MULO-B Meetkunde Algemeen 1935
(Tijd voor de drie vraagstukken 1 2
1 uur)
Opgave 1
Gevraagd een driehoek ABC te construeren, als gegeven zijn de straal van de aangeschreven cirkel aan de zijde c, verder de zijde a en de omtrek van de driehoek.
Opgave 2
In een cirkel trekt men de middellijn AB. In A trekt men de loodlijn op AB; hierop neemt men twee punten C en D aan. Men verbindt deze punten met B. CB en DB snijden de cirkel in E en F.
Bewijs: EF x BC = BF x CD.
Opgave 3
Construeer in een cirkel een regelmatige zeshoek en daarna een regelmatige twaalfhoek. De straal van de cirkel is 8 cm. Bereken 't verschil in oppervlakte tussen de twaalfhoek en de zeshoek.