49
3.
Door de
Ádviesgroepen,,Flout"
en
,,Houffeelt"
werd
opgrond
van het
onder
2
vermeldeeen
uiwoerig
preadvies opgesteldin
verbandmet de
afzetmoeilijkhedenvan
het populierehout, met aanwij zíngenhierin
verbetering te bren-gen. Naast goedevoorlichting
over de houtmarkt, inclusief deprijzen,
aande producent
ztjn
vooral
een concentratie van het ho,utaanbod(in
de eerste plaatsbij
rijksinstellingen en lagere overheden), prijsafsprakenen publikatie
hiervan vóór het vellingsseizoen van groot belang.Het
desbetreffend rapporcwerd
aangeboden aan de directeurvan het
Staats-bosbeheer.
IV.
Andere belangrijke
aktiviteiten
buiten de
NationalePopulieren
Commissie1.
Door het
Bosbouwproefstation werden nieuwe proefvelden aangelegdom
degroei
van steeds hetzelfde tweetal klonen te vergelijken op verschillende bodemrypen e.e.a.in
een ge-bied waar oudere populierenbeplantingen plaatselijk geringetot
ernstige groeistoornissen vertonen.Het
onderzoek van populiereklonen geplantonder
ongunstige bodem-en
kli-maatsomstandigheden werd voongezet.
2.
De bacterie die aansprakelijk is voor de watermerkziektebij
schietwilgen
werd
geïdentificeerd alsErwinia
salicis (Day) Chester. Ofschoonde
slagingspercenmgesvan
inoculatiesvan
schierwilgenmet
deze bacterie laag bleven,waren
deziektesymp,tomen
die
bij
de watermerkziekte behorendui-delijk
vast te steilen. Hiermede isin
het resistentieonderzoek een belangrijke vooruitgang geboekt.3.
De
rups
van de
satijnvlinder
(Leucornasalicis) tastte in
Oostelijk
FlevolandI20
ha
bos aan waarvan meer dan dehelft
werd kaalgevreten. Omdat een herhaling van de plaagin
1970wordr
verwacht,werd
in
overlegmet het
Rijks-instiruut voor Natuurbeheer besloten het biologischebesrij-dingsmiddel
Tribactur
Bacillus thuringiensis) roe re passenvanuit een vliegruig.
4.
Onderzoekdoor de afdeling Houtteelt van de
Landbo'uw-hogeschool te $lageningen ter verbetering van identificatie-methodenvan
populieren;
morfologischebeschrijving
enkeuring
op
identiteit van
diverse rassenvan
populieren enwilgen;
fenologische waarnemingenaan
klonen vafl
eenaantal houtsoorten waaronder populieren en
wilgen
alsrnede werkzaamhedenin
het kader van de ,,Inrernationale Srudie-groepvoor
de Registratievan
Populierenamenin
Midden-en Noordwest-Europa".
Incidentele
voordrachtenvoor
technischleiders
en
keur-meesters van de Nederlandse Algemene Keuringsdiensr voor Boomkwekerijgewassen over de herkenning van nieuwe han-delsrassen van populier. Plannen voor een cursus waarin de herkenning van alie handelsrassen van populieren en wilgenwordt
behandeld t.b.v. de genoemde peÍsonenzijn in
voor-bereiding.5.
Het
Houtinstituut
TNO
brachtrapport
uit
overhet
voor-komenvan juveniel hout en
zijn
specifieke eigenschappenin
verband met hetfeit
dat populierehout vaak op jeugdigeleeftijd
moet wordenverwerkr
6.
De
N.V.
Vereenigde Papierfabrieken Eerbeekte
Eerbeek hebben opgericht de PeppelhoutN.V.,
welke laatste onder-nemingrefiner pulp
uit
iniands populierehout zal gaanver-vaardigen,die door
de Vereenigde Papierfabrieken gernte-gteetd zaI wordenverwerkt
in
haar duplexkarton.Met
deproduktie zal
eind
1970oÍ begin
1971 worden begonnen.Voor
de
grondstoffenvoorzieningzal
,,Peppelhout"N.V.
samenwerken met de
Koninklijke
Nederlandsche Heidemaat-schappijdie
tevensvoor
het
schillenvan her
aangevoerdehout
zal
zorgdngen.Hiermede
zal een geheelnieuw
afzer-gebied ontstaanvoor
de middenkwaliteir populiereho'r.rt.7.
Door
de Nederlandse Algemene Keuringsdiensr voorBoom-kwekerijgewassen werden
in
het seizoen 1968/1969 de vol-gende aantallenpopulieren gewaarmerkt:
eenjarige 47133scuks en meerjarige 68636 sruks.
8.
Het
aantal
door
de Stichting
Industrie-Hout
aangelegde demonstratiebeplantingen voor devergelijking
van verschil-lende teeltmethoden bedraagt thans 14.9. In
het
vootjaar
van
1969vond
te
Parijs
een belangrijke vergaderingplaats
van
het
Executive Commimeevan
deI.P.C. Tijdens deze conferentie werd op voorstel van
Neder-iand
beslorendat
aan de directeur-generaalvan de
F.A.O. zal worden medegedeelddat het
Executive Committee vanmening
is
dat
het
van groor
belangmoet worden
geachtdat
regionale contactenbinnen de
I.P.C. regelmatig plaats hebben en zomogelijk
een permanente organisarie vragen.Op
dezewijze zal her
beter
mogelijk
zijn om de
I.P.C. doelmadg te laten werken. Gedachtwordt
o.a. aan een regio-nale sub-commissie voor rVest-Europa.Tijdens de vergadering
van het
Executive Committee werd onze landgenoot, de heerH.
A.
van der
Meiden,tor
vice-voorzitter van het I.P.C. gekozen.INTERESSANTE BEPLANTINGEN
xv
Met de
huidige
planologischeontwikkelingen
in
Nededandwordt
voor de bosbouw en de aanlegvan
beplantingenin
het algemeen,eigenlijk
eennieuw
gebied geopend.Met
namein
het vresten des lands, maar
ook
elders worden voorbereidingengetroffen voor
of
wordt al
gewerkt
aande ontwikkeling
van belangrijke groenelementen mer een veelzijdige doelstelling. Begrippen als bufferstrokenin
eenversrdelijkend
land,recrea-tie,
beschutting tegenklimaaq
milieubeheer, landschappelijke aankleding, woonmilieu e.d. komenhierbij
veelvuldig ter sprake. Bepaald niet te verwaadozen is echter ook de belangrijke functiedie
deze beplantingenvoor
de produktie van hout
kunnen hebben.\7ie
zich verdiept
in
de
aanlegvan
dezenieuwe
bossen en beplantingen zal constateren dathierbij
vele vragen rijzen.De
klimaatsomstandigheden
(wind)
in
het
westelijk
gebied maarvooral
ook de
bodemgesteldheid brengenproblemen
op
hetgebied van houtsoortenkeuze en aanlegmethoden mer zich mee, die een gedegen bestudering vragen. Terreinen die voor nieuwe beplanting
in
aanmerking komenzijn
bijvoorbeeld gelegen op siappe veengrondenmet
hoge grondwaterstand,op
kleigronden met een ongunstige strucruuf, op opgesporen gronden bestaandeuit
zand,klei
of
veenof
gemengde specieof
op
vuilstorten.Dít
zijn
terreinen waarmeemen op
bosbouwkundig gebiedin
Nederland bepaald nog
niet
veel ervaring heeft.Voor
de
besruderingvan de
moeilijkhedenen
mogelijkhedenvoor de
aanlegvan
nieuwe
bossenen
beplantingen
in
dezegebieden
is
bij
het
Bosbouwproefstation reedsjaren
geleden eenVerkgroep
Bosin
Stedelijke Gebieden (voorheenVerk-groep Bosbouw Randstad
Holland)
geformeerd. Specialisten van diverse richtingenrachten hierin
gezamenlijk oplossingen voor de problemente vinden
en de noodzakelijke kennisvoor
--l L
-r,
-.1a
EE5
F
E
E
t0
door
onderzoekin
recent aangelegde proefveldenen door
in-ventarisatievan
reeds bestaande, oudere beplantingen. Tevens houden anderenuit
deze werkgroep zichbezig met vraagstukken van bijvoorbeeld economischeof
recreatieve aard.Het werk
in
proefvelden verschaftbijzonder veel
informatie, een nadeelis
echterdat
deze proefveldennog
slechts enkelejaren
oud zijn.
Gegevensover de
problemen
die
volwassen beplantingen kunnen opleveren, kunnenhieruit
nogniet
geput worden. Omhier
meer van te weten te komenis
inventarisatie van watin
het verleden reeds bereikt werd de aangewezen weg.Er
zijn diverse inventarisaties uitgevoerd, een van de moeizaam-ste bleek die van het bos o,p veenin
het westen des lands te zijn.Terwijl
in
de toekomst nogalwat
veengronden bepiant zullen moeten worden, bleek het aantal thans bestaande representatieve gevallen van beplantingen van enige omvang op veenin
\7est
Nederland zeer gering.
Niettemin werd
een aantal bruikbare objecten gevondendie nuttige
gegevenskonden
verschaffen. De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerdin
een rapport,,De
bosbouwkundige mogelijkhedenop
veengronden" doorK.
R. van Lynden, J. L. Guldemond en rW.H.
van derMolen.l)
Een
van de
onderzochte objecten was een bosbeplanting van opvallendekwaliteit
aande
Vroegopsingelnabij
Amsterdam. Deze bleek dusdanig interessantte
zijn
datook
in
de iaren na de eerste inventarisatie verdere waarnemingen z11n gedaan.De
beplanting, eigendomvan de
gemeente Amsterdam,Iigt
aan
de
zuidzrjàevan
deAmstel, ten
westenvan
de Rijksweg Utrecht-Amsterdam tegenover het Euro-motel. De grond bestaatuit
bosveen,met
een kleihoudende goed veraarde bovenlaagvan
t
45
cm
dikte
(koopveengrond).Op
groterediepte (-+
150 cm)
komt
zeggeveen voor.Het
terrein is nat, de gemiddeid hoogste grondwaterstandis
ondieper dan40
cm, de gemiddeld laagste grondwaterstand is tussen 80 en 120 cm benedenmaai-veld.
De
bovengrondis
los van
structuur
en
slap, sommige plaatsenzijn
ondanks greppels en sioten drassig.Als
eerste hoofdhoutsoortis
in
denu
vijl:tieniarige
beplanting 'Robusta'-populier aanwezig,als
bosplantsoen (vermoedelijk eenjarig) destijds onregelmatig geplantop
afstanden variërend tussen 4 en 9 m. Tussen de populieren staan versPreid gemengd andere hoofdhoutsoorten als es, esdoorn,berk en
eik,
evenals hetvulhout
destijds geplantop
1x
1m. Als vulhout
zijn
o.m.gebruikt
zwarte els,
veldesdoorn,meidoorn,
vlier,
vuilboorn,liguster.
Er
komt
een gevariëerdekruidengroei voor,
waarinBeplantingen
bij
de Ámstel. Deb e spro ken b ep lan tin g staat re c hts.
Aan d.e linherzijd,e een op een
talad, aan tJe autou,eg Utrecbl-Ám.sterdarn slaande popalieren-beplanting.
Foto:
Ir.
J. L. Guldemondplaatselijk veel brandnetel, hondsdraf,
kleefkruid
enriet.
Opva.l-lend is dat
degrond
bij
de stamvoetvan
de bomen vanaf hettijdstip
vanplanten
15 à20
cm
ingeklonkenbliikt te zijn:
dewortelaanlopen
(vooral van populier)
zijn
hierdoor
op
vele plaats,enruim
boven de grond gekomen.Enkele groeigegevens:
lengte
(m)
lengte(m)
diam(cm)
diam (cm)1.967
1970
1967
7910populier
77,7
2I,0
26,1
33,4es
9,2
12,8
I2,7
18,1esdoorn
7,4
9,6
10,1
15,0leeftijd
van de beplanting: 75 jaar (1970)De groei van de
populier
is opdit
terrein zeer goed te noemen. Gedurende de laatstedrie
jaren een iengtegroeivan
meer dan1 m per
jaa4in
vroegerjaren
echtervan
ca
1,)
m
per
jaar (totale lengte navijftien
jaar immers 21m).
De diameteraanwas bedraagt vanaf 1967 brjna 2,5 cmper jaar
en de totale gemid-delde diktegroeiper
jaar vanafhet planten
is ruim 2
cm. Depopulieren
zten er gezonduit
en hebben goed bebladerde kro-nen.Er zijn
geen ziekteaantastingente
constateren.De vorm
isover het algemeen normaal, aileen
in
de toppen enbij
de rand-bomenis
vervorming door vrindinvloedte
zien, enkele toPPenzijn
in
het vededen uitgebrokenop
ca. 12m
hoogte.Er
heeft vrijwel
geen snoei
plaatsgevonden,door de
dichte ondergroeivan
vulhout en
andere hoofdhoutsoorten ontstond een zekere naruurlijketakreiniging:
tot
een hoogte van ca. 8m
zljn
nog slechts enkele dunne, dode ondertakken aanwezig.In
de beplanting heeft
op
ieugdige
leeftijd
eenzuivering
plaats gevondenwaarbij
enkeie bomen, maar vooral veel vulhoutsoor-ten werden afgezet.In
de populierenis
na deze zuivering niet gedund, waardoor zenu
nogop
de oorspronkelijke onregelma-tige plantafstanden staan: plaatselijkdicht
of
ruim.Ook
degroei van
esen
in
wat
mindere matevan
esdoorn is goed. Deze houtsoorten hebbenhier
een gemiddelde lengtegroei van85
cm, resp.65
cmper
jaar en een gemiddelde diktegroei van 1,2 resp. 1,0 cm per jaar.Duidelijk
te constaterenis
echter dar deze houtsoortenlijden
onder de concurtentie van depopu-lier:
de kronenzijn
ijl
en onregelmatig vervormd en zoeken alshet
ware naarhet weinige nog
aanwezigelicht
tussen de veel forsere populieren.5I
De
berk wordt
vrijwel
geheel verdrongenen is
veelal scheef-gezakt en kwijnend, de groei ervanis matig
tot
slecht.De
eik vertoont ook een zeer matige en onderdrukte groei en heefr eenzeer slechte vorm.
De
vulhoutetage isredelijk
goed onrwikkeld maar heeft tamelijk weinig enklein
blad.Resurnerend
kan men
stellen
dat
op
dezegrond
een
goede populierenbeplanting aanwezrg is, die nogin
volleontwikkeling
is,
met
tevensredelijk
groeiende essenen
esdoorns,die
echterlijden
onder de concurrentie van de populieren.Op
grond van deze en andere ervaringen is gebleken dat van de verschillende veengrondenin
\í.
Nededand de subgroep ,,koopveengronden" de beste resultaten geeftbij
bepianting.Hier vindt
men goede mogelijkheden voor de aanplant vanpopulier
enwilg
enrede-lijk
voor es en els.De
esdoornkomt
op deze gronden te weinig voor om er een uitspraak over te kunnen doen, de eersteerva-ringen
in
proefveldenzijn
echterniet
ongunstig.De
goede ervaringenmet de
andere genoemde houtsoortenworden
be-vestigddoor de
voorlopige
resultatenin
ptoefvelden:
vooral populierbtijkr
zichin
de proefvelden op veenin
her westen deslands goed
te
ontwikkelen. Eenbelangrijk
en
enigszins zorg-wekkendpunt is hierbij
dat
op
dezetamelijk
slappe grondenvooral
bij
hoge grondwaterstandenhet
gevaarvan windworp
juist
bij
snelgroeiende houtsoorten aanwezíg is. Reeds enigema-len is
geconstateerd dat uitstekend groeiende jonge populieren op veen met een hoge grondwaterstandbij
enigewind
omvielen en dan een zeer gering wortelstelsel bleken te hebben.Men
zal deze beplantingen danook
zo geslotenmogelijk
moeten laten opgroeienen
drastische ingrepenin
het
kronendak(te
sterke dunning, kappen van open plaaren, paden e.d.) zoveel mogelijk moeten vermijden. Terugkerend naar de beplantingbij
Amster-dam
is het
zelfsop
deze naar omstandighedenredelijk
goede grond nog maar de vtaag wat er zou gebeuren wanneer men depopulieren door een sterke ingreep plotseling aan de
wind
bloot zou stellen. Een dunning, die op enkele plaatsenwel
noodzake-lijk
is, zoumet
veel overleg engeleidelijk
moeren wordenuir-gevoerd,
waarbij
de
randen
te
allen
tijde
gesloten moeren blijven.ir.
J.
L. Guldemond 1) (Publikatiem. 2
van de W'erkgroep Bosbouw Randstad Holland, Ned. Bosb. Tijdschr. 40(ll),
1968 (401-408), tevens verschenen alsKorte Mededeling m. 96 van het Bosbouwproefstation te Wageningen.)
KALENDER
Het
is nu
reedstijd
om
aandacht teschenken aan het bestellen van plant-soen en
het
klaarmakenvan
percelen alsU
van plan bent
in
het
komende seizoenpopulieren
te
gaaÍ
planten.Bij
het vroegtijdig bestellen van plant-soenkunt
U
zich op dekwekerij
per-soonlijk ervan overnrigen dat de plan-ten gezond en stevig zijn enniet
door bladziekten (roest en Marssonina)zijn
aangetast
of
beschadigingendoor
in-sekten vertonen.Het
verdient
aanbevelingom
bij
het opstellenvan de plannen
te
overwe-genof
het gebruik van eenjarig plant-soen, en danbij
voorkeur stevigever-takte planten,
niet de
voorkeur
ver-dient
bovenhet gebruik van
rwee of meerjarig plantsoen. Het laatstgenoem-de plantsoen is duurder, brengt hogere plantkostenmet zich mee
en
geeít meer risiko van aantasting door schors-brand. Bovendienis
in
het
algemeen degroei van
rweejarigen
zeer zekerdat van driejarig plantsoen
in
de eerste jaren na de aanleg minder dan de groei van eenjarig plantsoen.Bij
het bestellenvan meerjarig
plantsoenverdient
het aanbeveling naast de gewenste dikte te-vens deleeftijd
van de planten te ver-melden (tweejarig 6-8cm
of
8-10 cm,driejarig
l0-12cm
of.l2-I4cm),;
ook mag rneerjarig plantsoenniet te
langzijn.
Overweeg ook eens hetproefsge-wijs
aanplantenvan
de nieuwe rassen'Dorskamp', 'Flevo' en de balsemhybri-den'Geneva'
en'Oxford';
de rwee laatst genoemde rassenstellen iets
lagere eisen aande
bodemdan de
overige.Al
deze rassenzijn in
hoge materesi-stent
tegen Marssoninaen
roest. Begin met het aanleggen enonderhou-den
van
greppels
en
sloten als
degrondwacerstand
laag
is
en
weinig neerslag gevallen is.Een sterke
verwildering
van loofhout-opslag en bramen qp dein
te plantenpercelen
kan
in
augusrus-september bespotenworden met 2,4,5-T
ester.Contoleer
in
de
zomer de bladkleur, bladgroone en bladbezettingin
jonge beplantingenin
verbandmer her
op-treden van gebrekssymptomen,veÍoor-zaakt
door
een
tekort
aan
bepaalde voedingsstoffen.U
kunt
dannu
reedsrekening houden met de
in
het volgen-de voorjaaruit
te voeren bemestingen.Ynag
in
verbandmet
gebreksziektenen
bemestingeen
deskundig advieslIs op
pas ingeplante percelen schadedoor reeën
of
konijnen
te verwachtendan verdient
het
aanbevelingde
bo-men te
beschermenmet plastic
spira-Ienof
gazen kokers.Voor
het verkopen van hout ishet
nu reedstijd
om
zich
te
oriënteren overde
mogelijkheden
om
een zo
goed mogelijkeprijs
voor het hout te
krij-gen. Stelt