3
C.
J. Veldhuyzen
/
De
ontwikkeling van
het
verbruik van
populierehout
in de
emballage-industrie
van
1966tot
1971 1)Landbouw-Economisch lnstituut, aíd. Bosbouw
In
,,Populier" vanmei
1969 gaf de heer P. Coorens een lezens-waardige analyse van hetverbruik
van populiererondhoutin
de emballage-industrie. Deze was gebaseerdop
een onderzoek datik
op
verzoekvan
de werkgroep ,,Exploitatie engebruik"
vande
Nationale
Populierencommissieheb
verricht
naardit
ver-bruik
in
1966.De
schrijver concludeerdedat het gebruik
van populierehout als grondstof voor de emballage-industriebij
veel fabrikantenafstuit
opa
onbekendheidmet de
mogelijkhedendie
populierehout in
deze bedrijfstak biedt;b
de onoverzichtelijkheid van en de onbekendheid met de po-pulierehoutmarkt.Tenslotte stelde
hij
de noodzaak dat de rondhoutzagerijen zich geheeluit
het
ambachtelijkemilieu
moesten losmaken en effi-ciënte, gemechaniseerde produktie-eenheden van grote capaciteit moesten worden. Deze laatste stelling geldtm.i.
voor de gehele houtverwerkende industrie, en dus ook voor de emballage-indus-trie, alof niet
zelf rondhout zagend.Helaas later dan wel wenselijk was is onlangs
bij
het Landbouw-EconomischInstituut
eenpublikatie
verschenen2), waarin
de resultatenzijn
vastgelegd van een hernieuwd onderzoek datwij
over 1971in
dezelfde verbruikssector verrichtten. Enkele opval-lende uitkomsten daaruit zijn de volgende.Het
totale houtverbruikin
deze sector bedroeg, op basis van m3rondhout,
ca. 727.000m3;
hiervan
was
161.000ms
inlands(22%)
en
560.000ms
gei'mporteerdhout
(78%).Het
aan-deel
populierehouthiervan
was 47.000ms
inlands
(6%)
en2i.000
mB geimporreerd (3/6),
dusin
totaal
ca. 68.000 me. Sedert1966
is
het verbruik van
populierehout,
dat toen
ca. 28.000 m3 bedroeg, dus ongeveer2rlz
maal zo groot geworden. Tabel 1 geeft inzichtin
het aandeel dat het populierehout heeftin
het totale houtverbruikin
deze industrie.Tabel
1
Áandeel aan het popalierehoatin
het totale boataerbrilk door de emballage-industrie.laaÍomzet allehoutsoorten populierehout aantal ver-bedrij- bruik
ven
in
mg (rondh.) aantal verbruik bedrii-ven in m3houtsoort voor
hun
rekening namen(1966:
24,6/6)
en
dat de gemiddelde jaaromzetper bedrijf
terugliep
van
330 m3
naar 140 m3.Daar
tegenover staatin
de groepbedrijven die
meer dan 500 mspet
jaar verbruiken eenvergroting van het
aantal bedrijven van 16in
1966 naar 26in
1971, van hun gemiddeldeverbruik van 1340
naar 2560
m3 en van hun
gezamenlijke aandeelin
het
hele populierehout-verbruikin
deze sector van75,470
naar97,27o:
eenduidelijke
schaalvergrotingdus
in
deze industrie. Hoewel deze cijfers alleen beuekking hebben op de verwerkers van populierehoutwijzen
dezetoch wel
op
een schaalvergrotingin
de gehele emballage-industrie.In dit
opzichtdringt
de visie van de heer Coorens welbii
zijn
bedrijfsgenoten door.Ook
nu is
aanfabrikanten die
geen populierehout verwerken gevraagd naar de bezwarendie
zij
tegendit
hout
hebben. Van de 38 bedrijvendie
deze vraag beantwoorddenluidden
de ant-woorden als volgt:37 %o vond
dat
de eigenschappenvan
deze houtsoortniet
aan de eisen voldoen;21
7o
vonddat
dekwaliteit
van het populierehoutniet
aan de eisen voldoet;24
7o
stelde dat de afnemers andere houtsoorten vragen.In
totaalvond
dus 827o
van deze ondernemers dat populiere-hout qua algemene eigenschappenof
verkrijgbarekwaliteit niet
aan de eisen van de afnemers voldoet. Verdervond
137a
deze houtsoort te duur. Slechts éénbedrijf
gaf onbekendheidmet
dit
hout
als reden op.Op 23
formulieren werd
deze vraag helaasniet
beantwoord.Opvallend
is
dat
sederthet
onderzoek over 1966 het gebrek aan ervaring met populierehout, dat toen doorII
7o
der ondervraagden als redenwerd
vermeld,na
vijf
jaarvrijwel
was vervallen.Dat
afnemers met populierehout geen ge-noegen nemenwordt wel
grotendeels veroorzaaktdoor
onbe-kendheidmet
dit
hout, maar dat geldt evenzeervoor
de cijfers over 1966.Men
zou dus kunnen veronderstellendat
de meer-dere bekendheidmet
de verwerkingsmogelijkheden van het po-pulierehout medetot
de duidelijke vergroting van het verbruikheeft
bijgedragen(zie
conclusie a.in
het artikel
van de
heer Coorens)..===
€il
Fïil
tryË
r.,q,il
t_€Í-{
L4lFÊflj-J aïss{-nq- (rond-hout) in7o in-
im-totaal
lands port verbr.)
10 000 mg 5 000-10 000 mg(5ooom3
18 15 6L 510 600 t6 116000
894400
16 40 500 20 400 7 500 8 18 8 23 58 3 77 42 97 Totaal94
721000
40
68400
9 69
3r Doordatin
1966niet
naar hetverbruik
van andere houtsoortenis
gevraagd,is
zonder meerniet
nate
gaanof
destijging
vanhet verbruik
van
populierehouthet
gevolg
is
van
een totale omzetvergrotingin
dezeindustrie
of
van
een verschuivingin
de gebruikte houtsoorten ten gunste van populier. Meningenuit
depraktijk
hieromtrent zullenmij
zeer welkom zijn.Het
aantal populierehout verwerkende bedrijven is relatiefmin-der
gestegen dan de omzet:van 37
]n
1966
naar40
in I97I.
Bij
eenindeling van
de
bedrijven
in
die met
een jaaromzetvan
meeren die met een
jaatomzetvan minder dan 500
mg populierehout,blijkt
dat
de bedrijvendie minder
danJ00
mB populierehoutper
jaar verwerken(2I in
1966en
14in I97I)
gezamenlijknog
slechts 2,8/e
van
de
totale
omzetvan
dezer)
Foto: Smolders Houtindustrie 8.V., Borkel en Schaft.2)
Publicatie nr. 1.10 van het LEI te's-Gravenhage: ,,Het verbruik van hout- in
het bijzonder populierehout- in
de emballage-industrie".4
Uit
het
vorenstaandekunnen
de populierentelers geneigdzljn
de
ontwikkeling van
het
verbruik van populierehout
in
deze verbruikssectormet
enig
vertrouwen tegemoette
zien. Regel-matige herhaling vandit
soort van onderzoek zal echter moeten aantonenof
nog andere invloeden, en zoja
welke,dit
optimis-me mogelijk kunnen logenstraffen. Daaromblijft
het artikel van de heer Coorensmet
de daarin vervatte waarschuwingen voort-durendin
hoge mate actueel.NTat de vorm betreft waarin het populierehout
wordt
ingekochtis
van weinig
verschuiving sprake.Van de in
I97I verwerkte
hoeveelheidvan
68.000 mswerd door
14 van de40
bedrijven3I.300
^t
(46/6)
als rondhout ingekocht dus door deembal-lagebedrijven zelf geheel verzaagd (1966:
447o).Yan dit
rond-hout werd
in I97I
16.900ms
(547o)
uit aangekochte hele
bomenen
14.400ms
(46%)
uit
aangekochte voordit
doel ge-schikte delen van populierestammen gezaagd.De
emballagefabrikantentreden,
in
tegenstellingtot
b.v.
de rondhoutzagerijen,weinig
als houthandelarenop:
het
gezaagd gekochtehout
(36.700 m3
op
rondhoutbasis)werd
uiteraard geheelvia de
zageijen en handelaren betrokken en 22.900 nBQi
%)
van
het
totaal
verwerkte populiererondhoutwerd
uit-sluitend van de rondhoutharylel gekocht; slechts 8.400 m3 rond-hout werd rechtstreeks van de producenten gekocht.
Zowel
in
1966 aIsin
l97I
is een poging gedaan om hetpoten-tiële verbruik van
populierehout in
dezeindustrie
te
peilen. Gevraagdis
n.l. hoeveel de beuokken fabrikanten zoudenkun-nen en
willen
verwerken wanneer aan bepaalde voorwaarden, zoalskwaliteit,
regelmatigevoorziening
met
voldoende grotepaÍtijen, juiste
afmetingenen
aanvaardbareprijs,
zou
worden voldaan.De
uitkomsten waren verrassend maar bieden weinig zekerheid omdatmet
geen mogelijkheid getaxeerd kan wordenin
hoeverre aan deze voorwaarden voldaankan
en zal worden.M.
Bol
/
Yan dunningshout
tot
houtchips
Met
belangstellingen
waarderinglas ik
de
attikelen van
de heren Sipkens en Bosman (Populier9 (4)
1972(67-71)),waat-in
o.a.wordt
ingegaan op de exploitatie van dunningshout vanpopulier
t.b.v.
Peppelhout EerbeekN.V.
Auteurs
beschrijven, hebben goede ervaringenmet en
bepleiten
de
sortimenten-methodebij deze
exploitatie,waarbij
in
het terrein wordt
ge-kort.Bedoelde artikelen geven
mij
aanleidingtot
het volgende com-mentaar, een commentaat datvoor
de
auteursweinig
nieuwszal
bevatten, daarik
hendit in
essentie anderhalfà
twee jaar geleden mondeling reeds gaf.Sipkens noemt kenmerkend voor de sortimentenmethode
(in
devorm
zoalsdie
door Bosman naderwotdt
beschreven) de hoge graad van mechanisatie (blz. 69, hoofdsruk4,
regelI2).
Hij zal
deze uitspraakmet
name bedoelen voor het onderdeel (terrein) transport.De
onderdelen vellen, snoeien en-
waar hetmij
nu om gaar-
korten(tot
2m
stukken met de motorzaag) enstape-len
(in
handkracht) hebben zeker geen hoge graad van mecha-nisatie.De
bosarbeidervoelt dat
al
jaren
aanzijn
lijf,
de bos-bezitter (en houtgebruiker?)in
zijn portemonnaie.Voor
een goede beoordeling van houtoogst- en uansportmetho-denlijkt
het
gewenst om het gehele exploitatieproces van stobtot
fabriek te
bezien.Dit doende
komt
men,voor
gevallen als beschreven,tot
de vraagstelling:waarom doet men
in
het bos zoveel moeite om stammenin
handkracht
te
korten ente
stapelen, als later, maarnu
met eenhoge
graadvan
mechanisatie,de
stamsrukken aan defabriek
tot
chips worden verkleind.M.a.w. waarom
2
of. 1m
sortiment makenin
het bos,waar-om voor
dergelijke gevallen sortimententransport, waarom geen langhouttransport, eventueel transportvan lang
sorti-Zij
geven alleen een vage aanwrjzingomtrent
de hoeveelheiddie
in
de
meest gunstige omstandighedenpotentieel in
deze sector kan worden afgenomen enhoudt
dus beslist geen prog-nosein
voor
de komende jaren.Hoe
de afzetmogelijkhedenin
L966
en
in
I97I
reëelen
potentieelvoor
de populierentelers waren geeft tabel2
aan.Tabel
2
Reëel en potentieel aerbraih uat popaliereho*t in de embal-Iage-indutrie o0 basis oan ms rond.ho*r.bedrijven met reële omzet pop.hout van
1966 r97 r
reëel
potentieel reëel
potentieelm3 500 100m3 7.000 2L.400 20.j0027.200 1.900 66.500 16.300 80.700 Totaal
28.400
47.t00
68.400
97.000De
indeling
in
grootteklassen naar hetverbruik
van populiere-hout geeft weerduidelijk
de schaalvergroting aan; d,eze indelinggeldt
uiteraardniet voor de
tweedeen
vierde kolom
waarin ónder de ,,kleine bedrijven" nog de potentieeltor
,,grotebedrij-ven"
uitgroeiendebedrijven
zijn
gerangschikt.De
vrij
regel-matig
stijgende (totaal)cijfers
gevende indruk
dar.na
1966 inderdaadaan veel
van de
gestelde voorwaardenis
voldaan waardoorin
I97l de reële omzet zelÍs
groter is geweesr dan erin
1966 potentieelin
zat.De
gevolgtrekking dar de omzer naI97I dan
ook inderdaad wel zal groeien naar de g€geven poten-tiële omzet van 97.000 ms mag echter zonder meer niet worden gemaakt. rJ7elkunnen de cijfers van
de potentiële omzer een stimulans betekenenvoor
de telers, de handelaren en dezage-rijen om te
proberen aande
gestelde voorwaardenvan
resp. goedekwaliteit,
regelmatig aanbod van voldoende grore partijen en juiste maten, tegemoet te komen.ment
(b.v.
stamstukken excl. zaaghoutsortiment, halve bo-men).Tracht men deze vtaag
in
kwalitatievezin
te beantwoorden danspringt
een zeerduidelijk pluspunt voor
langhouttransport of transportvan lang
sortimenrin
het
oog: her
geheelof
bijna geheel wegvallen vanhet
tot nu
laag-gemechaniseerde arbeids-onderdeel korten en het geheel wegvallen van stapelenin
hand-kracht. Daarnaast is er sprake van een aantal minder duidelijke,hetzij
plus-,hetzij minpunren:
derelatie
tussen sorrimenrsver-lenging en terreintransporr (mer goede mogelijkheden vooruit-rijden
en
uitslepenin
opstandenmer berrekkelijk grote
rijen-afstand), de relatie tussen sortimentsverlenging en wegtransporr (metin dit
geval.betrekkelijk korte transportafstand), de relatietot het
opslaanen
intern-transporrvan hour
op het
fabrieks-terrein,
de
relarie
tot
machinaalschillen
(lagere kosten voor onderhouden
reparatiebij
langhout
en
lang sortiment?)
en chippen.De gestelde vraagkan hier