• No results found

Goede snijmaïs telen bij lagere bemestingsnormen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Goede snijmaïs telen bij lagere bemestingsnormen"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wat levert het op?

Modelberekeningen geven aan dat hiermee opbrengst be-houden kan worden. Tabel 1: De oude gebruiksnorm is vrijwel gelijk aan het advies. De opbrengst is 100%. De verlaagde gebruiksnorm kost 11% opbrengst. Met een goed vanggewas wordt 5% gewonnen, met rijenbemesting met organische mest nog eens 4%, met beide maatregelen is de opbrengst 98%. Hoeveel het optimaliseren van de overige elementen en omstandigheden oplevert, is hierin niet meegenomen.

Organische mest in de rij

Het principe is de concentratie meststoffen dichtbij de plant verhogen. De werking van N is 25% beter, de werking van P is minimaal 100% beter.

Als grond het toelaat perceel ploegen en daarna de drijfmest in de rij geven. In 1 werkgang met zaaien of in 2 werkgangen met GPS/RTK

Als draagkracht er om vraagt bovenstaande uitvoeren maar dan met slangaanvoer

Bij percelen waar bemesten over zaaiklaar land te veel risico geeft op structuurschade kan de combinatie van rijenbe-mesting met niet kerende grondbewerking een optie zijn. Perceel moet vlak liggen en niet te sterk verdicht zijn.

Goede snijmaïs telen bij

lagere bemestingsnormen

Goed(e) snijmaïs telen binnen de strenger geworden gebruiksnormen, daarvoor zijn een aantal effectieve maatregelen voorhanden:

Organische mest in de rij

Geslaagd vanggewas

Zorg dat naast stikstof en fosfaat ook overige elementen en omstandigheden optimaal zijn

Contact: Jantine.vanmiddelkoop@wur.nl www.bemestingsadvies.nl

Tabel 1 Maïsopbrengst bij advies (=oude gebruiksnorm) op zand; 20% verlaagde gebruiksnorm (=niets doen); idem + goed vanggewas; idem + goed vanggewas + rijenbemesting.

Oude gebr.

norm Niets doen

Goed vang gewas Idem + rijen bemesting N-gebruik-snorm 150 112 112 112 Vanggewas (?) (?) Ja Ja (Kunst)mestrijenbemesting Nee Nee Nee Ja N-aanvoer Depositie 31 31 31 31 Organische mest 175 154 165 172 Kunstmest 71 43 38 35 Vorig vanggewas 0 0 48 48 Vorige gewasresten 34 33 34 34 TOTAAL 311 261 316 320 N-afvoer Gewas 175 156 165 172 Ammoniak 12 10 11 11 Komend vanggewas 0 0 48 48 Gewasresten 34 33 34 34 Richting grondwater 90 62 58 55 TOTAAL 311 261 316 320 N-benutting 0,63 0,68 0,71 0,72 Nitraat 71 48 46 43 Fosfaatoverschot 0 0 0 0 Maïsopbrengst, % 100 89 94 98

Basis: N/P2O5 verhouding in mest (kg/kg): 2,73; Nm/N tot verhouding in mest (kg/ kg): 0,50;

N-werkingscoëfficiënt mest (kg/kg): 0,45; Doel is fosfaatoverschot 0 kg P2O5/ha en nitraatconcentratie 50 mg NO3/l.

(2)

Voldoet het perceel niet aan de voorwaarden om in één werkgang te bemesten en zaaiklaar te leggen bemest dan vollevelds en ploeg het perceel daarna. Bij het zaaien eventueel beschikbare alternatieve organische fosfaatmeststoffen in de rij gebruiken.

Extra aandachtspunt organische mest in de rij:

Plaats mest zodanig dat het zaad er nadien niet mee in contact komt: 5-10 onder het zaad, 5-10 cm naast het zaad.

Contact: Jantine.vanmiddelkoop@wur.nl www.bemestingsadvies.nl

Figuur 1 Principe van de relatie tussen beschikbare N voor gewasgroei, geoog-ste N en overschot.

Hoe hoger de N-bemesting op gewassen, hoe meer N er overblijft in de bodem, het bodemoverschot. Een deel van het bodemoverschot spoelt uit.

400 300 200 100 0 100 200 300 400 0 G eoogst e N

Beschikbare N uit gift, depositie, nawerking Opbrengst reactie

op meststof Y = X

N-overschot

Drijfmest in de rij beperkt het effect van lagere gebruiksnormen

In twee werkgangen met GPS-RTK

Injectie in één werkgang

Geslaagd vanggewas

Vanggewas na snijmaïs is verplicht op zand en löss. Het beperkt de nitraatuitspoeling. Voor de teler levert het o.a. extra stikstof in het volgende jaar en een verbetering van de organische stof huishouding. Snijmaïs alleen verlaagt het organische stofgehalte van de bodem.

Om een goed vanggewas te telen, dient het op tijd ge-zaaid te worden, zie tabel 2: hoe eerder gege-zaaid, hoe meer nalevering van stikstof.

Er zijn enkele keuzes te maken:

onderzaai of zaai direct na oogst

soort: gras, graan, bladrammenas, bladkool

Een goed vanggewas zorgt voor behoud van goede mais opbrengsten, ook op lange termijn.

Tabel 2 N-nalevering van vanggewas bij verschillende zaaitijdstippen

Oogsttijd mais/ zaai groenbemester N-opname vang-gewas N- naleve-ring

15 aug – 1 sept 90 (80-100) 45 1 – 15 sept 60 (45-75) 30 15 sept – 1 okt 30 (20-40) 15 1 – 15 okt 10 (5-15) 5 Na 15 okt 5 (0-10) 0

Overige elementen en omstandigheden

te lage pH kost opbrengst, gemidd ca. 4%

Kalk: goed voor de structuur maar tijdelijke verhoging stikstofmineralisatie

Kali en zwavel

Aandacht voor bodem! Kies de juiste percelen.

Goede mais heeft een goede structuur nodig voor bewer-king/berijding en vochtvoorziening

Alternatieven voor P kunstmest in de rij

Struviet (ammonium-magnesium-fosfaat) uit mest

(= dierlijke mest)

Andere meststoffen: humifirst, physiostart: te overwegen bij lage toestand

Iseed: zaadcoating met P, is nog in overweging bij het beleid

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Therefore, the psychologtval contract transformed fronl a vclational contract to a putd!- tsansactional contract, whcrc rctnuncration is. linked ti,

Het vervallen van de 5% marge en de lagere gebruiksnormen voor stikstof in dierlijke mest op zand- en lössgrond leidt op de Koeien en Kansenbedrijven tot gemiddeld 255 ton

Op de weg van de mogelijke strategieën naar voorkeurs strategieën waren verschillende maatregelen afgevallen op basis van een deelbeoordeling, hierdoor werden deze niet

ten aanzien van de sortering worden steeds strenger. Vandaar dat er veel onderzoek wordt verricht naar de invloed van plantdichtheid en plant- verband op opbrengst

nog de inkomsten geteld die betrekking hebben op ontvangsten van buiten het bedrijf (zoals rente van spaarbanksaldi en ontvangen kinderbijslag) dan is dit het totale

Comparison of the amino acid sequences of the enzymes reveals that most esterases display a conserved sequence motif, GESAG, around the central active site serine residue (Drables

Yet this is a question that is increasingly coming into play in the context of orders sought for the eviction of unlawful occupiers by private landowners where – as in the

 However, to place Matthew 5:17-20 better in its literary and theological context, we should not ask merely what this passage contributes to our understanding of Jesus