de modder vast zaten, "Laten we de voerman een handje helpen',, opperde Nicolaas, doch Gassianus schudde het hoofd. 'Als we onze kleien beder-ven(...)dann zullen we het rijk der hemelen niet binnen gaan!' Maar Nicolaas hielp de

(15)

voer-standd was, volgens Berdjaev, dat aan de menselijke arbeid elke religi-euzee rechtvaardiging ontbrak, dat de gebieden van het menselijke scheppen,, de cultuur in de meest uitgebreide zin van het woord, on-geheiligdd bleven. Uit vrees om de wereld en de arbeid in de wereld te vergoddelijkenn heeft men haar ontgoddelijkt.395 Fetter concludeert datt daarom het Russische volk niet geneigd was de westerse moraal, nochh de beschaving over te nemen. Hij schrijft dat in de neoplatoon-see opvattingen het gevaar schuilde dat aan de gewone menselijke ze-delijkee prestaties te weinig waarde werd gehecht.396 De manier waar-opp door de Russische gelovige, bijvoorbeeld, het paasfeest werd erva-ren,, onderbouwt Berdjaevs mening over *het doorsnee orthodoxe bewustzijn'.. In het westen heeft het kerstfeest in de beleving van vele gelovigee altijd gegolden als het belangrijkste kerkelijke feest. Voor de Russischee christenen was dat het paasfeest. De zevende dag van de weekk was niet de 'zon'dag maar de dag van de opstanding, vcskresenw^ eenn wekelijks terugkerende herinnering aan de opstanding van Jezus Christuss zoals die op Pasen wordt gevierd. In het paasfeest is alles samengebaldd waar het de Russische christen om gaat: de belofte van eenn nieuwe toekomst, de hoop op een eeuwig beleven van de hemel-see werkelijkheid*

mann en besmeurde zijn kleding. Toen de beide heiligen aan de poorten van de hemd aank-wamen,, zag Petnis direct wie op aarde zijn naaste had bijgestaan En hij werd daarvoor be-loondd De Franse dominicaan, Pater Congar schreef in een essay over de geringe aardse taakgerichtheidd van de Russisch orthodoxe kerk wat wij [rooms-katholieken] er bij hebben gevoegdd en zij [de Russisch orthodoxen] er af hebben gehaald, is het element van de stri-jdendee kerk, de verworvenheden die zich in de kerk van Christus ontwikkeld hebben, het feit datt zij een kerk is opaank Met deze legende werd door Solov'ëv aangegeven dat aan de offi-ciëlee orthodoxe leer de sociale dynamiek ontbrak die de Westerse kerk wel bezat. Izwolsky, p.. 163.

»ss De Graaf, p. 93. 3966

Fetter, 114. Arseniev stelt daar tegenover: I t is not true that Russian piety has lackedd a philantropic and social impulse, that it has remained purely contemplative, ignoringg the life and sufferings of men(... )Russian monasticism, besides its contem-plativee element, manifests also an eminently social concern: a tremendous outburst off charity in the service of one's neighbour.' Russian Piety, pp. I l l , 112. Arseniev geeftt een pagina voorbeelden van de liefdadigheid vanuit kerkelijke instituties. Hij brengtt alles onder de noemer van 'compassion for his neighbour'. De vaststelling vann Fetter en anderen heeft echter een sociaal-kritische en culturele strekking, geen louterr charitatieve.

(16)

"Wantt nu zien wij nog door een spiegel in raadselen, doch straks vann aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zall ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben. Zo blijven dan: geloof,, hoop, en liefde, deze drie... '397.

Dee Russische mens had moeite met het westerse christelijke opti-mismee dat deze aarde zou kunnen worden verbeterd. Hij had hier 'geenn blijvende stad' maar zocht de toekomstige' [Hebr. 13:14]. In hett diepst van zijn ziel, meent Berdjaev, is de Rus aan niets gehecht, daaromm geeft hij noch om bezit, noch om deugden en begrippen van goedd en kwaad Goed is in zijn ogen alles wat onscheidbaar verbon-denn is met de echte, ware kennis.398 In het diepste van zijn hart denkt dee meest hebzuchtige Russische koopman: eigenlijk zou ik niet in weeldee mogen leven, eigenlijk zou ik pelgrim moeten zijn.399

Inn het licht van de aspecten van het orthodoxe geloof die de revue zijnn gepasseerd, paste de achttiende-eeuwse Rus met zijn orthodox-christelijkee opvoeding goed in de vrijmetselarij. De vrijmetselaar die naarr geestelijk leven hunkerde, zag allerlei aspecten van het geloof dat hijj als kind had meegekregen in de loges van de diverse systemen te-rugkeren.. Russische magons waren ervan overtuigd dat de plechtig-hedenn van de Grieks-Russische orthodoxe kerk en de ritualen van de vrijmetselarijj dezelfde oorsprong hadden.400 Maar hun klacht was dat dee innerlijke schoonheid van de kerk door schuld en nalatigheid van haarr bedienaren, verdord was. In de loge - voor wie het wilde zien en onderzoekenn - werd voor velen de innerlijke schoonheid die de kerk verlorenn was, in de 'oeroude' magonnieke symboliek hersteld. Im-mers,, net als in de kerk, had veel symboliek in de loge ook een relatie mett de bovenaardse werkelijkheid Het kerkelijk-rituele bidden was

3977

ICor. 13:12 en 13. "«Zenkovskij.dl.l,, p. 109.

3999

Fetter, p. 254. Overigens vertoonde deze Russische koopman een opmeikelijke gelijkenis met dee Hollandse calvinistische koopman.

4000

Dat schreven Moskouse macons in de vragenlijst die Berlijn de (buitenlandse) loges had voo r-gdegdd in verband met de conventie van Wilhelmsbad en de poging van de Russen macpnnieke zelfstandigheidd te verknjgen.'... O&pHAu rpcKo-PoccitficKofi nepKnn IUK CXOAIIW C MacoucKiiMii,

H-IOO IICAIOH coMiiciian,cg H TOM, HTO OIIH HMCIOT OAIHI nc]umiHK.'[De ritualen van de

Grieks-Russischee keik hebben zoveel gemeen met die van de vrijmetselarij, dat er niet getwijfeld mag wordenn over de vraag of zij van dezelfde bron komen] Longinov, p. 171.

(17)

eenn aspect dat in de loge eveneens beleefd werd, maar op een eigen-soortigee manier in de hogere graden. Het ging dan niet om de ex-tremee vorm van bidden zoals die door orthodoxe asceten beoefend werd,, maar toch wel om dagelijkse intense gebedsoefening. Maar - en datt was een belangrijk verschil - diezelfde 'Russisch orthodoxe' vri-jmetselaarr leerde uit de oorspronkelijke Engelse magonnerie dat de Opperbouwmeesterr des Heelals weliswaar een belangrijk referen-tiepuntt was, ook in het dagelijkse leven, maar dat cultuur en samen-levingg er wél toedeed, dat het werken ten behoeve van de naaste in hett magonnieke Westen alle aandacht verdiende.

Hiervoorr zijn aspecten van het orthodoxe geloof aan de orde geweest diee in de achttiende eeuw de achtergrond vormden van de keuze van eenn relatief groot aantal Russen voor de vrijmetselarij. Die aspecten betroffenn de ruimte die de kerk de gelovige liet voor intuïtief en per-soonlijkk geloofservaren, haar terughoudendheid tegenover theologische enn godsdienstige rationalisaties en het handhaven van oorspronkelijke innerlijkee en inhoudsvolle rituele schoonheid. Een kerk die deze karak-teristiekenn voor haar gelovigen weet te verwerkelijken, kan de toets derr kritiek gerust tegemoet zien. Maar daartoe was de Russisch or-thodoxee kerk niet voldoende in staat. De clerus was niet bij machte dee liturgie van de kerk tot het innerlijk te laten spreken en velen ver-wetenn de dienaren Gods een gebrek aan godsdienstig, zedelijk en in-tellectueell overwicht. Zij waren verantwoordelijk voor het religieuze landschapp dat de meeste magons in hun jeugd hadden leren kennen enn waarop zij geheel of gedeeltelijk waren uitgekeken.

Err is nog een aspect van het orthodoxe geloof dat enige aan-dachtt behoeft en dat is de positie van de wereldlijke autoriteit in haar relatiee tot het instituut kerk De kerkelijke onvrede over de vrijmet-selarijj werd namelijk gekanaliseerd door het hof en in woord en daad doorr Catharina de Grote naar buiten werd gebracht. De tsarina sprak zichh tegenover de vrijmetselarij uit als wereldlijk én als kerkelijk leid-ster.. De historische achtergrond van die positie was de volgende:

Dee kroon gedragen door tsaar of tsarina had zich in geloofs-zakenn door de eeuwen heen een bijzondere positie verworven. Lange tijdd is er tussen Russische vorsten en Grieks- en Russisch-orthodoxe

(18)

kerkvaderss gestreden om het primaat. Een belangrijk moment in die strijdd was het concilie van Ferrara-Florence in 1439. Deze samenkomstt was bedoeld om de kerkelijke verdeeldheid tussen oost enn west op te heffen die na de breuk in het jaar 1054 was blijven bestaan.. De poging om op dat concilie de oosterse kerken met Rome tee herenigen werd echter een mislukking. Constantinopel ging weliswaarr met Rome een unie aan maar de omarming van het roomse geloofsgoedd door de (Griekse) metropoliet van Moskou, die aan het conciliee deelnam, viel in de Russische hoofdstad in verkeerde aarde. Dee metropoliet werd na terugkeer gevangen gezet en door een Rus-sischee metropoliet uit Rjazann vervangen. Op dat moment stond Mos-kouu alleen tegenover Rome en Constantinopel. Door het zelfbewuste optredenn van de toenmalige vorst Vasilij II werd de Russisch-orthodoxee kerk in 1448 zelfstandig. Vanaf die tijd gingen de Moskousee vorsten zich met de kerk bemoeien en kenden zij zichzelf daarinn een leidende rol toe.401 Het religieuze identiteitsbesef van de Russischee staat werd verder gestimuleerd door het feit dat islamieten 'mett hun slechte en goddeloze Ottomaanse geloof' de troon van het Byzantijnsee keizerrijk hadden bezet. Dit besef, schrijft Van den Ber-eken,, is het begin geworden van de gedachte dat het Moskouse Ruslandd de politieke en geestelijke erfgenaam was geworden van het Byzantijnsee rijk.402 Door de islam, was de opvatting, zou het ware christelijkee geloof dat in Constantinopel zijn oorsprong had, ten on-derr gaan en was het Moskou dat het centrum van de christelijke wereldd moest worden. Uit deze opvatting werd de Derzk-Ramdoctrine geborenn die het ideologische hoogtepunt vormde van het Moskouse politiek-religieuzee bewustzijn. Daarmee werd het tsarisme religieus gefundeerd403 3

Peterr de Grote ging tegenover de kerk en de clerus op geheel eigenn wijze te werk. Om alle eventuele twijfels omtrent de positie van dee tsaar in geloofszaken te voorkomen liet hij zijn hofprediker Feo-fann Prokopovic het wezen van de Russische autocratie theologisch

4011

Van den Bereken, p. 132. Makarij, [metmpdit Moskovskij i Kakmenskij] geeft een gedetaileerdd verslag van de kerkelijke ontwikkeling in die periode in dl. 3, pp.

316-359. .

«22 Van den Bereken, pp. 133,134. 4033

Ibid., voor een gedetaileerd verslag over Moskou en de DerdeRomakxtrine, 7\t pp. 140-156. .

(19)

onderbouwen.. Deze veel besproken hoogbegaafde priester verschafte inn preken en geschriften de tsarentroon een theocratisch fundament. Dee kerk behoorde ondergeschikt te zijn aan de kroon. Het praktische gevolgg van deze stellingname was een kerkhervorming zonder prece-dent.. De kerk kreeg een nieuw statuut waarin zij alle macht uit han-denn gaf.404 Het patriarchaat werd afgeschaft en vervangen door een

KojuiezuajibubiMKojuiezuajibubiM jnpaeAenueM [leiderschapscollectief], een synodaal

bes-tuur.. De tsaar benoemde de leden en hield de geestelijkheid onder controlee met het instellen van een 'burgerlijk toezicht', een hoge ambtenaarr die namens de kroon iedere vergadering bijwoonde. Be-sluitenn moesten door de tsaar worden goedgekeurd. Volgens de opvattingenn van Prokopovic was de tsaar 'bisschop der bisschoppen*, dee c3amirrHHK H xpamiTeAb npaBOCAaBHHfl' [verdediger en behoeder vann de orthodoxie].405

Onderr Catharina de Grote veranderde er in de positie van de kroonn niets. Zij identificeerde zich, althans naar buiten toe, geheel mett de de Russische orthodoxie en de kerk-staattraditie en noemde zichzelff in haar correspondentie met Voltaire dxfde l'é$i$e grecque en -- schrijft Van den Bereken - ze handelde overeenkomstig door de enigee criticus van haar kerkpolitiek, metropoliet Arsenij van Rostov, terr dood te laten brengen.406

Hett verlichtingsdenken in de achttiende eeuw in Rusland Wiee de plaats van Novikov als een van de voormannen van de vrij-metselarijj in het achttiende-eeuwse Rusland nader wil duiden, zal eerstt aandacht moeten schenken aan de belangrijkste aspecten van de verlichting.. Deze was immers het Europese cultuur-historische kader waarinn de magonnerie opkwam. Maar wat was de verlichting? Die vraagg is al ontelbare malen gesteld; toch moet zij hier weer worden herhaald.. Zonder enig houvast ten aanzien van uitgangspunten, defi-nitiess en nuances van het begrip verlichting, kan een magon als No-vikovv moeilijk worden beoordeeld op de aard van zijn geestelijk leven zoalss dat in dit hoofdstuk aan de orde is. De uitingen van de

verlich-4

«« Brikner, p. 623.

4055 Van den Bereken, pp. 169, 170.

«*«* Ibid., p. 171. Smolitsch, p. 252.

(20)

tingg in de samenleving zullen hier grotendeels buiten beschouwing gelatenn worden. Daarop zal in hoofdstuk IV worden ingegaan» maar dann als uitvloeisel van de macpnnieke symboliek in Novikovs maat-schappelijkee leven.

Vrijwell iedere onderzoeker die van welk gezichtspunt dan ook de verlichtingg bestudeert, geeft vroeg of laat de definitie die Kant in 17833 heeft geformuleerd in zijn Was ist AufkldnoTg^7 Hoewel Kants beknoptee definitie tot op de dag van vandaag als goed hanteerbaar wordtt geacht, leidde deze in de achttiende eeuw geenszins tot een voorr iedereen in alle gevallen bruikbaar instrument. De 'Streit über Aufklarung'' die het laatste deel van de achttiende eeuw onder schrij-verss en wetenschappers werd gevoerd, was onder andere ontstaan omdatt de deelnemers aan die strijd zich realiseerden dat er in feite sprakee was van vele vormen van Aufklarung en het was duidelijk ge-wordenn dat een enkele definitie daarvoor niet toereikend kon zijn.408 Dee geschiedenis van de formulering van de definitie is lang en nog steedss wagen wetenschappers zich aan herdefiniëringen409 of worden dee Europeanen tot ver in de twintigste eeuw aangeklaagd omdat zij dee niet-Europese wetenschappers nog steeds niet hebben kunnen voorzienn van 'a sufficiently broad, accurate, comprehensible, and usablee definition of the Enlightenment'.410 Desalniettemin heeft de

4077

'Aufklarung ist der Ausgang des Menschen aus seiner selbstverschuldeten Un-miindigkeit.. Unmiindigkeit ist das Unvermögen, sich seines Verstandes ohne Leitung einess anderen zu bedienen. Selbstverschuldet ist diese Unmiindigkeit, wenn die Ursachee derselben nicht am Mangel des Verstandes, sonderen der Entschliessung undd des Muthes liegt, sich seiner ohne Leitung eines anderen zu bedienen. Sapere

au-de!de! Habe Muth dich deines eigenen Verstandes zu bedienen! ist also der Wahlspruch

derr Aufklarung'. I. Kant, *Beantwortung der Frage: Was ist Aufklarung?' (1783). Zie Buisman,, p. 14.

4088

In 1793, - vermeldt Stuke - heeft Schaumann zich in zijn Versuch über Aufklarung verdieptt in de vraag of hij de toen geldende begripsverwarring over het woord Aufklarungg kon beëindigen. Hij onderscheidde 'religiose, philosophische, politische, juristische,, ökonomische(... Jmithin ihrem Gegenstandsbereich nach verschiedene Aufklarung,, und zum anderen formal, funktional und kategorial verschiedene Auf-klarung,, und zwar sinnliche, intellektuelle, rationelle Aufklarung, theoretische, prak-tische,, asthetische Aufklarung, echte, unechte, einseitige, allseitige, falsche, wahre Aufklarung.. Zie Stuke, p. 287.

4099

Ford, F.L., 1968, The Enlightenment: Towards a Useful Redefinition', in: Studies

inin the Eighteenth Century, pp. 17-29.

4100

(21)

eeuwendurendee discussie geleid tot uitgekristalliseerde opvattingen overr een aantal van de wezenlijke elementen van het begrip verlich-ting.. De rede, met haar analyse en kritiek, werd haar centrale kenmerk enn het enige instrument voor het verstaan van en omgaan met de werkelijkheid.. Dat impliceerde individuele intellectuele autonomie,

vertrouwenvertrouwen in eigen capaciteiten, ontworsteling aan niet-rationele dwang,, wantrouwen tegenover hetgeen de ervaring overstijgt,

verbre-kingg van traditionele niet op de rede gebaseerde banden en dat alles gepaardd aan maatschappij-kritisch, praktisch-zedelijk vooruitgangs-optimisme. .

Inn een door christelijk denken overheerste Europese cultuur haddenn dergelijke eisen die vooraanstaande denkers zichzelf en ande-renn stelden, bij velen overgang naar het deïsme tot gevolg. De na-tuurlijkee rede was hun voldoende om God te kunnen kennen. De openbaringg en daaruit voortvloeiende dogma's werden onder zware kritiekk gesteld of verworpen. Een aantal vooral Franse filosofen pas-seerdee ook het stadium van het deïsme, verwierp alles wat de grens naarr de metafysica overschreed en nam de materie als uitgangspunt vann de werkelijkheid. Maar naast de materialisten en deïsten, bestond err een aanzienlijke groep met name Engelse en Duitse filosofen en theologenn die het christendom als cultuurhistorische factor in het Eu-ropesee veranderingsproces onopgeefbaar achtte en die zocht naar een mogelijkheidd om het binnen het redelijk denken een plaats te ge-ven.4111 Het plaatsgeven van het christelijk [openbarings-] gedachte-goedd binnen een systeem van denken dat is gebaseerd op een ratio-nele,, zintuigelijk ervaarbare grondslag, is een problematische aangele-genheid;; immers het begrip 'christelijke verlichting' is een tegenspraak inn zichzelf. Een christen gelooft op gezag van het Woord en niet van dee rede. Daarom ontstond ook ten aanzien van dit begrip een in-drukwekkendd scala aan meningen maar is toch ook hier een aantal kerngedachtenn uitgekristalliseerd die door een brede consensus wordt gedragen. .

Hett uitgangspunt van de christelijke verlichting is dat rede enn openbaring elkaar niet uitsluiten; zij zijn twee elkaar

ondersteu-4111

Buisman, p. 25, constateert dat in de meeste Europese landen er een symbiose wass van een zeker autonoom kritisch-onderzoekend verstand en het openbarinesee-loof. .

(22)

nendee kenbronnen van God. Dit uitgangspunt bood de ruimte waar-binnenn eenieder zich christelijk verlichter kon noemen die dat als zo-danigg erkende. Sommige christenen stonden binnen die ruimte dich-terr bij de kenbron "Openbaring', dan bij de kenbron 'rede', of omge-keerd.. Maar waar lagen de grenzen? Voor de groep christenen die het accentt in haar denken op de rede wilde leggen, lag de grens daar waar dee deïsten zich bevonden. Voor de groep die zich niet te ver van de Openbaringg wilde verwijderen was dat veel moeilijker vast te stellen. Inn zijn dissertatie over de literator, macon en voorvechter van de ver-lichting,, Johannes Kinker, voert Hanou de historicus W. W. Mijnhardt opp die in een vergelijking met de toenmalige ontwikkelingen in En-geland,, Duitsland en Zwitserland, de grens legt bij de christelijke or-thodoxie.4122 Het redelijk(er) georiënteerde christendom werd geken-merktt doordat het in meerdere of mindere mate afstand wenste te nemenn van allerlei dogmatische zekerheden, het streefde naar een ze-keree 'Entzauberung'.413 Men liet religie toe tot de verlichtingsdiscussie indienn het om een 'aufgeklarte' religie ging.414 De reformatie was in diee visie al een vorm van verlichting doordat zij had gestreefd naar eenn redelijke heroriëntering van het christendom*.415 Christelijke ver-lichterss die binnen die aangegeven ruimte het verste afstonden van de Openbaringg als kenbron, zochten in de natuurlijke religie naar nieuwe wegenn waarlangs oude theologische waarden en traditionele kerkleer inn overeenstemming konden worden gebracht.416 Door die verschui-vingg naar de rede werden dogmata een groeiend probleem, met name dee erfzonde werd voor de christelijke verlichter een onoverkomenlij-kee hindernis. Immers de erfzonde was een 'lijdelijke zonde', iets wat dee mens was overkomen zonder dat hij persoonlijk daaraan enig

aan-«22 Mijnhardt schreef in De Nederlandse Verlichting in Europees perspectief \p. 344] dat er 'plaatss was voor vele gradaties van religiositeit'. Daarbij sloot hij - voor de karakteri-seringg 'christelijke verlichting' - 'steile rechtzinnigheid* uk. Zie Hanou, p. 56. 4133 Oorspronkelijke een term van Max Weber die sprak van 'Entzauberung der Welt' alss deel van het secularisatieproces. Stuke, p. 245.

«"" Stuke, p. 275. 4.55

Buisman, schrijft [p. 26] dat de philosophes heterodoxe groepen zoals Socinianen, Arminianen,, maar ook de reformatoren zelf als dragers van een beweging voor de redelijkee reorganisatie van het christendom, tot op zekere hoogte konden waarderen. 4.66 Bosma [pp. 72-76] wijst in dk verband op de kenmerkende verschuiving van dogmatischee theologie in Schotland, Engeland en Duitsland, naar een 'moderate* theologiee of 'vernünftige Orthodoxie'.

(23)

deell gehad had; het was een 'schuld' die van geslacht op geslacht werdd overgedragen. Voor die 'ongerechtvaardige' erfzonde was in een optimistischh mens- en wereldbeeld geen plaats meer.417

Inn de discussie over christelijke verlichting nam het piëtis-me,, dat in relatie tot de Moskouse vrijmetselaars een belangrijke rol speelde,, een bijzondere positie in. Het betrof hier een stroming die de innerlijkee geloofsbeleving centraal stelde en wars was van alle uiter-lijkheid.. In wezen paste het daardoor in een christelijke verlichtings-context,, het zuiverde de godsdienst van allerlei rituele uitwassen en boodd zijn volgelingen de mogelijk tot een individueel-autonome godsbeleving.. Maar dat alles niet ten behoeve van de rede, maar van hett geloof. Alle piëtisten bleven trouw aan de klassieke dogma's, an-derss zou de benaming 'piëtist' ook niet van toepassing zijn. Zij had-denn een gemeenschappelijke noemer met de Moskouse vrijmetselaars omdatt zij hun spiritualiteit beoefenden binnen een zelfgekozen kring vann gelijkgezinden, maar - evenals de vrijmetselaars - ook hun aardse opdrachtt niet uit het oog verloren.

Dee verlichting in Europa was een product van een groot aantal filo-sofen,, schrijvers en theologen. Mannen als Locke, Berkeley, Hume, Wolff,, Kant, Lessing, Nicolai, Mendelssohn, Frederik de Grote en de Fransenn Montesquieu, Voltaire, Diderot, d'Alambert, Holbach, Hel-vétiuss en Rousseau, hebben in meerdere of mindere mate aan het eindee van de zeventiende eeuw en in de achttiende eeuw hun stempel opp het verlichtingsdenken gedrukt en onder de Europese elite vele aanhangerss verworven.418 Maar gold dat ook voor de intellectuele bo-venlaagg in de periferie van Europa, in Rusland?

Dee Russische intelligentsia maakte de gehele achttiende eeuw opp haar reizen door Europa kennis met het klimaat waarin het den-kenn van deze verlichters zich ontwikkelde. Zij studeerde aan vooruit-strevendee universiteiten in Duitsland, maar ook in Frankrijk, Neder-landd en Engeland. Zij ontmoette de voormannen van de verlichting enn las met verwondering hun baanbrekende werken. Mede door haar 417417

*What the entire Enlightenment has in common is denial of the central Christian doctrinee of original sin...' Berlin, "Counter -Enlightenment', 20; zie Hanegraaff, p. 412. .

4188

Van hen waren de volgende vrijmetselaar Frederik de Grote, Nicolai, Lessing, Voltaire,, Helvétius en Holbach. Zie Lennhoff-Posner.

(24)

drongg het verlichtingsdenken de opkomende Russische (pro-za)literatuurr binnen. De literatuur ging een bijdrage leveren aan de ontwikkelingg van een nieuw nationaal bewustzijn. Literatoren als Kantemir,, Lomonosov, Sumarokov, Elagin, Cheraskov en Derzavin hebbenn allen als tijdgenoten op hun manier daarin een rol gespeeld Sipovskij,, onderzoeker van de Russische roman van de achttiende eeuw,, meent dat de romans die vanaf de jaren vijftig werden uitgege-ven,, een getrouw spiegelbeeld tonen van het filosofisch en maat-schappelijkk denken van die tijd. Hij schrijft dat men zich de algemene gedachtee van deze eeuw eigen maakte, dat het leven op basis van de redee moest worden geleefd en dat de rede het enige instrument van kritiekk was op het bestaande, op alles wat was gebaseerd op overleve-ringring en vooroordeel.419 Rationalisme was voor een groeiend aantal Russenn een verademing, vervolgt Sipovskij. Deze Russen leerden de redee te gebruikten tegen geloofsfanatisme, bijgeloof en religieuze hui-chelarij.. In de rede paste het deïsme, de natuurlijke religie en het na-tuurrecht.. V.N. Tatiscev [1686-1750], Russisch historicus, actief voor staatt en samenleving en aanhanger van de Duitse fysicus en filosoof Christiann Wolff, was een van de eerste pleitbezorgers van het natuur-rechtt in Rusland.420 Maar in het midden van de achttiende eeuw was dee reeds genoemde universele geleerde Lomonosov [1711-1765] het treffendstee voorbeeld van de nieuwe onafhankelijke geest. Lomo-nosovv was net als Tatiscev in Duitsland geweest en had tussen 1736 enn 1739 aan de universiteit van Marburg colleges gevolgd bij Christi-ann Wolff. Wolff heeft in Rusland grote invloed gehad op diegenen diee zochten naar een weg om geloof en wetenschap met elkaar te verzoenenn en hij gaf Lomonosovs denken op dit punt een belangrijke impuls.4211 Berdjaev, en anderen, plaatsen Lomonosov dan ook in het spanningsveldd tussen rede en gevoel. Zij zagen hem als menselijke

4199

Bogoljubov, p. 29.

«oo Zie Winter, Tatiscev und Deutschland', pp. 143-150. Maslin e.a., p. 499. 4211

Wolff speelde in Rusland al een rol ten tijde van Peter de Grote. Zie E. Winter,

EulerunddkBeggutngderdetdscbenEulerunddkBeggutngderdetdscben mkderni$$isdxn Aufklarung, pp. 1-19. Toch is er van

Wolfff in Rusland maar één filosofisch werk vertaald Raapmttyerf/ysli o si lach celoveceskogo

raoana.raoana. Moskou, 1751. Maslin e.a., p. 93. Naast Wolff speelde ook Leibniz een rol in

dee ontwikkeling van de Russische cultuur. Zij waren onder andere van belang bij het recruterenn van wetenschappers, technici en leerkrachten die bereid waren in Rusland tee gaan werken. Zie Raeff, p. 28.

(25)

vuurtorenn in een zee van duisternis.422 Maar zijn positie was tragisch omdatt hij in die 'duisternis' van de Russische samenleving toen nog eenn van de weinige lichtpunten was. Raeff plaatst Kantemir en Tatis-cevv in bepaalde opzichten naast Lomonosov, maar geeft aan dat geen vann drieën een directe invloed op de Russische intellectuele ontwik-kelingg heeft kunnen uitoefenen.423 Latere Russische historici hebben dee achterlijkheid van hun land en volk in die tijd nooit willen ver-bloemen.. Dat kon ook nauwelijks, want noch Peter de Grote, noch Catharinaa de Grote, hebben daarvan in hun contacten met het Wes-tenn ooit een geheim gemaakt. Peter zette de deur open naar de Euro-pesee cultuur, maar zijn opvolgers waren niet in staat aan die openstel-lingg maatschappelijk gevolg te geven; waarschijnlijk omdat zijn her-vormingenn niet berustten op een ontwikkeling van binnen uit, noch vann onder op. Voor Miljukov was het tijdperk waarin Elizabeth re-geerdee niet meer dan een overgangsperiode. De zeden en normen bleven, ondankss hier en daar een dun laagje Europees vernis, tot ver in de acht-tiendee eeuw trekken vertonen van 'Ao-nerpoBCKaro noAya3naTCKaro 6brra' [vann voor-petrinische half-Aziatische levenswijzeJ ook in de hoogste kringen.4244 Pypin geeft aan dat scholing en opleiding in Rusland de gehelee eeuw door uiterst zwak ontwikkeld waren en dat maar weinigenn zich de wetenschappelijke verworvenheden van het verlichtee Europa eigen konden maken of in staat waren de waarde daarvann te onderkennen. De enige universiteit, die pas in 1755 in Moskouu gesticht werd, 'eABa BWXOAHA H3 pa3MepoB cpeAHeii urKOAbi;

Airrepaiypnoee BAnaime, B CMHCAC npocBemetiHfl, orpaHHMireaAocb He6o-AbiiniMM KpyacKOM HHraiomeH nyÖAHKH.'425 [was nauwelijks meer dan eenn middelbare school; de invloed van literatuur, van verlichtingslite-ratuur,, bleef beperkt tot de kleine kring van het lezende publiek]. In 17600 werd pas voor het eerst in de Russische geschiedenis de

kern-4222

Berdjaev, 1997, p. 18. 4233

Raeff [p. 34] schrijft dat Lomonosovs bijdragen aan de wetenschap in Rusland tot laatt in de negentiende eeuw is onderschat.

«"Pypin,, 1916,p. 82. 4255

Ibid., 1916, p. 198. Dixon schrijft [p. 165] dat van de 107 wetenschappers in het [midden]] van het achttiende-eeuwse Rusland nog geen kwart Rus was van geboorte. Inn 1800 was dat aantal gestegen tot acht Russen op zestien wetenschappers. The achievementss of the Academy of Science, [opgericht door Peter de I in 1725] - gre-aterr in theoretical than experimental fields - were recorded, from 1727, in Latin journalss which found almost no native subscribers.' [p. 175]

(26)

vraagg gesteld: 'MTO een» 3a Bemb dpnAocodp'.426 [Wat is dat voor een ding,, een filosoof]. Berdjaev en anderen menen dat 'TOAI>KO B XIX B.

pyccKHee no nacToameMy HayHHAHCb MNCAHTI>.427 [pas in de negen-tiendee eeuw de Russen echt leerden denken]. Aandacht voor volksonderwijss was onder Elizabeth, maar ook ten dele nog onder Catharinaa II, discutabel. Een vertegenwoordiger van de landadel -vann dat deel van de adel dat nog minder tot verlichting geneigd was dann de edelen aan het hof - had over het verbeteren van het onder-wijss eens opgemerkt: Svij willen niet dat degenen die voor ons moe-tenn werken filosofen worden.'428 Een dergelijke houding was tot in de hoogstee kringen eerder regel dan uitzondering.429 De Russen die wél dee waarde van kennis en ontwikkeling beseften, behoorden tot de kleinee kring van het lezende publiek waarover Pypin sprak. Zij waren geïnteresseerdd in westerse literatuur, zij begrepen de noodzaak van kennisoverdrachtt aan het volk.

Hoewell een aantal Russen in Duitsland kennis maakte met het verlichtingsdenkenn van onder andere Leibniz, Wolff, Herder, Lessing enn (wat later) Kant en de invloed van Duitse denkers op de Russische cultuurr groter was dan vaak wordt verondersteld430, was het werk van dee Franse filosofen met name dat van Voltaire in Rusland dominant. Inn 1735 noemde Tredjakovskij de naam van Voltaire het eerste en well in zijn werk Epistola ot rossijskija poezii k ApoUarm. De eerste verta-lingenn van Voltaires poëzie kwamen van de hand van Kantemir en Lomonosov.4311 De twee eerste werken die van Voltaire in Rusland werdenn gepubliceerd, in het maandblad E%emesjaaiye Soanemja, waren

ZadigZadig in 1756 en Miaümégts in 1759. Daarna volgden nog 138

verta-4266

Eiqemesjaatye SoSttenija k Po/'qe i Uvesektitju S/a%tföJa, 1760, kn. XII, p. 483. In nog

enigee nummers van dit tijdschrift werd aan deze basisvraag aandacht besteed en er werdd vastgesteld dat de filosofie de wetenschap van alle wetenschappen was en nut-tigg voor het [dagelijkse] leven; zieTukalevskij, p. 8.

™™ Berdjaev,1947, p. 17.

4288

A. Sapov, Sodat'tiopedagogtkshe usbvtja tmstvennogo rasgitija nwfogo uan>da;zie Berdjaev, 1947,, p. 16.

4299

Smolitsch [p.4] schrijft: lm ganzen 18. Jh. blieb im wesentlichen die misstrauische Haltungg gegenüber der Bildung bestehen.'

4300

Raeff [pp. 39,40] wijst onder andere op de Duitse invloed op Catharina en de Russischee cultuur in haar dagen.

4311

Russkajafihsofija, p. 92

(27)

lingenn van zijn werk.432 Deze werken brachten in betrekkelijk korte tijdd een scala van religieuze en maatschappelijke verlichtingsthema's onderr de aandacht van de lezer.

Catharinaa de Grote heeft, evenals Peter de Grote, voor het openstellenn van Rusland voor verlichtingsideeën een belangrijke rol gespeeld.. Onderzoekers die over de Russische verlichting schrijven, nemenn meestal Catherina II en haar door het Franse denken beïn-vloedee wetgevingsinitiatieven [Nakaz] als referentiepunt en toets-steen.4333 De Franse filosofische kopstukken uit die tijd hadden haar grotee interesse en haar Voltaire-adoratie is alom bekend.434 Het pro-bleemm tussen haar en deze Fransen was echter dat hun ideeën voor haarr intellectueel weliswaar interessant waren, maar dat zij daarmee, alss autocraat, in de praktijk van het Russische leven niet uit de voeten kon.. Machtsverlies van de autocratie en verwarring onder de gelovi-genn waren immers de te vrezen consequenties van het Franse ge-dachtegoedd Maar Catharina de Grote vond het Franse denken per-soonlijkk zo aantrekkelijk dat zij, mede onder invloed daarvan, een on-gekendee intellectuele tolerantie aan de dag legde die ook de vrijmet-selarijj ten goede kwam. Door haar tolerantie kon Voltaires werk tot inn de verste uithoeken van het rijk verspreid worden. Ook werd ijve-rigrig uit de Franse Encyclopedie vertaald. De macon en schrijver Che-raskovv stond in 1767 in Moskou aan het hoofd van een groep van twaalff die zich inspande om artikelen uit de Encyclopedie te verta-len.4355 Miljukov plaatst in die tijd het geboortemoment van een Russi-schee 'openbare' mening.436 Maar Catharina's tolerantie was na de Fransee revolutie geheel voorbij. Zij liet alle boeken van Voltaire uit de

4322

De vertalers van Voltaires werk waren overwegend vrijmetselaars. Later, in 1768, richtterichtte Catharina de Grote een vcrtalcrsgenootschap op: 'Sobranic, starajusceesja o perevodee inostrannych knig'. Vernadskij, pp. 105,106.

4333

Zie onder andere Paul Dukes, p. 182 e.v.

4344 Voor diegene die in haar correspondentie met Voltaire filosofische discussies zoektt is de briefwisseling teleurstellend. De oorlog met Turkije staat centraal en in vrijwell iedere brief probeert Voltaire Catharina de Grote zover te krijgen dat zij met haarr troepen doorstoot naar het Oude Byzantium, naar Constantinopel, de bakermat vann de Russisch orthodoxe kerk. Verder komen thema's aan de orde zoals: het ge-bruikk van strijdwagens, de pokkeninenting die Catharina invoerde, de aankoop van Diderotss bibliotheek, haar culturele aankoopbeleid, de schatten van Siberië, Voltaires horloge-industriee en, oppervlakkig, Catharina's hervormingen.

4355

A. Veselovskij, ZapadnocUijaniev Russkoj literature, p. 67; zie Zenltovskij, p. 88. 4

(28)

circulatiee nemen en zijn buste die in haar paleis stond, verdween in de kelders.437 7

Zoalss Berdjaev, Pypin en andere Russische onderzoekers aan-gavenn waren hun landgenoten, door hun gebrek aan ontwikkeling, nauwelijkss in staat het gedachtegoed van Voltaire in filosofisch-maatschappelijkee zin te bevatten, laat staan naar hun eigen samenle-vingg te vertalen. Berdjaev schrijft: '3anaAHyio KyAbiypy pyccKHe 6apw XVTIII B. ycBOHAH ce5e B (|)opMe IIAOXO nepeBapeHHoro BOAbTepHa-Hcraa.M388 [de Russische adellijke heren van de achttiende eeuw maak-tenn zich de westerse cultuur eigen via een slecht verteerd voltairia-nisme]] Vele ideologisch getinte groeperingen vonden bij die vorm vann voJtairianisme onderdak: sceptici, vrijdenkers, nihilisten en radi-calen.4399 In die kringen was Vokaire populair omdat, zoals Tukalevskij hett uitdrukte, hij had gefulmineerd tegen de moordenaars van de men-selijkee soort, tegen de monniken en uitbuiters van het volk, de geestelijk-heid.4400 Sommige representanten van deze stromingen schoten in hun kritiekk op de Russische samenleving ver door en de weiken van Voltaire warenn voor hen het recept voor een scherpe clericale en anti-royalistischee houding. Kljucevskij schrijft dat de gemiddelde Russische vokairiaan,, nadat hij God had afgedankt en niet meer in de kerk kwam, zichh ook tegen het hof keerde (rriDieu rn matoè)> figuurlijk alles kort en kleinn sloeg, alles belachelijk maakte en alles bevuilde.441 En het waren niett alleen de jongeren. Ook ouderen, van Penza tot in Kursk* lieten zichh soms niet onbetuigd en gaven zich over aan bespotting van zaken diee zij vroeger als heilig hadden beschouwd.442

«77 Zenlsovskij, p . 87.

4388

Berdjaev, 1997, p . 16. Miljukov schrijft: [p. 342] *Honwc HACH[...]IIC BCTPCTHAH H 1HJIIIHXX Al'OpflIICKOH CpCAC IIHKaKOIO IipOTHliOACHCTRHfl, HO H IIHKaKOH CCpbC3IIOK noArcyroBKHH K HX AeficiBMTCAbiioNfy ycnoennio. 3 r o GbiAa npocro nonaH MOAa,

IIOHUHH AOIIOAllHTCAblIUH 3ACMCIIT AAJC OTAHHHfl GAaropOAHOFO COCrOHIIHH OT

'noAAoro'.. [De nieuwe ideeën ontmoetten in de hoogste adellijke kringen geen enkele tegenstand,, maar ook geen enkele serieuze bereidheid zich die ideeën eigen te maken. Zijj waren slechts 'nieuwe mode', een nieuw aanvullend element o m zich te kunnen onderscheidenn van het gemene v o l k ]

4399 Zenlravskij, dl. I, p. 85. ZenTïOvskij geeft aan [p. 84] dat men hoofdzakelijk was

gepreoccupeerdd met het Franse d e n k e a In mindere mate kreeg het Engelse en Duit-see gedachtegoed van de Russische intelligentia aandacht.

«oo Tukalevskij, 1911, p . 9.

«11 V. Kljucevskij, O&rkii reS, dl. II, p . 255,256; zie Zenkovskij, p. 87.

4

«« Zap. GlinkL Russk. Vestn. 1866., t. 61, kn.2. p . 682; Tukalevskij,1911, p . 10.

(29)

Maarr niet alleen Voltaire, ook Rousseau stond voor Russen model.. Deze filosoof was voor sommigen in de achttiende eeuw een tegenhangerr van Voltaire en de grote inspirator tot het oefenen van kritiekk op het westerse maatschappijmodel. Rousseau bood Russen diee zich tegen te ver doorgevoerd rationalisme verzetten, een filoso-fischh alternatief. Voor hen was hij interessant, niet alleen omdat hij Voltairess spot op de godsdienst aanviel, maar vooral ook omdat hij hett nieuwe denken van zijn tijd tegenover de 'natuurlijke orde' plaatste.. Zijn 'terug naar de natuur' had een mystieke dimensie en was voorr velen aantrekkelijk. Franse, Duitse en in mindere mate -Engelsee filosofen hadden in Rusland aanhangers.443 De richtingen waarinn de leden van deze toch betrekkelijk kleine groep Russen zochten,, waren uiteenlopend. De meesten onder hen waren uiteraard niett de extreme denkers waarvan Klucevskij een voorbeeld gaf, maar idealistenn met een realistische en rationalistische inslag. Zij behoor-denn tot het denkende deel van de bovenlaag van de bevolking dat zichh goed bewust was van de achterlijkheid van het land en de schrij-nendee toestanden in de samenleving en dat daarin verandering wilde aanbrengen.. Maar deze groepering had het moeilijk. Evenals onder Peterr de Grote moest men opnieuw zijn toevlucht zoeken tot wester-see bronnen van kennis. Alleen daar kon men hopen de antwoorden te vindenn op de grote vragen die de Russische samenleving stelde. Het westenn was een cHen36e)KHbiJi H MoiymecrBeHHWH aBTopnTer\444 [onvermijdelijkee en machtige autoriteit] Echter, westerse kennis was nieuwee kennis en voor Russen vreemd. Overdracht was nauwelijks mogelijkk want daarvoor ontbraken de noodzakelijke onderwijs- en opleidingsstructuren.. Bovendien, wie nieuwe kennis in de praktijk vann het dagelijkse leven wilde introduceren, in woord of in daad, stoottee al gauw op de grenzen die staat en kerk eeuwen geleden had-denn vastgelegd en die - ondanks Catharina's vaak geprezen toleran-tie4455 - niet zomaar konden worden overschreden. Niettemin was er

4433

Raeff [p. 37] schrijft in 1973: The history of English influence has not yet been adequatelyy studied as yet.

4444

typin, p. 82.

4455

In 1769 ging de dissertatie van de filosoof en hoogleraar aan de Moskouse uni-versiteit,, Anickov, nog in vlammen op. Hij had in zijn bock te veel aandacht ge-schonkenn aan de natuurlijke religie en dat kwam hem op beschuldiging van atheïsme tee staan. Zenltovskij, p.118.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Thee "Hamilton" receptor-functionalized dendrimers (HR-dendrimers) were successfully employedd as template molecules for the selective and directed binding of two

For the nanosecond emission measurements describedd in this Thesis a similar set-up as used for the nanosecond transient absorption measurementss was employed for measuring

Doorr gastmoleculen te introduceren, die gefunctionaliseerd zijn met een elektrondonor of een elektronacceptorr groep, kunnen de HR-dendrimeren toegepast worden als template moleculen

Door heel veel van zulke methyl oranje groepen aan eenn dendrimeer vast te maken kunnen deze twee eigenschappen, namelijk de structuurverandering onderr invloed van licht en

John van Ramesdonck enn Mattijs Koeberg, hartelijk dank voor jullie hulp en enthousiasme bij mijn eerste metingen en voorr de uitgebreide introductie op de laserapparatuur.. Zowaar

Hett feit dat voor de aanschaf van Barbital (Veronal) een stapel formulieren ingevuld dient tee worden en een sterke motivatie voor het gebruik ervan moet worden aangedragen,

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly

In this paper I offer a preliminary reflection on the moral and social significance of financial technologies by asking the question what kind of moral spaces