• No results found

Bepaling van ipronidazol in gehakt (h.o.h.)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bepaling van ipronidazol in gehakt (h.o.h.)"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Afd. Diergeneesmiddelen 1983-05-27 RAPPORT 83.43 Pr.nr. 505.0600 Onderwerp: Bepaling van ipronidazol in

gehakt (h.o.h.) Bijlage: 1.

Verzendlijst: direkteur, direktie VKA, sektorhoofd (2x), afdeling Diergeneesmiddelen (6x), afdeling Normalisatie, Projekt-beheer, Projektleider (Buizer).

(2)
(3)

Afdeling Diergeneesmiddelen 1983-05-27

RAPPORT 83.43 Pr.nr. 505.0600

Projekt: Ont\.,ikkeling methoden voor het aantonen en bepalen van diverse diergeneesmiddelen op niet microbiologische \.,ijze Onderwerp: Bepaling van ipronidazol in gehakt (h.o.h.)

Bijlage: 1

Doel:

Het bepalen van ipronidazol in vlees op residu niveau met behulp van hogedrukvloeistofchromatografie.

Samenvatting:

Gehakt \.,erd onderzocht, na toevoeging van ipronidazol, volgens voorlo-pig intern analysevoorschrift nr. DGM 33. Bepaling van ipronidazol in gehakt (h.o.h.). Er werd binnen een range van 10-500 llg/kg (ppb) geme-ten.

Conclusie:

De methode voor de bepaling van ipronidazol in gehakt is geschikt bin-nen een range van 10-500 llg/kg (ppb niveau). De onderste grens van aantoonbaarheid is 5 llg/kg. De recovery is > 70%.

Verantwoordelijk: drs F.G. Buizer

Medewerker/Samensteller: G.D. van Bruchem

~

Projektleider: drs F.G. Buizer

~

__./

(4)

1. Inleiding

Ipronidazol is een diergeneesmiddel wat gebruikt wordt tegen proto-zoaire en bacteriële ziekten. Het wordt toegediend preventief als tabletten of vermengd met het voer, curatief via het drinkwater. Om residuen van ipronidazol (en zijn metabolieten) in levensmiddelen van dierlijke oorsprong te kunnen bepalen zijn specifieke en gevoelige analysetechnieken noodzakelijk. In de literatuur is tot nu toe een gaschromatografische methode beschreven. Op de afdeling Diergenees-middelen van het RIKILT is een analysemethode opgezet voor de bepaling van ipronidazol in gehakt op een niveau van 10-500 ppb. Voor de bepa-ling van ipronidazol en het testen van de methode moeten in de

toekomst organen, vlees en monsters van dieren, die met ipronidazol behandeld zijn, onderzocht \vorden.

2. Monsters

Het gehakt is door particulieren geleverd. Er is gehakt onderzocht omdat de matrix van gehakt ingewikkelder (meer vet) is dan bijvoor-beeld een orgaan.

3. Methode

De navolgende methode werd toegepast.

3.1 Voorlopig intern analysevoorschrift nr. DGH 33 (bijlage 1) 1e oplage (1983-04-15)

Bepaling van ipronidazol in gehakt (h.o.h.) (HPLC methode).

3.1.1 Principe

Ipronidazol wordt, in aamvezigheid van natriumsulfaat, geextraheerd uit het gehakt met ethylacetaat. Het extrakt wordt gezuiverd door vloeistof-vloeistofextraktie. De waterige fase wordt hierna op pH=8,0 gebracht, \vaarna een vloeis tof-vloeistofextraktie met ethylacetaat volgt, waarbij ipronidazol in de ethylacetaatfase overgaat. Het ethy-lacetaat wordt verdampt en ipronidazol wordt in het residu bepaald door het, na goed op te lossen in eluens, te bepalen met behulp van !socratische "reversed phase" hogedrukvloeistofchromatografie met UV-detektie.

(5)

-- 2

-3.1.2 Toepassingsgebied

De methode is toepasbaar voor gehakt binnen een range van 5-500 ~g/kg (ppb).

4. Uitvoering

Het gehakt werd onderzocht met behulp van de hierboven beschreven methode.

Ipronidazol is lichtgevoelig, dus er werd mogelijk onder uitsluiting van UV-licht gewerkt.

Ipronidazol is onstabiel in basisch milieu, dus er werd snel gewerkt nadat het waterig milieu op pH=8,0 gebracht is. Het oplossen van het residu in eluens kan recoveryverliezen geven.

5. Resultaten

Ipronidazol toegevoegd aan gehakt en geanalyseerd volgens

analyse-voorschrift DGM 33 leverde de volgende resultaten op.

niveau ( ~g/kg) recovery

(

%)

11,2 94 11,2 72 11,2 72 112 74 112 86 112 51* 560 84 560 74 560 45*

*

lage reeoverles hoogstwaarschijnlijk te wijten aan het slechte op-lossen van het residu.

6. Discussie

Het aantal monsters is te weinig om een duidelijk beeld te krijgen van de recoveries. Om een beter inzicht te krijgen in reeoverles en

niveau's voor de bepaling van ipronidazol in gehakt, vlees en organen zullen meer analyses uitgevoerd moeten worden.

(6)

-- 3

-7. Konklusie

De methode voor de bepaling van ipronidazol in gehakt is geschikt bin

-nen een range van 10-500 ~g/kg (ppb niveau) . De onderste grens van aantoonbaarheid is 5 ~g/kg. De recovery is > 70%.

(7)

VOORLOPIG INTERN ANALYSEVOORSCHRIFT NR. DGN 33

1e oplage (1983-04-15)

BEPALING VAN IPRONIDAZOL IN GEHAKT (H.O.H.) (HPLC HETHODE)

Verzendlijst: afdeling Normalisatie/harmonisatie, sektorhoofd, afdeling

Diergeneesmiddelen (6x), Bibliotheek (5x).

(8)

VOORLOPIG INTERN ANALYSEVOORSCHRIFT NR. DGN 33 1e oplage (1983-04-15)

Bepaling van ipronidazol in gehakt (h.o.h.) (HPLC-methode)

1. Doel en toepassingsgebied

De methode is geschikt voor de bepaling van ipronidazol residuen in gehakt (h.o.h.). De onderste grens van aantoonbaarheid bedraagt

5 ~g/kg (ppb). De recovery is> 70%.

2. Principe

Ipronidazol wordt met ethylacetaat uit het monster geextraheerd in

aamo~ezigheid van natriumsulfaat. Het extrakt wordt gezuiverd door vloeistof-vloeistofextraktie. De waterige fase wordt hierna op pH

=

8,0 gebracht, waarna een vloeistof-vloeistofextraktie met ethylacetaat

volgt waarbij ipronidazol in de ethylacetaatfase overgaat. Het

ethy-lacetaat wordt verdampt en ipronidazol wordt in het residu bepaald door het, na goed oplossen in eluens, te bepalen met behulp van !socratische "reversed phase" hogedrukvloeistofchromatografie met

UV-detektie.

3. Reagentia

Alle reagentia dienen van "pro analyse" h1aliteit te zijn of van een

hogere k\o~aliteit indien vermeld.

3.1 Nillipore-water.

3.2 Nethanol Lichrosolv hmliteit (b.v. Nerck art. 6007).

3.3 IJsazijn (BHD art. 10001).

3.4 Ammonia gec. (b.v. BHD 10011).

3.5 Ethylacetaat, Uvasol kwaliteit (b.v. Nerck art. 863).

3.6 Natriumsulfaat, droog (b.v. Herck art. 6649).

(9)

-- 2

-3.7 Zoutzuur 37% (b.v. Merck art. 317).

3.8 Aceton (b.v. Merck art. 14).

3.9 Chloroform (b.v. Merck art. 2445).

3.10 Ipronidazol standaard.

3.11 Zoutzuur-oplossing 1 N.

Heng 83 ml zoutzuur (3.7) met millipare \olater (3.1) tot 1 1.

3.12 Eluens vloeistofchromatografie, \o~ater/methanol/ijsazijn 70:30:1. Meng 700 rul \o~ater (3.1) met 300 ml methanol (3.2) en 10 ml ijsazijn (3.3) en filtreer dit door een millipare filter (0,45 ~m).

3.13 Ipronidazol standaardoplossing.

Weeg ca. 25 mg ipronidazol (3.8) nauwkeurig op 0,1 mg af in een maat-kolf van 100 ml. Los op in eluens (3.11) met behulp van ultrasoonbad, vul aan en meng.

3.13.1 Breng 10,0 ml van de standaardoplossing (3.12) in een 100 ml maatkolf, vul aan met eluens (3.11) en meng (oplossing B- 25 ~g/ml).

3.13.2 Breng 20,0 ml van oplossing B (3.12.1) in een 100 ml maatkolf,

vul aan met eluens (3.11) en meng (oplossing C- 5 ~g/ml).

3.13.3 Breng 10,0 ml van oplossing (3.12.2) in een 100 ml maatkolf, vul aan met eluens (3.11) en meng (oplossing D- 500 ng/ml)

(chromatogram 1).

4. Apparatuur

4.1 Omni-mixer, model 17105 (Dupont Instruments, Sorvall).

4.2 Rotatieverdamper (waterbad temp. 40°C).

4.3 Vleesmolen (b.v. Moulinette).

(10)

-- 3

-4. 4 Centrifuge (NSE coolspin temp. 10°C 1600 rpm).

4.5 Hogedrukvloeistofchromatografische apparatuur met UV-detektie.

4.6 pH-meter.

4. 7 Normaal laboratorium glaS\'i'erk.

5. Herk\'i'ijze

Ipronidazol is lichtgevoelig, dus zoveel mogelijk werken onder uit-sluiting van UV-licht.

Ipronidazol is onstabiel in basisch milieu, dus snel werken nadat het waterig milieu op pH

=

8,0 gebracht is.

5.1 Extraktie

Naal het gehakt (h.o.h.) in een vleesmolen (4.3) fijn. Heeg 50,0 g monster af in een 600 ml bekerglas en voeg met een maatcilinder 200 ml ethylacetaat (3.5) toe. Voeg hierna 50 g natirumsulfaat (3.6) toe en rnaeereer gedurende 2 minuten met de omni-mixer (4.1). Spoel de omnimi-xer af met ca. 5 ml ethylacetaat (3.5). Filtreer voorzichtig de boven -staande vloeistof over een glasvezelfilter (GF/A ~ 15 cm Hhatman) in een indampkolf van 500 ml zodanig dat het vlees achterblijft in het bekerglas. Voeg hierna met een maatcilinder 100 ml ethylacetaat (3.5) in het bekerglas en extraheer en filtreer als bovenstaand. Herhaal dit nog eenmaal. Breng vervolgens het vlees vanuit het bekerglas in cen-trifugebuizen van 100 ml. Centrifugeer gedurende 5 minuten bij 1600 rpm. Het supernatant wordt ook gefiltreerd over het glasvezelfilter. Damp de verzamelde etltylacetaatfasen af met behulp van een rotatiever-damper (4.2) tot er een olieachtige gele substantie overblijft.

5.2 Zuivering

Breng de olieachtige vloeistof k\'i'antitatief over met 4 x 5 ml ethylace-taat en 50 ml 1 N zout~uur (3.11) in een 250 ml scheitrechter.

Schud de afgesloten scheitrechter gedurende 1 minuut en laat de fasen scheiden. Laat de onderstaande waterige fase af in een 250 ml beker-glas en spoel na met 2 ml 1 N zoutzuur.

(11)

-- 4

-Extraheer de ethylacetaatfase nog 2 maal met 50 ml 1 N zoutzuur en spoel elke keer na met 2 ml 1 N zoutzuur. Breng met behulp van de pH-meter de verzamelde zoutzure fasen op pH 8,0 met ammonia gec. (3.4). Breng de waterige fase zo snel mogelijk kwantitatief over in een 500 ml scheitrechter door het bekerglas na te spoelen met 5 ml water, 5 ml aceton en 150 ml ethylacetaat (3.5). Schud de afgesloten scheitrechter gedurende 1 minuut en laat de fasen scheiden. Laat na scheiding de onderstaande waterige fase weer in het bekerglas en laat de ethylacetaatfase in een 250 ml indampkolf waarop zich een trechter met glaslolol en droog natriumsulfaat (3.6) (ca. 10-12 g) bevindt. Spoel de scheitrechter na met 5 ml ethylacetaat (3. 5). Breng de lolaterige fase opniem., in de scheitrechter en herhaal het bovenstaande nog 2 maal. Damp na elke keer aflaten van ethylacetaatfase deze in tot ca. 10 ml. Spoel deze fase kwantitatief over in een 50 ml erlenmeyer met behulp van 4 x 5 ml chloroform (3.9). Damp de chloroform in tot droog met behulp van stikstof in een lolaterbad van 40°C. Voeg hierna 2, 0 ml eluens (3.12) toe, sluit de erlenmeyer af en verwarm deze nog 10 minu

-ten in een lolaterbad van 40°C. Plaats hierna de erlenmeyer gedurende 10 minuten in het ultrasoonbad. Filtreer dan de oplossing door een milli-pare filter (0,2 ~m) en injekteer 50 ~1 van deze oplossing in het

HPLC-systeem (chromatogram 2 en 3).

6. HPLC-instelling

6.1 HPLC

6.1.1 Kolommen

Analytische kolom: ~ Bondapak C 18 (3,9 mm ID x 30 cm lengte) 10 micron. Waters art. 27324.

Voorkolom

6 . 1. 2 Eluens

Bonciapak C 18 (3,9 mm ID x 2 cm lengte) 37-50 micron. Waters art. 27248.

Water-methanol-ijsazijn 70:30:1 (3.12).

(12)

5

-6 .1. 3 Detektie

Detektor ultra-violet absorptie. Gevoeligheid: 0,08-0,005 A.

Golflengte 318 nm.

6. 1. 4 Injektie

Injektievolume: 50 ~1.

7. Uitvoering

Breng 50 ~1 van de verkregen monsteroplossing in het HPLC-systeem en vergelijk de ipronidazolpiek met die, die met een van de

standaardop-lossingen (3.13.1 oplossing B, C enD) wordt verkregen. Bereken het gehalte in ~g/g aan ipronidazol in het monster.

8. Opmerkingen

8.1 Bij toevoegingen van ipronidazol aan blanco gehakt werden reeo

-verles tussen 70-90% gevonden. Deze recovery-proeven zijn alleen

uit-gevoerd op gehakt (h.o.h.).

8.2 Bij analyse van een vleessoort dient een "blanco" vlees

geanaly-seerd te worden ter vergelijking voor eventuele storingen en reeo-verles.

8.3 Voor analyse van de recovery dient men aan blanco vlees zoveel toe te voegen dat er gehaltes ontstaan van 10-100-500 ppb.

8.4 Bij de laatste stap in de zuivering (5.2), het oplossen van het

residu in eluens, dient men er aan te denken dat het oplossen recovery

verliezen kan geven.

9. Literatuur

9.1 Methode van onderzoek voor het bepalen van residuen van dimetr

i-dazol in varkenslever, -nier en -vlees. G.F. Ernst en

e

.

c.

Mieuwenhuis

Keuringsdienst voor Waren voor het gebied Utrecht IR/71/07/80/R 59 juli 1980.

(13)

-.

,

- 6

-9.2 Residue analysis of ipronidazole and its metabolite at the 2 ppb

level in turkey tissue.

A. MacDonald, G. Chen, M. Kaykaty, and J, Fellig

J, Agr. Food Chem., vol. 19, no. 6, 1971, 1222-1227.

9.3 Metabolism of ronidazal (1-methyl-5-nitroimidazol-2-ylmethyl

carbamate).

C. Rosenblum, N.R. Trenner, R.P. Bubs, C.B. Hiremath, F.R. Koniuszy

and D .E. Half

J, Agr. Food Chem. , vol. 20, no. 2, 1972, 360-371.

9.4 Determination of ipronidazo1e in animal feeds.

Analytica! Nethods Cornmittee

Analyst, January, 1983, vol. 108, pp 106-108.

Verantwoordelijk: drs F.G. Buizer

Samensteller G.D. van Bruchem

(14)

.

'

·

.

.

\

-=- -

-- --:_--

:_~:_

_-

~-:

-=

- _.:

~

:

-

-

-

-

-

-~ ~-==-

----

-=-

- __

,

_

----

-

--

--

---

----=...:..=-=-==-

--

--

--- --- ·--- - - .'-': 0

l

- 1- - - "'

-_:_

-~ ~

-_·:_-=-=-

~

_

.. _.

--=---~-~-=- ~. J

- -

- - - - · - _! - - - -

----

- -

--

-

-- -- - -- - _:_:_ - - - -N .:::-::_:

---- _-

--==~~~

-~~

~

-

-

-

-

-

-M

r-

-

~

-

-

~

--

-

--

-~--~

-

-

-

-

-

~-

~

-r--

-

-t--

--

1

1

-~

-

--

4-

-

-

--

-

-

-

~

~---

~

~

~

-~

-

=

-

-

-~-=

_(") -

-- -- -~- -- -- -- ----

---

--- --

-- -- -- - -

-

---

-

---;- - - --- - --- - ~-- ~ --_ l -

-~

~ ~

==-

~

--

-

_

__

-_--:

-..:: _---

-

-_

_

=

= --

~-

:= __

:

___

"'1'

]

-

~

-=--:Q_ -- -

--=--=--=--

--

-- --

---.

--

---

--~

-

-

. -

-

-- =

==-

==

l-

- -i--if-t- ---1- - - - ! --- - - -- - - --- -- - .

---0

(15)

..

..

-•

- - <T---: - 0

-

.

-

--

"'

0 -~

-

-

-

_

_

---

--

---

---

- ---- ----~ -("") --.

-- -- ---+--0:1.'1~+_

--:::-

-

-

-

-

-

1

-

--

--

-

-

-

- -

-

1

-.

-

-1----+--~__Q._- l --- l -- - (Y) -l..,r '

-

-

~-.I I I j . I -

----

--

- - -

-~ --1 ---- r - - - -- -- -I

--

r

I -i I -I

,

~

.

-

+---

1

~

~~

-

---

~

~

-

~---+--~

_

-

__ , _-__

=

-

ffld

~

--

~

~

-1---

1

--

~--

~

'

-

I

-- ----

---~

=~

~

- -- -

-

-

- -

-

---

. . . - 0 - · - · - - - -

--

- -

~+o=-r--f6-

--

-

-

-

----

-

-

-

-

-

A

r~-

__

.:_

-

--- - -- - 111-

IM

-

_

-

- -- -- --o r~~

I

~ I --

-

-

-

-

-

ï --- . -I !

l .

I

1

~

----

I

l

-

-

--~

j

,

-

:

-~

-

-

-

-

. - -

-

--

--

-

,

~

-

-

J

-

-

. -~-

-~

r~

f

~~,

J

.

- __ -

--,~~

-

_

.

-_

- -

--

-

!

I

I

-

-: _--~--~~-._ _ _ , --- - -- -- I I

i

-

1 1 - - --

~I

-

-

-

-

-

-

______

-

=-

=:_-

_

-

-~

-

---

1

1

--

-

j

--

-:

-: .

.

--=-

-

-

-

-

1-

_=-

-_:_:-:::-·

-=---~~---

_-

::..

__ -:._

i

->

f

:=- :

-

l

c

=-=-

--=

_

-

-

<

--=

=:---=-

-'--=

...=

-_::::::_-

- . . ..

-

_::

--=

:

-

I

. --

~

I

- --- - -

- - - -

=-

-=-

=

-

-

-

.

--

,

--·

-- -- -- L_ - [_ - -

_

I__

l - - -

!

-

-

I -

I

r

-

-

,

--

r

-

~--

1

1 -~

.

,

I

(_

\,

f{

Q

('n(.,

lo

c

~

R C\M '2..

"~

\

c-()<.0

''

v

\

u~

~

_L;o

c4

c

~<;>

~

c,

\;.l

(~

.o-~

)

(16)

.

,

.

O!lOii'Ni>C -;---;- --.---.---

-

-

-

-

--- -·- --;---(':""_.,---.---.-+r--~H--,.----r---:---~J -- ~- -o- -- ---- - - - f- · -·· -

- - - -

--

-

-.

-- -- -- -- -- - - -1 -- 1-

----

-

_

_, __

---

--

--- - ---

- -

-- -

-

---

-

--

"'

--

-- -- .. o _ _ :_ - - - -~-

- - - -

-

-

-- ~- -- - --·

--- -

- - --· ' ---~ - ---- . . - -- - -1- - - - il- - - - --- 1- - - -1- - - -' l --- - - . -~====----

--

--

--

-

...:::..=..__::

-==

-=-=

::-

--,...,~

--

----

~

==-

--1-

=-

=

=-=-

--=-=-:

-=-- -

1

-=-=-- : _

_:_::__:_ _

_::..:::.._

-~-

-

-

-~ - - -

-

- -

-

- - - - -

·

- - - -

- - -

-·--- -·--- -·--- -·--- -·--- -·--- -·--- -·--- -·--- -·--- -·--- -·--- -·--- -·--- -·---

- - - -

·-

-

--- --- --- --- --- --- ---

-

---

--- ---- · - . ~---_-_·1---_-t---_-=-_-_-+--· _-_-~_--4_:

__

--=-~---

__

__ _:_

_ .î::t-1- --111 -(')

~- --=-=-=--=::-.:

~

-

1

-

-

- - - -

-- - -

-

-

-

-- - - ' -·- - -

- - -

- -- -- - -- - • - I

---

- -

-

=--=--:

-=-=

-~-\ - -- - -- - - . - - - --- 1- -- - ~=

__ -

--==

_

_:_:....:.

-

=-

--=-

---- _-:..._-:: -- -

-

---

r

-

Y

.:.-=.. -::--

-

=

-=--

--_-_

-

=

.-=:::--~

=-=-·

~~

=.::.

I

-·- - -=--

=-

'--=-

---=-

-=---=---

=-- - - "f - - -- - - --

- -

1

-

---==-'

- - --.---

-

__

-

-=---=--

--=

1

=

:

=-:-:----

----

-

-==

--- --- --- -1

---_

~

=-~=:=~

-

-~

-=-

~=---~- -~-:-.:.~~~

"1

-

~

~

~

~

~-

-

~~~ ~-== -~-~~---

~---~--=

-- . . - ---- - - -~ - 1-J -- - ---- - - ·::-o ---,...,- --~

-

v

-

-·--

--

-

--~ -- -- - ~1--1--"--4---fl--_ __ _ , __ _ , _ _ _

1

-

·:... -

. -

--

-=-

~

-~

.

J

-- -- . . - -1- - ---1---

--

~

----

- -

-

-

----

-\ 1-\

I

n

--

-

-~--

V

---

~~

~

--

"/

-t---1--++-·-·

-r

-

v

[

-

;_

_

-_;/

-

_ - -

-

-

t

-

I - - - _- --~

-

--

- - - --

.

\

_

,

-

-

-

a-

-

--· -

-

--

-~

l

\

C

~

~o(Y)c.\octB.«~

3

v

\

e.

e.

s

+

lo

Q. voe (\.'

f'IC

~

!

.

.

.,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een andere oorzaak van inktvraat is de aanwezigheid van ijzerionen in de inkt die niet in ijzer(III)tannaat zijn gebonden..

Dit gedeelte moet komen uit het midden van het molecuul en bestaan uit één eenheid van elk van beide monomeren.. Het 1,4-butaandiamine wordt in een aantal

figuur 1 0 5 10 15 20 tijd (dagen) 0 2 4 6 8 10 10 7 10 6 10 5 concentratie (mM) monowaterstof- arsenaat diwaterstofarseniet lactaat ethanoaat Legenda: aantal bacterien (mL -1

Als benzenol in zuur milieu met chloordioxide reageert, wordt het in een halfreactie omgezet tot buteendizuur en ethaandizuur.. De chloordioxidemoleculen worden daarbij in

Onder andere uit deze resultaten concludeerde hij dat de halfreacties van zuurstof en waterstofsulfide gescheiden van elkaar plaatsvinden, ook als er geen sedimentbrandstofcel in

Als blijkt uit het proces van allocatie van facturen en creditnota’s dat een factuur of creditnota noch voor de keuken, noch voor de bediening, noch voor de receptie, noch voor

Met behulp van het integraal geautomatiseerd managementinformatiesysteem wordt voor het management van Van der Valk Hotel Groningen-Westerbroek het besturen en beheersen van

Een volgend probleem is de vraag wannéér?een partij ver­ boden moet worden: wanneer de partij nog klein en onbeduidend is zal waarschijnlijk de groot­ ste potentiële: