• No results found

Milieu- en natuurplanbureau; brug tussen wetenschap en beleid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Milieu- en natuurplanbureau; brug tussen wetenschap en beleid"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Milieu- en Natuurplanbureau

Brug tussen wetenschap en beleid

(2)
(3)

fo

to

gr

afi

e

Het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) voorziet de Nederlandse regering van onafhankelijke evaluaties en verkenningen van het gevoerde of voorgenomen beleid voor de kwaliteit van de fysieke leefomgeving en de invloed

daarvan op mens, plant en dier. Daarbij hoort ook het in kaart brengen van duurzaamheidsvraagstukken. Dat doet het MNP gevraagd en ongevraagd.

Jaarlijks publiceert het MNP een Milieubalans en een

Natuurbalans. Dat is in de wet vastgelegd. Alle publicaties zijn openbaar en hebben als doel bij te dragen aan de kwaliteit van de besluitvorming van nationale, internationale en regionale overheden. Het MNP vormt daarmee een brug tussen wetenschap en beleid.

(4)
(5)

V, fo to gr aa f O er m an

Aantal (potentieel) verontreinigde locaties 2004

< 250 250 - 500 500 - 1000 1000 - 2000 > 2000 Geen gegevens 1990 1995 2000 2005 0 4 8 12

16 miljard euro (prijspeil 2004)

Overig Klimaatverandering Gewasbeschermings-middelen Geluid Vermesting Verontreiniging van bodem Onderzoek en ontwikkeling Uitvoering en handhaving Verzuring en luchtkwaliteit Verspreiding van stoffen Verwijdering Milieukosten per thema

Hoe schoon of vuil is Nederland? Wat betekent dat voor mensen, dieren en planten? Gaat het goed of slecht met de natuur? Spelen vergelijkbare problemen ook in het buitenland? Wat betekent klimaatverandering voor Nederland en de rest van de wereld? Wat doet de overheid om het milieu en de natuur te beschermen, is dat genoeg en wat kost het? Welke mogelijkheden voor verbetering zijn er en hoe effectief zijn die? Vragen waarop het

Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) antwoorden levert.

Milieubalans

Europese milieueisen maken aanvullend Nederlands beleid noodzakelijk. Het uitvoeren van de Europese emissie-eisen leidt tot forse vermindering van de uitstoot van vervuilende stoffen in Nederland. Maar voor Nederland is dat niet genoeg om te voldoen aan de milieukwaliteitseisen die de Europese Unie stelt. Dat blijkt uit de Milieubalans 2005. De Milieubalans beschrijft jaarlijks de toestand van het milieu, de invloed die het beleid daarop heeft gehad en de resterende knelpunten en beleidsdilemma’s.

(6)
(7)

V, fo to gr aa f M ou to n 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2015 0 40 80 120 160 200 Index (1985=100) BBP Klimaat Verstoring Vermesting Verzuring Afvalbeheer Milieuthema’s Doel klimaat Doel verzuring Doel afval-beheer Ramingen 1980 2020 2060 2100 0 400 800 1200 1600 2000 1018 J Niet-fossiel Waterkracht Zon, wind en nucleair Traditionele biomassa Moderne biomassa Fossiel Aardgas Aardolie Kolen Scenario Mondiale Markt

Mondiaal energiegebruik

Terugblikken en vooruitkijken

De Nederlandse overheid en internationale organisaties hebben behoefte aan feitelijke informatie en evaluaties, analyses en verkenningen om hun beleid op te baseren. Het Milieu- en Natuurplanbureau draagt hier als onafhankelijk planbureau aan bij, in nauwe samenwerking met andere kennisinstellingen in binnen- en buitenland. Het MNP doet dat door vooraf te verkennen wat de effecten zullen zijn van voorgenomen of mogelijke beleidsmaatregelen en achteraf te evalueren wat de effecten zijn geweest van uitgevoerd beleid. Wetenschappelijk en onafhankelijk

Het MNP brengt gevraagd en ongevraagd openbare rapporten uit aan het Nederlandse kabinet en internationale organisaties. De onafhankelijkheid is wettelijk vastgelegd. Belangrijke publicaties zijn de jaarlijkse Milieubalans en Natuurbalans, de vierjaarlijkse Milieuverkenning en Natuurverkenning en het online Milieu- en Natuurcompendium. Alle publicaties van het MNP zijn openbaar en staan vrij toegankelijk op www.mnp.nl.

(8)

 Milieu- en Natuurplanbureau

Verkenning van duurzaamheid

Duurzaamheid gaat over de vraag of de huidige ontwikkeling van de wereld kan worden voortgezet. Het antwoord is afhankelijk van maatschappelijke opvattingen over de kwaliteit van leven en de verdeling ervan over de wereld en van wetenschappelijke inzichten in het functioneren van het maatschappelijk en het natuurlijk systeem. Om structuur aan te brengen in het debat over duurzaamheid, bracht het MNP een rapport uit getiteld ‘Kwaliteit en Toekomst; verkenning van duurzaamheid’ (2004).

(9)

V, fo to gr aa f R ee ns

Mondiaal ruimtegebruik door Nederlandse consumptie

500 50

Veevoer Landbouwproducten Wonen, vervoer en recreatie Ruimtegebruik 2700 * 1000 hectare 1000 Bosbouwproducten Canada VS Zuid-Amerika Centraal-Amerika OECD-Europa

(excl. NL) Voormalige Sovjetunie

West-Afrika Midden-Oosten Zuid-Azië Zuid-Oost-Azië Ruimtegebruik in Nederland Oost-Europa Noord-Afrika Oost-Afrika Zuid-Afrika Oost-Azië Japan Oceanië 2000 A1 ‘End of history’ Vrijhandel Berlijn 1989 WTO B1

‘Our common future’

Regulering & verdragen Rio 1992

VN

A2

‘Clash of Civilizations’

Bescherming van rechten NY 11-09-01 NAVO, politie B2 ‘Small is beautiful’ Eigen verantwoordelijkheid Seattle 1999

Gemeenten & buurten

m ar kt O ve rh ei d Internationaal Lokaal/nationaal Wereldbeelden Duurzaamheidsverkenning Samenhang

Het MNP analyseert milieu- en natuurvraagstukken in hun onderlinge samenhang en in relatie tot (sociaal)economische ontwikkelingen in de maatschappij, zoals mobiliteit. Nederlandse problemen worden onderzocht in hun Europese en mondiale verband. Het MNP draagt bij aan het vergroten van kennis over grensoverschrijdende vraagstukken. Daar hoort bij het in kaart brengen van Europese en mondiale duurzaamheidsvraagstukken.

Duurzaamheid als rode draad

Er worden drie pijlers van duurzame ontwikkeling onderscheiden: people – planet – profit. De ontwikkeling op sociaal-cultureel (people), ecologisch (planet) en economisch gebied (profit) zouden elkaar in evenwicht moeten houden. Dit ppp-model is ook het uitgangspunt van het Nederlandse duurzaamheidsbeleid. Het onderwerp duurzaamheid loopt dan ook als een rode draad door de werkzaamheden van het Milieu- en Natuurplanbureau. Er zijn in Nederland vier planbureaus. Naast het MNP zijn dat het Centraal Planbureau (CPB), het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Ruimtelijk Planbureau (RPB). Gezamenlijk dekken de vier planbureaus het complete domein van duurzame ontwikkeling af.

(10)

10 Milieu- en Natuurplanbureau

Klimaatverandering

Het klimaat verandert: de zeespiegel stijgt, de afvoeren van de rivieren nemen toe. De natuur reageert al op de opgetreden temperatuurveranderingen. De waarneembare effecten in Nederland zijn nu nog beperkt. Ze zullen echter de komende decennia toenemen. Dat is de hoofdboodschap van de studie ‘Effecten van klimaatverandering in Nederland’ (2005).

(11)

fo to gr afi e 1990 1994 1998 2002 2006 2010 190 200 210 220 230 240 250 Mton CO2-equivalenten

Beleidseffecten Nederlandse emissie broeikasgassen

Binnenlands doel

Kyoto-verplichting Aankoop in buitenland

door overheid

Energiebesparingsbeleid

Beleid duurzame energie Beleid overige broeikasgassen Overig beleid Zonder beleid

Realisatie met temperatuurcorrectie

Ramingen

Wereldwijde verandering van temperatuur in 2050 ten opzichte van 1990 door klimaatverandering

- 0.7 - 0.7 - 0.5 - 0.5 - 0 0 - 0.5 0.5 - 1 1 - 5 Organisatie en werkwijze

Het MNP bestaat uit acht inhoudelijke teams, twee stafbureaus en een team verbonden aan de Wageningen Universiteit. Beleidsdossiers op nationale, Europese en mondiale schaal zijn leidend voor de invulling van het werkveld van de teams. Deze zijn multidisciplinair samengesteld. De verschillende deskundigheden van de medewerkers vullen elkaar aan en versterken elkaar. Het MNP werkt nauw samen met de andere planbureaus en met universiteiten en nationale en internationale kennisinstituten.

Klimaat en Mondiale Duurzaamheid (KMD)

KMD evalueert en verkent de mogelijkheden voor het nationale energie- en klimaatbeleid. Ook ondersteunt dit team de Nederlandse overheid bij de positionering in het internationale klimaatbeleid op zowel Europees als mondiaal niveau. Het klimaatprobleem heeft een mondiale doorwerking en ook de energievoorziening wordt sterk bepaald door internationale ontwikkelingen en verdelingen. KMD gebruikt modellen voor analyse van mondiale

duurzaamheidsvraagstukken, veelal gericht op de EU en bredere internationale instellingen zoals het VN Milieuprogramma, de Wereldbank en OESO.

(12)

1 Milieu- en Natuurplanbureau

Fijn stof nader bekeken

Het onderwerp fijn stof staat sterk in de politieke en maatschappelijke belangstelling. Het boek ‘Fijn stof nader bekeken’ geeft een overzicht van alle kennis over fijn stof. Het laat zien wat de stand van zaken is: wat weten we wel, wat weten we niet, waar zitten de onzekerheden? Aanleiding is het maatschappelijke en politieke debat over de gevolgen van de uitvoering van het Nederlandse Besluit Luchtkwaliteit, dat gestoeld is op richtlijnen van de Europese Unie (2005).

(13)

fo to gr afi e 2000 2010 CAFE Baseline

Fijn stof (PM2,5) concentratie in Europa door menselijke oorzaken

< 6 6 - 9 9 - 1 2 12 - 15 15 - 18 18 - 21 > 21 µg/m3

Luchtkwaliteit en Europese Duurzaamheid (LED)

Het team LED evalueert en verkent de luchtkwaliteit op zowel nationaal als Europees niveau. De nadruk ligt hierbij op verzuring, fijn stof en ozonvorming. Daarnaast is binnen dit team duurzame ontwikkeling in Europa een belangrijk onderwerp. LED beoordeelt de effectiviteit van nationaal en Europees beleid (Brussel) op het gebied van luchtkwaliteit en ondersteunt de ontwikkeling van nieuw beleid. Het team onderhoudt nauwe banden met het Europees Milieuagentschap EEA.

Nationale Milieubeleidsevaluatie en Duurzaamheid (NMD)

Om effectief milieubeleid te kunnen ontwikkelen, het gevoerde beleid te handhaven of bij te sturen, hebben beleidsmakers informatie nodig over de huidige staat van het milieu en de verwachte ontwikkelingen. Het team NMD coördineert deze informatievoorziening vanuit het MNP. Zo zorgt NMD ervoor dat de wettelijke vastgelegde producten als de jaarlijkse Milieubalans en de periodieke Milieuverkenning tijdig beschikbaar komen voor beleid en politiek.

(14)
(15)

V, fo to gr aa f R ee ns Aandachtsgebied Luchthaventerrein Schiphol Voorgesteld beperkingengebied (Nota Ruimte) GR >= 10% OWI GR >= 1% OWI OWI: Orientatiewaarde groepsrisico voor inrichtingen

Groepsrisico

Aandachtsgebied voor groepsrisico Schiphol

10-10 10-9 10-8 10-7 10-6 10-5 10-4 10-3 10-2

Kans op overlijden door risicofactoren

Jaarlijkse sterfterisico Nederlandse populatie

Roken Licham elijke in activite it Overge wicht Verkee rd vet Ongeva llen thu is Alcoho l Ongeva llen ver keer Luchtve

rontreinigi ng Radon Passief roken Geluid Legione lla Grote o ngevall en Benzee n Hoogsp annings lijnen GSM-m asten

Ruimte, Infrastructuur en Mobiliteit (RIM)

Milieukwaliteit, natuurkwaliteit en kwaliteit van de leefomgeving worden sterk bepaald door de inrichting van Nederland. RIM analyseert zowel de ruimtelijke relatie tussen deze kwaliteiten onderling, als tussen milieukwaliteit en economische activiteiten (wonen, werken, verkeer) en de milieueffecten van het nationale ruimtelijk beleid. Een belangrijk aandachtsveld zijn de milieueffecten van het nationale verkeers- en vervoersbeleid.

Leefomgevingskwaliteit (LOK)

In dit team staat de vraag centraal hoe de milieukwaliteit in de bebouwde omgeving zich duurzaam kan ontwikkelen. LOK analyseert effecten van beleidsopties op de lokale milieukwaliteit en evalueert bijdragen hieraan van het gevoerde beleid. Het team beschrijft de toestand van de milieukwaliteit in de leefomgeving en de mate van blootstelling van de bevolking aan vooral luchtverontreiniging, geluidhinder en externe veiligheid. Belangrijk daarbij zijn de mogelijke gezondheidseffecten en -risico’s van de diverse milieuaspecten voor de mens.

Het milieu rond Schiphol

De beleidsdoelstellingen ter vermindering van de effecten van vliegverkeer van Schiphol worden zeer waarschijnlijk gehaald. Deze gelden voor de meest belaste woongebieden direct rondom de luchthaven. De meeste overlast en risico’s treden echter op in een veel groter gebied. In dat gebied heeft de geluidsoverlast zich minder gunstig ontwikkeld en zijn de veiligheidsrisico’s toegenomen. In vergelijking met buitenlandse luchthavens zijn de geluidsoverlast en risico’s door het vliegverkeer op Schiphol klein. Dat blijkt uit het rapport ‘Het milieu rond Schiphol, 1990-2010; Feiten & cijfers’ (2005).

(16)
(17)

gr aa f J ur je n D re nt h Aaneengesloten natuur Mozaïek van natuurgebieden Percentage < 25 26 - 50 51 - 75 > 75

Kwaliteit natuur in de wereld 2030 Natuur in Nederland 2005

Natuur, Landschap en Biodiversiteit (NLB)

Dit team beschrijft en evalueert de effecten van het Nederlandse natuurbeleid. Daartoe bestudeert NLB de invloed van menselijk handelen op ecosystemen, biodiversiteit en landschap en de betekenis van natuur voor menselijke activiteiten. Het team is verantwoordelijk voor het uitbrengen van de wettelijke producten op natuurgebied zoals de jaarlijkse Natuurbalans en periodieke Natuurverkenning. Bovendien is NLB op Europese en mondiale schaal actief in het ontwikkelen van methoden voor het monitoren en rapporteren van biodiversiteit.

Landbouw en Duurzaamheid Landelijk gebied (LDL)

Binnen LDL staat de vraag centraal hoe het landelijk gebied zich duurzaam kan ontwikkelen. LDL analyseert en evalueert de kwaliteit van het landelijk gebied (emissies en milieukwaliteit) in relatie tot gevoerd en voorgenomen beleid. Relevant daarbij zijn Europees en mondiaal landbouwbeleid, gebiedenbeleid en milieu-, natuur- en ruimtebeleid. Specifiek op de agenda staat het Nederlandse mestbeleid. Ook is er aandacht voor de verhouding tussen milieunormen en milieukwaliteit van oppervlaktewater, grondwater en bodem.

Natuurbalans

De (inter)nationale ambities voor natuur en landschap en de beschikbare middelen zijn niet in evenwicht. Het gaat daarbij niet alleen om financiële middelen. Door de beperkte ruimte in Nederland zijn ook planologische duidelijkheid en bestuurlijke wilskracht essentieel om de natuur- en landschapsdoelen te realiseren. Dat meldt de Natuurbalans 2005, een jaarlijkse rapportage over de ontwikkeling van de kwaliteit van natuur en landschap in relatie tot het gevoerde beleid.

(18)
(19)

gr afi e R oe la nd K on in g Grondgebruik in Midden-Nederland 2040 Scenario Global Economy

Informatievoorziening en Methodologie (IMP)

Het team IMP beheert een groot deel van de milieu- en natuurinformatie van het MNP. Veel informatie wordt verwerkt in het online Milieu- en Natuurcompendium dat ook dient als basis voor de jaarlijkse Milieubalans en Natuurbalans. Een ander voorbeeld is het informatiesysteem van de Emissieregistratie. Het team IMP adviseert over de methoden en technieken bij het analyseren en presenteren van informatie en bij het verkennen van toekomstige ontwikkelingen. Belangrijke producten zijn de leidraad ‘Omgaan met onzekerheden’ en de catalogus met informatie over alle modellen die bij het MNP gebruikt worden.

Expertisegroep Wageningen (EGW)

Dit team is organisatorisch ondergebracht bij de unit Wettelijke

Onderzoekstaken Natuur & Milieu, onderdeel van Wageningen Universiteit & Researchcentrum. De expertisegroep levert bijdragen aan de producten van het MNP. Ook draagt deze groep bij aan de analyse van de kwaliteit van het landelijk gebied, aan de analyse van de maatschappelijke context van het milieu- en natuurbeleid en aan de informatievoorziening en methoden van het MNP.

(20)

0 Milieu- en Natuurplanbureau

Milieu- en Natuurplanbureau Antonie van Leeuwenhoeklaan  Postbus 0 0 AH Bilthoven T: 00- E: info@mnp.nl www.mnp.nl April 00

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Therefore, given the importance of health-related physical fitness (HRPF), PA and body composition in disease prevention, this study was primarily designed to assess these

Primary data was obtained through questionnaires completed by facilities managers, regional managers and property managers of the National Department of Public Works

To compare the use of different stress tolerance/susceptibility indices in screening for soybean genotypes under soil WLIS conditions, seed mass of the soybean genotypes under both

a simple model scenario to illustrate the potential impact of the polarization dependence of the γ γ absorption cross section in the case of intrinsic absorption of polarized γ -rays

Recent self-study research conducted within South Africa has shown how, in contexts where teaching and learning is often undermined by multiple factors such as persistent social and

Nutrition knowledge for urban South African adolescents is defined as knowledge about nutrition that is required for good health as well as for the prevention and management

32 | P a g e The results of the combined regression model (Table 14.3) show that overall, incentivising the social discounting task (positive); subjects in the payment