• No results found

2010 04 21

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "2010 04 21"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

informatie: Jan van den Noort 010-436 6014 - janvdnoort@ext.eur.nl www.stedengeschiedenis.nl

Werkgroep Stedengeschiedenis

Op woensdag 21 april 2010 organiseert de Werkgroep Stedengeschiedenis een studiemiddag getiteld ‘De Cultuurhistorische verkenning’. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed te Amersfoort is onze gastheer (Smallepad 5, 033-421 7421). De studiedag is gratis voor eenieder toegankelijk. Informatie kan worden ingewonnen bij Jan van den Noort, 010-436 6014 of www. stedengeschiedenis.nl

Dagvoorzitter: dr. Clé Lesger

12:00-13:00 lunch, aangeboden door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Gelieve u hiervoor aan te melden bij Kiek Greebe: K.Greebe@cultureelerfgoed.nl 13:00-13:30 prof.dr. Vincent van Rossem (Bureau Monumenten Amsterdam, UvA), ‘Niets

nieuws onder de zon’ 13:30-14:00 discussie

14:00-14:30 prof.dr. Paul Meurs (The Urban Fabric, TU Delft), ‘Cultuurhistorisch onderzoek, kader voor transformatie, inspiratie of doekje voor het bloeden’

14:30-15:00 discussie pauze

---15:30-16:00 ir. Sietske Heddema en ing. Christien van Zuthem (resp. hoofd Stedebouw & Cultuurhistorie en teamleider Cultuurhistorie Apeldoorn), ‘De rol van Apeldoorn als opdrachtgever voor de Cultuurhistorische Verkenning’

16:00-16:30 discussie

Vincent Van Rossem, Niets nieuws onder de zon

Bij de aanschaf van oude meesters werd in de negentiende eeuw een kenner geraadpleegd. Die heren waren in staat om toe te schrijven. Achteraf is gebleken dat zij bepaald niet altijd gelijk hadden, maar toch kreeg de kunstgeschiedenis op die manier al vroeg een praktisch trekje.

Het vak is in de loop der tijd een serieuze tak van wetenschap geworden. Ook in het bouw-historisch onderzoek is vooruitgang geboekt. Men kan in dit verband spreken van voortschrijdend inzicht. Wezenlijk veranderd is er weinig. Het boek van Meischke over het Amsterdamse Burgerweeshuis is nog steeds erg nuttig.

Vroeger waren de meeste onderzoekers verbonden aan de universiteit of de Rijksdienst. Tegenwoordig wordt veel onderzoek gedaan door adviesbureaus. Ook dat maakt waarschijnlijk niet veel uit. Met name in de monumentenzorg wordt het grootste struikelblok nog altijd gevormd door de vraag wat historische kennis uiteindelijk betekent voor de harde praktijk van restauraties, herbestemming en stedelijke vernieuwing.

Vaak leest men dat ontwerpers zich ‘moeten laten inspireren’ door een historisch verhaal, maar de meeste ontwerpers geven aan dat het erg moeilijk is om dergelijke informatie te verwerken in eigentijdse ontwerpopgaves. Ondanks de enorme groei van onze kennis, blijft de omgang met het verleden toch een kwestie van talent en goede smaak.

(2)

informatie: Jan van den Noort 010-436 6014 - janvdnoort@ext.eur.nl www.stedengeschiedenis.nl

Paul Meurs, Kader voor transformatie, inspiratie of doekje voor het bloeden

Er bestaat een tendens om cultuurhistorie mee te laten wegen bij gebiedsontwikkelingen. In het ideale geval legt de ‘cultuurhistorische verkenning’ de te koesteren kwaliteiten van een gebied vast en wordt tevens de ruimte voor transformatie aangegeven. Een wettelijk kader ontbreekt. Er zijn ook geen algemeen geldende criteria waaraan zo’n verkenning moet voldoen - zoals bij bouwhistorie. De cultuurhistorische verkenning neemt daardoor zeer uiteenlopende gedaanten aan.

Dat ligt niet alleen aan de wijze waarop zo’n onderzoek wordt uitgevoerd en wat er in de verkenning wordt vastgelegd, maar ook aan de onderzoekers, anders gezegd welke disciplines er in worden betrokken. De financier kan ook invloed doen gelden en de indruk is snel gewekt, dat de resultaten naar de voorgenomen ontwikkelingen worden toegeschreven. Dat geldt natuurlijk vooral als de partij die belang heeft bij verandering (zoals een projectontwikkelaar of een gemeente) het onderzoek financiert.

Het is van groot belang dat cultuurhistorie in de planvorming wordt betrokken en dus dat de cultuurhistorische verkenning meer niveau, status en prestige krijgt. Tegelijk ligt het gevaar van normering, bureaucratisering en machtsmonopolies op de loer, als de formalisering van het instrument te snel gaat.

Paul Meurs en Marinke Steenhuis hebben veel cultuurhistorisch verkenningen gedaan en hebben gaandeweg een methodiek ontwikkeld, waarbij historisch onderzoek en ruimtelijke analyse in samenhang geschieden; architectuurhistorici en architecten werken hierbij nauw samen. De resultaten bestaan steevast uit een waardering van het erfgoed, waar mogelijk of nodig voorzien van de ruimte voor transformatie, en aanbevelingen voor planontwikkeling voor de toekomst.

Sietske Heddema en Christien van Zuthem, De rol van Apeldoon als opdrachtgever

In Apeldoorn zijn stedenbouw en cultuurhistorie in één organisatie verenigd. Sietske Heddema en Christien van Zuthem staan in hun bijdrage stil bij het culturele klimaat en het cultuurhistorisch beleid van Apeldoorn, alsmede de organisatorische inbedding van dat beleid. Ze beschrijven de procesgang rond het cultuurhistorisch onderzoek en gaan kort in op Apeldoornse bestemmingsplannen en de invloed van cultuurhistorie op dat beleid.

Ze signaleren een spanningsveld tussen de wens om het erfgoed te beschermen, en het verlangen om op het vlak van de regelgeving tot standaardisatie te komen. De praktijk is weerbarstig, politiek en markt spelen uiteraard ook hun rol. Aan de hand van voorbeelden verduidelijken Heddema en Van Zuthem hoe getracht wordt voldoende draagvlak te creëren en welke pijlers daarbij voor Apeldoorn van belang zijn.

Namens de Werkgroep Stedengeschiedenis dr. Jan van den Noort www.stedengeschiedenis.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De nieuwe bekleding in de Veerhaven is gelijk aan de bekleding van het reeds verbeterde dijkvak en bestaat uit met asfalt gepenetreerde breuksteen (schone koppen) op de ondertafel

De in uw aanvraag beschreven doelen komen overeen met de doelen van het Programma Stad en Regio 2012- 2015/2017, voor de uitvoering waarvan u partner bent in de zin van

Als een overheidsorgaan zich wil inzetten voor het behoud van historisch militaire werken, bied het contextueel raamwerk van historie, plaats en cultuur een goed selectiecriterium

Langs de Eeuwigelaan zijn bij de aanleg, voor het gedeelte tussen de Mosselenbuurt en de Komlaan, aan beide zijden wallen aangelegd.. Restanten hiervan zijn

De raad heeft bij Initiatiefvoorstel van april 2008 aangegeven, dat incidenteel een bedrag van in totaal € 100.000,-- beschikbaar wordt gesteld voor Cultuurhistorie. Waarom moet

De Drentsche Punt, later hotel Van Bruggen, concurrerende herberg aan Drentse zijde... Goed

De tolheffing werd hier afgeschaft in 1824, de postkoetsen verdwenen in de late 19 de eeuw door de opkomst van tram en trein en in 1933 verloor de Groninger Punt ook zijn functie

In november 2017 heeft de gemeenteraad van Tynaarlo een partiele herziening van dit bestemmingsplan Buitengebied vastgesteld, maar deze heeft geen gevolgen voor de aanleg van